Bij dit ontwerp is gevoegd ccne door den Minister van Builciil. Zaken en
ad interim Minister van Financiën van Hall ondcrteckende Memorie van Toe
lichting, hoofdzakelijk van den volgenden inhoud:
De in December 1852 uitgevaardigde wet lot amortisatie en conversie van
schuld heeft, wat het laatste doel betreft, gcene uitvoering kunnen erlangen.
De strekking toch van die wet bragt mede, dat hooge beursprijzen ge
vorderd werdenom de uitvoering mogelijk te maken.
Terwijl intusschen de stand van zaken in Europa het bereiken van zooda
nige beursprijzen belet heeft, is echter de toestand der financien van Neder
land, wel verre van ongunstiger te worden, steeds meer en meer verbeterende.
Om van de schuldvermindering, welke in de jaren 184449 plaats heeft
gehad te zwijgen, zoo is er sedert 1850 tot en met dit oogenblik bereids
van de Staatsschuld vernietigd een nominaal kapitaal van ruim 24,000,000,
terwijl alsnog van de bij de wet van 23 December 1853 aangewezen mid
delen ongebruikt is cene som van ƒ350,000.
Bovendien is voor dezelfde bestemming ƒ1,086,362.50 op de begrooting
van uitgaven voor het jaar 1854 toegestaan.
Desniettegenstaande ziet de Regering zich in staat om eene nadere wet
voor te stellen, krachlens welke op nieuw 1,500,000 voortspruitende uit
het fonds der koopprijzen van domeinentot schulddelging worden besteed.
Dit een en ander kan geschieden zonder dat nog aangeroerd is het vermoe
delijk batig slot van het jaar 1853, dat nagenoeg ƒ5,000,000 zal bedragen.
De middelen over het jaar 1854 beloven cene ruime dekking van al de
reeds toegestane uitgaven; ook van die, welke de voorzigtigheid gebiedt, dat
tot instandhouding van het leger worden aangewezen, evenzeer als tot ver
hooging van eenige hoofdstukken der begrooting, ten gevolge der vermeerde
ring van prijzen en arbeidsloonen.
De vooruilziglendaaromtrent beslaande, zijn van dien aard, dat de Re
gering reeds gereed heeft voorstellen tot vermindering van belastingendie
op de eerste levensbehoeften en op handel- en scheepvaart drukkenalsmede
een voorstel tot verbetering der personele belasting, in het belang van den
minderen middenstand.
Tot het indienen daarvan zou, ondanks de noodzakelijke verhooging van
uitgaven, waarop is gewezen, zijn overgegaan, ware het niet, dat de Rege
ring het onverantwoordelijk oordeelde, om zulk een gewigtigen stap te doen,
op een oogenblik waarop de rust in Europa ernstig wordt bedreigd.
In dezen staat van 's rijks finantien mag de Regering verlangen, dat de
schuldeischers van den Staat met haar medewerkenom de renten welke zij
uit de schatkist genietenop eenen billijken voet te bepalenwanneer hun
daartegen bij de wet de verzekering van eene allengs klimmende integrale
aflossing van schuld wordt gegeven, en zij daarbij het voorregt erlangen,
zich bij volvoering der daartoe strekkende maatregelen, voor eene nadere ver
laging van hunne inkomsten gewaarborgd te zien.
In allen gevalle was bet de pligt der Regering, om het oog op deze be
langrijke aangelegenheid gevestigd te houden.
De Regering gelooft, dat maatregelen daartoe te beramen zijn.
Twee voorwaarden zijn daartoe noodig, 1°. dat de plannen in dier voege
beraamd zijn, dat het welslagen daarvan niet afhankelijk zij van een hoo-
gen stand der prijzen van de fondsen; 2°. dat de Regering, bij voorraad bij
de wet gemagligd worde om, wanneer zij bet tijdstip gunstig oordeelt, een
begin met de uitvoering te makenen dat zij alzoo niet verpligt zijeerst
al het oponthoud te ondervindendat onmisbaar gevorderd wordt tot het vast
stellen van wettelijke bepalingen en tevens al hel nadeel, dat aan dergelijke
maatregelen wordt toegebragt door de openbare beraadslaging daarover kort
voor de uitvoering.
Bij de wet eenmaal de bevoegdheid erlangd hebbende, zal de Regering
ieder geschikt oogenblik kunnen waarnemen, om hetzij in eens, hetzij alleng-
kens, de vrijwillige rentevermindering tot stand te brengen.
