voor een ieder ter Secretarie dezer Gemeente ter inzage zijn nedergelegd, ter
wijl een Exemplaar van ieder op de kleine Pers van het Raadhuis is aangeplakt.
En zal deze door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd.
Leyden, 1 April 1854. VAN LIMBURG STIRUM.
Derde Zitting van den Militie-Raad over het Kanton LegdenN°. 15.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN, ontvangen hebbende
van den Militie-Commissaris over de Kantons 1521, Provincie Zuid-
Holland, cene Kennisgeving, dat de Derde Zitting des Militie-Raads voor deze
Gemeente, zal gehouden worden in de Lakenhal aan den Ouden Singel, op
Dingsdag den llden April 1854, des morgens ten 10 J ure, ter beoordeeling
der Plaatsvervangers en Nummerverwisselaarswelke de dienstpliglige Lote-
lingen dezer Gemeente zullen verlangen te stellen alsmede tot het afdoen der
belangen van zoodanige Lotelingen, wier zaak tot deze Zitting is geadjour-
neerd; Brengen zulks bij deze ter kennisse van de belanghebbenden, met
informatie, dat tot het opmaken van de bij de Wet gevorderde certificaten
voor Plaatsvervangers en Nummerverwisselaars, (welke laatste zulks echter niet
dan met toestemming hunner ouders vermogen te doenzal worden gevaceerd
ter Secretarie dezer Gemeente, van heden af, dagelijks de Zondagen uitgezon
derd, 's morgens ten 10 ure; alwaar zij tevens de noodige informationzoo
omtrent het opmaken dezer certificaten, als ten aanzien der vereischten, welke
de Plaatsvervangers, ingevolge de Wet, moeten bezitten, kunnen hekomen.
Voorts meenen Burgemeester en Wethouders de belanghebbenden, of wel
hunne ouders, te moeten waarschuwen voor zoodanige personen, welke
hun onder den naam van Commissionairs, somwijlen misleiden, zoo door inet
hen krachtelooze overeenkomsten te sluiten, als door hen, welke Plaatsver
vangers verlangen te stellen, onder voorwending van alles voor hen te zullen
bezorgen, een aantal orinoodige kosten doen maken, ja die zelfs veelal, door
beding van al de gelden daartoe benoodigd, dadelijk in eens of kort op elkan
der volgende termijnen te moeten ontvangen, hun voor het vervolg in vele
onaangenaamheden wikkelen; alzoo van het geld, door de Lotelingen ten be
hoeve der Plaatsvervangers te gevenvolgens Art. 98 der Wet van den 8sten
Januarij 1817nimmer meer dan een vijfde aan dezen mag worden uit
betaald, en de overige vier vijfde in de kas van het Korps moeten worden ge
stort; en als dan zoodanige Commissionairs, na het volle geld genoten te
hebben, dikwijls (zoo als de ondervinding heeft doen zien) niet in staat zijn
de betaling der verdere termijnen aan het Korps te voldoen, de belangheb
benden genoodzaakt worden die gelden nog eenmaal te betalen. Eindelijk
wordt den belanghebbenden nog herinnerd de bepaling van Art. 33 der Wet,
van den 27sten April 1820, houdende: dat hij, wiens Plaatsvervanger gedu
rende 18 maanden gediend heeft, (de dienst bij reserve niet mede gerekend)
van alle verdere verantwoordelijkheid voor dezen bevrijd zal kunnen blij
ven, mits stortende eene som van ƒ150, wanneer in de aanvulling van den
Plaatsvervanger, ingeval bij mogt komen te ontbreken, door vrijwillige wer
ving zal worden voorzien.
En zal deze door aanplakking en plaatsing in de Leydsche Courant wor
den afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
Leyden den 30^" Maart 1854. VAN LIMBURG STIRUM.
De Secretaris v. PUTTKAMMER.
KERKNIEUWS.
Tot Predikant bij de Hervormde Gemeente te Monnickendam is beroepen
Ds. C. J. Brutel de la Rivière, te Grootebroek.
AKADEMIE-NIEUWS.
PROMOTIE AAN DE LEYDSCHE HOOGESCHOOL.
Den 31sten Maart de Heer J. Bosscha Jr., van Bredain de Wis- en Natuurkunde,
na Openbare verdediging zijner Dissertatie: de Galvanometro Differentiali.
