den de noodige toestellen en draden mcerendeels uit Pruisscn ontboden. Maar ook aan goede beambten bij de telegrafen is gebrek, en daarom beeft de Rus sische Regering thans een Hoofdofficier, den Kolonel Gerhard, naar Duitsch- land gezonden, ten einde personen, die goed bekend zijn met het tclcgrafen- wezen, voor Rusland te engageren. Reeds zijn 30 zulke personen door dien Kolonel aangenomen. OOSTEIRM WEENEN, 2 October. Men spreekt veel van het voornemen des Keizers en der Keizerin, om in de maand October zich naar Hongarije te begeven en aldaar eenigen tijd te blijven. Niet onwaarschijnlijk is het, dat alsdan de Keizer de aan de oostelijke grenzen geplaatste troepen zal bezoeken en inspecteren. De Vorst van Montenegro wordt alhier verwacht en zal zich naar Pe tersburg begeven. Het doel zijner reis is onbekend; zijn Adjudant, de Heer Vieladonowitschhad dezer dagen eene langdurige bijeenkomst met Prins Gortschakoff. De krijgstoerustingen worden met ijver voortgezet. De grensvesting Olmutz, eene der slerksten van den Oostenrijkschen slaat, wordt gewapend en in volkomen staat van verdediging gebragt. Krakau wordt met grooten spoed tot eene sterke wapenplaats hervormd en eene ontzaggelijke hoeveelheid oorlogsbehoeften, zooals slechts tot eenen grooten oorlog noodig is, aldaar bijeengebragt. Bijna elk punt in de oostelijke grens-provincien wordt versterkt. DENEMARKEN. KOPENHAGEN, 2 October. Heden werd de Rijksdag door den eersten Minister geopend. De troonrede werd door hem uitgesproken. In dat stuk geeft de Regering te kennen vast besloten te zijn, de algetneene staatswet voor geheel het rijk ie bandhaven, en hare bepalingen stipt te doen naleven niettegenstaande alle verzet. De Staatsraad Brunn werd tot Voorzitter van het Landslhingde Advocaat Rotwitt tot Voorzitter van het Volksthing gekozen. Te Nyborg zijn van het zuiden twee Engclsche linieschepen aangeko men; een schroefschip de Cumberland en een zeilschip. Van het noorden is het Fransche stoomschip La Milan daar binnengeloopen. Bij Kundshoved ligt een Zweedsch linieschip ten anker. R1J§LA1V 19. PETERSBURG, 26 September. Bij Keizerlijke ukase is de uitvoer van granen naar Oostenrijk verboden. Dit verbod treedt heden reeds in werking. Te Odessa was den 22sten een regement lanciers aangekomen, ter ver sterking der bezetting, die thans 30,000 man telt. De Jean Bart, de Mon- tebello en de Henri IV, zijn de Fransche linieschepen, die de haven dier stad bewaken. Een Russisch handelschip, dat onder Pruissische vlag van Sebastopol naar Odessa voer, is aangehouden. De Kapitein had dépêches ver borgen, die hij later genoodzaakt was over te geven. Ook hebben aldaar op dien tijd twe-e zware branden gewoed, waardoor een groot deel der in de magazijnen nabij de haven opgeslagen koopwareneene prooi der vlammen is geworden. TURKTE. De tijding van de verovering van Sebastopol is den 30stcn Sept. te Konstan- tinopel ontvangen, en door de Gezanten naar hunne Regeringenalsmede door den Zaakgelastigde van Nederland naar zijne Regering afgezonden. Van den 25sten Sept. wordt uil Konstantinopel gemeld, dat aldaar eenige transportschepen zijn aangekomen, aan boord hebbende 620, in den strijd bij de Alma gewonde soldaten. Uit Bucharest is van den 30stcn Sept. het volgende gemeld6 Russische linieschepen zijn in den grond geboordmet het overige gedeelte van de vloot heeft Prins Menchikoff zich in de binnenhaven teruggetrokken, onder bedrei ging, dat hij de geheele vloot in de lucht zou laten springen, zoo men den aanval