Tot dat einde wenscht de Regering gemagligd te zijn een nieuw 3 pCts.
fonds uit te gevenwaaraan eene integrale aflossing bij de wet verzekerd
wordtwelke voor de schatkist geene bezwaren zal opleverenmaar integen
deel haar allengskens van den rentelast zal ontheffen.
De Regering moet aan zich behouden de bepaling van de wijze hoe, en
de voorwaarden waarop zij dit nieuwe fonds tegen bestaande schuld zal uit
wisselen; ontijdige bekendheid daarvan zou de goede uitvoering, zoo al niet
geheel belettenalthans zeer belemmeren.
De Regering verlangt echter geen onbepaald vertrouwen.
Dat vertrouwen vraagt zij alleen onder verpligting van verwezenlijking der
navolgende voorwaarden1°. dat de Staat verzekerd zijdat de maatregel
hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk uitgevoerd, nimmer ten gevolge zal hebben,
dat een hoogcr kapitaal schuld zal worden uitgegeven dan er wordt inge
trokken; ook wanneer men bij het uit te geven kapitaal schuld voegt het
bedrag der geldelijke bijpassing, die mogt worden toegekend en waarvan het
maximum in het voorstel van wet is uitgedrukt.
Zoo de plannen, welke er bestaan, wel mogen slagen, zal er integen
deel eene, als is het dan ook evenredig geringe vermindering van het nomi
naal bedrag der schuld uit voortvloeijen. 2°. Dat de maatregelindien die
in zijn geheel slaagt, eene bespering van rente zal te weeg brengen van
minstens 1.380.000, en zoo die gedeeltelijk slaagt in evenredigheid.
3°. Dat voor zooverre het noodig mogt worden bevonden tot het middel van
loterij zijn toevlugt te nemen, daarvan slechts een zeer spaarzaam en bij de
wet bepaald gebruik mag worden gemaaktzoodat die loterij over niet meer
dan ten hoogste over een een en tachtigste deel der uittegeven schuld zal
mogen loopen, en zoo er eene som in geld mogt worden bijgevoegd, die som
de in een jaar te behalen winst niet mag te bovengaan. In het algemeen
spruiten uit eene negoliatic-lotcrijwaarvan geen lot op een gering bedrag
gesplitste loten worden uitgegeven, niet die gevaarlijke gevolgen voort, welke
aan andere loterijen zijn verbonden maar in het bijzonder schijnt de voor
gestelde beperking, die de eventueel uittesehrijren negoliatie-loterij tot een
gering bedrag bepaalt, mede te brengen dat daartegen geen bezwaar kan
bestaan bij hen, die eens voor altijd 's lands finantien wenschen verzekerd
te zien. 4". Dat de bevoegdheid om eene som in geld bij de uit te geven
schuld te voegen, indien de maatregel in zijn geheel wordt uitgevoerd, de
som van 3,720.000 niet zal te boven gaan en bij gedeeltelijke uitvoering,
niet meer zal bedragen dan 8 bij iedere 1000 der uit te geven schuld;
zullende deze gelden met en benevens die der onkosten nagenoeg voor der-
zelver volle bedrag uit de beschikbare middelen van 1853 kunnen worden
gedekt. 5". Dat ook de voor amortisatie jaarlijks te bepalen som tot zoo
danig bedrag bij de wet worde vastgestelddat men verzekerd zij datzoo
aan de eene zijde de schuldeischers van den Staat hunne regten verzekerd
zienaan de andere zijde die Staat jaarlijks een vast en klimmend voordeel
uit den maatregel geniete. Wanneer men die voordeelen van den maat
regelin zijn geheel uitgevoerd, berekent, en de rentebesparing veronder
steld wordt niet meer dan het minimum te zullen bereiken, zal het eerste
jaar daaruit nagenoeg 1,035,000 worden afgelost en de schatkist 345,000
minder aan renten betalen daarna klimmen jaarlijks zoowel de aflossingen
aan de schuldeischers, als de rente-beparingen voor de schatkist. Eindelijk
6°. dat de gelegenheid wordt geopend om de houders der thans bestaande
3 pCt. schuld in staat te stellen, hunne fondsen in zekere evenredigheid
zonder bijlage te verwisselen in de nieuwe losbare 3 pCt. Die evenredigheid
moet zoodanig bepaald zijn dat bij het slagen van het plan in zijn geheel
de geheele thans beslaande 3 pCt. schuld in de losbare 3 pCt. kan overgaan.
