LEYDSCHE COURANT VRIJDAG, 10 NOVEMBER. BINNENLANDSCHE BEBIGTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt De Prijs der Courant is f 12 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven LEYDEN 9 November. Vergelijkende Staat van de opbrengst der opcenten en eigene middelenten lieboeve dezer gemeente gelievengedurende de maand October 1853 en 1854. 1853. f opeenten 1,591.72} .2 eigen midd. - 440.47 I O l I opcenten 7,444.75 J eigen midd. - 327.70 o Wijn .opcenten 1,369.55 cj - eigen midd. - 1,714.71 5J I M O 1 f opcenten 70.97 eigen midd. - 183.56 '3 ci I MOV 2,032.191 1854. l,661.17ï 299.44} 1,960.62 7,648.55 487.64} 7,772.45} 8,136.19} 1,477.05 1,297.90 1,721.62 - 2,204.64} 3,084.26 46.82 154.79 254.53 14,620.49 3,926.26} 201.61 15,522.59 Meerder over 1854 ƒ902.10. De Inspecteur van de geneesk. dienst der landmagt te'sllage, verwittigt alle Genees- en Heelkundigen, Nederlanders van geboorte, die genegen zijn, om zich als Officier van Gezondheid der 2lle klasse, voor de geneeskundige dienst ter kuste van Guinea te verbinden dat zij zichbij verzoek op zegel geschreven en portvrij in te zendenen na daarop bekomen antwoordin persoon bij hem Inspecteur behooren aan te melden. Zondag 11. is in de nieuwgebouwde kerk der Herv. gemeente te Haaks bergen de eerste godsdienstoefening gehouden. De teekening en het bestek tot die kerk was gratis ontworpen door den Architect H. tlana te Amsterdam, Bij den Gemeenteraad te Sneek is besloten tot afschaffing van den slcdelijken accijns op de rogge. Uit de bcrigten omtrent de Maatschappij van Weldadigheid blijkt o. a., dat de bevolking, die in het tweede kwartaal dezes jaars met 315 personen verminderd was, in het derde met 441 hoofden is toegenomen. Wederom zijn vele bedelaars kolonisten gedeserteerd, van welke echter meer dan een derde is teruggebragt. De gezondheidstoestand tot het laatst van September was gewenscht. Den 29stCD dier maand had men in het 3dc gesticht te Veen- buizen 2 choleralijders en later nam bet getal daarvan belangrijk toe, maar is sedert weder sterk afgenomen. In de overige koloniën heeft de ziekte zich niet geopenbaard. De Pruissisehe Regering beeft, op aanzoek van onzen Minister van Buitenl. Zaken, verklaard, dat zij het mogelijke zal doen, om den Rijnspoor weg in 1856 gereed te doen zijn. Dat hij reeds in 1855 voor de dienst zou kunnen worden opengesteld, durft zij echter niet stellig heioven. In de memorie van toelichting bij het voorstel van vijf leden tot af schaffing van de accijnsen op den turf en op de steenkolen, wordt o. a. ge zegd, dal het beginsel, thans door de Regering aangenomen, is, dat de toe stand van onze financiën vermindering van lasten gedoogt; zij meenen het voor stel der Regering, in zoover het strekt tot afschaffing van de opcenten op het middel gemaalte moeten afkeuren. Zij beschouwen de afschaffing van die opcenten als een onbeduidenden maatregel, waardoor aan geenerlei klagt te gemoet gekomen zal worden en die de schatkist, zonder eenig bijzonder nut, van eene inkomst van 8 tonnen gouds zal berooven. Het verwijt, dat een voorstel lot afschaffing van belastingen niets is, dan de handeling van eene staatkundige partij, zal in dit jaar, nu dusdanig voorstel van de Regering uitgaat, moeijelijk geregtvaardigd kunnen worden, evenmin als het ten vorigen jare eenigen grond had. Het verschil kan nu alleen loopen over den omvang en de strekking van het voorstel der Rege ring. De Voorstellers, wien het alleen te doen is om verbetering van het belastingstelsel, zonder de financien van den Staat in gevaar te brengen, zullen de zaak enkel uit dat oogpunt beschouwen. Uit dit oogpunt nu, zul len zij zich vereenigen met het voorstel der Regering, betreffende het tonne- geld der zeeschepen. Na het gemaal komen de accijnsen op geslagt en op brandstoffen het eerst in aanmerkingwanneer er sprake is van afschaffing. Velen vinden ook bedenking om den accijns op het geslagt het eerst af te schaffen: de Voorstellers althans willen gaarne het bewijs leveren dal zij, voor zoover zij in het vorig jaar medewerkten tot het doen van