voortzette. Hierop zijn hem 6 uren bedenktijd toegestaanmet aan beveling, de menschelijkheid niet uit het oog ie verliezen. Ten aanzien der ontscheping in de Krim wordt gemeld, dat zij door zeer goed weder werd begunstigd; doch dai den 14den September de lucht ontstuimig werd en regenachtig. Te dier zake leest men in bet Journal des Débats: Zelden heeft men 27,000 Engelschen in een meer jammer lijken en ellendigen toestand gezien, dan gedurende dien nacht. Men had nog geene gelegenheid gehad om de tenten aan land te brengen, toen de wind opstak en de regen met stroomen ncderviel. «Omstreeks middernacht was het een werkelijke zondvloed, en zag men overal druipende soldaten, die zich nergens konden beschutten. Officieren en soldaten lagen in groote waterplassen, onder doornatte dekens, buiten de mogelijkheid om vuur of grog te maken. Allen hadden hunne verschooning van linnengoed en verdere onderkleeding geheel verloren. De Generaal Brown had, even als de Hertog van Cambridge, eene ligplaats gevonden onder eene I omgekeerde kar. Alleen de Generaal Evans had middel weten te vinden om eene tent magtig te worden en op te slaan." Bij eene firman van 17 Sept. heeft de Porte bepaald, dat de zending van Selim-Pacha in de zuidelijke provinciën, van Rumelië tot Janirra. ten doel heeft de bachi-bozoeks en andere boosdoeners, die zich aan roof en plun dering hebben schuldig gemaakt, gestreng te doen straffen. Selim-Pacha, de Turksche Generaal, die wegens zijne geleden neder laag ter verantwoording was geroepen, is van alle vervolging ontheven, om dat hij heeft bewezen, dat zijne voorstellen nooit ingang vonden bij het De partement van Oorlog. OOST-IN DIE. BATAVIA, 5 Augustus. In den morgen van den 24slen Julij is de Gouverneur-Generaal, met Mevr. Duvmaer van Twist en gevolg, van hier naar Bantam vertrokken. Na een gedeelte van die residentie te hebben bezocht, zal de Gouverneur-Generaal te Anjer aan boord gaan van 's Lands stoomschip Bataviaom zich te begeven naar de Westkust van Sumatra. Den 7d™ Julij kwam ter reede van Batavia het stoomschip Soembing, onder bevel van den Kapitein-Luitenant-ter-Zee G. Fabius. Dal stoomschip, behoord hebbende tot het eskader in de Middellandsche zee, is van Konstan tinopel over Teneriffe en de Kaap de Goede Hoop herwaarts gestevenden heeft met heel zwaar weder te kampen gehadwaardoor het eenige avarij bekwam. Den 25sten Julij verliet die bodem de reede van Batavia tot het doen eener reize naar China en Japan. Het ijzeren stoomschip Admiraal van Kinsbergenonder toezigt van den Luilenant-ter-Zee lste kl. J. Osliaan het marine-établissement te Soe- rabaija ineengezet, is op den 16den Julij onder hevel van dien Officier in dienst gesteld. Den 8sten Julij is de algemeene Secretaris Mr.A. Prins, Gouvernements- Commissaris voor de Westerafdeeling van Borneo, met 's Lands stoomschip Batavia, naar Pontianak en Sambas vertrokken, tot verdere regeling van de zaken aldaar. Overal in de residentie heerschle rust, verzet was niet te vreezen. Van Billiton wordt gemeld, dat aldaar den 24sten Junij het berigt was ontvangen, dat eenige dagen te voren, een onbekend driemastschip, in de nabijheid van het eiland Leat (Poulo Pongo), op een rif had gestooten, en kort daarop gezonken was. Alleen de toppen der stengen waren zigtbaar. Van de lading was een gedeelte gered, doch van de bemanning niets vernomen. In de maand Junij waren door den Adspirant-Ingenieur H. F. E. Rant in Tanali Laut 15,000 fÈ ijzererts verzameld, bestemd voor