KORT VERSLAG
ZITTING VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEYDEN.
(Behoorende bij de Leydsche Courant van W April Ó855N°. 48).
BIJUL1D X°. 11.
DER
-<H>00-0©<
Zitting van 19 April.
Tegenwoordig: de IIH. de Breuk, Taels van Amerongen, Yssel-
steyn, Gevers, Bucaille, Olivier, Lezwijn, Stoffels, ten Sande,
Sikkel Groos, van der Boon Mesch, Lisman, Huyser, van Kaat-
hoven, de MoenLuzac, Leembruggen, Krantz, ïe Poole, Cock,
Siegenbeek, Adriaans en de Voorzitter.
De notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd
zijndedeelt de Burgemeester mede eene dispositie van Gedepu
teerde Stalen van Zuid Holland van den 11 dezer maand, waarbij
het Raadsbesluit van den 5 April 11. tot het in gebruik geven
van grond aan het bestuur der Koninklijke Nederlandsche Grof
smederij wordt goedgekeurd.
Aangenomen voor kennisgeving.
Vervolgens legt de Burgemeester over:
1°. Het jaarlijksch verslag over den toestand der Gemeente,
ingevolge art. 182 der Gemeentewet.
Nedergelegd ter leeskamer, terwijl de Burgemeester nog mede
deelt, dat dit verslag gedrukt is en in den loop dezer week aan
de leden van den Raad zal worden gezonden.
2°. Een rapport van de Commissie van Fabricage op het adres
van de Commissie van de Bewaarschool voor de arme en have-
looze kinderen in de Groenesteeg tot het in gebruik bekomen
van grond.
Nedergelegd ter leeskamer.
'3°. Eene verordening over de vrijheid, veiligheid en reinheid
van straten, pleinen, bruggen en andere plaatsen, overgelegd
door de Commissie tot de Huishoudelijke verordeningen.
Gesteld in handen van de Commissie van Fabricage, alsmede
in die van de Commissie lot de Strafverordeningen, ten fine
van herig t en raad.
4°. Een' slaat van af- en overschrijving op de begrooting
van 1855.
Gesteld in handen van de Commissie van Finantie, ten fine van
berigt en raad.
Aan de orde wordt gesteld:
1°. Verordening houdende instructie voor den Stads-Apolheker.
Na deliberatie wordt deze Verordening met 20 stemmen,
hebbende de 11II. Luzac, Leembruggen en Olivier zich buiten
stemming gehouden, vastgesteld; deze Verordening luidt als volgt:
Art. 1. De Slads-Apotheker wordt door den Gemeenteraad
benoemd uit een tweetalingezonden door de Commissarissen
voor de Stads-Apolheek.
Art. 2. De Apothekers-bedienden en stamper worden door den
Stads-Apothekeronder voorkennis en goedkeuring van de Com
missarissen benoemd en ontslagen.
Art. 3. De Apotheker slaat onder het toezigt van de Com
missarissen en is gehouden hunne bevelen op te volgen.
Art. 4. Hij zorgt, dat de Apotheek, het laboratorium, het
magazijn en de werktuigen zindelijk en schouwbaar zijn. Hij
draagt zorg voor de behoorlijke bewaring van de simplicia en
composita en de naauwkeurige bereiding der geneesmiddelen.
Alle composita en zoo veel mogelijk de chemicalia worden onder
zijn toezigt en verantwoordelijkheid bereid.
Art. 5. Hij draagt zorg, dat geene genees- of heelmiddelen
uit de Stads-Apolheek gratis of voor geld gegeven worden dan
die welke door de daartoe bevoegde geneeskunsloefenaren worden
voorgeschreven voor personenaan wie kostelooze genees- en
heelkundige hulp is toegestaanen welke aan godshuizen en
armen-administratiën volgens beslaande bepalingen worden ver
strekt.
Wanneer bij eene plotselinge ongesteldheid bet perste voor
schrift door cenen geneeskunstoefenaar, die geen Slads-genees-
heer of heelmeester is, gegeven is, dan wordt dit insgelijks
gereed gemaakt.
Art. 6. Hij gaat naauwkeurig na, of de voorschriften der
geneeskunsloefenaren beantwoorden aan de bepalingen van de
Verordening van 6 Julij 1854, betreffende het verkrijgen der
genees- of heelkundige hulp, en of Art. 3, 5 en 12 van de
Verordening van den 19ae" September 1854, regelende de dienst
van de Stads-Geneesheerenen Art. 4 van de Verordening van
den 23sten September 1854, regelende de dienst van deStads-Chi-
rurgijns, worden opgevolgd.
