LEYDSCHE COURANT YRÏJDAG, 24 MAART. BINNEXLANDSGHE BEÏIIGTEY. De Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is f 13 in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN 23 Maart. Heden morgen had de onthulling plaats van het standbeeld van Koning Willem II te 's Hage, waarbij de Voorzitter der Commissie de Heer van Dam van Isselt eene toespraak heeft gehouden. Tijd en plaats ons ontbrekende om thans hieromtrent in bijzonderheden te treden, behouden wij ons voor, in een volgend nommer hierop terug te komen. De Muzikale Vereeniging van IIH. Studenten, Sempre Crescendodie sedert 1831 bij toeneming zoo gelukkig aan hare kenspreuk mogt beantwoor den, gaf 11. Dingsdag weder in den Schouwburg volgens haar loffelijk gebruik een invitatie-Concert, waarop eene zeer aanzienlijke schaar uit de inwoners tegenwoordig was. De algemeene opgetogenheid en toejuiching der aanwezigen heeft aan de uitvoering beslissender en krachtiger hulde bewezen dan wij vermogen. Zij uitten zich vooral bij de uilvoering der heerlijke prijs-symphonie van den uilne- menden Componist den Heer Verhulst, (we zouden hemware 't woord niet te vreemd, wel Muziek-dichter willen noemen) door hem zeiven bestuurd. Nadat onder zijne leiding ook nog zijn liefelijk Intermezzo ©rufit aui! bic Serne was uitgevoerd, werd hem door den voorzittenden Commissaris het be wijs van het Eerelidmaalsciiap aangeboden. Na afloop van het Concert brag- ten de Meesters van het Leydsche Orchest genoemden Heer, als een bewijs van hulde aan zijne talenten en verdiensten, eene serenade bij fakkellicht. Door dit Concert verwierf de Vereeniging zich bij vernieuwing billijke aan spraak op de erkentelijkheid der aanwezigen. Moge zij met denzelfden lust en ijver voortgaan en de ernstige studiën met de beoefening der toonkunst afwis selende, het nuttige op zulk een wijze aan het aangename paren, dat de hloei der Vereeniging daarvan de welgevallige vrucht zij en aan hare leden hij aangename uitspanning de schoonste voldoening opleveren. Wij vernemen, dat de Heer S. J. Moscoviter, Israëlitische onderwijzer 1e Assen, als Prediker bij de Israëlitische gemeente alhier is beroepen^ er waren 27 sollicitanten naar deze betrekking. ProvDr. Cour.) De Arnst. Cour. meldt het volgende: Naar wij vernemen, heeft Z. M. de Heeren Prof. J. van Geuns, Prof. W. Vrolik, Prof Abm. des Amorie van der Hoeven, Mr. J. van Lennep, Mr. J. Heemskerk, Bz.Prof. J. Bake en Prof. M. de Vries benoemd tot eene Commissie, om bij de Koninklijke Aka- demie van Wetenschappen, eene klasse te voegen voor de Nederduitsche taal geschiedenis en oudhedenen een reglement daarvoor zamen te stellen. Op verscheidene plaatsen doet zich groole behoefte gevoelen aan werk lieden. In de Cour. van heden worden aan de Zandpoort bij Haarlem 10 a 12 Timmerlieden gevraagd en te Bergen bij Alkmaar 6 a 7 zoo Tim merlieden als Metselaars. In het kiesdistrict Sliedrecht is de Heer A. II. van Tienhoven tot lid der Prov. Staten van Zuidholland verkozen. Elr zijn een 50-tal jongelieden van Kampen tol Onderofficier aange steld, na afgelegd examen. Uil Gouda schrijft men aan het Hbl. dat de voordragt tot benoeming van Mejufvr. Gisius Nanning, als stads-schooliiouderes aldaar, door den Raad aan Ged. Staten opgezonden door den Minister van Binnenl. Zaken niet is goedgekeurd, daar hij te kennen gaf, dat men billijker zou gehandeld heb ben met Mejufvr. Hardeman, als zijnde n°. 1 bij het afgenomen vergelijkend examen te benoemen. De Arnst. Cour. berigt uit 's Gravenhage dat Dr. A. VrolikDirecteur van het munlcollcgie te Utrecht eerstdaags tot Minister van Financiën zou worden benoemd. Andere bladen schrijvenDezer dagen is herhaaldelijk gesproken over eene ministeriële verandering en meer in 't bijzonder over de vervanging van den Heer van Hall, die thans ad interim de waardigheid van Minister van Fi nancien bekleedt, door eencn blijvenden Minister, aan het. hoofd van dat Departement. Naar men thans verzekert, vereischen die geruchten allezins nadere bevestiging, en zou de optreding van eenen blijvenden Minister van Financiën nog geenszins zoo nabij zijn als men uit de loopende geruchten heeft gemeend te kunnen opmaken. Uit Brussel wordt berigt, dat de Generaal de CevaAdjudant van Z. M. onzen Koning aldaar is aangekomen. De Directie van den spoorweg van Antwerpen naar Rotterdam heeft besloten, het vroegere plan, om den weg tot