LEYDSCHE
COURANT.
VRIJDAG, 2 FEBRUARÏJ.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
Bij dexe Courant behoort Bijblad X°. 2.
BIMEiMAXDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN1 Februarij.
Heden is alhier de 47ste verjaardag van II. K. II. Mevrouw de Prinses
Frederik der Nederlanden, op de gebruikelijke wijze gevierd.
Bij de Heeren Schrcuder van Baak, Bock- en Kunstbandelaren alhier,
is een gedicht verschenen, Wintermijmering getiteld, van den Heer J. E.
Banck Jr.Jur. Cand. aan deze Moogeschoolwaarop wij gaarne, wegens den
keurigen inhoud, de oogen van het publiek vestigen.* Het edele doel, dat de
schrijver zich met de uitgave voorstelde, namelijk iels tot leniging van den
rood der Leydsche armen bij te dragen, verdient allezins eene krachtige on
dersteuning. Wij wenschen van harte, dat de ingezetenen der Akademiestad
«le verwachtingen van den jeugdigen dichter niet zullen beschamen en we
derom van hunne algemeene erkende en zoo vaak beproefde milddadigheid
zullen doen blijken. [Ingezonden).
In ons vorig nommer deelden wij een opgave der onderwerpen mededie
in de laatste vergadering der Kon. Acad, van Wetenschappen te Amsterdam
waren behandeld. Plaatsgebrek verbood ons toen breeder verslag te geven.
Om de belangrijkheid der zaak voor be/illers van onvruchtbare gronden in
den Haarlemmermeer-polder, laten wij hier uit de Amst. Cour. het meer
uitvoerig verslag omtrent het le dien aanzien medegedeelde door den Iloogl.
van der Boon Mesch volgen:
De spreker heeft eene voordragt gehouden over de onvruchtbare plekken en
gronden in den Haarlemmermeer-polder, en zijne resultaten medegedeeld no
pens den aard van 3 verschillende soorten van gronden, welke hij aan een
scheikundig onderzoek had onderworpen. Spr. beriglte, dat men in dien pol
der lage gedeelten geslibde gronden vindt: plekken ter grootte van 40 of 50
roeden, waarop geen enkele grasscheut, geen onkruid zelfs groeit; terwijl de
nabijgelegen gronden zeer vruchtbaar en uitstekend zijn. Die onvruchtbare
gronden vindt men overal in den polder; maar vooral bij den Cruquius: de
noeste arbeid schijnt er tot heden le vergeefs aan besleedgeen zwart maken
en omploegen baten hier. De oorzaak dier onvruchtbaarheid moet volgens
spr. toegeschreven worden aan de groote vochtigheid en de digte vastheid der
gronden, aan den gesloten ondergrond, die alle lucht afsluit, en aan 2 oplos
bare ijzersoorten. Eerie bepaalde hoeveelheid ijzer, welke spr. door scheikun
dig onderzoek uit die gronden bad verkregen, werd den leden vertoond. Om
deze onvruchtbare plekken en gronden te verbeteren en tot vruchtbaarheid te
brengen, kwam bet spr. doelmatig voor, dat de bovengrond er van los wierde
gemaakt en veel bewerkt, de ondergrond tnel den ploeg geopend, doch niet
omgewroet, en dat het gebruik van kalk in bet algemeen hel meest zou
kunnen bijdragen tot ontbinding der organische zelfstandigheden, die zich in
die gronden bevinden. Spr. hoopte later in de gelegenheid le zijn, zijne ver
dere waarnemingen op dit gebied, der Academie mede te deelen. De Ileeren
van Breda en G. Vrolik hebben, naar aanleiding van het gesprokene, nader
hunne meeningen ontwikkeld ten aanzien van het verkregen onderzoek van
den Heer van der Boon Mesch.
De spoortrein van Amsterdamdie des avonds ten half elf ure te Bot
terdam moet aankomen, ondervond door het opwaaijen van de sneeuw en
door de gladheid der sporen, zooveel vertraging, dat hij gisteren eerst ten ruim
één ure in den nacht aankwam.
-Aan de HH. J. G. G. Bierhaus, Mr. F. L. Anthing, G. F. de Bruyn Kops,
A. Fraser, A. H. Bloem, A. J. Elliot, J. L. Martens en L. W. King, te Batavia,
is dezer dagen door de Regering te kennen gegevendat het genootschap van
in- en uitwendige zending, aldaar gevestigd, zoo als bet wordt omschreven
in bet reglement, waarvan een exemplaar aan de Regering is ingediend, door
hetzelve wordt erkend en toegelaten, en, zoo lang daarvan niet wordt afge
weken, zal blijven toegelaten, mits ook de middelen, die het genootschap zal
aanwenden tot bereiking van zijn doel, niet in strijd zijn met de wet en met
de staatkundige belangen dezer bezittingen, en onder de uitdrukkelijke voor
waarde van opvolging van de op bet stuk van de godsdienst en bet zende-
lingswerk reeds gemaakte en nog te maken bepalingendat voorts de Regering
alle bescherming zal verleenenwelke bestaanbaar zal worden bevonden, en
dal bet uun onverlet is, om te dier zake inteekeningslijslcn te doen rondgaan.
Het Hof van Noord-Holland zal in de zaak van Jhr. Salvador en Fon-
gersdie in beroep waren gekomen tegen bet Openb. Ministerieop Maandag
den 5den dezer uitspraak doen.