De voorschriften, die hem toeschijnen niet te voldoen aan de
aangeduide artikelenlegt hij op de eerstvolgende vergaderingen
van de Commissarissen over.
Art. 7. Hij zorgt steeds in gereedheid te hebben de genees
middelen voorkomende in Pharmacopoea pauperum Hollandiae
meridionalis, en in de formulae door de Stads-Geneesheeren in
overleg met den Stads-Apótheker vastgesteld.
Als er andere dan in de genoemde Pharmacopoea en formulae
voorkomende geneesmiddelen worden voorgeschrevenvoldoet
hij aan die voorschriften, doch geeft daarvan terstond kennis aan
de Commissarissen
Art. 8. llij draag zorg, dat er steeds een Apothekers-bediende
aanwezig zijen dat de voorgeschreven genees1 en heelmiddelen
zoo spoedig mogelijk worden uitgereikt.
Art. 9. Hij dient 's maadelijks eenen staat van al hetgeen de
Apotheek aangaaten eene opgave van benoodigde simplicia en
composita en van gedane verschotten en kleine uitgaven bij de
Commissarissen in.
Alle rekeningen worden dan eerst voldaan, als zij door de
Commissarissen zijn goedgekeurd.
Art. 10. Alle voorschriften worden volgens de bestaande be
palingen bewaard.
Art. 11. Hij is verpligt de Commissarisseu in hunne werkzaam
heden betreffende de Stads-Apotheek behulpzaam te zijn.
Art. 12. Hij is verpligt den staat van alle roerende goederen,
die aan de Stads-Apotheek behooren, bij te houden, en dezen
en de daarin jaarlijks gebragte veranderingen bij de Commissa
rissen over te leggen.
Art. 13. Hij is verpligt, bijgestaan door de Apothekers
bedienden de dienst in persoon waar te nemen.
Art. 14. De Stads-Apotheker legt, alvorens zijne betrekking
te aanvaarden, in handen van Burgemeester en Wethouders den
volgenden eed of de volgende belofte af:
Ik zweer of beloof, dat ik mij in de bediening van Stads-
Apolheker in alle deele overeenkomstig den inhoud mijner
Instructie zal gedragen; dat ik de armen en onvermogende per
sonen, die genees- en heelmiddelen uit de Stads-Apotheek
ontvangen, met bescheidenheid zal bejegenen en zoo veel in mijn
vermogen is, met spoed de genees- en heelmiddelen zal uitreiken,
zonder aanzien van personenen zonder daarvoor eenige gelden
of geschenken te vorderen of aan te nemenen dat ik voorts
in deze mijne betrekking alles zal doen en laten, wat een eerlijk
en getrouw Stads-Apolheker eers- en eedshalve schuldig is en
behoort te doen en te laten.
Zoo waarlijk helpe mij God almagtig! of dit beloof ik
Het lid van der Hoeven komt ter vergadering.
2°. Benoeming van een Archivaris.
Het bureau van stemopneming is zamengesteld uit de IIII.
OlivierKrantz, Siegenbeek en de Voorzitter.
Bij een getal van 24 stembriefjes zijn uilgebragt op de HH.
Jhr. W. J. C. Rammelman Elsevier 14 stemmen, Mr. P. P. P. Kist
3 stemmen, Mr. J. G. de Sain 6 stemmen en den Heer D. J. den
Beer Poortugael 1 slem, zoodat tot Archivaris is benoemd: Jhr.
W. J. C. Rammelman Elsevier.
Het lid Adriaans verlaat de vergadering.
3°. Voorstel van Burgemeester en Wethouders omtrent het
belastingstelsel, om namelijk terng te komen op het den 15
Maart 11. genomen besluit betreffende de herziening van het
belastingstelsel, en dit zoo spoedig mogelijk te behandelen.
Na deliberatie is dit voorstel verworpen met 18 tegen 5 stem
men, zijnde die van de leden de Breuk, Bucaille, Lezwijn,
Stoffels en de Voorzitter.
Vervolgens worden de deuren gesloten en de vergadering alzoo
voortgezet.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. G. LA LAU.