Oudenbosch te openen, te laten varen en bepaald dat dit plaats zal vinden tot Roosendaal, en wel op 1 Mei. Den IB110" dezer zijn op het Nyenlap nabij Meppel twee otters gevan gen, waarvan een de buitengewone lengte bezat van bijna 7 voelen bij een gewigt van ongeveer 30 oude ffi. Dit monsterachtige dier heeft geruimen tijd met den hond, die het ving, in het water geworsteld en den hond ver scheidene zoo belangrijke wonden toegebragtdat het dezen niet dan met veel moeite gelukt is het eindelijk te overmeesteren. Een landbouwer bij Gramshergen heeft op zijn land een groole partij bouwmaterialen gevonden uit vroegere eeuwen. Bij hel gewijzigd ontwerp van wet ter verliooging van het X')c Hoofd stuk der Staatsbegrooting van 1854, Oorlogwordt in een eenig artikel de arlt. betreffende de verschillende wapenenverhoogingen voorgesteldte zamen tot een bedrag van ƒ1,071,070, waardoor het eindcijfer voor het Dep. van Oorlog gebragt wordt op ƒ11,471,070. In de Memorie van Beantwoording wordt onder anderen gezegddat de ver wikkelingen in het Oosten alleen de overtuiging hebben gegevendat er een staat van oorlog zou kunnen ontstaan en dat men daar niet onbedacht of onvoorbereid op mogt blijven. Die meening wordt door de omstandigheden gewettigd. Dat men, komende tot de noodzakelijkheid om eene suppletoire begrooting op te makendaarin ook de kosten opnam welke de meerdere duurte der levensmiddelen te weeg brengt, is natuurlijk. Het tegendeel zou onverklaar baar geweest zijn. Dat men die aanvrage echter reeds in de begrooting zelve had kunnen begrijpenontkent men ten stelligste. Die begrooting werd reeds in de maand Julij opgemaakt, doch noch in die maand, noch in Au gustus kon men iets met zekerheid omtrent deze verhooging van uitgaven wetenvermits de fourrages eerst in October voor de leverantie op 1° Nov. werden aanbesteedhetgeen met het brood eerst in November het geval is geweest. Tusschentijds kon men ook de begrooting niet wijzigen zonder de beraadslagingen er over te vertragen, in welk geval de Eerste Kamer geen genoegzaam tijd zou hebben gehad om die te beoordeelen. Dat men daarvan nu afwijkt, strekt jnist ten bewijze, dat de algemeene toestand van zaken haar van dien aard voorkomt, dat men eindelijk in het algemeen belang van dat beginsel moet afgaan, ten einde, wat het krijgs wezen betreft, tot eenen beteren grondslag te geraken. Dat het voorgestelde niet behoort tot de buitengewone maatregelenwelke door een dreigend oorlogsgevaar zouden worden gewettigd, is met juistheid ingezien, vermits men dan een voorstel zoude moeten doen van geheel ande ren aard. Doch inmiddels is de verantwoordelijkheid der Regering niet ge dekt, en is zij overtuigd van de noodzakelijkheid om, in afwachting der ge beurtenissen eene verbetering der strijdkrachten tot stand te brengen. Te regt is door sommige leden aangevoerd, dat de aangevraagde gelden niet alle van denzelfden aard zijn. Eenige toch kunnen als blijvendeandere als voorbijgaande beschouwd worden. De toelichtende staten wijzen dit ge noegzaam aan en hierop zal hij de beantwoording der overige paragraphen nog nader worden teruggekomen. Dit zal evenzeer het geval kunnen zijn met het onder de wapens houden der miliciens van iedere ligting gedurende 12 maanden. Verder worden de vragen wier beantwoording in de Kamer verlangd werd, toegelicht, waaruit onder anderen blijkt, dat het eindcijfer der bcgrooting van Oorlog, om op eene gepaste wijze in de behoeften te voorzien, ongeveer ƒ12,000,000 zou dienen te bedragen om een staand leger te bezitten, zoo danig ingerigt als, in verband met ons verdedigingsstelsel, tot eene krachtige verdediging des Rijks noodzakelijk is. liet zal der Regering zeer aangenaam zijn, dat men eindelijk tot eene eind beslissing kome in den geest der hiervoren gemaakte opmerking, Men hoopt dat die leden, die niet gezind zijn, om, zonder dreigend oorlogsgevaar, meer geld voor het leger toe te staandaaromtrent tot andere gedachten zullen komen, vermits de verantwoordelijkheid omtrent de gewigligste belangen van het Vaderland groot zou wezen, indien men in dezen tijd weder, als in die tijdperken, zoo bekend in 'sLands geschiedenis, de belangen der verdediging veronachtzaamde. Noodlottig zoude het zijnals men van de zeemagt tot de landmagt, of omgekeerd zoude besluiten. Nog noodlotligerindien men

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 1