LEYDSCHE
COURANT#
i i
De Prijs der Courant is 13 in het jaar
do afzonderlijke nommers worden teffen 10
Centen afgegeten.
De Courant wordt
Vrijdag uitgegeven,
uit Zaturdog Avond.
MaandagWoensdag en
Die van Maandag komt
YRIJDAG, 22 JU.MJ.
BINKEKLAiVDSCnE BERIGTEiV.
LEYDEN, 21 Junij.
Heden morgen werd de 89sle Jaarlijksehc Algcmcene Vergadering ran de
Maatschappij der Ncderlandsclie Letterkunde alhier, in liet gebouw van de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen op de Ruïne, gehouden.
De Voorzitter de Ilooglecraar Mr. J. de'Wal, opende de Vergadering met
eene sierlijke rede, in welke de Spreker den toestand en de lotgevallen der
Maatschappij in het afgeloopen jaar vermeldde. Vervolgens werden verkozen:
Tot Kinnenlandschc Leden: J. II. Behrns, Lector der Taalkunde, te Era-
ncker; 5Ir. J. H. Burlage, te Amsterdam; Jhr. E. A. O. de Casembroot, Ma
joor en buitengewoon Adjudant des KoningsGouverneur van Z. K. II. den
Prins van Oranje; T. van Duinen, Ilerv. Predikant, te Vleddcr; Jhr. Mr.
AA'. T. Gevers Deynoot, oud-lid der Statcn-Generaaloud Dijkgraaf van Schie-
land, te 'sGravenliageJhr. Mr. W. C. C. Evcrtseu de Jonge, te 's Graven-
hage; J. J. Nieuwenhuyzente Amsterdam; P. Nyhoff, Adjunct-Archivarius
te Arnhem; J. van Oosterwijk Bruyn, te Amsterdam; Mp. W. van de Poll,
lid van de Arrond.-Regtb., te Tiel; Mr. AA'. Siewertz van Reesema, Advocaat, g
te Rotterdam; AV. R. Veder, Th. Dr., Ilerv. Predikant, te Dordrecht; AA'.
A'rollk, Hoogleeraar, te Amsterdam; Dr. .J. J. F. AVap, te Utrecht.
Tot Buitenlandsche Leden: De Bavay, Proe.-Gen. te Brussel; K. AV. Bou-
terwek, Director des Gymnasiums te Elberfeld; Prosper Cuypers, te Brussel;
F.ug. Defaeqz, Raadsheer in het Hof van Cassatie te Brussel; Dr. E. T. Gaupp,
Prof. te Breslau; Dp. C. L. Grotefend, Bibliothecaris te Hanover; A. Iloltzrnann
Prof., te Heidelberg; O. Klopp, Gymnasial-Lehrerte Osnahriick Mr. L. J.
Koenigswarter, le Parijs; F. Pfeiffer, Prof. en Bibliothecaris, te Stuttgart
E. Quinct, le Brussel; C. AA'eiss, Prof., te Parijs; AV. E. AVilfla, Prof. le
Kiel; K. AA'ilhelmite Sinzheim in Raden,
Als Prijsvragen rijn uitgeschreven:
Uit de Vakken van Taal- en Letterkunde
I. De Taal- en Dichtlievende Genootschappen der achttiende eeuw
en hun invloed op de Ncderlandsche Taal.
De Maatschappij verlangt eene opgave der voornaamste Taal-en Dichtlievende
Genootschappen, die hier te lande heslonden; een kort overzigt van hunne
geschiedenis, hunne inrigting cn wijze van arbeiden; eene beknopte ver
melding en waardeering hunner uitgegeven werken en vooral eene gron
dige aanwijzing en beoordeeling van hunnen invloed, zoowel op de theo
retische beschouwing, als op het practische gebruik onzer moedertaal.
II. De ontwikkeling onzer moedertaal sedert het midden der achttiende
eeuw.
De Maatschappij verlangt eene opgave der veranderingen die onze moeder
taal sedert het midden der vorige eeuw heeft ondergaan, zoowel door
het verouderen van woordenhet veranderen der heleekeniscn het
overnemen of vormen van nieuwe woorden en uitdrukkingen als door
het wijzigen der spraakkunstige vormen en wendingenmet vermelding
der oorzaken, waarvan die veranderingen het gevolg waren, en met
eene beoordeeling, in hoeverre zij op de ontwikkeling der taal ten goede
of ten kwade hebben gewerkt.
Uit de Vakken van Geschied- en Oudheidkunde:
Hoever strekt zich het onderscheid uit tusschen de Keltische
en Germaansche volkeren, als vroegste bewoners van Europa
volgens de getuigenissen der oude schrijvers en nog aanwezige
overblijfselen
De Maatschappij verlangt dat daarbij tevens een kritische blik geslagen
worde op hetgeen over dit onderwerp door de voornaamste schrijvers van
onzen tijd is in het licht gegeven.
De A'ergadering werd met een' vriendschappelijken maaltijd op Zomerzorg,
bij het station van den spoorweg, besloten.
In de zitlting der Koninklijke Akademie (zie ons vorig nommer) bra^t
de Heer M. deA'ries, namens de commissie, rapport uit, betreffende de aan
vrage van den Heer Harrcbomée, om geldelijke ondersteuning van regerings-
wege, in de uitgifte van een door hein vervaardigd Nederl. Spreekwoordenboek.
