De Minisler van Finantiën ral overmorgen geen gehoor verleenert,
Waar men verzekert zal het 4d« regement Dragonders, alhier in garni
zoen, veranderd worden in dat van Huzaren. Vroeger bestond dat regement
grootcndeels uit dat wapen.
Men zegt dat na afloop der proefnemingen met de minié-gewerendeze
aan een zeker getal manschappen van ieder regement zullen worden uitge
reikt, die dan ook eene bijzondere klceding zullen ontvangen.
Zekere Voogd bediende bij den meel vei kooper Burgerman kreeg van
zijn meester ecnig hout om te verbranden, daaronder bevond zich ook een
geheel oud, onbruikbaar geweer, waarvan de kolf tot verbranding bestemd
werd, otn het oud ijzer daarna te verkoopen. De vrouw van Voogd legt hel
geweer met de kolf in het vuur, en houdt den loop in de handbij het
ontbranden van de kolf gaat evenwel bet geweer plotseling af, en daar de
vrouw ongelukkig den loop juist aan het einde had vastgehouden, werd zij
zoodanig gewonddat twee vingers met een gedeelte der hand moesten afge
zet worden.
Eerste Kamer tier Staten-Generaat.
Zitting van Maandag 9 Julij.
In deze zitting was aan de orde bet ontwerp tot goedkeuring van de over
eenkomst met Frankrijk geslotentot w ering van den nadruk. De Heer van
Becck Vollenboven stelt voor dit onderwerp in comité generaal te behandelen,
en eischt met nog vier andere leden der Kamer toepassing van art. 96 der
Grondwet. Dientengevolge wordt de zitting met gesloten deuren voortgezet.
Ten 3 ure is het comité generaal opgeheven en is bet tractaat goedgekeurd
met 34 tegen 3 stemmen. Tegen de IIH. van Rijckevorsclvan Wessem en
van Swinderen. i
Daarna zijn aan de orde de beraadslagingen over liet ontwerp van wet tot
voorloopige voorziening in sommige walerstaatsbelangen. Dit ontwerp wordt
niet afgehandelden een voorstel om daartoe eene avondzitting te houden
wordt verworpenzoodal de voortzetting der beraadslaging bepaald wordt op
morgen ten 11 ure.
Zitting van Dingsdag 10 Julij.
In deze zitting zijn de beraadslagingen voortgezet over bet ontwerp van
wet tot voorloopige voorziening in sommige waterstaats belangen. I
Onderscheiden sprekers voeren hierover het woord.
Na de gewone pauze stelt de Voorzitter voor de beraadslagingen over de
ontwerpen nopens de suikeraccijns en het tonnegeld te bepalen op aanst.
Donderdag. Hierover ontstaat eenige woordenwisseling, waarin zich ook de
Minister van Finantiën mengtdie zegt dat de Regering er prijs op stelt dat
de Kamer nog in deze zitting eenige wets-ontwerpen afdoet.
Met 23 tegen 14 stemmen wordt overeenkomstig het voorstel van den
Voorzitter besloten.
WAGF.NINGEN, 8 Julij.
De aardappelen vertoonen zich aan het oog met eene nooit gekende schoon
heid. De vreeselijke ziekte, die haar vorige jaren reeds den 8steB en 9den Jnnij
min of meer had aangetast, vertoont zich nog nergens, en bij gelukkige be
vrijding daarvan, mogen wij ons met eene ruime opbrengst vleijen. De
rogge, ofschoon onder deze gemeente weliger dan op de hooge gronden staande,
belooft een goeden oogst, bij gunstig binnenkomen mogen wij aan bare op
brengst niet twijfelen. De tarwe, meestal op die gronden verbouwd, welke
door het vloedwatcr zijn overstroomd, kan bij gunstig weder een redelijk goed
gewas opleveren. De staat van het zomerkoorn heeft eene nooit gekende
schoonheid verkregen. De boekweit, ofschoon nog kortelings gezaaid, is voor-
beeldeloos opgekomen. De tabakbegint zeer goed te groeijen. De boom
gaarden beloven eene ruime opbrengst, uitgezonderd de appelen, welke onder I
bloeitijd door de ingevallen vorst veel geleden hebben, en waarvan de op-
brengst niet zoo ruim zal zijn als men zich had voorgesteld. Van den vee-
stapel valt nog weinig tc zeggen, naardien het uiterwaards gras door de koude i
in het voorjaar nog niet dien overvloed heeft bereikt, welken wij wel op
onze schoone weidevelden gewoon zijn. De prijzen waarvoor het verkocht
wordt zijn uitermate boog. [Wageningsche Cour.)
was zoo groot dat, zoo als hij zelfs verklaarde, het getal daarvan hem in dé
war bragt. Hij had reeds twee veroordcelingen ondergaan.
