Tweede eïttmer der Staten-T*eneraal. Zitting van Zaturdag 3 Maart. In deze zitting is ingekomen een ontwerp van wet tot regeling der wijze van beheer en verantwoording der koloniale geldmiddelen. Daarna is behandeld de conclnsie van het rapport der Commissie over de inlichtingen van den Minister van Binnenl. Zaken op het adres van den Heer A. Ruyssenaersbetreffende den Internationalen onderzeeschen telegraaf. De Heer Thorbecke voert hierover het woord, ter ontwikkeling van hem voorgekomene pontendie naar zijne meening niet behoorlijk of voldoende zijn toegelicht. De Minister van Binnenl. Zaken licht een en ander in eene uitvoerige rede toe. De Heer Thorbecke antwoordt den Minister. De Minister herhaalt het, dat alleen het publiek belang tot leidster ge strekt heeft bij de weigering der gevraagde vergunning. De Voorzitter stelt thans voor zich te vereenigen met de conclusie van het verslag der Commissie strekkende, dat de Kamer den Minister dank is ver schuldigd voor al deze beriglen, en dat de Commissie voorstelt die voor kennisgeving aan te nemen. Geen der leden verklaart zich daartegen, zoodat dienovereenkomstig wordt besloten. Gelijk besluit wordt, na eene opmerking van den Heer van Eek, die door den Heer Elóut als lid der Commissie wordt beantwoord, genomen, omtrent het rapport in de zaak van den Heer van Vliet. UTRECHT, 2 Maart. Bij de Tweede Kamer is een wets-ontwerp ingekomen, ter onteigening van een strook onbebouwden grond van 104 el lengte en 7 el breedte, aan de Vecht bij Utrecht, om daar, van wege het smalle vaarwater, een wisselplaats uit te graven voor de Rijnschepen en de Keulsche vaart. De Regering had gewenscht dien grond bij minnelijke schikking te bekomen doch vond den prijs die op honderd zes en zestig duizend gulden de bunder uitkwam, toch wat al te kras. Volgens een berigl wegens den staat van het kabinet van landbouw werktuigen alhier, werd het kabinet in 1854 bezocht door 349 personen, zijnde 14 minder dan in 1853. Van die 349 waren 51 vreemdelingen. Een groot getal werktuigen werd nagemaakt. Behalve 12 nommers, voor het ka binet van landbouwwerktuigen te Leyden bestemd, werden door den fabri kant Jenken alhier verscheiden voorwerpen nagemaakt. Als bewijs van de voortgaande ontwikkeling van den landbouw, alsook van de uitbreiding, door den Heer Jenken aan zijne fabriek gegeven, zij opgemerkt, dat door hem ge durende 1854 nog bovendien zijn vervaardigd ongeveer 600 werktuigen naar modellendie niet in het kabinet worden aangetroffen. Van 75 werktuigen werden afteekeningen gemaakt, hoofdzakelijk door bezigtigers uit Frankrijk, Italië en Amerika. Voor de alhier gehouden paardenmarkt waren in de afgeloopen week 345 paarden aangegeven. De handel was levendig, doordien er vele Fransche en andere vreemde kooplieden zich bevonden, die goede paarden tegen hooge prijzen aankochten. BUITE\LAXÜSCHE BElUGTEfl. BELGIE. BRUSSEL, 2 Maart. In de Kamer der Volksvertegenwoordigers van heden heeft de Minister van Buitenl. Zaken aangekondigd, dat het gezamentlijk Ministerie zijne ontslag had genomenten gevolge van de stemming der Kamer tegen den Minister van Binnenl. Zaken, betreffende de jury van examen en andere vraagpunten van binnenlandsch belang. De Kamer is onbepaald verdaagd. In onderscheidene streken alhier hebben zich van 20 tot 23 Fehr. eene menigte wilde zwanen vertoond, vooral in den omtrek van Leuven, alwaar eenige geschoten zijnwaarvan er een 50 ffi woog. EKCrELAKD, LONDEN, 28 Februarij. Lord Palmerston heeft den Generaal Sir James