TURKTE. 'De Sultan zal Keizer Napoleon tot San-Slephano te gemoet gaan, en de Keizerin vergezellen tot aan het paleis, dat zij zal betrekken. Abdul-Mcdjid heeft bereids 4 eeredames voor de Keizerin benoemd. De Franscben hebben met de Ottomanische Regering eene overeenkomst gesloten, om binnen 2 jaren eene kazerne voor 20,000 man te bouwen, en mitsdien is bun voor den tijd van 7 jaren ccn tot de universiteit behoorend gebouw afgestaan. Uit Athene zijn de tijdingen omtrent de gepleegde rooverijen aller ongunstigst. Terwijl eene bende van 60 rooiers liet escorte van 30 gen darmes overviel, en., na 2 dezer soldaten te hebben gedood, het geld, dat deze moesten overvoeren, zich toeeigende en vervolgens een nabij gelegen dorp uitplunderde, had eene andere bende zich in het stadje Megara, met 4,000 inw.geworpen, en plunderde er de gebouwen. De soldaten durfden i zich niet vertoonen. De troepen vertoonen zich overalwaar de roovers het laatst geweest zijn en ze zich dus niet meer bevinden. De vermetelheid der roovers is onbegrijpelijk. AKAPEM1E-NIEFWS. PROGRAMMA certaminis litterarii, a Rectore et Senatu Academiae Rhcno-Trajectinae die xxvi mensis Martii anni mdccciv indicti. I Ex Regis Augustissimi Guilielmi III liberalitale et munificentia, Rector et Senatus Academiae Rheno-Trajcelinae omnes Acadeiniarurn hujus Regni cives et Athenaeorum alumnos in annum sequentem ad certamen Litterarium in- vitant et evocant, propositasque a singulis ordinibus Academicis quaestiones jubent proinulgari. Facultas Theologica hanc proponit quaestionem: Ostendatur ex historiaquid Carolingico aevo religionis Christianae vim moralem in gentes Neo-Europaeas impediveiitquomodo vel sic tarnen liaec religio praestantissimam ac beneficam suani indolem satis superque compro- baverit. Facultas Juridica. has proponit quaestiones I. Enarretur historia fideicommissornm in patria nostra. II. Qui post Hugonem Grotium in Belgio nostro juris gentium peritia insignes fuerint viri docti, ordine chronologico recenseanturdeinde quid in primariis illius disciplinae partibus singuli praestiterintexponatur. Facultas Philosophiae Theoreticae et litterarum humaniorum bas proponit quaestiones: I. Instituatur disquisitio de Horalii Epistola ad Pisones, qua praecipui loei, in quibus vel verborum vel rerum controversia aut obscurilas inest, ponderatis Criticorum rationibus, explicentur. II. Exponatur, quid ad dijudicandam celeberrimam de animi existentia quaestionem hac nostra aetale Anthropologia altulerit. Facultas Medica banc proponit quaestionem Experimentis turn in ranis, tam vero praeserlim in mammalibus institu- tis inquiratur in differentiam mutationum, vulnera et frncturas sequentium, 1 prouti trunci nervorum, ad laesa membra pertinentium, vel dissecti, vel non dissecti fuerint, ita quidem, ut, ratione habita tam aliorum, quatn Koningii disquisilionumvis nervorum in inflammationemsuppuralionem novarum universe partium formalionemin ipsam adeo vulnerum et fractu- rarum sanationemquantum fieri possit, eluceat. Facultas matheseos et philosophiae naturalis has proponit quaestiones: I. Critice exponantur naturae scrutatorum indagaliones et opiniones de Ar- thropodum oculorum compositorum fabricaet partium functione physiolo- gica, additis, quantum possit, propriis observationibus. II. Quamnam significationem tribuerunt Gcometrae recentiores quantilali- bus, quae dicuntur, imaginariis in Geometria, et quo jure? Commentationes, Latina oratione confieiendaeexceptis Responsionibus ad tres quaestiones postremas, quas patrio eliam sermone conscribi hcebit, alia- que quam auctorum manu describendae, ante diem x m. Januarii sequentis anni mittantur ad Virum Clarissimum Hcnr. Egb. Vinke, Senatus Academici acta curantem. Singulae lemmate inscribuntor adjunguntorque scbedulae obsignatae, auctorum nomina et praenoinina integris litteris continentes, eodemque lemmata exteriori parte insignitae. Ordinum de acceptis Commenlationibus judicia publico pronuntiabuntur j optimaruinque responsionum anctoribus, examine ante institulo, praemia tribuentur die Academiae natali xxvi m. Martii a MDCCClvr. STAR§ RERïCiTElV. VERGADERING van den Gemeenteraad van Leyden, Donderdag den 12den April 1855's namiddags ten 2 ure. Onderwerpen 1°. Staat van af- en overschrijving op de begrooling van 1854. 