dochter zulks mede. Opgetogen gaat deze heen om het bewaarde papier te
gaan wisselelendoch helaas het waren oude lang verjaarde muntbilletlen
van de eerste soort. De visscher een van die weinige overgeblevenen die in
1795 naar Engeland zijn overgestoken heeft zich lot Z. M. den Koning gewend.
Op 1°. Januarij bedroeg het aantal zielen der Hervormde gemeenten in
ons vaderland 1,725,165, met 1515 Predikanten en 1276 standplaatsen. Er
waren in 1853 40 Candidaten tot de Evangeliebediening toegelaten; het getal
Studenten in de Godgeleerdheid bedroeg 475.
In het jaar 1853 heeft het getal portbetalende binnenlandsche brieven,
die met den post verzonden zijn, bedragen 10,542,085; dat der buitenland-
sche 2,807,768, te zamen 13,349,853. In 1852 waren 9.664,141 binnenl.
en 2,644,269 buitenl., te zamen 12,308,410 brieven verzonden. In 1851
8,522,786 binnenl. en 2,268,459 buitenl., te zamen 10.791,245.
De verhouding, waarin het getal der brieven sedert de invoering der post-
wet (1 Sept. 1850) is toegenomen, is, als men bet getal der in Mei tot Aug.
1850 verzonden brieven tot maatstaf neemt, in die zelfde maanden van het
jaar 1853, als 100 tot 252 voor de binnenl. en als 100 tot 136 voor de
buitenl. brieven.
Een man aan den Hoogendijk buiten de Willemspoort bij Amsterdam
had 11. Zondag in bet wild grocijende seldery geplukt, ten einde daarvan in
eene soep gebruik te maken. Na den maaltijd is liet gezinuit manvrouw
en 3 kinderen bestaande, plotseling ongesteld geworden. Vóór dat men ge
neeskundige hulp had kunnen inroepen was een der kinderen reeds overleden.
Volgens vermoeden van den Geneesheer is onder de seldery eene vergiftige
plant geweest. De overige leden zijn, ten gevolge der aangebragte hulp, hersteld.
Wijle den Heer J. Kiebert te Nieuwveen, lid van de lï. K. kerk, beeft
zoowel aan de armen van zijne gemeente als aan die der Hervormde aldaar,
elk ƒ600 vermaakt.
Te Deventer is thans, in de tapijtfabriekeen fraai Smyrnaasch tapijt
afgewerkt, hetgeen Z. M. tot geschenk zal geven aan den Keizer der Franscben.
Te Triest is de overlandmaal uit Oost-lndië aangekomen met berigten
uit Batavia tot 10 December.
Vervolg van het Verslag omtrent de Overzeesche Koloniën, zie ons
nommer van 23 en 25 Januarij.
Onder het toezigt van een Hoofdingenieurtrad de fabriek voor de
marine enz. te Soerabaija den lsten JIci 1851 in werking, en werden on
derscheidene andere verbetering tot stand gebragt, waardoor de fabriek in
staat geraakte tot den bouw van ijzeren oorlogsstoomschepen. Het aantal
zaken, waaraan men gelijktijdig werkte, klom reeds tot 40. Belangrijk wa
ren de verrigtingen ten behoeve der marine. Het personeel bestond toen ge
deeltelijk uit daartoe uit Nederland gezondene werklieden, terwijl bij de Cele
hes slechts één Europeaan werkzaam was. Al de vorigen waren inlanders.
Omtrent de steenkolenmijnen in de Z.-O. afdeeling van Borneo ontstonden
de meest gunstige vooruitzigten. In 1851 heeft de mijn Oranje-Nassau op
geleverd 7376 ton. Uit Nederland werden 15 ijzeren laadschouwen ontvan
gen en in de vaart gebragt.
Omtrent de koffij wordt berigtdat in de meeste residentienvooral in
Passaroean en de Preanger Regentschappen, in 1851 een buitengewoon voor-
dee'ige oogst is verkregen, van 1,069,896 pikols, die de oogst der laatste
10 jaren zelfs die van 1843, die 1,048,411 pikols heeft opgebragt, overtreft.
Die van de suiker bedroeg ongeveer een millioen pikols.
Omtrent Suriname deelen wij uit het verslag der Regering bij de Tweede
Kamer ingekomen de volgende bijzonderheden mede
De bevolking dier kolonie bedroeg 1 Jan. 1852 57,539 zielen, waarvan
15,843 in de stad Paramaribo en hare buitenwijken. Van de geheele bevol
king zijn 12,382 vrije en 39,157 niet vrije of slaven.
