BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
leer, waarbij bij, M'. J. A. Philipse, benoemd wordt tot Voorzitter der
Eerste Kamer.
De Voorzitter benoemt vervolgens eene Commissie van 18 leden der beide
Kamers, om Z. M. den Koning in- en uitgeleide te doen.
Ten 1 ure vervoegen zich de Ministers, alsmede de leden van den Raad
van State in de Vergaderzaal.
De Koning ter Vergaderzaal binnengeleid houdt de navolgende aanspraakr
Mijne Heersn!
Met het oog op den tegenwoordigen staatkundigen toestand van Europa, is
het Mij dubbel aangenaam van alle Mogendheden voortdurend verzekeringen
te ontvangen van vriendschap en welwillendheid, waarop Ik groolen prijs stel.
Het aangenomen stelsel van onzijdigheid wordt sliptelijk döor Ons nageleefd.
Bij het naauwgezet nakomen onzer verpligtingen jegens andere Stalenmogen
Wij wederkeerig aanspraak blijven maken op eerbiediging onzer regten.
De Zee- en Landmagt geven Mij reden van tevredenheid. Zij onderscheiden
zich door ijvere pligtsbelrachting en krijgstucht.
De tegenstand, door Chinezen op Borneo aan Ons gezag geboden, is door
den moed en de volharding onzer dappere strijders op nieuw, en, zoo Ik
hoop, duurzaam overwonnen.
De toestand der Overzcesche Bezittingen is gunstig te noemen.
Wel is waar heeft de gezondheid der bevolking in onderscheidene gedeelten
van Neêrlandsch-Indië veel te wenschen overgelatendoch de jongste beriglen
doen de hoop voeden, dat er de ziekte, ook door gepaste maatregelen
allengs wijkt.
De veldgewassen in die gewesten belovenover het algemeeneene ruime j
opbrengst.
Naar de aanvankelijke berigten is er ook hier te lande eene gezegende
uitkomst van den oogst te verwachten. Ik verblijd Mij in het uitzigt, dat
hierdoor de prijzen der eerste levensmiddelen zullen dalen.
Gelijk de verbetering der rivieren wordt voortgezet, zoo is ook de hand
gelegd aan die van andere belangrijke waterwegen.
In het laatste jaar is Nederland op twee punten met het buitenlandsche
spoorwegen-net in aanraking gebragt. Er is hoop, dat de aansluiting eerlang
nog op een derde punt zal plaats hebbenterwijl de verdere uitbreiding van
dit voor handel en nijverheid zoo gewigtig middel van gemeenschap Mijne
aandacht gestadig bezig houdt.
Met ijver wordt er gearbeid aan de vermeerdering der telegraphische lijnen
binnen 's lands, en aan hare verbinding met die van het buitenland.
In verhouding tot de sloornis, welke de ontstane oorlog in de handels-
betrekkingen van Europa veroorzaakt, verkeeren onze handel, scheepvaart en
scheepsbouw in vrij voldoenden toestand.
De staat der geldmiddelen blijft stof tot tevredenheid opleveren. De
nitkomst van de dienst des vorigen jaars heeft de verwachting niet te leur
gesteld. Het laat zich aanzien, dat ook het tegenwoordig jaar voordeelig
zal zijn.
Bij de behandeling der finantiele aangelegenheden zal U blijkendat kan
worden besloten tot eene vermindering van lasten, binnen zoodanige grenzen
als door eene gepaste behoedzaamheid worden voorgeschreven. Met het delgen
van schuld zal tevens kunnen worden voortgegaan.
Te midden van de stoffelijke welvaart, welke het Vaderland onmiskenbaar
geniet, mogen de belangen van onderwijs, wetenschappen en kunsten niet uit i
het oog verloren worden. Mijne zorg blijft zich daaraan toewijden. Een ont- j
werp van wet op het lager- en middelbaar onderwijs zal U eerstdaags worden
aangeboden. Met het voorbereiden eener wet op het hooger onderwijs houdt j
men zich bezig. Inmiddels zal U de gelegenheid worden gegeven om van Uwe
belangstelling in onderscheidene wetenschappelijke inrigtingen te doen blijken.