De meerderheid acht de uitgifte van dit woordenboek, dat, hoewel niet van
gebreken ontbloot, om zijne naauwkenrige behandeling en rijke volledigheid,
vele verdiensten bezit, cn als eene belangrijke bouwstof voor onzen taal mag
gerekend worden, allezins wenschelijk cn stelt voor hel te ondersteunen.
De lieer van den Bergh, medelid der commissie, is wegens de gemaakte
aanmerkingen daar legen. Na eene woordenwisseling, over de vraag of de
akademie een gunstig oordeel over liet werk zal uitspreken, wordt met 11
tegen 10 stemmen besloten, om in den zin der conclusie van het rapport den
Minister te antwoorden. (Een lid hield zich huiten stemming).
De Heer Nyhoff bragt namens de commissie rapport uit, nopens het voor
stel van den Heer Rakhuizen van den Brink, dat de beide afdeelingen der
akademie met elkander in overleg treden voor het gemeenschappelijk heiver-
ken en doen uitgeven ecner geschiedenis van den Nederl. waterstaat. Do
commissie adviseerde, liet voorstel aan de afdeeling natuur- en geneeskun
dige wetenschappen mede te deelen, ten einde deze ook haar gevoelen uile.
Dienovereenkomstig is besloten.
De Heer Leemans bragt namens de commissie rapport uit oier het voorstel
van den fleer Hoffman, strekkende om voor rekening der akademie aan tc
schaffen een stel Chinesehe typen, voor het drukken van Chineschc boeken
hier te lande. De commissie schat het getal typen, voor dien arbeid benoo-
digd, op 9000 cn de kosten op ruim ƒ5,000. Zij adviseert dat de akademie
de regering verzoeke om door tusschenkomst van den Minister van Koloniën
nader ingelicht te worden omtrent de onkosten van dit stel typen, uil China
te ontbieden, en bet tijdsverloop binnen welk dit zou kunnen geschieden.
Overeenkomstig de conclusie is besloten.
De Heer de Bosch Kemper beeft namens de commissie (beslaande uit den
Spr. en de Hll. Holtius en Karsten) een uitvoerig rapport uitgebragl nopens
bet voorsteldoor den Heer Cobet in de vorige vergadering gedaan en strek
kende om inet bet oog op de belangen van het hooger onderwijs en ter zako
van de grove misbruiken, aan de akaderniën heerschende, zich tot dc regering
te wenden met het verzoek tot bet wederinvoeren van een onafhankelijk
staatsexamen. Na de uiteenzetting der vraag, of het tot de roeping der
akademie wel behoort bepaalde voorstellen ter zake van hel hooger onderwijs
aan de regering le doen (hetgeen door de commissie in ontkennenden zin werd
beantwoord, daar de akademie zich alleen op wetenschappelijk gebied beweegt),
is de commissie in eene historische beschouwing van het onderwijs getreden
gelijk het in de 17de en 18Je eeuw cn later onder hel Fransche Keizerlijk aan
de akaderniën gegeven werd en heeft daarmede de resultaten van het tegen
woordig onderwijs vergeleken. De commissie bestrijdt met nadruk het weder
invoeren van het staats-examen, en oordeelt, dat waar een deugdelijk gymna
siaal onderwijs bestaat, dergelijk examen een dwangmiddel is, dat den lust
tot studie uitdooft. Een levenwekkende geest, meer zelfstandigheid, moet het
onderwijs bezielen; niet tot de schoolsche vormen van vroeger tijd moet men
terugkeeren. Alléén voor kweekelingen van instituten, die geen voldoende
waarborgen voor goed onderwijs leveren, behoort een admissie-cxamen plaats
te hebben. Verschillende gebreken in het hooger onderwijs, waarin dringende
voorziening wordt gecischlwerden uiteengezet en de hoofdbeginselen aange
wezen, die bij het hooger onderwijs belmoren gevolgd te worden. Aan het
einde der stadiën behoorde een onpartijdig staats-examen plaats te hebben.
De Hervormde Kerk heeft zoodanig staats examen ingesteld voor Theologanten,
de regering voor attachés hij de diplomatie cn voor de Notarissen. Even zoo
moest een streng onderzoek der studiën plaats hebbenwaar inen gereed is
de maatschappij in te treden. Dc commissie oordeelde wijders, dat hel getal
instellingen voor hooger onderwijs behoorde vermeerderd te worden, cn dat
onder de vcreischte waarborgen de meest mogelijke vrijheid moest worden ver-
- leend aan het onderwijs van privaat-docenten, naast dat der Iluogleeraren.
Zij concludeerde ten slotte: 1°. eenstemmig zich te verklaren legen de weder
invoering van het staats examen2°. dat de akademie zich wende lot de
regering met een adres, waarin zij verklaart, dat het dringend tijd is, vooral
met het oog op de gebreken, die bel hooger onderwijs aankleven, om dc
hoofdbeginselen vast tc stellen voor de wet tot regeling van het hooger
onderwijsen 3°. dit rapport aan dc afdeeling natuur- en geneesk. weten
schappen mede te deelen met verzoek drie leden le benoemen, leri einde met
de zusler-afdeelirig over deze aangelegenheid in nader overleg te treden. Op
voorstel des A'oorz. wordt besloten het rapport te doen drukken en aan tie
leden rond te deelen, ten einde deze in staal gesteld worden van den inhoud
kennis tc nemen.
De Heer Roorda heeft ccnige opmerkingen medegedeeld over het onderscheid
tusschen spreektaal en schrijftaal in onze moedertaalw aal na de
Vergadering is gescheiden.