een ander voorstel, gaarne iets van hunne individuele meening opofferen, om door ccn- dragtig zamenwerken des te eer het gemeenschappelijk groote doel te kunnen bereiken. De Voorstellers stellen mitsdien voor om met behoud van de opcenten op den accijns op het gemaal, de accijnsen op de brandstoffen af te schaffen. Het cijfer van inkomsten dat de schatkist zou derven, indien dit voorstel wierd aangenomen, is 2,505,100, naar de raming der Regering. Het batig slot van de dienst 1855 moet worden geraamd op ƒ3,200,000. Er is dus bij deze afschaffing geen gevaar voor het evenwigt tusschen ontvangsten en uitgaven. In de memorie van beantwoording door de Regering betreffende de aan merkingen en de verslagen der Afdeelingen van de Tweede Kamer vindt men in die van het 5<te hoofdstuk Binnenl. Zakenonder anderen bij 19 de volgende bijzonderhedenals oorzakenwaardoor de kosten van waterstaat en openbare werken zoo aanmerkelijk zijn geklommen. De vele openbare werken in vorige jaren ondernomen en vooral de spoor wegen de indijkings- en kanaalwerkende ontginningswerken van het Haar lemmermeer enz. hebben belangrijken invloed op den prijs van materialen en van arbeidsloon uitgeoefend. Ten gevolge van den oorlog in de Oostzee is de prijs van het greenen hout tol ongekende hoogtedie der andere houtsoorten in evenredigheid ge stegen. De veelvuldige zee- en rivierwerkenwaaronder die van Delfland eene voorname plaats bekleeden, hebben ook de prijzen van rijshout, zink- steen en bazalt tot eene groote hoogte opgevoerd. Toenemende duurte van alle levensmiddelen en overvloed van werk deden de arbeidsloonen stijgen zoo zeer, dat in dit jaar het uitdiepingswerk in het kanaal van Voorne, bij gebrek aan geschikte baggerlieden, niet kon worden afgemaakt, niettegen staande aan goede baggerlieden tot ƒ2.50 a 3 per dag werd betaald. Een ander baggerwerk (op Terschelling) werd tot twee malen toe in het openbaar aanbesteeden er deed zich niet één inschrijver op. Gebrek aan beschikbaar werkvolk was daarvan de oorzaak. Het laat zich aanzien, dat die toestand in het volgende jaar grootendeels zal voortduren. Volgens verkregen opgaven hebben de navolgende prijsverhoogingen plaats gevonden. Het rijshout, dat in 1851 tot 1.25 a ƒ1.50 per 100 bos werd verkocht, kost thans 4 a 4.50. In 1851 en 1852 rekende men in Zuid holland 1 a 1.25 voor eene kubiek el rijswerk; thans wordt daarvoor ƒ1.60 tot 2 gesteld. De Vilvoordsche steen werd vroeger voor p. m. 6 het last aangenomen; later werd ƒ7, ƒ8, ja zelfs ƒ9 betaald. De bazalt- steenvroeger 6 per last, kost thans 8 a ƒ8.50. De metselsteenen en straatklinkers ondergingen eene verhooging van ƒ1 a 2 per duizend. Het greenen hout is welligt 100 pCt. in aankoopsprijs gestegen; het eiken hout minstens 20 pCt. Verder ontleenen wij uit dit hoofdstuk nog het volgende Het voormalig Ken. Instituut zal niet herleven zooals velen beweerden, maar het tegen woordige eenige meerdere uitbreiding erlangen. Aan de Kamer is inzage ge geven van de memorie van toelichting, die de Commissie, benoemd tol het ontwerpen van een plan tot uitbreiding der Academie, bij haar ontwerp van reglement gevoegd heeft. (Die Commissie bestond uit de Heeren van Geuns, W. Vrolik, Ab. des Amorie van der Hoeven, J. van Lennep, J. Bake en M. de Vries.) Dat de som van ƒ40,000 voer de bevordering van de belangen der Nederl. nijverheid op de tentoonstelling te Parijs te hoog zou zijn, wordt door de Regering niet toegegeven. Die te Londen bedroeg in 1851 ƒ15,000, maar voorzag slechts karig in de allernoodzakelijkste behoeften. De Brilsche Rege ring wees voor Parijs aan ƒ600,000 en de Porlugeesche ƒ30,000. Z. M. de Koning heeft in de kosten voor de Londensche tentoonstelling bij gedragen voor eene sorn van 2,339.25. 's GRAVENTIAGE9 November. Z. M. heeft aan den Kapitein der infanterie van het leger in Oost,-In die IV. F. G. L. Sickinghe, thans met verlof eervol ontslag verleend onder toe kenning van pensioen, Z. M. is gisteren ruim 7 ure op het Lqo aangekomen om aldaar eenige dagen te verblijven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 1