EKGELANO,
LONDEN, 7 Julij.
De Koningin heeft bevolen dat haar leedwezen over den dood van Lord
Raglanbij dagorder aan het leger zal bekend gemaakt worden.
Eenige dagen geleden werd de benoeming van den Generaal Simpson
als Bevelhebber der Engelsche troepen in de Krim, algemeen geloofd, thans
wordt weder gemeld dat Lord Hardinghe, Intendant des legers, dat bevel zal
op zich nemen.
De Minisler van Oorlog beeft besloten aan eiken soldaat in het veld
eene belooning van 6 p. daags toe te leggenter zijner vrije beschikking.
Eene maatschappij alhier zal eene lading ijs naar de Krim zenden, om
in de behoefte tot verfrissching aldaar te voorzien.
Wederom hebben drie branden in deze hoofdstad plaats gehad, waar
onder die van de groote disleleerderij van de IIH. Watney de zwaarste was.
De schade daardoor veroorzaakt beloopt 40,000 M.
Volgens een brief uit Konstantinopcl wordt het verlies van menschen
in den tegenwoordigen oorlog, volgens geloofwaardige opgaven, aldus geschat:
Turken: 130,000, sedert den herfst van 1853. Franschen: 70,000, gesneuveld
of gewond sedert de aankomst in de Levant. Engelschen 28,000, dito. Te
zamen 228,000 man. De Russische verliezen worden nog veel hooger ge
raamd. Men kan alzoo veilig aannemen dat, met inbegrip van de verliezen
onder de arbeiders en op de transportschepen, de oorlog aan de strijdvoerendc
partijen een verlies van 600,000 man heeft berokkend.
Het Engelsche oorlogschip Amphion was bij het verkennen van Swea-
borg aan den grond geraakt, de vijand loste terstond eenige kogels op het
schip, die een man doodden en eenigpn kwetsten; de Amphion antwoordde
echter zoo krachtig, dat in de vesting een kruidmagazijn opvloog en meerdere
schade werd aangerigt.
In de verschillende wijken van Leicester heeft men eene affiche aange
plakt gevondenwaarin de Ministers beschuldigd worden van Russischgezind
tc zijn en als verraders gebrandmerkt worden, omdat zij van de diensten van
Lord Dundonald geen gebruik willen maken, die, gelijk men weet, staande
houdt dat hij ten koste van eenig geld binnen weinig tijds belangrijke Rus
sische zeehavens kan vernielenzonder dat bet van de zijde der aanvallers
bloed behoeft te kosten. De affiche roept de Engelschen op om vereenigd
op te staan tot wegjaging van al de Ministers en besluit met den nilroep:
God behoede de Koningin
Een dagblad deelt mede dal eene Kwakerin, die haar 100sle jaar reeds
bereikt heeft, op eene onlangs gehoudene meeling te Southport, nog het
woord heeft gevoerd.
FRANKRIJK.
PARIJS, 9 Julij.
De door het Wetgevend Ligchaam aangenoinene wets-ontwerpen zijn door
het bureau naar het paleis der Tuilerien gebragt en aan den Keizer over
handigd, gelijk gewoonte is; doch ditmaal werd het bureau vergezeld door
de leden der vergaderingmet het doel om daardoor een nieuw bewijs van
hulde en vertrouwen aan het Staatshoofd te geven. Het burean heeft bij
monde van den Heer de Morny genoemde ontwerpen den Keizer aangeboden.
De Keizer heeft geantwoorddat hij vertrouwde dat door de vaderlands
liefde en de geestdrift des volks, de hinderpalen die een eervolle vrede in
den weg stondenzouden weggeruimd worden.
