KORT VERSLAG ZITTING VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEYDEN. (Behoorende bij de Leydsche Courant van 28 ^Augustus d854JV°. d03). DER -o-OO-OO O-CXXrtv Zitting van 26 Augustus. Afwezig de HH. Bucaille, ten Sande, van Kaalhoven, van der Hoeven, Stoffels, Siegenbeek, Olivier, Leembruggen en Lisman. De Notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. Nadat eene vergadering is gehouden met geslotene deuren, welke een half uur heeft geduurd, waarna hel publiek wederom is toegelaten, doet de Burgemeester mededeeling van eene mis sive van den Staatsraad Commissaris des Konings in de Provincie Zuid-üolland van den 22steu Augustus 1S54, houdende kennisge ving, dat de Gemeenteraad van Leeuwarderadeel magtiging ver zocht heeft om met de Gemeentebesturen van Rotterdam en Ley- den over te gaan tot regeling van een Beurtveer tusschen de genoemde plaatsen; dat die magtiging, eerst aan Gedeputeerde Staten van Friesland gevraagd, is geweigerd op grond van een rapport van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leeu warden die de noodzakelijkheid van zoodanig Veer niet inzag, vermits er reeds een Veer tusschen de Gemeenten Leeuwarden Leyden en Rotterdam bestaat, hetgeen genoegzaam in de be hoefte der Gemeente Leeuwarderadeel voorziet, doch niet van dien aard is, dat het afzonderlijk voor Leeuwarden zou kunnen blijven bestaan; dat het verlangde niet zou kunnen bloeijen, maar alleen zou strekken om het bestaande te benadeelen en te doen kwijnen; redenen, waarom de Staatsraad Commissaris verlangt te worden geïnformeerd of de Raad de oprigting van gemeld Veer wenschelijk beschouwt en genegen zou zijn, daartoe aangezocht, de magtiging te vragen, bedoeld Veer met het bestuur van Leeuwarderadeel te regelen. De Burgemeester stelt voor zich te vereenigen met de gronden door Gedeputeerde Staten van Friesland voor hunne weigering aangevoerd. Waarop als amendement door het lid Krantz is voorgesteld, deze te stellen in handen van de Kamer van Koophandel en Fa brieken ten fine van berigt en raad, en door het lid Taets van Amerongen mede ten gelijke einde in handen van Burgemeester en Wethouders, en wel met een onderzoek opziglens de klagten door het lid de Moen aangevoerddat de beurtschepen van Leeuwarden en Groningen op deze gemeente en Rotterdam, slechts zelden deze gemeente aandoen. Deze amendementen zijn met algemeene stemmen aangenomen. Vervolgens legt de Burgemeester voor: 1°. De rekeningen van Regenten van het Evangelisch Luthersch Weeshuis en de Armen over 185.3. 2°. Een staat van af- en overschrijving op de begrooting van den Armverzorger der Oud Catholieke Gemeente. Is besloten deze stukken te stellen in handen van de Com missie van Finantie, ten fine van berigt en raad. 3°. Rapport van Curatoren van het Stedelijk Gymnasium op het request van Vrouwe P. Sterrenburg Wed. Ds. Prijn, tot vrij stelling van het minerval op het Gymnasium. Gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders, ter ver dere behandeling. 4°. Voordragt van Curatoren van het Stedelijk Gymnasium, tot het verleenen der jaarlijksche gratificatie aan den Claviger. Gesteld in handen van de Commissie van Finantie, ten fine van berigt en raad. Aan de orde der deliberatie wordt gesteld: 1°. Be rekening van ontvangst en uitgaaf 1853. En gelet op het rapport van de Commissie van Finantie, heeft de Raad met 14 stemmen, hebbende de Burgemeester en de Wethouder Lezwijn ingevolge Art. 220 der Finantiewet aan de medestemming geen deel genomende ontvangsten en uitgaven voorloopig vastgesteld, bij het ontwerp te gelijk met de rekening hier aangeboden, waarbij worden bepaald- de werkelijke ont» vangsten op 376016,34; de werkelijke uitgaven op ƒ326142,405; het batig slot op 49873,935; als oninvorderbaar op f 4443,84s; nog te verhalen 3133,32. 2°. Adressen tot vrijstelling van betaling van het minerval aan het Stedelijk Gymnasium. En gelet op de overgelegde rapporten, en de ingekomen mis sive van J. van der Mark, waarbij deze verlangt, dat aan zijn ge daan verzoek om vrijstelling voor zijnen zoon geen gevolg worde gegeven. Is met algemeene stemmen besloten, deze vrijstelling voor één jaar te verleenen aan Ds. J. A. Kuyper voor zijnen zoon A. Kuyper, Ds. A. Rutgers van der Loeff voor zijne zonen A. en M. van der Loeff, P. Venker voor zijnen zoon A. M. Venker, Vrouwe C. E. Hulsbeek weduwe Land voor haren zoon N. K. T. Land, J. J. Francken voor zijnen zoon J. J. C. Francken, D. C. Ponse voor zijnen zoon A. II. J. L. Ponse en L. J. van der Burg voor zijnen zoon A, J. van der Burg; terwijl gedifïiculteerd is in een gelijk verzoek van Ds. C. D. L. Bahler, Predikant te Op- en Neder- Andel voor zijnen zoon. 3°. Benoeming van leden, buiten den Gemeenteraad, in het bestuur van het Werkhuis. Gelet op de aanbevelingslijst van bestuurders over het Werk huis, zijn, nadat de leden de Jloen, Gevers en le Poole waren aangewezen om met den Burgemeester het bureau van stem opneming uit te maken, achlervolgens bij geslotene billelten telkens met algemeene stemmen, benoemd de IIII. Paulus Jacobus Zuurdeeg, Dominicus Antonius Schretlen en Herman Zaalberg. Waarna de Vergadering is gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. G. LA LAU.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 5