Bij het onvolkoroene, dat ook in onzen toestand mag worden gevonden, is
er zeer veeldat ons bemoedigt en opwekt. Met dankbaarheid hebben wij te j
erkennen de menigvuldige zegeningen, welke ons worden geschonken. Het
hangt voor een groot deel van ons zeiven af, het bezit er van te bestendigen.
Daartoe is vooral noodig eensgezindheid en wederzijdsch vertrouwen aan te
kweeken; steeds, en vóór alles, het heil des Vaderlands voor oogen te hebben.
Moge de Alrnagtige ons hiertoe licht en kracht verleenen!
Ik verklaar deze zitting der Staten-Generaal geopend.
Na het houden van deze aanspraak verlaat de Koning de Vergaderzaal.
De vereenigde Zitting der Kamers wordt daarna gesloten. Z. M. keert even
als bij het komen, onder het gejuich der talrijke, zoo wel uit deze residentie
als van elders, zamengcvloeide menigte, naar zijn Paleis terug.
Tweede Kamer der Staten-fieneraal.
Zitting van Dingsdag 19 September.
In deze zitting werd het voorzitterschap waargenomendoor het oudste lid
in jaren, den Heer Anemaet. De Voorzitter benoemt twee Commissien van
drie leden, tot het onderzoek dier geloofsbrieven. Zij zullen hare rapporten
uitbrengen in de zitting van morgen Woensdag.
Waarna deze zitting wordt opgeheven.
Ook de Eerste Kamer heeft eene Zitting gehouden die door den
Voorzitter Mr. J. A. Philipse, met eene aanspraak wordt geopend.
Daarna hebben de leden zich in de afdeelingan begeven.
AMSTERDAM, 18 September.
De Procureur-Generaal bij het Prov. Geregsthof in Noord-Hollandgezien
het arrest van voormeld Hof, waarbij de openbare teregtstelling is bevolen
van Johann Heinrich Kemper, oud 21 jaar, arbeider, geboren te Borgloh in
Hannoverlaatst wonende in den Haarlemmermeerpolderbij Halfwegheeft
ten gevolge van al de daadzaken J. H. Kemperbeschuldigd ter zake van
1°. diefstal met geweldoefening en gewapend, gepleegd bij nacht in een be
woond huis door middel van binnenbraak, met de bedoeling om tegen eiken'
prijs gelden meester te worden, welke hij wist, dat zich bevonden in den
bureau van zijn voormaligen meester, den warmoezier H. F. Prickwinkel ere
van een aldaar inwonenden knecht, genaamd C. L. Teyler; 2°. moord, gc>-
plepgd op eene vrouw en twee kinderen; 3». poging tot moord, gepleegd op
eene vrouw en een kind, welke poging beide raaien door uiterlijke bedrijver»
gebleken en tot een begin van uitvoering overgeslagenhare uitwerking alleen
heeft gemist door toevallige en van des daders wil onafhankelijke omstan
digheden, en wel de onder N°. 2 en 3 vermelde misdaden, ten einde den
in de eerste plaats genoemden diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te ma
ken, of de ontdekking daarvan te voorkomen.
Tot verdediger van J. H. Kemper, is door het hof toegevoegd de Advocaat
Mr. Westerwoudt; terwijl het Openbaar Ministerie zal worden waargenomen
door den Advocaat-Generaal Mr. F. F. Karsebooin.
Op dë algemeene vergadering der Iloll. Maatso.h. van Fraaije Kunsten
en Wetenschappen alhier, is het cenige antwoord, ingekomen op de prijsvraag t
«Geschiedenis der Nederl. Etskunst," onder de spreuk: Beter iets dan niets,
door de beoordeelaren onvoldoende verklaard en het naambillet des schrijvers
aldus ongeopend verbrand.
ZEIST, 18 September.
Vrijdag 11. zijn door Z. M. in het Kamp in de Orde van de Eikenkroon
benoemd, tot Commandeur met de Ster: De Gen.-Majoor Menningh, Com
mandant der lste brigade; 2de reg. inf. Tot Commandeurs: De Majoors Sa
lomon en Tukkerman; tot Ridders: De Kapiteins AViegmans en Petter; 5de
reg. inf. Tot Commandeur met de Ster: De Colonel de Bock; tot Comman
deur, de Majoor Verschoor; tot Ridders, de Kapiteins Rinck, Knoppers en de
lste Luit.-Adj. Kisch; 8ste reg. inf. Tot Commandeur met de Ster: De Colonel
Fischer; lot Commandeur, de Majoor Ledeltot Ridder, de Kapt. Klaassen.
