KORT VERSLAG
ZITTING VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEYDEN.
(Behoorende bij de Leydsche Courant van 23 Julij 3855N°. 8.9.)
DER
MOiJO c O OOO-
Zitting van 19 Julij.
Tegenwoordig de IIH. de Breuk, Yssclsteyn, Sikkel Groos,
ten Sande, Stoffels, Taets van Amerongcn, Siegenbeek, Iluyser,
Lismande MoenLuzacvan der Hoeven, Bucaille en de Voorzitter.
De leden Olivier, Lezwijn en le Poole hebben kennis gegeven
verhinderd te zijn deze vergadering bij te wonen.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
Vervolgens legt de Burgemeester over:
1°. Een rapport van Burgemeester en Wethouders op het adres
van het Bestuur van de vereeniging der Turfdragers en Turf-
tonsters.
Is besloten dit stuk neder te leggen ter Leeskamer.
2°. De Verantwoording van de Inkomsten en Uitgaven dezer
Gemeente over 1854.
Gesteld in handen van de Commissie van Finantie, ten fine
van berigt en raad.
3°. Een adres van G. Tibboel, houdende verzoek om een ge
deelte Gemeentegrond.
Gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine
van berigt en raad.
4°. Een adres van Vrouwe B. M. A. C. Jackson, Huisvrouw
van Hendrik Groeneveldt, houdende verzoek om vrijstelling van
het minerval voor haren zoon Willem Pieter.
5°. Een dergelijk adres van Vrouwe W. B. Schilling, Weduwe
Ds. P. de Goeije, voor haren zoon Claudius Ilenribus.
Deze adressen gesteld in handen van Curatoren van het Ste
delijk Gymnasiumten einde hierop te dienen van berigt en raad.
6°. Eene missive van den Stads Heelmeester J. H. J. Groothols,
houdende klagte legen den Stads Apotheker, ter zake van wei
gering om een recept van inwendige geneesmiddelen gereed te
maken.
Overeenkomstig het voorstel van den Burgemeester is besloten
deze missive te stellen in handen van Burgemeester en Wethou
ders, om daarop naar bevind van zaken te beschikken, als be-
hoorende dit tot de bevoegdheid van hel Collegie van dagelijksch
bestuur.
Aan de orde wordt gesteld
De Verordening voor de vrijheidveiligheid en reinheid van
stratenpleinenbruggen en andere plaatsen in de Gemeente
Leyden, te beginnen met art. 6, welk art. met 13 tegen 1 stem
men zijnde die van het lid de Breukwordt aangenomen
art. 7 wordt aangenomen met 12 tegen 2 stemmen, zijnde die
van de leden Taets van Amerongen en Luzac; art. 8 met alge-
meenc stemmen. Bij do stemming over art. 9 verklaren zich
7 leden voor het art., zijnde de HH. Sikkel Groos, ten Sande,
Tacts van Amerongen, Huyser, de Moen, van der Hoeven en
Bucaille, en 7 tegen, zijnde de HH. de Breuk, Ysselsteyn, Stoffels,
Siegenbeek, Lisman, Luzac en de Voorzitter, zoodat, ingevolge
art. 50 der Gemeentewet, hieromtrent het besluit tot de volgende
vergadering wordt uitgesteld. De artt. 10 tot 14 worden achter
volgens met algemeene stemmen aangenomen. Op art. 15 wordt
door het lid Siegenbeek als amendement voorgesteldom daaruit
te doen wegvallen of door wiens dienstboden of werklieden in
zijne dienst cenige bepaling dezer verordening overtreden is,"
en is dit met 12 tegen 2 stemmen, zijnde die van de leden
Sikkel Groos en ten Sande, aangenomen; vervolgens is ook dit
art. 15 met 13 tegen 1 stemmen, zijnde die van het lid ten Sande,
aangenomen, en art. 16 met algemeene stemmen. Do op heden
aangenomen artt. luiden alzoo als volgt:
«Art. 6. Niemand mag vloerkleeden of tapijten buiten zijn erf
uitkloppen, dan op de plaats daartoe door Burgemeester en Wet
houders aangewezen. Op de straat mogen alleen des morgens
vóór tien ure mattenkarpetten en kleine kleedcn worden
uitgeslagen.
Art. 7. Het isbehoudens het aan- of wegvoeren van goede
ren verboden de stratenwallenpleinen bruggensingels of
andere plaatsen in deze gemeente te beleggenbezetten of be
hangen, hetzij met materialen, kleederen, vellen, garens,
dekens of andere stoffen, hetzij met werktuigen of gereedschap
pen om een bedrijf uit te oefenen.
Bij uitzondering kan, om bepaalde redenen, door Burgemeester
en Wethoudersuiterlijk tot wederopzeggen toe, en volgens de
bepalingen van een tarief door den Gemeenteraad vastgesteld
verlof tot afwijking van vorenstaanden regel worden verleend,
binnen zekere grenzen en in elk geval zonder nadeel voor het
publiek of voor de buren in het bijzonder. Bij misbruik van
het verkregen verlof wordt het ingetrokken en aan denzelfden
persoon niet weder verleend.
Ingeval voorwerpen, als bovengenoemd, zonder vergunning
op gemelde plaatsen gelegdgezet of gehangenniet op dp
eerste waarschuwing van wego den Burgemeester gedaanzijn
weggeruimdworden zij van Gemeentewege weggevoerd.
Art. 8. Ilet is echter een ieder geoorloofdgedurende ceni-
gen bouw of eenige herstelling aan zijne panden de noodigc
steigeringen te stellen, de openbare straat en grond voor een
gedeelte te bezetten en tot het nederleggcn zijner materialen te
gebruikenmits hierdoor de passage van de straatsteeg of
gracht niet worde gestoord of ongemakkelijk gemaakt, en men
zich gedrage naar de aanwijzing van den Gemeenle-Achitect.
Ingeval voor den bouw of de herstelling het afsluiten eener
steeg gedurende eenige dagen noodig iskan de vergunning
hiertoe door den Burgemeester op schriftelijk verzoekworden
verleend. Wanneer voor het ruimen van een riool, waterlei
ding of ander werk het opbreken van de straat noodig is, moet
alvorens daartoe over te gaan het verlof van den Architect
zijn verkregenen het gemaakte gat vóór zonsondergang be
hoorlijk zijn digtgemaakt, of ingeval zulks niet mogelijk is, voor
de veiligheid der passage, volgens bepalingen van den Architect
behoorlijk worden gezorgd.
«Art. 10. Het is verboden kalk, steenen, afbraak, puin,
nitgedolven grond, hooi, stroo, asch, vuilnis, afval van groen
ten, roet of eenigerlei mest op de straten of in de grachten te
werpenen vloeibare meststoffen op de straal te laten aflonpen.
Als hoefslagen tot het nederleggen van puin, waarop niets
anders en in het bijzonder geen asch, roet, takken, krullen of
eenigerlei meststoffen mogen worden gelegdworden aangewezen
Wijk I.
N°. 1. Galgewater, aan den nu afgesloten doorgang.
2. Gi'ocnhazegracht, aan hel eind bij de Kweekerij.