Vuieet£e Stamer der Stateit'Cfeneraal.
Zitting van Vrijdag 9 Maart.
In deze zitting zijn met algemeene stemmen aangenomen: Het wets
ontwerp tot regpling van het gebruik van het koloniaal batig slot over
1852; bet wets-onlwerp verklarende het algemeen nut van de voltooijing van
den aangelegd wordende grindweg van Willemstad naar Steenbergen; het
wetsvoorstel tot regeling van hel Fonds der bakengelden; het wetsontwerp
tot onteigening van percelen voor liet maken eener wisselplaats voor schepen
in de Vecht, gemeente Utrecht, en het wets-onlwerp strekkende tot afstand
van rijks gehouwen aan de gemeente Leeuwarden.
De Commissie voor de verzoekschriften heeft, bij monde van de Heeren
Dirks, Engelen, van Eek en Hengst op een aantal in hare handen gestelde
adressen verslagen uitgehragt. De zitting is verdaagd tot aanst. Maandag.
l»l lTEXLA!VI)SCIIE lIEHIflTEN.
BELGIË.
BRUSSEL, 8 Maart.
Men verzekert, dat de Heer Delfosse, die ruim anderhalf uur bij den
Koning in conferentie is gebleven, den last orn een Kabinet zamen te stel
len, bepaaldelijk heeft van de hand gewezen en zijn leedwezen te kennen
gegeven, dat zijn Kabinet zijn ontslag had ingediend.
De Koning heeft heden den HeerTesch, Luxemhorgsrh lid der Kamer, bij
zich ontvangen en zich met hem over de Ministeriële Krisis onderhouden.
De Senaat is voor onbepaalden tijd uiteengegaan.
Het Ministerie van Oorlog heeft van de Kamers 1,571,000 fr. aangevraagd
voor uitgaven, die bij de duurte der levensmiddelen en der paarden de raming
van de begrooling te boven gaan, alsmede 2,435,000 fr. voor buitengewone
uitgaven tot verdere verbetering van het materieel der artillerie en genie.
E1VGËLA».
LONDEN, 8 Maart.
Het Lagerhuis heeft van het Hoogerhuis magtiging verkregen om den
Hertog van Cambridge, Lord Lucan, Lord Hardinge en Lord Cardigan als ge
tuigen Ie doen hooren voor de Commissie, die thans, met den Heer Roebuck
als Voorzitter, een onderzoek instelt naar de oorzaken van den bedroevenden
toestand des Engelschen legers in de Krim.
Lord Malins verklaart, dat de klagten door Sir Charles Napier, tegen Sir
James Graham ingebragt van genoegzame algemeene bekendheid zijn. Hij
doet het voorstel, dat al de op de onderwerpelijke zaak betrekking hebbende
stukken aan het Huis worden overgelegd.
Sir James Graham beschuldigt Sir Charles Napier van schennis van ver
trouwen en zegt dat deze vlootvoogd was afgezet, omdat zijne dépêches
oneerbiedig van toon warenen om geene andere reden.
Sir Charles Wood weigert het overleggen der gevraagde stukken.
Lord Palmerston verklaart zicb tegen de motie, die hij als heleedigend
voor de openbare dienst beschouwtde eerste Minister weidt echter in hoogen
lof uit over den gewezen opperbevelhebber der Oostzee-vloot.
De Heer Malins trekt zijne motie in.
In de zitting van het Lagerhuis van den werden de Ministers
ondervraagd aangaande het gerucht van een nieuwen opstand onder de Kaffers,
hetwelk alhier in omloop was en de vrees bad doen ontslaan, dat Engeland
in de Kaapkolonie weder een langdurigen en kostbaren oorlog tegen de inland-
sche volksstammen zou hebben te voeren terwijl de gewapende magt in die
kolonie laatstelijk, toen de vrede er voor goed hersteld scheen en de troepen
voor den oorlog legen Rusland noodig waren, aanmerkelijk verminderd is.
De Ministers erkenden, dat de Kaffers weder blijken van misnoegen en vijan
dige plannen gaven, maar zeiden, dat er bij het afzenden der jongste berig-
tendat is op het eind der maand December 11., nog geen muiterijen ge
pleegd waren en veel hoop op eene minnelijke vereffening der geschilpunten
bestond. De medcdeeling scheen aan de vergadering niet zeer welkom te zijn.
