LEYDSCHE COURANT. 1854. WOENSDAG, 15 FEBRUARIJ. Vf/; BIMENLANDSCHE BERIGTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag kamt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is ƒ13 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN 14 Februarij. Bij bet ter perse leggen dezer ontvangen wij een ontwerp van wet tot vrijwillige verwisseling van Staatsschuldin de zitting der Tweede Kamer op heden ingekomen, tot welks mededeeling ons thans geen tijd over schiet. Het plan is om 3 pCt. schuld ter wisseling voor andere Ned. schuld te geven, bij uitloting. In ons volgend nummer zullen wij er breeder ver slag van geven. Ten vervolge en slot der mededeelingen uit het werk van den Hoogleeraar C. Pruys van der Hoeven, over de studie der Christelijke Anthropologic (zie onze nommers van den 3den en 6deD dezer) deelen wij hier nog de vol gende uittreksels mede. Uit het Hoofdstuk het leven: Hebt gij wel eens nagedacht, wat het leven geworden is, sedert zonde en dood er zijn binnengetreden? Gedacht aan al het verderf en onheil dat beiden over ons ellendigen hebben uitgestort? Hoe wij ieder oogenblik, door beiden belaagd, als misdadigen en ter dood veroordeelden noch voor ons zei ven, noch voor de onzen veilig zijn? Hoe xnenschen elkander het goede benijden dat zij genieten en zich verheugen in elkanders leed? Hoe kwaadsprekendheid en laster den goeden naam bezwal ken, hoe kwade gesprekken en voorbeelden ons verlokken, hoe gereed wij zijn het vonnis der veroordeeling over den naaste uit te spreken, hoe ligt geraakt wij zijn, hoe onstandvastig in onze genegenheid, hoe geneigd om anderen onze meerderheid te doen gevoelen, wat ijdelbêid en hoogmoed en eigenliefde en zelfzucht: hoe elke beweging, ieder woord, elke daad bespied wordt, zoodat wij als tooneelspelers onze rol moeten volhouden, om niet uit gefloten of uitgejouwd te worden? En te midden van dat spel, hoe ons de dood onophoudelijk aangrijnst en onrust in ons binnenste wakker houdt? Zien wij rondom ons, hoe weinig eenvoudige, natuurlijke, ongedwongen, vrije menschen tegenover het groot aantal van hen. die met meerder of min der geluk een rol spelen en zich telkens gegéneerd gehinderd, belemmerd, ongemakkelijk gevoelen? Wat zou het leven gelukkiger zijn, als wij jegens elkander minder afgunstig en vijandig gezind warenals wij anderen en ons zeiven beter kenden! En nu, hoe vreemd en onbevriend en onwelwillend en ergdcrikend zijn wij, hoe bedacht op eigenbelang en zelfbehoud, hoe ge neigd om kwaad met kwaad te vergeldenhoe beleedigendhoe weinig teer hartig en bezorgd voor het heil van anderen 1" Uit het Hoofdstuk de opvoeding en vorming door het Christendom «Alle andere godsdiensten hebben dit onderling gemeen, dat zij de men schen van elkander verwijderen en afzonderen. Alleen de Christelijke is eene godsdienst die de menschen vereenigt en zamenbrengt. Gij zult mij, ver moed ik, op de Christenkerken wijzen en hare onverdraagzaamheid. Doch die onverdraagzame kerken, zij mogen zich Christelijk noemen, zij zijn in strijd met den geest van het Evangelie en kunnen met al hare magt en ge zag niet beletten, dat de leeken eene kettersche verdraagzaamheid uitoefenen, die het Evangelie sanctioneert en bezegelt. Verblijdend is het dat het prak tisch Christendom het kerkelijk Christendom voorbijstreeften dat het Chris telijk cosmopolilisme zich, in weerwil van allen tegenstand en hinderpalen, een doortogt baant en den toegang vindt lot de harten der Christenen. Zoo kenmerkt zich het Christendom als leer voor alle tijden en volken: als leer voor de gansclie maatschappij der menschen. «Het Heidendom heeft het gewaad van het Christendom aangetrokken, het heeft de taal van het Christendom aangeleerd, het heeft den grond van het Christendom bezet, hel heeft zich den rang, de waardigheid, de regten van het Christendom toegeëigendmaar het is daarom geen Christendom gewor den, het is daarom niet minder Heidendom gebleven. Zelfs in onze denk beelden en meeningen en begrippen en daden en instellingen en inrigtingen is nog zooveel Heidenschdat het bezwaarlijk valt het onkruid uit te roeijen zonder de tarwe mede uit te rukken: en juist dat Heidensche is niet minder bevorderlijk aan het ongeloof, dan aan het bijgeloof, niet minder bevorderlijk aan revolutionnaiie, socialistische, communistische dwaalbegrippen en wan bedrijven. dan schuldig aan de dwangmiddelen en willekeur der stationairen, reactionairen en conservatieven." Met voorbijgang van verscheidene Hoofdstukken die hier minder voor korte uittreksels vatbaar zijn, ontleenen wij nog uit het Hoofdstuk Hoe ontstaat het Christelijk levenhl. 