LEYDSCHE COURANT N°. MAANDAG, 17 APRIL. BIMENLANDSCïIE BERIGTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is f 13 in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN15 April. Door de Arr. Reglbank alhier zijn benoemd tol leden van den Raad van Toezigt en Discipline Mrs. J. E. Goudsmit, S. Tak en H. Nceb; tot lid van het bureau van Consultatie Mr. J. E. Goudsmit. De Heer J. A. C. Oudemans, Observator aan de Hoogeschool alhier, is tot corresponderend lid van de Natuurkundige Vereeniging te Batavia gekozen. Het getal opgenomenen in het werkhuis gedurende de afgeloopen week is geweest als volgt: 9 April 159 volwassenen, 72 kinderen, te zamen 231. 10 i» 199 86 285. 11 206 95 301. 12 209 94 303. 13 217 95 312. 14 184 84 268. 15 194 88 282. Door de Regering is een voorstel gedaan om de belasting van de maïs op te heffen of te verminderen. Eene woordenwisseling in de Eerste Kamer heeft daartoe ongetwijfeld veel hijgedragen. Bij dit berigt haalt de Landb. Cour. eenige stukken aan, uit eene vroegere redevoering van den Heer van Beeck Vollenhoven, waaronder dit: Het is in het belang van den landbouw, dat de maïs gelijk worde gesteld aan de onbelaste granen, vooreerst, omdat het ten platte lande een uitmuntend voedsel voor de arbeidende klasse kan worden; ten tweede, omdat het een standaard-artikel zal worden voor den prijs van het veevoeder; dit zijn nu de erwten; maar dat voortbrengsel wordt van jaar tot jaar duurder; het zou dus voor de vetweiders allerwenschelijkst zijn, dat die vrucht door een even krachtig voedingsmiddel werd vervangen. De Minister van Buitenl. Zaken en ad interim van Financiën heeft ter mededeeling aan de leden van de Tweede Kamer der Stalen Generaal doen toekomen een uitgebreid verslag in betrekking tot de algem. begrootin gen en staals-inkomslen en uitgaven over de dienstjaren 1851 en 1852. Uit dat verslag, waarbij alle noodige bijlagen zijn gevoegd, blijkt de toe stand van 's Rijks schatkist op 1 Jan. 1853. De baten hadden bedragen ƒ30,031,927.37; de lasten 15,221,809 26, zoodat het overschot bedroeg 14,809,218.11. Dit overschot was ontstaan uit de batige saldo's van de vorige jaren, als: van 1850 5,639,755.02van 1851 4,490,220.695, van 1852 4,029,242.39 sen koopprijzen van domeinen 650,000. Over deze som is gedeeltelijk beschikt bij de wet van 23 Dec. 1853, lot amorti satie en aflossing van Nationale schuld, tot een bedrag van 12,596.664.58, zoodat nog uit de middelen van 1851 en 1852 een beschikbaar cijfer van 2,100,000 overblijft. De Minister van Oorlog brengt ter kennis, dat op Dingsdag den 2dcn Mei aanstaande, door den Commandant van het corps Jagers te paard, te Leeuwarden, zal worden overgegaan tot de publieke aanbesteding der leve rantie van 114 Remontpaarden, en wel in zes loten, ieder van 19 stuks. Dezer dagen beeft aan de Kon. Militaire Akademie te Breda, voor de Onderofficieren van het legerhet examen plaats gehadom tot den rang van Officier te worden bevorderd. Van de 34 Onderofficieren der infanterie, die zich daartoe aanmeldden, hebben 26; van de 9 Onderofficieren der rui- terij 5, en 3 der artillerie een voldoend examen afgelegd. Er zullen alzoo 34 Onderofficieren van bet leger tot den rang van Officier worden bevorderd. 's GRAVENIIAGE, 15 April. Z. M. is gisteren van het Loo in de residentie teruggekeerd. liet H. Dagbl. meldt dat II. M. de Koningin sedert eenige dagen aan koorts lijdt; men mag evenwel de hoop voeden, dal die ongesteldheid slechts van voorhijgaanden aard zal zijn. II. M. heeft eene koude gevalwaardoor griep ontstaan moet zijn. Men verneemt, dat H. M. de Koningin-Moeder nog een geruimen tijd in de residentie zal verblijven, voordat zij zich naar Soestdijk zal begeven, hetgeen waarschijnlijk eerst in Junij zal plaats hebben. IV oensdag avond 11. is de Aalmoezenier van II. M. de Koningin-Moeder de lleer S. BogoinololT, in deze residentie overleden, 11. M. is door dit treu rig sterfgeval diep getroffen. Heden morgen heeft dc plegligc ter aarde be stelling op dc begraafplaats Eikenduinen plaatsgehad, de Heeren Secretarissen hij hel Russische gezantschap, in costuum, de baron van Pallandt, Kamer heer van II. M. de Koningin-Moeder, de zangers behoorende tot de kerk en vele andere personen bewezen den overledene dc laatste