LEYDSCHE COUR Aim WOEINSDAG, 8 FEBRUARI], n- BIJfiYENLANDSCnE BERIGTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt De Prijs der Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven Xj:;/: LEYDEN 7 Februarij. Vergelijkende Slaat van de opbrengst der opcenten en eigene middelen, ten behoeve dezer Gemeente geheven, gedurende de maanden Januarij 1853 en 1854. 1853. 1854. f opcenten 1,641.15 1,422.82} -5 eigen midd. - 345.54 - 305.60 O 1,986.69 1,728.43 7,444.29 225.73 8,320.78 7,670.02 (opcenten 7.944.441 g eigen midd. - 376.33} cj l AVijn1,612.151,411.25 rgri .opcenten l,499.35j 1,799.75 g -J£ eigen midd. - 1,957.60» - 1,873.64} 'I 3,456.95} 3,673.39} fopcenten 77.20 51.33 eigen midd. - 165.22 - 283.50 242.42 334.83 3 K O 15,618.99} 14,817.92} Minder in 1854 ƒ801.07. Het getal opgenomenen in het werkhuis, in de laatste drie dagen, is geweest als volgt: 5 Februarij 681 volwassenen, 306 kinderen, te zamen 987. 6 574 255 829. 7 593 261 a 854. 1,1. Zaturdag avond is aan het wachthek van den spoorweg onder Sassen- heim een vreeselijk onheil voorgevallen. De wachter door het stilstaan zijner klok misleid, koinl, bij het naderen van den laatslen trein van Amsterdam, een oogenblik te laat zijn huis uit, wil nog de hekken open zetten, 'tgeen hem van het eene gelukt, doch bij 't andere overvalt hem de locomotief en werpt hem een eind verre dood neder. De ongelukkige laat eene weduwe en zes kinderen na. De Inspecteur van de geneeskundige dienst der landmagt heeft ter kennisse gebragt van ouders of voogden, die voor hunne zonen of pupillen de toelating als kweekeling bij 's Rijks kweekschool voor militaire genees kundigen mogten verlangen, dat op den 3dcn Julij 1854 een vergelijkend examen over de aspiranten zal worden gehouden en dat vóór den lstfn Mei 1854 een daartoe strekkend verzoekschrift aan hem, Inspecteur, vrachtvrij zal moeten worden ingezonden. Een zekere Heer II. beeft te Rotterdam eene inrigting geopend tot huis vesting van landverhuizers, welke omstreeks 400 personen zal kunnen bevat ten; het gebouw wordt echter nog vergroot, zoodat het weldra 1000 personen zal kunnen opnemen. De huisvesting zal tegen zeer matigen prijs geschieden. Uit Vlaardingen wordt van den 2den gemeld, dat de schepen welke ge durende dit jaar de beugvisscberij uitoefenen, alle hunne eerste reizen had den volbragt, en sommige daarvan zelfs reeds eenmaal hetzij voor Sche- veningen, betzij in Helvoet binnen waren geweest. Op enkele uitzonderingen na was de vangst ongunstig, daar vele schepen met beneden de 20 tonnen zoutevischeen zelfs met slechts 13 ton aankwamen; een schip slechts dat reeds met 32 tonnen vóór Scheveningen was geweest, was nu weder met 65 ton visch, behalve de leng en schelvisch, binnen; in de prijzen is over het geheel weinig verandering. De beslissing van het Klassikaal Bestuur van Amsterdam, waarbij, on- vlanks de protesten tegen Ds. Meyboom, het Klassikaal Bestuur zich, met eenparige stemmen, bereid verklaart, de op hem uitgebragte beroeping te ■approberenluidt als volgt: «liet Klassikaal Bestuur van Amsterdam, ontvangen hebbende eene Missive van den Algemeenen Kerkeraad der Nederduitsclie Herv. Gemeente te Amster dam dd. 21 November 1853, ten geleide van zeven en twintig geschriften, die gedurende en na den tijd, bepaald voor de drie voorstellingen van Dr. Mey boom, als beroepen Predikant te Amsterdam, hij den Kerkeraad zijn ingeko uien, waarbij protest tegen dit beroep wordt ingebragt; de Leden des Bestuurs, die als Leden van den Amsterdamschen Kerkeraad, in dezen tot uitspraak onbevoegd waren, zich verwijderd hebbende, en door hunneSecundi vervangen zijnde, volgens Art. 18, Reglement van opzigt en tucht; «gelezen de Protesten en gezien, dat zij allen bezwaren inhouden uitsluitend tegen de in openbare geschriften uitgesproken leerstellige gevoelens van Dr. Meyboom. «gelet op Art. 60, Reglement voor de Vacature, en oordeelende, dat er in casu geene redenen bestaanom de zaak ter kennis te brengen van het Klas