doende Antwerpen, Rotterdam, Bremershaven en GÜicksladt, met zijvaarten op Gothenburg, Christiania, Kiel, Calmar en Petersburg. De booten zullen van 2000 lonnenlast zijn. FRANHRIJK. PARIJS1 Augustus. Men herinnert zich, dat tegen den Heer Montalembert eene regtsvervolging is aangevangen, wegens eenige voor de Keizerlijke Regering beleedigende uitdrukkingen, die de beroemde redenaar had gebezigd in een particulieren brief, welke vervolgens in Frankrijk en geheel Europa algemeen bekend was geworden. Deze zaak heeft ook het Wetgevend Ligchaain in zijne afgeloopen zitting bezig gehoudenbet gaf, echter niet dan met blijkbaren weerzin, aan de regering de veroischte magtiging, om een zijner leden in regten te betrekken. Thans verneemt men den uitslag dezer regtsvervolging: de instructie, die hoofdzakelijk liep over de vraag, of de bedoelde brief, met of zonder weten en willen van den schrijver, algemeen bekend geworden was, heeft geleid tot eene nitspraak der kamer van beschuldiging, waarbij verklaard wordt, dat er voor alsnog geen grond tot verdere regtsvervolging te dier zake bestaat. Deze uitspraak is reeds van den 15den Julij jl., maar eerst nu algemeen bekend geworden. De togt van het Engelsch en Fransch eskader, van Kronstadt lot in de eilandengroep van Aland schijnt, zooals het Joum. des Débats berigtzeer moeijelijk geweest te zijn. De kaarten, die aan de Fransche en Engelsche Vlootvoogden ten dienste staanzijn ongeloofelijk gebrekkigmen vindt er geen spoor op van eilandendie gansch met houtgewas begroeid zijnen hieruit is reeds op te maken, hoe weinig men zich op die kaarten verlaten kan voor de kennis van rotsen, klippen, banken en ondiepten. Het was eene reis, die met het peillood in de hand moest gedaan worden, en dan nog wa ren de schepen niet veilig; want het is meermalen gebeurd, dat men 20, en terstond daarna 3 vademen diepte peilde. De beide vloten hebben zich zeer gelukkig uit deze moeijelijkheden gered. Van bet Engelsche eskader, hetwelk meer hulp van schroefstoomscheperi had, dan het onze, zijn natuurlijk niet zoo veel bodems aan den grond geraakt; doch bij de bekwaamheid onzer Officie ren, den ijver onzer zeelieden, en den bereidvaardigen bijstand der Engelsche stoombootenhoeft de vloot van den Admiraal Parseval ten slotte ook hare bestemming bereikt in een zoo goeden staat als kon gewenscht wordenen met de eer van een proefstuk, hetwelk haar in de schatting onzer bondge- nooten nog heeft doen rijzen. De actiën op ijskelders zijn 50 pCt. gestegen. Dagelijks toch worden 300,000 Ned. ffi ijs in Parijs verbruikt. SPANJE. MADRID, 31 Julij. De proclamatie, waarin Koningin Isabella den 26sten Julij de eischen des opstands ingewilligd heeft, luidt aldus: Spanjaarden eene reeks van jammerlijke misvattingen heeft alleen tus- schen u en mij verwijdering kunnen bew erken en bij het volk en den troon onderlinge verdenkingen zonder redelijken grond verwekken. Men heeft mijn hart belasterd door aan hetzelve eene gezindheid toe te schrijvendie strijdig was met bet welzijn en de vrijheid van henwelke mijne kinderen zijn maar thans, nu de waarheid tot het oor uwer Koningin doorgedrongen is, j hoop ik, dat de liefde en het vertrouwen in uwe harten zullen herleven. De offersdie het Spaansche volk gebragt heeft tot handhaving zijner vrijheden en mijner regten, maken het mij tot pligt nimmer de beginselen te vergeten, die in mij ten troon verheven zijn, de eenige, die door mij kun- nen vertegenwoordigd worden de beginselen der vrijheidzonder welke geene natie dezen naam verdient. «Een nieuw tijdvak, gegrond op de eendragt des