4°. Omtrent liet schoonmaken en invoegen der gemetselde bruggen binnen deze Gemeente en langs de Singels. 5°. Omtrent het veranderen van twee steenen bruggen in platte bruggen met houten dekken. 6°. Omtrent de leverantie van eenige meubelen voor de Militaire Cazernegebouwen. Na eenige deliberatie zijn deze met 10 tegen 5 stemmen, zijnde die van de leden van Kaathoven, Lisman, de Breuk, Luzac en Taets van Amerongen, goedgekeurd. liet lid de Moen verlaat de vergadering. 6°. De verordening tot afwering van besmetting door pokken in behandeling gebragt zijnde, verlaat de Heer Ysselsteyn de ver gadering. En wordt van deze verordening de titel aangenomen met 12 tegen 1 stem zijnde die van den Heer Adriaans. Art. 1 met 11 tegen 2 stemmen zijnde die van de Heeren Luzac en Adriaans. Art. 2 met 12 tegen 1 stem zijnde die van deu Heer Adriaans. Art. 3 met 8 tegen 5 stemmen zijnde die van de Heeren Lis mande Breuk, ten Sande, Luzac en Adriaans. Art. 4 met 10 tegen 3 stemmen zijnde die van de Heeren Huyser, Adriaans en Krantz. Vervolgens wordt de geheele Verordening aangenomen met 10 tegen 3 stemmen, zijnde die van de Heeren ten Sande, Luzac en Adriaans. Deze aldus aangenomene Verordening luidt als volgt Art. 1. Zoodra de pokken (variolae mitigatae) zoogenaamde kinderziekte of pokken zich in eenig huisgezin openbarenis het hoofd van dat gezin verpligt aan den bovendorpel der huisdeur vast te hechten en zoolang de besmetting duurt, ter beslissing van den geneesheer te zorgen dat aan den bovendorpel van de huisdeur vastgehecht blijve een papier, waarop, met voor voorbijgangers leesbare letters ter grootte van twee Piederlandsche duimen, geschreven staat: Pokhen, Kinderziekte of gewijzigde Pokken. Art. 2. De Geneesheeren zijn verpligt, wanneer een lijder aan de pokken of de gewijzigde pokken in hunne praktijk voorkomt,, daarvan dadelijk en schriftelijk kennis te geven ter Secretarie der Gemeente, met vermelding van naam en ouderdom des lijdersbenevens van wijk en nummer van het huis waar hij verblijft, verder aanduiding van den tijd van aanvang der behan deling en zooveel mogelijk der ziekte. Bij herstelling of dood des lijders, zijn de Geneesheeren tot kennisgeving ook hiervan ter Gemeente-Secretarie verpligt. Art. 3. Met eene boete van een tot vijf en twintig gulden en gevangenis van één tot drie dagen, te zamen of afzonderlijk, worden gestraft de hoofden der huisgezinnendie de bepaling in Art. 1 niet nakomen of overtredenof zijdie het volgens Art. 1 aan den bovendorpel der huisdeur vastgehechte papier op eenigerlei wijze weg doen vallen of onleesbaar maken. Met eene boete van vijf en twintig gulden wordt de geneesheer gestraft voor het verzuim van iedere der in Art. 2 gemaakte bepalingen. Art. 4. De Politie onderzoekt dagelijks of het bij Art. 1 om schreven papier behoorlijk is vastgehecht. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. G. LA LAU.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 6