LEYDSCHE
COURANTS';
1854.
WOENSDAG, 13 DECEMBER.
BIMElXLAKPSCHE BERIfiTEN.
y'" \V 1
De Prijs der Courant is ƒ12 in het jaar;
de afzonderlijke nornmers worden tegen 10
Centen afgegeven
De Courant wordt
Vrij dag uitgegeven
uit Zaturdag Avond
MaandagWoensdag en
Die van Maandag komt
LEYDEN 12 December.
Heden is bij den Uilgever, C. A. v. Imtnerseel Mounier, de 8ste jaargang
uitgekomenvan bet Jaar- en Adresboekje voor de stad Ley den. Men
vindt hierin, behalve de artikelen die in de vorige jaargangen waren opgeno
men nog weder eene breedere opgave dan vroeger van verscheidene zaken
onder anderen de verordening en opgave van hetgeen wat de gebuurten betreft,
uitvoerige vermelding van het garnizoen, en voorts het vervolg der korte
jaarl. kronyk, door de vroegere uitgave thans eindigende met den 30stpn
November.
De door Gedep. Staten van Zuidholland benoemde commissie tot bevorde
ring der inenting van de longziekte op het rundvee in dit gewest, bestaat,
behalve uit den Heer Staatsraad, Commissaris des Konings als Voorzitter,
uit de volgende HeerenJhr. A. L. van Ileteren Gevers, lid van de Gedep.
Stalen, te Oegstgeest; Jhr. Mr. D. R. Gevers Deynoot, lid van het Hoofdbe
stuur der Holl. Maatschappij van Landbouw, te Rotterdam; A. H. van der
Boon Mesch, Hoogl. alhier; XV. H. van Gennep, lid der Prov. Staten, te
's Gravenhage; G. J. Hengcveld, Leeraar bij 's Rijks Vee-Artsenijschool te
Utrecht; P. M. Hoek, Burgemeester van Wateringen; L. Swart, Rijks Veearts
te Barendrechten M1'. F. M. Baron van der Duyn, Commies bij het Gouvern.
ven Zuidholland, te 's Hage, Secretaris.
Meer en meer wordt het waarschijnlijkdat de bemanning en de passa
giers aan boord van de Ilendrika geweest, verongelukt zijn, ofschoon tot dus
verre, voor zoover bekend is, nog geen meerdere lijken dan de twee vroeger
vermelde zijn gevonden. Van het aanspoelen van stukken van eene boot en
barkas doen vermoeden, dat deze zijn omgeslagen en dus zij, die zich tot red
ding daarin mogten begeven hebben, ongelukkig hun graf in de golven
hebben gevonden.
Naar de namen, die genoemd worden, hebben zich werkelijk een 40-tal
passagiers aan boord bevonden; voor zooveel de opgaven juist zijn, zouden zij
zijn de volgende, wier mededeeling nuttig kan zijn bij het mogelijk ontdek
ken van lijken, lot wier opsporing alsmede tot bewaring van de aangespoelde
goederen de meeste ijver wordt aan den dag gelegd. De bedoelde passagiers
moeten zijn, uit Rotterdam: P. A. Bol en dochter, van Deum, echtgenoot cn
kind; uit Delft: van Waning en echtgenoote, Muntz de Rouville en cchtge-
noote, geb. Stort, C. Bley en echtgenoote; uit 'silage: J. C. C. Visser, W. D.
Schlosser, A. P. Sodenkamp, Mevr. Ilasskarl, geb. Schaefer, met 4 dochters,
Mej. Anemaet; uit Leydende Heer Schade van AVeslrum; voorts, behalve
een mannelijke en 3 vrouwelijke Javaansche bedienden, de Heeren C F. Ber
nard, C. F. Mohr, M. Koevoet, J. J. van GcsselC. F. Lantzius, J. O. de
Loey, J. B. Baro, J. E. van lloutrijve, F. de Raadt, V. K. L. Blekwan, Mejuf-
vrouwen C. J. Kuhn, A. Focke en hare Gouvernante en Olive en 2 kinderen.
De voormalige muntbillettenvervaardigd volgens de wet van 17 Sep
tember 1849, worden nog gedurende December bij de Ontvangers in betaling
aangenomen, doch zijn na dien tijd niet meer gangbaar.
De Gemeenteraad van Amsterdam heeft in zijne zitting van II. Zatur
dag avond, aangenomen met 16 tegen 5 stemmen, bel adres aan Z. M. den
Koning, waarbij eenige wijzigingen in de gemeentewet worden verlangd.
De Leeraar bij de Hollandsche Protestantsche gemeente te Frederikslad
aan den Eider in Denemarken, J. A. M. Mensinga, heeft in het 1'Jandelsbl.
van 11. Maandag, 2de editie, een stukje doen plaatsen, waarin hij de inwij
ding eener R. K. kerk aldaar vermelddie echter niet als de vorige een
sierlijk gebouw is, maar uiterst eenvoudig, zoo zelfs dat er een orgel ont
breekt. De gemeente is te arm, en nu doet de genoemde Leeraar de vraag,
of er onder hunne Hollandsche geloofsbroeders, wier vrome mildheid vooral
in Noord-Holland hij gekend en bewonderd heeft, geen zijn zouden, die er
iets voor over hadden, om die gemeente een orgel te bezorgen.
's GRAVENHAGE 12 December.