sikaal Bestuur, waaronder de beroepene behoort; «de zaak herhaaldelijk en ernstig onderzocht hebbende; «overwegende dat, daar gelaten het deels ongerijmde, deels onwaardige van onderscheidene beschuldigingen, tegen Dr. Meyboom ingebragt, het niet ont kend kan worden, dat hij sommige meeningen heeft, voorgedragen, afwijkende van de leer, uitgesproken in de Oude belijdenis-schriften der Hervormde kerk; «dat echter die zelfde belijdenis-schriften duidelijk verbieden, om eenige schriften van menschen met de Goddelijke Schrifturen gelijk te stellen, en dat zij niet slechts volle vrijheid geven, om te verwerpen, wat met dien onfeil- baren regel niet overeenkomt, Belijdenis des Geloofs der Gereformeerde Kerken in NederlandArt. 7), maar zelfs als het kenmerk der ware kerk opgeven, dat men zich aanstelt naar het zuiver Woord Gods, verwerpende alle dingen, die daartegen zijn, houdende Jezus Christus voor het eenig Hoofd, (aldaar Art. 29); «dat in overeenstemming hiermede, ook de reglementen onzer kerk nergens de volle overeenstemming met de formulieren van cenigheid eischen, maar alleen van hare Leeraars vorderen, dat zij de leer verkondigen, die overeen komstig Gods Heilig Woord, in de aangenomen formulieren onzer Nederland- sche Hervormde Kerk vervat is, (Art. 38 Reglement op het examen); dat de algemeene Synode, in hare zitting van 19 Julij 1841, ten overvloede uitdruk kelijk heeft verklaard, dat de instemming van den leeraar met de leer der kerkvolgens de onderteekeningsformule, niet bestaat in overeenstemming met al de artikelen en stukken, in de Symbolische Schriften voorkomende, als in allesmet Gods Woord overeenkomstig, maar in het algemeen met de leer, zoo als die, in haren aard en geest, het wezen en de hoofdzaak uitmaakt van de belijdenis der Hervormde Kerk «dat, ten gevolge daarvan de handhaving van de leer der Hervormde Kerk aan de Leden der Kerkelijke Besturen opgedragen, volgens art. 11, Algemeen Reglementnaar geen anderen maatstaf mag geschieden, dan naar het on veranderlijk Woord Gods; «dat, naar dien maatstaf beoordeeld, de beschuldigingen tegen de leer van Dr. Meyboom ingebragt, r.iet kunnen worden aangenomen, omdat het volgens Art. 57 (Reglement van Ops. en tucht,) vereisebte duidelijk bewijs ontbreekt, dat hij de leer, welke, volgens Gods Heilig Woord, in de aangenomen for mulieren van eenigheid in de Hervormde Kerk vervat is, openlijk heeft weder sproken of bestreden; «verklaart met eenparige stemmen, zich bereid de op Dr. Meyboom uit gebragte beroeping te approberen, enz. (Ned.) Den 10dcn zal van Harderwijk en verder naar Curacao vertrekken een detachement sterk 25 Onderofficieren en manschappen. De Officier van Justitie bij de Arr.Regtbank te 's Bosch, dd. 3 Febr.jl., heeft hekend gemaakt, dat er in den loop der maand Januarij jl.aan den Heer Ontvanger der stad Tilburg een gulden in betaling is gegevenwelke blijkbaar valsch is. Hij noodigt mitsdien de ingezetenen in zijn Arrondisse ment uit, bij het ontvangen van guldens naauwkeurig toe te zien, in geval van ontdekking van valsche guldens, hiervan onmiddelijk kennis te geven aan de polieie-ambtenaren in hunne gemeente, welke laatsten worden ver zocht alle nasporingen naar de uitgevers van valsche muntspeciën te doen, en hem Officier van hunne bevinding zoo spoedig mogelijk te geven berigt, terwijl zij wel niet zullen behoeven te worden aangespoord, om den uitgever van valsche muntspeciën dadelijk aan te houden indien hij hun mogt blij ken te zijn ter kwader trouw. (Pol. blad). Uit Antwerpen wordt gemeld dat de spoorweg, die van daar aangelegd wordt naar de Nederlandsche grenzen, den 15dcn Maart eerstk. van Antwer pen tot Roosendaal voor het algemeen vervoer zal worden opengesteld. De Zeepost deelt het volgende van den 4dcn dezer mede: Kapt. N. Smaal, gevoerd hebbende het Nederlandsche kofschip Juno, den 26slen Decem ber 11. in de Zwarte Zee gezonken, schrijft uit Konstantinopel in dato 12

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 1