Den lsten April de Heer B. L. Rasch, van 's Gravenhagein de Regten,
met Theses.
Al) VERTEN TIEN.
als contracterende partijen tot hetzelve rnogtcn willen loetreden. Eindelijk
wordt in het vijfde en laatste artikel aan alle onderdanen der Porte, zonder
onderscheid van godsdienst, gelijkheid voor de wet en benoembaarheid tot
alle openbare betrekkingen gewaarborgd.
Aan dit verdrag zijn, als deel van hetzelve uitmakende, verscheiden pro-
tokollen gehecht, die de hoofdpunten der overeenkomst in wetsbepalingen of
reglementaire verordeningen vervatten. Een dier protokollen betreft de op-
rigting van uit Christenen en Mohammedanen zamengeslelde regtbanken al-
lerwege in het Turksche rijk; het beslaat niet minder dan 18 bladzijden
en moet in de plaats komen van de capitulatien of overeenkomsten die vroe
ger door onderscheiden Europesche Staten ten behoeve hunner in Turkye
verblijf houdende onderdanen met de Porte gesloten zijn. Een ander proto-
kol betreft een voorschot van 20 millioen fr.door Frankrijk en Engeland
gezamenlijk aan de Turksche schatkist gedaan; een derde strekt tot regeling
der belastingen en wel tot opheffing van het karatsch of door de Christenen
jaarlijks aan de Tuiksche schatkist te betalen hoofdgeld, hetwelk sedert lang
door de Porte beschouwd is als een afkoop der verpligting tot de krijgsdienst,
zoodat die afschaffing de opneming der Christenen in het Turksche leger
medebrengt.
De Porte heeft zich den lldcn dezer de sleutels doen geven van het
groote paleis dat Rnsland te Pera had doen stichten. Zij wist hoe de Grie
ken, zich daar veilig achtende, in dat paleis vergaderingen hielden, welker
doel ligt te gissen valt. Daarom liet de Porte den Oostenrijkschen Internun
tius, wien sedert de vredebreuk met Rusland de behartiging van de belangen
der Russen in Turkye is opgedragen, óf de sleutels óf een borgtogt, vragen,
dat in genoemd paleis geene geheime vergaderingen zouden gehouden worden.
De Internuntius heeft aan de overreiking der sleutelsmaar onder bijgevoegd
protest, de voorkeur gegeven.
De Russen hebben twee overgangspunten van den Donau versperddat
te Soelina door het doen zinken van talrijke met aarde gevulde zakken
welke de vaart onmogelijk makendat te Saint George door het spannen van
een keten. Twee stoombooten van bet geallieerd eskader zijn tot verkenning
dezer punten afgezonden. De genoemde maatregel treft het meest den handel
van Oostenrijk.
Den 23stca is het Russische legerwelks sterkte op 40,000 man be
groot wordt, op drie punten die rivier overgetrokken. Den 22slerl des mor
gens om 4 ure openden al de op de Donau-eilanden beneden Ibraïlow opge-
rigte Russische batterijen een hevig vuur op Turksche verschansingen boven
en beneden de kleine vesting Matschindat den ganschen dag tot in den
nacht aanhield. Den 23sten des morgens om 7 ure werd het vuur van de
zijde der Russen op nieuw geopend, doch door de Turken slechts flaauw be
antwoord. Ten 4 ure namiddags staken 6 Russische bataillons benevens 4
kanonnen met 14 groote schepen, onder bescherming der Donau-flolilleover,
naar het beneden Matschin gelegen landhoofd van Gidschedalwaar zij vasten
voet kregen, terwijl de genie bezig was eene staande brug over den Donau
te slaandie tegen den avond voltooid was. Het vuur der Turken tegen de
stoomboot en de brug hield, zonder aanmerkelijke schade aan te rigten, aan
tot aan de nacht. Daarna ontruimden de Turken hunne verschansingen, met
achterlating van 20 gesneuvelden. De Russen hadden volgens hunne opgave
23 gesneuvelden en gewondenonder welke laatste de Generaal van de genie
Dubarski. De brug werd gelegd onder leiding van den Generaal Schilder,
en het overtrekken onder bestier van den Generaal Kotzebue.