volks met de monarch, zal alle sporen doen verdwijnen van de bedroevende gebeurtenissenwier uitwissching uit de jaarboeken onzer historie door niemand vuriger, dan door mij, gewenscht wordt. Ik betreur tot in het diepst van mijn gemoed de ongelukken, die hebben plaats gegrepen, en met overmoeide zorg zal ik trachten ze te doen vergeten. Met vertrouwen en onvoorwaardelijk geef ik mij over aan de goede ge zindheid der natie. Nimmer vindt men bij de dapperen andere, dan verhevene gedachten. »Ik wensch voortaan ongestoorde eenstemmigheid met mijn volk. Ik ben bereid tot elke opoffering voor 's lands welzijnik wenschdat het land op nieuw zijnen wil doe kennen door zijne wettige vertegenwoordigers; en reeds dadelijk worden door mij alle waarborgen aangenomen en aangebodenwaar door de regten des volks en mijn troon kunnen bevestigd worden. De eer des troons is uwe eer, Spanjaarden! mijne waardigheid als Ko ningin, als vrouw en als moeder is de waardigheid der natie, die eens mij nen naam tot de leus der volksvrijheid heeft gemaakt. Alzoo schroom ik niet, mij aan u toe te vertrouwen ik aarzel niet, mijn persoon en mijne dochter in uwe handen te stellen. Ik schroom niet, mijn lot onder de hoede uwer trouw te plaatsen want het is mijne vaste overtuiging, dat ik u daar mede de beslissing opdraag over uwe eigen eer en over het welzijn des Va derlands. «Het zekerste onderpand voor de vervulling uwer edele verlangens, is gele gen in de benoeming van den dapperen Hertog der Overwinning tot voorzitter van den Ministerraaden in mijne volle toetreding tot zijne inzigten wier doelwit het geluk van allen is. «Spanjaarden, gij kunt uwe Koningin gelukkig en roemrijk maken door aan te nemen, hetgeen zij u aanbiedt en voor u beraamt in het binnenste van haar moederhart. De trouw van hemdie in mijne raadsvergaderingen zal voorzittende vurige vaderlandsliefdedie J)ij elke gelegenheid door hem betoond is, zullen hem met mij doen instemmen." Voorts is er verschenen een Koninklijk Besluit van den volgenden inhoud: Acht slaande op de beweegredenen, die mijn Minister van Oorlog mij heeft opengelegd, en met de meeste voldoening van mijn hart, heb ik besloten als volgt Art. 1. De besluiten, waarbij de Generaals O'Donnel, Serrano, Ros de Olano, Concha, Messina en Dulce van hunne ambten waardigheden en rid derorden ontzet werdenworden vernietigd. Art. 2. Desgelijks al die, betreffende de krijgslieden en burgers, die onder het beheer van den Graaf San Luis het Vaderland hebben moeten verlaten. Art. 3. Het is mijne begeertedat er een digle sluijer worde geworpen over de oneenigheden en de staalkundige bedrijven der tegenwoordige worsteling, als ook over alles wat den oorsprong en de voorbereiding er van betreft. Art. 4. Onder dit besluit zullen niet begrepen zijn de misdrijven van Ministers of Ambtenarenwelke voor eene tercgtstelling voor de Cortes of Regtbanken vatbaar zijn. (Dit art. verzekert derhalve de vervolgingen van misdrijven, onder bescher ming van aangematigde voorregtenbedreven.) Art. 5. Dit besluit geldt niet voor gewone misdrijven. Heden avond is de wacht bij het Koninklijk paleis gezamenlijk door gewapende burgers en door militairen van het garnizoen betrokken. De Ko ningin en haar Echtgenoot vertoonen zich van tijd tot tijd op het balkon, aan de op het slotplein vergaderde menigte, zij maken zich gereed om zich bui len het paleis te begeven zij zullen op de openbare wandelplaats eene wa penschouwing houden over eenige bataillons gewapende burgers, die reeds geheel uitgerust zijn. De Koningin-Moeder is nog op het paleisnaar verze kerd wordtwillen