Het comité van onderzoek naar den toestand van het leger in de Krim
hield zijne eerste zitting, onder voorzitterschap van den Heer Roebuck en
hoorde den Heer G. Dundas, lid van het Parlement, die in Dec. 11. uit de
Krim terugkeerde. Zijne getuigenissen luidden hoogst ongunstig. Bij Bala-
klava von.1 hij de paarden onbeschut tegen het weder en nagenoeg zonder
voeder; vele waren reeds gestorven, vele andere stervende; sommigen aten,
door honger gedreven, elkanders manen en staarten op; noglans bevond zich
een goede voorraad paardenvoeder in de haven. Ofschoon de uniformen der
ruiterij naar lompen geleken, was het voorkomen van het voetvolk echter nog
armoediger. Het schoeisel der soldaten verkeerde in een erbarinelijken staat.
Zij waren toen nog onder slechte tenten gelegerd bijna zonder brandstof.
De Generaal Sir de Lacv Evans, als tweede getuige, zeide, dat de troepen
zonder tenten in de Krim ontscheept zijn en 10 dagen na den slag bij de Alma
onbeschut bleven. De Officieren van bet commissariaat waren zeer weinig op
de hoogte der op hen rustende verpligtingen. De ziekten hebben meer men
sehen ten grave gesleept dan het vijandelijk lood, en eene der oorzaken hier
van ligt in het te zware werk, waarmede de soldaten belast werden. De
ambulance-dienst was ellendig; de meeste der daarbij aangestelden kenden
hnnne dienst niet en gaven zieh aan misbruik van sterken drank over. Ook
is nog de Kapitein van de grenadiers, Ponsoriby gehoord.
Ook de Generaal Bentinck, en de Heer Stephen Owen, de cenig overgeble
ven Officier van het verongelukte schip Resolutezijn door de Commissie ge
boordhunne getuigenis was over het geheel ongunstig voor de adihinistratie.
Er wordt van hier gemeld, dat in de vacature bij de Ridderorde van
den Kousenband, ontstaan door het overlijden van Keizer Nikolaas I, zal
worden voorzien door de benoeming van Keizer Napoleon III.
Blijkens eene van Regeringswege aan het Parlement medegedeelde sta
tistiek, bestond de handelsvloot, die in bet afgeloopen jaar tot de kustvaart
•n bet handelsverkeer met bet buitenland gebezigd is, uit 17,407 schepen»
te zamen 3,729,093 ton metende en eene bemanning van 162,416 koppen
voerende; tegen 18,206 schepen, van 3,730,087 ton en met 172,525 kop
pen in 1853.
Om zich een denkbeeld te vormen van de ontzettende vermeerdering
van uitgaven, door den oorlog vereischt, is het alleen genoeg te welen, dat
de begrooting der artillerie, dat in 1852 bedroeg 2,529,821 voor de
dienst van 18541855 gebragt is op 7,808,042 Onder de begrooting
der artillerie, zijn de onkosten der artillerie, der genie, van het commissa
riaat, de kazernen en de militie begrepen.
Voor het Turksche contingent hebben zicb 300 Indische Officieren aan
gemeld, van welke 120 in de Oostersche talen bedreven zijn.
Volgens de jongste berigten uit Melbourne, in Australië, loopende tot
den December, had de koloniale overheid krachtige maatregelen geno
men tegen het oproer onder de goudzoekers in de landstreek van Ballarat,
die tegen de heffing van het patentregt, waaraan de goudzoekers ten behoeve
der koloniale schatkist onderworpen zijn, in verzet waren gekomen. Een
kamp, waarin de opstandelingen zich verschanst hadden, is door de gewapende
inagt vermeesterd, en de geheele landstreek onder de krijgswet gesteld.
FRANKRIJK.
Volgens de laatste berigten iri de Independance Beige van gisteren Vrijdag,
is de Keizer niet naar Lyon vertrokkenen is sedert Donderdag avond da
reis naar de Krim tot het einde dezer maand uitgesteld. Wat de Keizerin
betreft is bijna zeker dat zij niet gaat, de Keizer echter zou den uitslag der
Weener-Confercntien afwachten. Overigens kan men er niets zeker van zeg
gen, want men weet dat geen Vorst ooit minder zijne plannen liet merken.
Men schat de versterking die naar de Krim zal gezonden worden op
30,000 man.