Maclcane en den Kapitein Laffan naar Parijs gezondenom de geheele inrigting van het Fransche leger te bestuderen, ten einde het Engelsche beter te regelen. De Regering heeft eene groole leverantie van Minié-buksenpistolen, sabels, lansen, donderbussen, enterbijlen, enz. aanbesteed; al dit oorlogs tuig moet tegen de helft van Maart in den Tower zijn afgeleverd. De Bevelhebber van het naar de Krim bestemde Sardinische contingent, de Markies A. de la Marmora, is alhier aangekomen. De werving van manschap voor het leger in de Krim maakt steeds goeden voortgang, doch in weerwil hiervan zal men nog ruim 4000 vrij willigers noodig hebben. De Times van jl. Dingsdag zegt, dat een sterk corps Russische troepen op weg naar Sebastopol zou omgekomen zijn, door de ongemeene guurheid van het weder en de moeijelijkheid van den marsch. Onder welke omstan digheden dat geschied is, of de kolonne door cenen storm overvallen, door sneeuw overstelpt, of eenvoudig door de koude overmand is, hebben wij nog niet vernomen; maar het aantal aldus omgekomen soldaten wordt gezegd eenige duizenden te bedragenzoodat het een verlies voor den vijand isge lijkstaande met eene bloedige nederlaag op het slagveld. Men ziet, dat het ligter voor onze dan voor de Russische troepen is de Krim te bereiken. Het is de eerste maal niet in den tegenwoordigen oorlog, dat zulk eene weder waardigheid de Russische krijgsmagt treft eu lot onze kennis komt; en waar schijnlijk is iets dergelijks op kleiner schaal reeds dikwerf gebeurd, zonder dat de mare daarvan lot het Westen doordrong. In de daad, de stelling van den Vorst Menzikoff is van dieri aard, dat hij zich daarin gedurende den winter naauwlijks heeft kunnen slaande houden. De ministeriele Globe gaat nog verder dan de Timesen zegt: Het is ontegenzeggelijk, dat Vorst Menzikoff door onze stelling in de Krim dage lijks meer benaauwd wordt. Aangaande het beleg zelf schijnt men nu alge meen te erkennen, dat de bondgenooten de stad kunnen vermeesteren als zij willen; en dat zij haar verwoesten en voor de Russen onhoudbaar maken kunnen, ingeval zij er niet zoo lang kunnen stand houden, tot dat zij de noordelijke schansen hebben vermeesterd. De correspondentie van het kamp luidt in vele opzigten gunstiger, doch terwijl die van den Times het doet voorkomen alsof eene bestorming op han den is, zoo schrijft de correspondent van den Morning Heralddat er maanden znllen moeten verloopen eer dat men aan eene bestorming denken kan, en dat het leger der bondgenooten nog niet half sterk genoeg was. De Franschen hadden in den laatsten tijd veel geleden. Na gedaan onderzoek is gebleken, dat de alhier teruggekomen gewonden uit de Krim geheel ongeschikt zijn geworden tot de dienst. De aard hunner verwondingen en de invloed der ontberingen is zoodanig geweest, dat herstel van gezondheid en krachten niet verwacht kan worden. Wederom is eene lijst van militairen bekend gemaakt, die van 7 tot 13 Febr. te Scutari of aan boord van transporlschepen zijn overleden. Het is een getal van 427. Het schip Kent heeft nagenoeg 65,000 oneen goud uit Australië aan- gebragt en tevens het berigtdat eerstdaags het schip Marco Paolo met 232,000 van daar kan worden te gemoet gezien. In China woedt de burgeroorlog vreeselijker dan ooit. Men zegt, dat den 14de" Januarij de opstandelingen bij Wampoa eene overwinning hebben behaald op de Keizerlijken. FRAIVfiRIJK. PARIJS1 Maart. De Keizer is gisteren naar St. Omer vertrokken en zal binnen 2 4 3 da gen lerugkeeren. Men vermoedt, dat