Gedurende bel jaar 1854 zijn op de Leeuwarder weekmarkten geza-
mentlijk aangebragt 25,300 koeijen, 4,180 kalveren, 20,752 schapen, 8846
varkens en 270 paarden.
Voor bet plan cener stoombootdienst tusscben Groningen en Londen,
is nog slechts voor ƒ41,400 ingeleekend, terwijl bet maatschappelijk kapitaal,
begroot is op ƒ150,000. De commissie zal echter op nieuw beproeven boven
genoemde dienst, tot stand te doen komen.
Als iets bijzonders deelt men mede, dat J. S. Veltsing, van Dragten,
koopman in paarden, oud ruim 83 jaren, 11. Dingsdag de reis van Dragten
naar Groningen, zijnde aclit uren gaans, te voet beeft afgelegd in denzelfden
tijd, in weerwil van de sneeuw en de gladheid der wegen.
Hel Nieuws- en Advertentieblad van Zeeuwsch- Vlaanderen meldt
als eene groote bijzonderheid, dat den 3dcn Jan. door C. Plattecuw, Mr. brood
bakker te Hoek, nieuwe aardappelen zijn gerooid, welke den 28slcn Augustus
des vorigen jaars gepoot waren. Zij waren vrij goed van smaak, middel
matig van grootte cn geheel vrij van de ziekte. De opbrengst bedroeg om
streeks een halven emmer.
Te Tuil bij Zall-Bommel worden voor Franscbe rekening vele paarden
aangevoerd; 117 paarden worden stuk voor stuk beden in daartoe vervaar
digde bokken, op sleden de rivier overgetrokken, omdat bet ijs in de Waal
aan deze zijde der stad nog te zwak is, om ze aan de hand te leiden. Er
zijn nog vele paarden van elders in aantogt.
Men meldt uit Rouvcen, dut het paarden-vervoer uit Hanover naar
Frankrijk, gedurende de afgeloopen week langs die plaats nog aanhoudend
voortging. Een aanzienlijk getal is in de verloopen 14 dagen doorgetrokken.
Men wil, dat nog p. rn. 400 stuks in genoemd koningrijk zijn aangekocht
en weldra zullen worden overgevoerd, daar men eenigzins bevreesd is, dat
gezegde Slaat ook eeri verbod van paarden-uilvocr zoude afkondigen.
Ook uit 's Herlogenbosch wordt gemeld dat sedert eenige dagen de door
voer van paardenkomende voor bet grootste gedeelte uit Hanover en do
noordelijke provinciën des rijks en bestemd voor Frankrijk, aldaar aanzienlijk
is. Gedurende de laatste 6 dagen zijn er niet minder dan 1003 door die
stad gekomen, onverminderd die, welke langs andere wegen worden geleid.
De vraag naar paarden cn rundvee blijft in de omstreken van Tilburg
steeds toenemen, wordende dezelve bij de landlieden tot ongekend hooge
prijzen opgekocht en naar het buitenland vervoerd.
In bet laatste der vorige week kwam eene vrouw (jonge dochter op
jaren), baren broeder le 's Hertogenbosch bezoeken; des namiddags keerde
zij naar Vlijmenwaar zij woondeterug cn nain baren weg over de met
ijs bedekte vlakte derwaarts; de felle koude beving baar onderweg. Verstijfd,
hoewel nog niet geheel levenloos, werd zij gevonden en hoezeer baar alle
hulp werd toegebragt, stierf zij kort daarna.
In een particulier schrijven uit Batavia aan de Arnh. C. wordt mede
gedeeld, dat Dp. J. K. van den Broek, van Arnhem, thans op Decima ge
vestigd, met een door hem zeiven op laatstgenoemde plaats vervaardigden
electro-magnetischen telegraaf gewerkt cn de Japanezen met de gronden der
toepassing van bet electro-magnetismus op de telegrafie bekend gemaakt beeft,
langen tijd voor dat de Amerikanen een telegraaf en eene locomotief voor
spoorwegen naar Japan hadden overgebragt. Hooggeplaatste Japanezen en
vooral hunne geleerden komen van verschillende streken naar Decima, om
genoemden Heer een bezoek te brengen en met hem tc spreken over de meest
uiteenloopende onderwerpen op bet gebied der natuur- en geneeskunde.
In de Utr. Cour. geeft L. eene beschouwing over den verkoop van ster
ken drank, waarin bij hoofdzakelijk het volgende schrijft:
In afwachting dat onze natie in liet algemeen tot de overtuiging kome,
dat de sterke drank een vergift is, niet enkel voor bet ligchaatn, maar ook
voor de ziel, veroorlovc men ons, eenige wenken mede te deelen, welker be
hartiging strekken kan, om dat kwaad althans cenigeimate tegen te gaan.
Jammer maar, dal, betgeen wij voorstellen zullen, niet of niet geheel en al
behoort lot de bevoegdheid der plaatselijke besturen, als komende in aanra
king of met de wet op de patenten, of met de Gemeentewet.
liet is onbegrijpelijk, dat in eenen tijd, waarin zoo veel gesproken wordt
over de vrijheid voor allen, de vrijheid, welke gegund is om kwaad te
doen, veel grooler is dan die, welke den Nederlander veroorlooft goed te doen.