Deze bijvoeging is billijk en voor den Staat wenschelijk.
Zij is billijk, omdat men, vooral aan die houders, wier trouwhartige me
dewerking den Slaat, in moeijelijke oogenblikkenmet ter zijdestelling van
alle eigenbelang, is te hulp gekomen, de gelegenheid moet geven om deel
hebbers te kunnen zijn van een fonds, aan hetwelk eene integrale aflossing
wordt toegezegd.
Zij is wenschelijk voor den Staat, deels, omdat het vooruitzigt van dit te
kunnen doen, de deelneming in het plan zal bevorderen, deels, omdat daar
door de mogelijkheid ontstaat om 's rijks schuld te vereenvoudigen.
Met deze beschouwingen zijn de eerste artikelen van het wetsontwerp, welke
strekken om de magtiging en hare grenzen en voorwaarden te regelen, toe
gelicht. De verdere artikelen strekken alleen om de deelneming voor de
houders van gequalificeerde rekeningen mogelijk en gemakkelijk te maken
en om de controlezoowel van de Algemeene Rekenkamer als van de Slaten-
Generaalte verzekeren.
De Regering hoopt, dat hare beschouwingen de goedkeuring van de Sta-
ten-Generaal mogen erlangen, en dat op deze wijze de weg zal kunnen wor
den gebaand, om aan de eene zijde reeds aanvankelijk tot een niet onbe
langrijk bedrag en allengskens tot een hooger cijfer den rentelast van den
staat te verminderenen aan de andere zijde het lot der renteheffers van den
staat door wettelijke en boven allen twijfel verhevene bepalingen te verzekeren.
Dit eenmaal geschied zijnde, zullen de lasten, welke nog van de natie in
het belang van haar eigen welvaart moeten worden geheven, gaande weg
verminderen en zal men ook, gelijk zulks in de plannen der Regering ligt,
met meer gerustheidzoodra Europa's toestand slechts ecnigzins minder be
denkelijk is, kunnen overgaan tot de vermindering van die lasten, welke
drukken op henvoor wie het dragen daarvan minder gemakkelijk is.
's GRAVENUAGE16 Februarij.
Z. M. heeft aan den Minister Van Staat, Generaal Baron R. Fagel, laatst
Z. M. buitengewoon Gezant en gevolmagligd Minister bij het Hof van Frankrijk,
vergunning verleend lot het aannemen van het Grootkruis der orde van het
Legioen van Eer, hem door den Keizer der Franschcn geschonken.
De Minister van Buitenlandsche Zaken en ad interim Minister van
Financiën,
Gelezen hebbende eene missive van den Heer Adviseur voor scheikundige
zaken, dienende van berigt op de missives van twee Heeren Arrondissements-
Directeurs der directe belastingen enzbetrekkelijk de toepassing van het
tarief op de zoogenaamde Revalenta Arahica
Overwegende, dat evengemeld artikel bestaat uit een mengsel van linzen-
meel, boonenmeel en maïsmeel;
Heeft bij resolutie van 10 Februarij, n°. 11, goedgevonden, de Heeren
Arrondissements-Directeurs te kennen te geven, dat, voor zooveel de toepas
sing van het tarief van regten betreft, de Revalenta Arahica moet worden
gerangschikt onder de rubriekbroodbeschuit en meel van alle graansoorten.
De financiële Commissie uit Luxemburg heeft hare werkzaamheden vol
tooid en zal heden naar Luxemburg terugkeeren.
Men verneemt dat het ontwerp van wet nopens het regt van vereeni-
ging en vergadering door den Minister van Justitie onlangs in gereedheid is
gebragt. Het is aan den Raad van State onderworpen die, gelijk gewoonlijk
met de aan dat collegie ingediende voordragten het geval is, zijne aanmer
kingen deswege aan de Regering heeft medegedeeld. De Minister houdt zich,
naar men zegtthans bezig met het ontwerp in gereedheid te brengen om
eerlang aan de Staten-Generaal te worden aangeboden.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben bij resolutie van den
14'lcn dezer bepaald, dat de verkiezing van een lid der Provinciale Staten,
in het hoofdkiesdistrict Goudater vervulling der vacatureontstaan door