Ook is de Divisie-Generaal der kamperende troepende Generaal-Majoor
Poolsum Booy, benoemd lot buitengewoon Adjud. van Z. M.en zijn nog de
Majoor Tegelberg, van het 2dc reg. inf., tot Commandeur, de Kapiteins van
den Generalen Staf van Brienen van Ramerus en le Clerq, lstc en 2de brig.
Kapt. Swemer der grenadiers en jagers en de lstc Lt.-Adj. Loder van het
8sle reg., benoemd tot Ridders der genoemde Orde.
Sedert eenige dagen bevinden zich alhier verscheidene vreemde Officieren,
onder welken de Luit.-Gen. von AVedel, Kommandant der vesting Luxemburg,
de Pruissische Kolönel d'Olberg, Majoor Goffinet, eerste Ordonnans-Officier
van den Hertog van Brabant, en Kapitein Libert van de Belgische grenadiers.
KAMPEN, 15 September.
Zalurdag 11. is deze stad het eerst door gaz verlicht.
Dezer dagen is weder een aanzienlijk aantal jongelingenals recruten
bij het instruclie-bataillon ingeiijfd; daaronder bevinden zich zonen van de
aanzienlijkste familien des lands.
Als eene zeldzaam voorkomende omstandigheid mag vermeld worden
dat de bijenlioaders hunne korven tot heden buiten laten op de heidevelden,
en nog vrij wat honig, voor wintervoorraad wordt opgezameld.
BELGIE.
BRUSSEL, 15 September.
De Koning is Maandag 11. naar Duitschland vertrokken.
De Emanc. meldt, dat de Ministers in een Zaturdag gehouden Minis
terraad het omtrent alle zwevende qnaestien eens zijn geworden. De bijeen
roeping der Kamers blijft op den 17den October bepaald.
In Ostende woedt de cholera met hevigheid. Alle vreemdelingen, die
zich daar bevondenhebben voor de vreeselijke epidemie de vlugt genomen.
Van het garnizoen, sterk 600 man, zijn reeds 208 door de ziekte aangetast
en 68 overleden. Onder de burgerij heerscht zij in niet mindere mate.
ENGELAND.
LONDEN, 16 September.
De Globe dringt er sterk op aan, dat het bewind, ten einde aan den
nationalen wensch te beantwoordenbij H. M. aandringe op het instellen
van een algemeenen dankdag, om aan het Opperwezen erkentelijkheid te be
tuigen, wegens het verleenen van een overvloedigen oogst, te midden der
rampen van oorlog en ziekte.
Het hoofdbestuur van het armwezen heeft dezer dagen de armbesturen
in eenige provinciën van Engeland aangeschreven, om statistieke opgaven om
trent den oogst dezes jaars in te winnen. Zij moeten zich in elk oord eenige
geachte ingezetenen toevoegenvooral om door hun voorbeeld en invloed
den tegenzin van vele landlieden tegen het mededeelen der van overheids
wege verlangde opgaven te overwinnen. Tevens zullen in Schotland derge
lijke opgaven ingewonnen worden door toedoen eener particuliere maatschappij,
die de bevordering der belangen van den landbouw ten doel heeft; en zoo
hoopt de Regering allengs eene volledige en vertrouwen verdienende land-
bouw-statistiek te zullen verkrijgen, waaraan de behoefte, sedert den slechten
oogst van het vorige jaar, zoo levendig door den handelsstand en het publiek
in Engeland gevoeld wordt.
Aan de beurs is het faillissement hekend geworden van het huis David
Scott, Richmond C0., een der oudste firma's van Manchester, met een
aanzienlijk passief. Men vreestdat dit faillissement zal terugwerken op eenige
Liverpoolsche huizen.
De Heer Darganondernemer der groote tentoonstelling te Dublin
beeft, na optel van alle rekeningen, 19,000 bij de onderneming verloren.