Een onzer meest bekende kunstenaars, de Heer Crozatier, is alhier in
den ouderdom van 59 jaren overleden. De Heer Crozatier heeft door zijne
kunstgewrochten onderscheidene paleizen in Europa versierd en ook na zijnen
dood door zijne milddadige beschikkingen getracht de kunst te bevorderen.
Aan zijne geboortestad Puy heeft hij eene fraaije fontein in marmer en brons,
ter waarde van 200,000 fr. en eene som van 8000 fr. aan de gasthuizen
voorts 100,000 fr. ter opluistering van het museum en een kapitaal van
40,000 fr. gelegateerd, uit welke laatste som jaarlijks een jong kunstenaar
van Puy aan de school der fraaije kunsten een jaargeld zal ontvangen.
Men leest in het Genueesch dagblad de Cattolico: «Vier Priesters van
Pavia, hebben bij bunnen Bisschop een protest ingediend, waarbij zij verkla
ren, dat zij in bun geweten bet leerstuk der Onbevlekte Ontvangenis niet
kunnen aannemen; zij gronden zich voornamelijk daarop, dat de verklaring
door den Paus en niet door eene kerkvelgaderirig is uitgesproken. De Bis
schop van Parina heeft deze vier Pastoors in hunne bediening geschorst."
SPANJE.
De Cortes hebben besloten geene verzoekschriften te ontvangen, houdend»
bezwaren tegen de reeds vastgestelde grondslagen der Constitutie.
Een bataillon mariniers, 5000 man sterk, is te Cadiz aan boord en
onder zeil gegaan naar Kuba. In de maand Mei zullen nog 5000 man
schappen daarheen vertrekken. Het leger in de Havana zal op 30,000 man
gebragt worden.
In de Gaceta de Madrid van 2 Maart is het volgende berigt mede
gedeeld, hetwelk de Regering uit Parijs van zijnen zaakgelastigde ontvan
gen had. »De Carlistische Brigade-Generaal Villa Santé moet, op hevel van
het Keizerlijk Gouvernement, te Mezières; de Priester Ibarzal te Reims; de
Kommandant Moreno te Duinkerken verblijf houden. De Kolonel Olivares
zal naar Verdun vertrekkenzoodra zijne gezondheid het toelaat. Er is bevel
gegeven om den Kommandant Oscariz die op de vlugt is, uit Frankrijk t»
zetten, zoodra hij achterhaald wordt. De Carlisten-Generaal Elio te Parijs,
Don Juan met Cabrera te Londen."
FKANKFOR T.
De berigten uit Duitschland omtrent de doorbraken zijn zeer ongunstig.
Dusseldorf, ValkenswerlhHamin, Wezel, enz., zijn door het water geheel
omgeven, ten gevolge van verscheiden in die omstreken gevallen dijkbreuken.
Bij Bislich zijn de veldwachter en een kind verdronken. Tusschen Lultingen
en Xanten zijn 21 buizen weggespoeld en 18 menschen omgekomen.
Uit Kopenhagen wordt gemelddat de tweede kamer de wet tot
mobilisering van het contingent voor het Duitsche bondsleger heeft aange
nomen, behoudens dat later zal worden beslist, of de daartoe noodige uitga
ven door de hertogdommen of door de monarchie zullen worden gedragen.
O0STENRMK.
WEENEN, 7 Maart.
De Keizer heeft aan den Koning van Sardinië een eigenhandigen hrief van
rouwbeklag geschreven, bij gelegenheid van de treffende verliezen die den Ko
ning hebben getroflen. Algemeen houdt men het er voor, dat de Keizer met
dit schrijven ook eene staatkundige bedoeling had en van liet verlangen wilda
doen blijken, dal de diplomatieke betrekkingen tusschen de beide stalen op
den vorigen voet hersteld worden.
In een dezer dagen onder het voorzitterschap van den Keizer gehouden
Krijgsraad werd besloten, de legermagt in de Donauvorstendommcn op 70,000
man te brengen, waartoe maatregelen zijn genomen.
Volgens een dagblad beeft de Baron v. Prokesch Ostcn het overschot
van het water uit de Jordaan, dat te Nazareth gewijd en waarmede de tegen
woordige Keizer Frans Joseph gedoopt is, bewaard en heeft dit water behoor
lijk bezorgd door den Ridder A. v. Beck maun naar Weenen laten brengen,
alwaar bet aan de Aartshertogin Sophia is overhandigd.
De op deo 2den dezer openbaar gemaakt» maandstaat dor Oosten rijkssh»