2°. Rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, 1854. 3°. Suppletoire bcgrooting van het Minnehuis, dienst 1854. 4°. Suppletoire begrooting van het H. G. of Armen-Wees-en Kinderbnis, 1854. 5°. Aanvrage tot verbooging van subsidie, dienst 1855. 6°. Plan en voorwaarden tot vernieuwing der Spanjaardsbrug. 7°. Verordening, houdende Reglement voor de plaatselijke Commissie van geneeskundig toeverzigt. 8°. Verordening houdende instructie voor den Stads-apotheker. II ER-IJ K. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente LEYDEN, gezien hebbende de Notificatie van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland, in dato den 16den Jannarij jl., Provinciaalblad N°. 2) betreffende den Herijk der Maten en Gewigten in Zuid-Holland, en gelet op de voordragt van den Arron- dissements-IJker alhier, van den 21steD dezer maand, geven mitsdeze den In gezetenen dezer Gemeente hunne verpligting te kennen, tot bet doen Herijken van alle de bereids te voren geijkte Lengte- en Inhoudsmaten en Gewigten, bene vens de bij de Inhoudsmaten van drooge waren behoorende strijksels, waarmede deze, overeenkomstig Art. 8 van Zr. Ms. besluit van den 21steo December 1822 Staatsblad N°. 54) moeten worden afgestreken. En worden zijlieden ten dien einde opgeroepen, ter bezorging der gemelde Maten en Gewigten, wel schoon gemaakt en gezuiverd, aan bet Lokaal van den IJltin de Lange School steeg. Zullende daartoe, tegen dadelijke betaling, worden gevaceerd: Voor Wijk I, op den 12del> en "13den April b II, b a 16den en 17dcn April. b 111, b b 18dcn, 19dcn20,ten en 23s'«n April. a IV,» d 24slen, 25stCD26st(!n, 27ste» en 30st«° April. Vlsten2dcD3dcn4dcn en 7<I',n Mei. b VI, 8sten,9dc". 10d«», llde,t, 14de"15dcn en 16den Mei. b VII, b 18d«" 21sten,22sten,23sten,24st»",25si"1,29stcI,en30stl!n Mei. b VIII, b 31ste" Mei en op den lsten, 4dc0, 5de" en 6den Junij. Het Buitenwijk op den 7den Junij. met uitzondering echter van de Goud- en Zilversmids-, benevens de Apothe kers- of Medicinale Gewigten, voor welker herijking afzonderlijk zitting zal gehouden worden, te welen: Voor de Goud- en Zilversmids-Gewigten voor Wijk I, II, III en IV, op den 2dcn April, b V en VI, op den 3den April, b VII en VIII en het Buitenwijkop den 4dcn April Voor de Medicinale Gewigten voor Wijk I, II, III en IV, op den 5'd«n April, b V en VI, op den 10dcn April, b VII en VIII en het Buitenwijk, op den lld«n April, telken dage des morgens van 9 tot des namiddags 1 ure. En waarschuwen Burgemeester en Wethouders voornoemdallen en een' iegelijk wien bet aangaat, met herinnering tevens aan Art. 2 van Zr. M1. Be sluit, in dato 30 Maart 1827, StaatsldN°. 13) om op bovengemelde da gen na welke de Arrondissementsijker zich, overeenkomstig Art. 10 der Notificatie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, in-dato 18 Januarij 1822tot het verrigten van den Herijk naar de Buitengemeenten van zijn Ressort moet begeven, en alzoo buiten de mogelijkheid is, om gereedelijk aan bet verlangen der verzuimdhebbenden te voldoen, zich overeenkomstig hunne verpligting omtrent dezen Herijk stiptelijk te gedragen, ten einde buiten bekeuring te blijven; zullende er, na den bepaalden termijn, ingevolge dis positie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, in