Tegelijk met dezen overtogt is de Generaal Ludcrs met 6 bataillons bij Galacz
en de Generaal Uschakoff met 13 bataillons, komende van Ismail in Bessarabie,
beide met schepenover den Donau gegaan. Eerstgenoemde vond daarbij
geen tegenstand en rukte 8 werst landwaarts in. Nadat de brug, die hij bij
Galacz over de rivier deed slaan, voltooid was, zijn 26 bataillons met eene
evenredige magt ruiterij en artillerie daarover getrokken.
De Generaal Uschakoff had een hardnekkigen tegenstand te overwinnen, toen
hij boven de Turksche vesting Toeltscha, nagenoeg in bet midden tusschen
Galacz en de uitmonding bij Soelina. de rivier, die daar zeer breed is, over
trok. De schansen door de Turken aangelegd, werden stormenderhand inge
nomen, waarbij 11 kanonnen en 150 gevangenen (onder welke een Overste
en 50 Officieren zijn zouden) in de magt der Russen vielen. Zeer groot moet
het verlies der Turken geweest zijn, maar ook aan de zijde der Russen zijn
300 man gesneuveld of gekwetst. Even als bij Ibraïlow en bij Galacz, werd
ook bij Toeltscha door de Russen eene staande hrug over de rivier gelegd.
De laatstgenoemde vesting moet reeds door de Russen ingenomen en het beter
versterkte Matschin berend zijn; en nu zullen zij waarschijnlijk het heuvel
achtige gedeelte der landstreek Dobroetscha gemakkelijk bezetten.
Omer-Pacha, de Turksche Opperbevelhebber was bereid op eenen aanval
der Russen op de Dobroetscha of de landstreek aan den mond van den Donau.
Matschin is op zich zelf eene onbelangrijke vesting; maar de Turksche genie
heeft vrij sterke veldwerken opgeworpen. Voor de vereenigde zeemagt is dit
tooneel niet ontoegankelijk. In allen gevalle is het nu van het grootste be-
langde aankomst der Franscbe en Engclsche hulptroepen te bespoedigen
want de Russen zullen ongetwijfeld alle krachten inspannen om het Turksche
leger te verslaaneer dat het die versterking zal hebben ontvangen.
STADS BERUSTEN.
De VOORZITTER van den Gemeenteraad van LEYDEN,
Gezien Art. 31 der Wet van den 4d™ Julij 1850 (Staatshl. N°. 37)
Doet te wetendat de Lijsten der Kiezers voor Leden van de Tweede Ka
mer der Staten-Generaalvan de Provinciale Staten en van den Gemeente
raad op heden zijn gesloten, en dat zij van heden af gedurende acht dagen
Getrouwd: Mr. P. G. HUBRECHT,
Weduwenaar van Vrouwe A. A. L. Steenlack
zütphen, 30 Maart 1854. en
E. M. STEENLACK.
Eenige Kennisgeving.
Den 29sten Maart 1854, overleed te Leyden in den ouderdom van ruim
45 jaren, onze geliefde Broeder en Behuwd-Broeder MARIUS JACOBUS van
DIEST. Zijne vrienden en bekenden gelieven deze algemeene als bijzondere
kennisgeving te beschouwen.
W. H. van DIEST.
M. G. van DIEST, Koot.
Heden overleed in den ouderdom van ruim 63 jaren, Mejufvrouw SARA
van GENDT, Wede. c. Verbeek, hare verwisseling zij vrede doch diep be
treurd door hare Betrekkingen en Vrienden.
Leyden, 31 Maart 1854. J. FILIPPO, Executeur.
De Borstelmakers-Affaire zal onder den naam van de
Wede. C. VERBEEK C. MIZEE worden voortgezet.
De Ondergeteekende betuigt voor de blijken van deelneming, bij gelegen
heid der bevalling zijner Echtgenoot, den hartelijksten dank.
Leyden, 1 April 1854. A. RUTGERS van der LOEFF.
OPHEFFING VAN CURATELE.
Bij Vonnis der Arrondissements-Regtbank te Leyden, dd. 28 Maart 1854,
is de Curatele opgeheven, waaronder Mejufvrouw JANNETJE RIJK, Wede.
P. Felix Az. zonder beroepwonende te Leydenbij Vonnis dier Reglbank
dd. 1 Maart 1845is gesteld geworden.
De Procareuroccuperende voor de Verzoekster
Leyden, 1 April 1854. F. BOOY, Fz.