Z. M. heeft bepaald, dat bij het corps Diplomatique zullen benoemd wor
den twee attachés, hetzij bij het Dep. van Buitenl. Zaken, hetzij bij de Ge
zantschappen builen 's lands, ieder op eene jaarwedde van ƒ1000, tot leden
der Commissie, belast met het afnemen van het examen, te benoemen, de
Heeren J. J. Rochussen Minister van Staat., lid der Tweede Kamer van de
Staten-GeneraalVoorzitter; Mp. E. J. H. Borrel, lid van den Raad van State;
MP; II. Cock, Hoogleeraar te Leyden; Mp. W. G. Vreede; Hoogleeraar te
Utrecht, en Jhp. Mp. J. de Bosch Kemper, Hoogleeraar te Amsterdam.
Vrijdag wordt Z. M. de Koning alhier van het Loo terng verwacht.
Z. K. II. Prins Frederik der Nederlandon is Zondag 11. van zijne bui-
tenlandsche reis alhier aangekomen.
Er schijnt in enkele standen voor den ambachtsman ccn betere tijd te
zullen aanbreken. Althans in Zuidholland is, vooral ten platten lande ge
brek aan smidsknechts, die men tegen hooger loon tracht te zoeken. Op
die wijze alleen kunnen de daggelden verhoogd cn in evenredigheid gebragt
worden met den voorldurenden hoogeren prijs der eerste levensbehoeften.
De echtgenoot en twee kinderen van den Heer Regouw, bevinden zich
nog in het gasthuis; zij zijn naar omstandigheden vrij wel en men koestert
de hoop op hun herstel.
Men verneemt, dat op het strand bij Scheveningen is gevonden, een
blikken koker, gemerkt R V, waarin zich bevonden 25 exemplaren van
kaarten en platte gronden van Petersburg, door den lieer J. de Rosa.
Wiveefle ïfnraer der Staten-fienera wl.
Zitting van Maandag li December.
In deze zitting is behandeld de vraag omtrent het al of niet nader in over
weging nemen het voorstel van de Heeren van Nispen van Sevcnaer, Storm
van 's Gravesande en van Akerlaken, betrekkelijk de afschaffing van den
accijns op het gemaal der rogge. Nadat daarover het woord was gevoerd
door de Heeren van Rappard en van Nispen van Sevenaer, alsmede door den
Minister van Financien, werd de vraag met algemeene (64) stemmen in toe-
slemmenden zin beslist.
Na die beslissing werd voorgesteld: 1°. door den Heer van Rappard, orn het
ontwerp der Heeren van Hoevell, Jespers, van Bosse, Westerhoff cn Thor-
hecke tot afschaffing van den aeoijns op den turf en op de steenkolen Ie
behandelen na het eerstkomend reces der Kamer2°. door den Heer Thor-
becke, om het voorstel tot afschaffing van den accijns op bet gemaal der
rogge nog vóór bet reces der Kamer in de afdeclingen te behandelen.
Beide voorstellen werden na eene breedvoerige beraadslaging tussehen de
Heeren van Rappard, van Nispen van Sevenaer, Thorbecke, de Kempcnaer,
van Iloëvcll, Sturm van 's Gravesande, van Gollslein, Piochussen, de Brauw,
Dommer van PoldersveldlLu ij benter Bruggen Hugenholtz, Strcns, van
Bosse, aangenomen, dat van den Heer van Rappard met 58 tegen 7 stemmen,
dat van den Heer Thorbecke met 33 tegen 28 stemmen.
De Kamer heeft daarna in overweging genomen de vraag welke wetsont
werpen, waaromtrent reeds eindverslagen zijn uilgebragt, nog vóór het uit
eengaan der Vergadering zullen worden afgedaan, en besloten te behandelen
na den afloop der begroolingsvvetlen van uitgaven voor 1355, en vóór dó
wet op de middelen, de wetsontwerpen: tot. vaststelling der begrooting van
uitgaven wegens den arbeid der gevangenen ovpr 1855: tot voorloopige in
deeling van der» Haarlemmermeer polder: tot onteigening van percelen ten
behoeve van de Rhijnspoorweg-maatschappijlot verhooging van Hoofdstuk V
der Staatsbegrooting voor 1854 (kosten van den Haarlemmermcer-pokler)
tot vaststelling der begrooling van uitgaven voor het pensioenfonds burgerlijke
Ambtenaren voor 1855; cn tot vermindering van regten op de granen.
De beraadslaging over de artikelen van Hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting
voor 1855 Departement van Marinezijn in deze zitting aangevangen.
Bij de behandeling der eerste en tweede afdeclingen (kosten der adminis
tratie en koslen niet behoorende tot de marine-aangelegenheid) is over de
onder-arlikclen 2, 4 cn 7 van art. 1 het woord gevoerd door de Heeren
Elout van Soeterwoude en Baud eri den Minister van Marine; die onder-arti
kelen werden zonder stemming, alsmede de overige tot onder-artikel 10 zon
der beraadslaging goedgekeurd.
Aan de algemeene beraadslaging over de 3de afdeeling (materieel der zee-
magt) hebben deel genomen de Heeren: DelpratThorbecke, Baud, Ter
Bruggen Hugenholtz, van Lynden cn de Minister van Marine. Die behande
ling zal in eene avondzillirigworden voortgezet.
Avondzitting van Maandag 11 December.
In deze zitting zijn de beraadslagingen over Hoofdstuk VIII Marineder
Staatsbegrooting voor 1855 voortgezet en ten einde gebragt.
Na langdurige beraadslagingen is ten slotte over het geheele ontwerp ge
stemd en is hetzelve verworpen met 36 tegen 25 stemmen.
Vóór, de Heeren: Westerhoff, van Heiden Reineslein, Storm van 's Grave
sande, Zylker, Hugenholtz, Hoekwater, Hugueninvan HoevellHoffman,
van Zuylcn v. Nyevell, de Brauw Gevers van Endegeest, Meylink Engelen,