ol kunnen de troepen niet voor hare veiligheid zorgen indien zij het paleis harer dochter verlaat. Het nieuwe Kabinet is tot stand gekomen, Espartero is tot Voorzitter benoemd, en O'Donnell, met San Miguel lot Maarschalk verheven, is met de portefeuille van oorlog belasten Serrano tot Kapitein-Generaal van Anda- lusie benoemd. Deze benoemingen zijn door het volk goed opgenomen. De stads courant van den 27sten Julij meldt het volgende: De Konin gin en haar gemaal hebben aan de Opperste Junta van wapening en verdedi ging van Madrid 30,000 realen (ƒ3,750) aangeboden, om uit hunnen naam aan de gekwetsten bij de laatste gebeurtenissen in de hoofdstadte worden uitgedeeld. Zij hebben ook hun verlangen betoond om de weduwen en wee zen te kennen, die in nood zijn achtergelaten. Wij vermelden dezen nieuwen trek van edelmoedigheid der Koningin wier moederlijk hart de beste waarborg is voor de vrijheid. Het aantal gewonden in de gevechtendie in Madrid het bloed hebben doen stroomenwordt op 1247 geschat; dat der gesneuvelden op 380. De volksmenigte blijft uiterst verbitterd tegen de Koningin-Moeder. Den 24sten was het haar naamdag, en dien dag zijn, voor bet eerst sedert den 17dcnde straten en pleinen der hoofdstad niet geïllumineerd; vele barri caden werden met een lijkkleed bedekt, en daarop een doodshoofd, of eene nabootsing daarvan geplaatstMaar den 25steD zijn de illuminatie en de vreugdebedrijven hervat; en wanneer zij ophouden zullen, laat zich nog niet zeggenzoo groot is de geestdrift. Aan een 100-tal Spanjaarden, die ten gevolge van den opstand te Sa- ragossaeenige maanden geleden in Frankrijk de wijk namenis vergund naar hun land terug te keeren. De verbittering tegen de Generaals Cordova en Bep del Ole, een oud carlistalsmede tegen den Heer Gondara is groot. Het volk wil hunnen dood, omdat zij in de dagen van 17, 18 cn 19 Julij bevel gaven, om op het volk te vuren. OOSTENRIJK. WEENEN, 30 Julij. Graaf Esterliazy, die binnen kort naar Berlijn vertrekt, om gedurende de afwezigheid van Graaf Thun bij het Pruissische Hof Oostenrijk te vertegen woordigen zal een eigenhandig schrijven van den Keizer aan den Koning van Pruissen overgeven. Men verneemt, dat Vorst Alexander Wasiljewitsch Gortschakoff, die zich nog steeds te Weenen bevindtthans bepaald tot Russisch Gezant bij het Ooslenrijksche Hof is benoemd. Deze Vorst, gewoonlijk de jonge genoemd, ter onderscheiding van zijnen broeder, den opperbevelhebber van het Russisch Donau-leger, is reeds 58 jaar en G jaar jonger dan laatstgenoemde. Tot -dusver moeten 218 millioen voor de nieuwe leening ingeschreven zijn. Van eene andere geloofwaardige zijde verzekert mendat de inschrij vingen op deze leening reeds eene som van 300 millioen gl. bereikt hebben. Den 31stcn Julij zouden voor de eerstemaal de Donau-stoombooten van Weenen regtstreeks naar Gioergewo en Roestschoek varen. Eerlang zal de dienst tot Silistria worden verlengd. RUSLAND. Uit Petersburg is van den 24sten Julij geschrevendat de Keizer onlangs te Krasnoe-Selo de, sinds eenigen tijd gestaakte, wapenschouwing weder voortgezet heeft. Van de vroeger geïnspecteerde troepen zijn afdeelingen opgerukt naar Polen. Het overlijden van Daschkow heeft onder de lioogere standen eene overdrevene vrees voor de cholera veroorzaakt. Onder het voorwendsel van cholera verlaten velen Petersburgen begeven zich naar hunne afgelegene landgoederen. De Russische Gas. du Com. berigt, dat sedert de opening der scheep vaart, 23 April, tot 30 Junij (12 Julij) in de haven van Petersburg 7,122

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 3