eer. Op het kerk hof werd door de zangers een koraal gezongen. Bij vele ingezetenen alhier is eene circulaire rondgezonden over bet opriglen van eene betere sterrewacht aan de Hoogeschool te Leyden. Ook in andere sleden wordt deze loffelijke poging in het werk gesteld en wij hopen, dat dezelve hier en elders met goed gevolg zal worden beproefd, om alzoo een nationaal monument tot bevordering der wetenschap, lot erkenning en aanmoediging van hoogc verdiensten, en tot groot nut van handel en scheepvaart daar te stellen. De leden van de Eerste Kamer zijn aangeschreven om te vergaderen op Donderdag den 27stcn dezer. Door den Minister van Binnen!. Zaken is vergunning tot wederopzeg ging toe verleend aan VV. S. Burger Wz. te Rotterdam, als verlegenwoordiger eencr op te riglen naamlooze maatschappij tot den aanleg en het gebruik van een electro-magnctischen telegraaf tusschen Rotterdam, Briellc, Ilellc- voelsluis, Brouwershaven en verdere plaatsen, op de eilanden Goeree, Over- flakkee, Schouwen en Duiveland. De telegraaf moet binnen twee jaren na dagteekening der vergunning in werking zijn. Ook nog aan Gerrit Jansen, beurtschipper te Nijmegen, onder zekere bepalingen, voorloopig voor eene sleep- en vrachtstoombootdienst van Rotterdam op Lobilh en tusschcnplaat- scn heen en terug, in vereeniging met het beurtschippers:eer van Rotter dam op Nijmegen. Tusschen Nederland en het Zwitsersch bondgenootschap is op den 21ste,, December 1853 eene overeenkomst ter wederkeerigc uillevering van boosdoe ners gesloten, en heeft de uitwisseling der aclen van bekrachtiging dier over eenkomst op den 13dca Maait 1854 te Bern plaats gehad. ROTTERDAM, 14 April. Met leedwezen deelen wij het overlijden mede van den Heer C. L. Casleren van Catlenburg, Zendeling-Leeraar te Toegoe en Depok, in den nacht van 16 op 17 February. Die beide inlandsche Christengemeenten verliezen in hem een ijverig en bekwaam herder, terwijl ook de letterkunde in deze gewesten een niet ongelukkig beoefenaar in hem betreurt. liottC.) In eene vergadering van boekhouders van te Dordrecht te huis behoo rende schepen voor de groote vaartaldaar gehoudenis eene commissie be noemd, met den last om gevolg te geven aan de dezer dagen van wege het meteorologisch instituut te Utrecht gedane uilnoodiging, om krachtig mede te werken tot alles wat, door een onderzoek naar de verschijnselen op en in den Oceaantot bevordering van de wetenschap en de zeevaart strekken kan. Deze commissie beslaat uit de Heeren J. B. 't Ilooft, F. C. Déking Dura, F. van Wageningen, Mr. A. Blussé en J. Mauritz. De verzending van konijnen uit Belgie naar Nederland neemt dagelijks toe. Alle visschersvaarluigen vervoeren die dierenen de stoomboot Amicitia had er hij zijne jongste reis 400 aan boord. AMSTERDAM, 14 April. Gisteren ochtend ten 10 ure is het stoffelijk overschot van wijlen den Hoogleeraar Mr. C'. A. den Tex in de Evangelisch-Lulhersche Oude Kerk ter aarde besteld. Eene talrijke schaar van bloed- en aanverwanten, ambtgenoo- tcnvrienden en voormalige leerlingen des overledenen had zich om hel graf vereenigd, om eene laatste hulde aan den waardigen afgestorvene te brengen. De eenvoudige, maar aandoenlijke plegtigheid werd opgeluisterd door eene hartelijke en warme toespraak van den Hoogleeraar M. des Amorie van der Hoeven, waarin deze met de hem eigene zeggingskracht de veelzijdige ver- dienslen van den overledene schetste. Vooral deed Z. Hooggel. uitkomen, hoe de afgestorvene gedurende zijne veeljarige loopbaan als Iloogleeraar iri de reg ion, door zijn onvermoeiden ijver en veelzijdige kennis als aan het hoofd van de reglssludie in ons land gestaan had, en als zoodanig door het buitenland geacht werd; boe bij veelzijdigheid in zijne wetenschap niet alleen op den voorgrond stelde, maar ook op eene voortreffelijke wijze in dien geest werkte; hoe hij eindelijk als Lecraar bij de studerende jongelingschap door zijn talent om kundigheden mede te deelen uitgemunt bad, en ook later voor hen, zijne voormalige leerlingeneen belangstellend vriend en nuttige raadgever bleef. Behalve deze treffende toespraak van derr Hooglceraar van der Hoeven sprak ook nog de Heer Waller namens bet korps studenten eenige weinige, marr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 1