80 de volgende regels; «De Uervorming door het Evangelie moest geene omwenteling zijn; geen revolutie in de gewone beteeekenis van het woord. Zij veranderde niets in de betrekking van onderdaan en burger, noch in die van vrije en slaaf, van rijke en armevan patriciër en plebejerzij eerbiedigde rangen en standen zelfs geen priesterkaste of geestelijke orde bedoelde zij; alles bleef bij het oude in den Staat. Niet de uitwendige, maar de inwendige mensch moest veranderd, hervormd, herschapen, vernieuwd worden, en de Christelijke we dergeboorte was eene omkeering van zineen nieuw levensbeginselhet be ginsel eener herschepping van den egoïstisehen menschvervreemd van het Goddelijk leven en vervreemd van zijne medemenschenin een kind van den Hemelschen Vader en in een broeder van het groote Huisgezin der verlosten en geloofsgenooten. Zoo was de Hervorming eene inwendige: zoo was het rijk van Christus geen aardsch koninkrijk: het was niet van deze wereld; het was een hemelsch rijk, waarvan aardsche vorsten of grooten noch aard- e magten niets te duchten hadden voor hun bestaan en veiligheid. Niets, dat met het Evangelie minder strooktdan van het Christendom een Staat in den Staat te maken, of het zekere politieke vormen op te dringen. Het werehlsch gezag der geestelijkheid tegenover andere wereldsche magten heeft het misvormd en van zijn kracht beroofd. Levenlooze vormen hebben de organisehe zelfontwikkeling vervangen die met dwang onbestaanbaar is. Ziet het, waar een kerkelijk leven het Evangelische leven verdrongen heeft!" En hiermede meenen wij genoegzaam aan ons oogmerk te hebben voldaan, om door eenige uittreksels uit dit voortreffelijk geschrift de algemeene aan dacht er op te vestigen. Wij bevelen de lezing er van aan het gansche pu bliek met vertrouwen aan. Wij kunnen niet denken, dat het iemand zal tegenvallen; maar houden ons overtuigd, dat geen nadenkend lezer het zonder ingenomenheid zal uit de hand leggen. Moge dit boek het nut stich ten waarvoor het vatbaar is, en onze mededeeling hel hare daartoe bijdragen. Het getal opgenomenen in het werkhuis, in de laatste drie dagen, is geweest als volgt: 12 Februarij 594 volwassenen, 273 kinderen, te zamen 867. 13 464 249 713. 14 500 253 753. Dijkgraaf en Hoogheemraden van Schieland znllen den 7den Maart te Rotterdam in het Gemeenlandshuis aanbesteden het maken van eene bedijking om de landen, bestemd tot een reserve-boezembij den hoogen boezem van de Rotte nabij Rotterdam en het maken van eene gemetselde duikersluis, tot vereeniging van den hoogen met den reserve-boezem. Het bestek is tegen betaling van 20 cents te verkrijgen bij de Wed. P. van Wacsberge Zoon, Boekdrukkers te Piolterdam. Door de ijverige bemoeijingen van den raad der Kon. Ned. Jagtclub heeft zich te Rotterdam, in het belang der Nederlandsche scheepvaart, eene commissie gevormd ter bevordering van het onderzoek naar de verschijnselen op den Oceaan, volgens Maurv. De Koninkl. Neder], Marine bestond op den lslen Jannarij 11. uit 2 linieschepen der lsle kb, elk van 84 stukken; 3 idem der 2de kl elk van 74 stukken; 4 fregatten der lsle kl., zijnde 2 van 60 en 2 van 54 stukken; 1 fregat met hulp-stoomvermogenvan 51 stukken; 8 fregatten der 2de kl., waarvan 6 van 44 en 2 van 38 stukken 1 geraseerd fregat van 28 stuk ken8 kuil-korvettenwaarvan 3 van 28 en de overige van 26 stukken; 2 kuil-korvetten met hulp-stoomvermogen, elk van 18 stukken 3 gladdeks- korveltenwaarvan 2 van 22 en een van 12 stukken 9 brikken der lste kl.waarvan 5 van 18 en 4 van 12 stukken; 2 brikken der 2dc kb, elk van 14 stukken; 12 schooner-brikkenelk van 6 stukken; 1 schooner- brik met hulp-stoomvermogen, van 8 stukken; 7 schooners van 10, 6, 3 van 3 en 2 van 1 stnk; 17 stoomschepen; 3 stoomschepen, behoorende aan hel Depart, van Koloniën, doch bemand wordende door de Marine; 2 trans portschepen, elk van 3 stukken; 44 kanoneerbooten, groot model en 12 klein model; 2 kanoneerbooten in de West-Indië, en 3 schepen, tot ver schillende diensten gebezigd. Z. K. II. Prins Frederik is Admiraal der vloot, Z. K. II. Prins Hendrik Luitenant-AdmiraalOpperbevelhebberen Z. K. H. de Prins van OranjeLuitenant ter zee 2de klasse a la suite. Tot de vlag officieren behooren1 Vice-Admiraal5 Sehouten-bij-nacht21 Kapiteins, 30 Kapiteins-Luitenant enz. Aan hel hoofd van de geneeskundige dienst der zeemagt slaat 1 Inspecteur, 1 Dirigerend Officier van gezondheid der l>te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 1