hij uit het kamp de proclamatie dag- teekenen zal, betreffende zijn vertrek naar de Krim. Men verwacht elk oogenblik de tijding, dat de Keizer plotseling naar de Krim is op reis gegaan. Napoleon zal zich alleen van zijn militair linis doen vergezellen. De Heer Galy, Intendant der Tuilleriën, bijzonder toege voegd aan de dienst der Keizerinvertrekt naar Konstanlinopelom voor den Keizer departementen in gereedheid te brengen in een der zomerverblijven van den Sultan aan de Bosporus. De Keizerin zal den togt naar hel Oosten mede maken, reeds hebben de Hofdames die haar zullen vergezellen, aanzegging gekregen zich gereed te maken tot het vertrek; zij moeten bij hare garde-robes balkleederen voegen Bij een Keizerlijk besluit van 21 Februarij is vrijheid gegeven tot afkon diging van de Pauselijke bul omtrent het kerkelijk leerstuk der vlekkelooze ontvangenis. Daarbij is, naar gewoonte de verklaring gevoegd dat, hetgeen in die bul strijdig mogt zijn met 's lands wetten of met de vrijheden en regelen der Gallicaansche Kerkniet door de Regering wordt goedgekeud. De Minister van Oorlog heeft aan een fabriekant te Saint-Omer 200,000 tabakspijpen besteld. Deze pijpen zijn bestemd voor het leger in de Krim. Men verzekert, dat de Poolsche uitgewekenen alhier uitgenoodigd zijn, zich naar Rusland te begeven en in de krijgsdienst te treden, onder belofte van amneslie en teruggave van hunne goederen. Sommigen moeten reeds aan die uitnoodiging voldaan hebben. Den 19^en en 20slen Febr. werden alhier de door den beroemden boek drukker Pierre Didot nagelatene boeken verkocht. De geheele opbrengst be droeg 60,630 fr. De door Meon uitgcgevcne roman de la Rose in 4 deelen werd voor 2443 fr.de prachtigste aller uitgaven van de werken van Racine, met 57 sierlijke platen, voor 15,778 fr.92 exemplaren van den Corneille in 10 deelen 4°. voor 5520 fr.72 exemplaren van Lafontaine's fabelen in folio voor 4464 fr. verkocht. Hel huis Firmin Didot Frères kocht de pracht uitgaven van Virgilius en Horatius voor 8628 fr. Uit Lyon wordt gemeld, dat weder twee divisien van het aldaar ver- eenigde legercorps last ontvangen hebben, om naar de Krim te vertrekken, de eene in deze week en de andere eerlang. De Koning van Portugal zal, naar men verneemt, de Parijsche wereld tentoonstelling bezoeken. Uit Rome zijn ongunstige tijdingen ontvangen. De wanorde in de fi nancien moet er zoo groot wezendat men ernstige demonstration van de bevolking te gemoet ziet. Op verschillende punten van Italic hebben inhech tenisnemingen plaats gehad. SPANJE. MADRID, 27 Februarij. De Cortes hebben hunne zittingen den 22sten dezer hervat. Aan de orde van den dag was de godsdienstige quaestie. Alle eenigzins vrijzinnige amendementen werden verworpen, zelfs dat, waarhij vrijheid van eeredienst zou worden locgeslaan in de hoofdplaatsen der provinciën en in de zeehavens. Met eene meerderheid van 148 stemmen hebben de Cortes den grondslag der constitutie, betreffende de godsdienst, aangenomen. De Minister-Raad heeft tot de hernieuwing van de vlottende schuld besloten. Alles is hier rustig. De Gaceta bevat het volgende schrijven aan de Bisschoppen, door den Minister van Gratie en Justitie: De Koningin vernomen hebbende, dat een dienaar des Allerhoogstenzijne heilige roeping miskennende, zich veroorloofd heeft van den kansel des H. Geesles de beschikkingen en de ontwerpen der Cortes te laken en te veroordeelen, hoezeer deze volkomen bevoegd zijn om te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1855 | | pagina 2