proefnemingen. JAPAN. De lleer Perry, de bevelhebber der Noord-Amerikaansche expeditie naar Japan, is den 22sten Julij te Hongkong teruggekomen. De bijzondere bepa lingen der overeenkomst tusscben Japan en de Vereenigde Staten waren te Hongkong nog niet bekend, maar men wist, dat zij twee Japansche havens, Simodo en Ilakodadivoor de Noord-Amerikaansche vlag openstelde. De Heer Perry heeft zich te Hongkong in bet openbaar over de uilkomst zijner zending naar Japan aldus uitgelaten: »Er was reeds eene reet in den muur, die dit gedeelte van Oost-Azie van het overige des menschdoms afgezonderd hield. Ik heb niets anders gedaan, dan die reet breeder te maken, en er den hefboom in te brengen. Het staat thans aan Frankrijk en Engelandden hefboom op te beuren en het verre Oosten geheel voor het Christendom, voor de beschaving en bet handelsverkeer te openen. Zij zullen daardoor het toekomstig welzijn bevorderen van vijf honderd millioen menschen, die de oostelijke helft van Azie bevolken.1' Het. Noord-Amerikaansche eskader heeft onder weg ook het eiland Formosa aangedaan, en naiiglen medegebragt van zeer uitgestrekte lagen steenkolen, die aldaar ontdekt zijn. AUSTRALIË. De dagbladen van Melbourne van 22 Julij jl. zeggen, dat de goudgroeven in die kolonie eene ruime opbrengst gaven en ook voor het vervolg beloofden. In Nieuw-Zuid-Wales bleef de opbrengst op dezelfde hoogte. In de kolonie Victoria werden drie spoorwegen aangelegd, terwijl de eleclrische telegraaf tusscben Melbourne en Geelong reeds gedeeltelijk in werking was en weldra geheel voltooid zou zijn. Ook werd de maatschappelijke toestand der kolonie beter; het misbruik van sterken drank scheen niet langer toe te nemen. Den 3den Julij had de nieuwe Gouverneur, die pas uit Engeland aangekomen was, den eersten steen gelegd van het gebouw voor de te Melbourne op te rigten Iloogeschool. a——a—■n——m ii i u STADS BERIGTEN. fturgcrltjfce Van den Ï8 September tot en met den 4 October 1854. BEVALLENL. Lutgeb. Remmeling, Z. C. Enthoven, D. P.Pierolgeb. NonnekesD. E. KroesZ. J. Ammerlaangeb. VerwoerdD. F. van der Mark geb. de Vries ,7.. A. Zoutendijkgeb. FreekenD. H. Chaudrongeb. Moene, D. C. Segaargeb. Riebeek Z. M. Croes, geb. HilhorstZ. C. van der Wijngaard geb. Schild Z. E. Stoute, geb. Pardon, D. J. M. Schimmel geb. SpeetZ. S. H. van der Blomgeb. Cederhout, D. C. M. van der Horn geb. HemerikZ. G. Hogcrvorstgeb. van HorsenZ. J. van Gelderen geb. BoomD., leifenl. C. Schlegclgeb. Buddingh,D. levenl. J. W. C. Smit, geb. Oortwijn ,Z. W. C. Bik geb. de Laaf, Z. W. van Wouw, geb. Cosijns, D. A. H. Kropffgeb. Willemse, D. A. M. Cormont,geb. de la Riviere, Z.J. Stik- kelorumgeb. PaatsD.levenl. J. van Sonsbcekgeb. van der WilkD. GEHUWDN. van der LelyJm. en G. van Ilerson, Jd. C. Briels, Jm. en M. van Bonze)Jd. OVERLEDEN: G. van der Steen Z.3 j. en 8 m. II. T. CartonZ.4 j. en 5 m. A. van Campen Z.17 d. C. de Groot, D.6 w'. E. Koreman, D. 6 d. J. van Lissenburg, 69 j. M. E. van Oyen D.3 m. A. van der Blom D.,lj.en9m. G.Taffijn, geb. Huitman, 30 j. J. Noest, D.2 m. C. Keyser, Z.4 m. E. A. VinkesteynD.2 j. II. B. Lohman54 j. AIa. My- jering, 25 j. A. van Kampengeb. Anten, 37 j. E. W: Plaizier, D.12 j. en en 8 m. J. Carton, D., 11 j. en 11 m. H. Lens, Z., 1 j. en 10 m. P. M. WijnbeekD.2 j. en 3 m. A. M. SlegtenhorstD.3^. j. II. T. Rosier, Z., 3 w. Janne> Cath3. Jongelyn 68 j. W. II. Rietbergen42 j. D. Smit, Z. 5 j. J. Brugman Z.5 j. en 9 m. C. Krossenburg, D.1 j.en 11 m.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 3