dato 22 November 1831, geene verlenging van tijd, of zoogenaamde nadagengegeven worden. Wordende aan belanghebbenden in het algemeen bij deze voorts herinnerd de de Notificatie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, in dato 4 Augustus 1820, volgens welke de ijkpligtigheid zich uitstrekt lot alle han del- en neringdoende lieden. Fabrikeurs en Ambachtslieden, die, in hunnen handel of bun bedrijf, eenige maten of gewigten gebruikpn en de Apothe kers of Medicijnbereiders in het bijzonder, aan Art. 3 en 5 van Z. M. Besluit dd. 21 October 1819, StaatshlN°. 52) bepalende hunne gebondenheid tot bet bezit van een vol stel Gewigten, en medeverpligting tot den jaarlijkschen Herijk van hetzelve, alsmede aan het Koninklijk Besluit van den 5dcn Fe bruary 1826, N°. 153, volgens hetwelk de, bij derzelver eersten Ijk gestem pelde greingewigtenzonder die eene nadere stempeling te doen ondergaan, jaarlijks door den Ijker moeten worden nagezien en onderzocht. En wordt wijders, door deze, ter kennis van de belanghebbenden gehragt, dat tot jaarleltergedurende 1855, voor den Ijk der Malen en Gewigten be paald is de Ietter "3G. En zal deze door aanplakking en plaatsing in de Leydsche Courant wor den afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voorn., Leyden, 24 Maart 1855. van LIMBURG STIRUM. De Secretaris, v. I'UTTKAMMER Alenschenvrienden Uit de nieuwspapieren zal u reeds zijn geblekendat eene nieuwe ramp, Scheveningen getroffen beeft. Zeven visscherlieden hebben hunnen dood in de golven gevonden. Echtgenooten, Vaders en oppassende jongelingen zijn aldus geheel plotseling ontrukt aan hunne Betrekkingen, voor wie zij, door hun gevaarvol bedrijf, het levensonderhoud verschaften. Ofschoon ten volle beseffende, dat nog zoo kort geleden, en nog bij voort during, offers der liefde van U heinde en ver zijn en worden gevraagd, heb ben de ondergeteekendenterugziende op de milde giften aan Scheveningen, bij ongelukken op zee, ten deele gevallen, niet geaarzeld een beroep op de nooit volprezen milddadigheid van Land- en Stadgenoolen te doen. Wroordcn tot opwekking achten zij voor U dan ook overbodig. Genoeg zij bet te be tuigen, dat de behoeften groot zijn, dat hulpbetoon dringend gevorderd wordt. Menschenvriendenwij smeeken U, brengt andermaal een offer op het altaar der weldadigheid en de Algoede zal daarvoor zijn zegen schenken. P. VARKEV1SSER, I Leden van den C. GEBEL, Gemeenteraad. F. J. BEHR, Commissaris van Policie. Scheveningen, 6 April 1855. P. M. SNIKKERS, Pastoor. J. A. MEULEMANS, 1 A. JL MOLENAAR, Predlk<lnte»- ADYEUTENTIEN. Op beden overleed zeer onverwachts, Vrouwe ANNA CATHARINA FRYKENIUS, Echtgcnoote van Mr. WILLEM BURCIIARD HUYGENS, Oud-Burgemeester van Sassenheym enz. enz., thans wonende te Leyden. Leyden, 5 April 1855. Heden overleed, tot mijne groote droefheid, mijne hartelijk geliefde Echt- genoote MAGDALENA HENDR1KA van KAATHOVEN, in den ouderdom van 56 jaren. Leyden, 9 April 1855. G. D. WILLEBRANDS. Gevoelig voor de menigvuldige bewijzen van deelneming bij de langdurige ongesteldheid en het overlijden mijner geliefde Echtgenoole, betuig ik langs dezen weg, ook namens mijne Kinderen en Behuwd-Kinderenonzen harle- lijken dank. Leyden, 10 April 1855. J. de SAUVAGE. DIRECTEUREN van het Kantoor van Administratie van Rationale Fondsengevestigd te Leydenberigten dat van heden af zal worden ge vaceerd tot Betaling der Couponsverschenen 1 April 1855 van de Certificaten 4 pCt. Nationale Schuld hunner Administratie, en wel behalve Dingsdag van 12 tot 2 ure, ten Kantore der Administratie op de Ilooglandsche Kerkgracht, ook des WoensdagsDonderdags en Vrijdags, van 10 tot 12 ure, ten Kantoren van van der SPRUYT de GRAAF en van IIARTEVELT ROSKES.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1855 | | pagina 3