In bet verslag van de Commissie betrekkelijk het ontwerp der leening
komt o. a. voor: Uwe Commissie is terstond na hare benoeming bijeengekomen,
ten einde u in staat te stellen om zoo spoedig mogelijk aan de roepstem des
Keizers te beantwoorden, en om nogmaals tc doen zien dat de Staatsmagten
zich, tegenover Frankrijks vijandenaltijd eendragtig in bare verknochtheid aan
den Souverein en aan 'slands belangen zullen betoonen. Doch uwe Commissie
was van oordeeldat instemming na rijp beraad en met degelijke redenen
omkleed, nog meer vereerend en vleijend voor de Regering zou zijn, dan een
onberedeneerd gevoel van geestdriften zij beeft alzoo gemeend tot een
naauwgezet onderzoek van den tegenwoordigen staat onzer politieke en finan-
tiele aangelegenheden te inoe'en overgaan.
....Voorzeker, bet herstel des vredes zou aanvankelijk alle harten met
blijdschap vervuld hebben; doch indien het geen zeer eervolle vrede ware,
indien wij met zoo groote opofferingen slechts middelmatige voordeelen en
onwisse waarborgen verwierven, dan zou spoedig daarna het zoo ligt kwets
bare gevoel der na-lie in verzet gekomen zijn, en zou onze vernederde leger-
magt de diplomatie voor al bet vergoten bloed ter verantwoording geroepen
hebben. Wij vertrouwen alzoo dat de Keizer even zorgvuldig voor Frankrijks
eer als voor deszelfs overige belangen waakt, en dat hij, met hulp der hem
beschermende Voorzienigheidde aanhangige vraag-lukken tot eene beslech
ting zal weten te brengen die aan 'slands regtinatig eergevoel voldoet en
tevens aan Europa een duurzamen vrede hergeeft.
Het wets-ontwerp, betrekkelijk eene Turksche geldleening door Frankrijk
gewaarborgd, en dat thans bij het Wetgevend Ligchaam aan de orde is, gaat
vergezeld van eene Memorie van Toelichting, waaruit blijkt dat de Leening
is bepaald op 125 millioen fr.waarvan jaarlijks 4 pCt. rente en 1 pCt. voor
aflossing zal worden betaald, te vinden uit de Egyptische schatting en uit
de opbrengst van de tolkantoren van Smyrna en Syrië. In genoemde me
morie van toelichting zegt de Regering o. a. bet volgende:
De eeuwenoude vriendschap tusscben Frankrijk en Turkye, edelmoedige
en ridderlijke verontwaardiging over een verregaand misbruik van magt, zijn
niet de eenige drijfveren die den Keizer der Franschen een verbond met
de Koningin van Engeland en den Sultan hebben doen sluiten. De 3 Hoven,
welke dat bondgenootschap hebben aangegaanhebben in de daad een en
BU1TENLANDSCHE BEH1GTEN.
BELCIE.
BRUSSEL, 8 Julij.
Bij gelegenheid van de aanstaande viering van den 25'tcn verjaardag der
onafhankelijkheid van België heeft de Koning, op voorstel van den Minister
van Binnen). Zaken, een wedstrijd uitgeschreven voor de Belgische dichters,
tot het vervaardigen van dichtstukken in het Fransch of in het Vlaamsch,
ten onderwerp hebbende: de lotgevallen van België sedert 1830: en over
de weldaden der nationale onafhankelijkheid. Een goud'cn medaille, ter
waarde van 600 fr. of die som in geldis voor elk der twee bekroonde wer
ken uitgeloofd.
De berigten omtrent den oogst zijn uit alle oorden des lands gunstig.
Een boerenjongen, oud 17 jaren, is alhier gevangen genomen, be
schuldigd van zakkenrollerij. Deze snaak heeft reeds vroeg bewijzen gege
ven dat hij een meester in het kwaaddoen is. Hij is begonnen met al de
hem ten laste gelegde feiten te ontkennen maar door de ontdekking van 3 porte-
monnaies en 5 geldbeurzen in zijne woning, is hij tot bekentenis gedrongen.
Hij beleed te gelijker tijd eene ongeloofelijke menigte diefstallen van dierge
lijken aard, allen in den omtrek dezer stad gepleegd. De menigte daarvan