De zeemagt bestond uit 2 korvetten, 8 brikken en schoeners en 1 stoomschip.
De Herv. gemeente telt ruim 3600 zielen, waarvan 1800 ledematen, thans
door 2 Predikanten Betting van Curacao en v. Schaick van Dwingelo in Drenthe
bediend. De Luthersche gemeente telt ongeveer 2000 zielen. De Moravische
broedergemeente telde in de onderscheidene districten ongeveer 19,000 zielen;
zij heeft een plan gevormd ter oprigting van eene kweekschool van onderwij
zers voor de plantagien, 't geen de Regering zal ondersteunen. De R. K. ge
meente telde 1181 vrije en 5671 niet vrije personen, bijzonderheden zijn er
niet van bekend. De Portugesche en Nederl. Israëlitische gemeenten telden ieder
bij de 700 zielen.
Het schoolonderwijs gaat vooruit en er wordt veel zorg aan besteed.
Behalve de ambtenaren en geëmploijecrden bestond de Europesche koloni
satie te Groningen, aan de Saramacca, op het einde van 1851 uit 91 per
sonen, waarvan: 41 van het mannelijke en 50 van het vrouwelijke geslacht.
Gedurende dat jaar hebben er 7 geboorten en 27 sterfgevallen plaats gehad
en werd er een huwelijk gesloten. Onder die sterfgevallen, voornamelijk toe
te schrijven aan de ook aldaar geheerscht hebbende gele koorts en griep,
hebben de kolonisten te betreuren gehad, het verlies van den schoolondcr-
wijzer van Hateren. Deze Europesche nederzetting verkeerde overigens ook in
1851 in eenen toestand van achteruitgang, zoodat de Regering lot het be
sluit is moeten komen om de kosten daarvan op den tot nu toe gevolgden
voet niet langer voor rekening van de koloniale kas te nemen dan tol ultimo
December 1852. Ten gevolge daarvan is aan de kolonisten aangekondigd,
dat gerekend van den lslen Januarij 1853 alle geldelijke ondersteuning, tot
dusverre door het koloniaal bestuur aan hen verleend, zou ophouden; dat
hun van dat tijdstip af geene levensmiddelen meer zouden worden verstrekt;
dat zij, van den dag dezer aankondiging af, zeiven in de herstelling hunner
woningen zouden moeten voorzien: dat hel werken in daghuur nog zou kun
nen worden voortgezet tot ultimo December 1852, maar reeds met den ls,eB
Junij 1832 tot op de helft zou worden verminderd, ten einde hun tijd te
geven om behoorlijk hunne tuinen te bewerken; dat zij alzoo met 1 Januarij
1353 aan eigene krachten zouden zijn overgelaten en er dus dadelijk op be
dacht behoorden te zijn, om hunnen veestapel te vermeerderen en hun land
behoorlijk te bebouwen; dat allen, die bewijzen konden bij hunne aankomst
aan de Saramacca geen vee of landbouwwerktuigen bekomen te hebben zich
alsnog daartoe hij het koloniaal bestuur konden aanmelden; dat mitsdien dc
kolonisten zich den tijd tot het einde des jaars 1852 behoorden ten nutte te
maken als spaarzame en vlijtige kolonisten, vermits het Gouvernement na
dezen naderen proeftijd zich ten eenen male onverpligt achtte voor hunnen
terugvoer naar het moederland te zorgen. Tevens werden zij op eene erns
tige wijze aangemaand tot ondergeschiktheid, onderlinge eendragt, matigheid
en spaarzaamheid, als zijnde de ecnige middelen om zich zonder ondersteu
ning van gouvernenientswegc staande te houden, terwijl hun na verloop van
den gestelden termijn de eigendom verzekerd bleef van hunne buizen en
tuinen, alsmede het gebruik der gemeenc weiden.
Op ultimo December 1851 bedroeg het aantal plantagien en bewerkte
gronden 265. Onder de slavenmagt heerschle eene gewenschte stemming en
eene goede gezindheid tot werken. De 265 plantagien en gronden aan par
ticulieren toebehoorendehadden in concessie ruim 366,651 akkers, waarvan
in bewerking 131,746.
De veestapel erlangt van lieverlede een gunstiger aanzien. Naar het uiter
lijke van het vee te oordeelen, geraakt men tot de gunstige gevolgtrekking,
dat het nut en voordeel van den veestapel al meer en meer wordt ingezien.
Het getal koopvaardijschepen, in den loop van het jaar 1851, in Suriname
aangekomen, bedroeg uit Nederland 65, uit Noord-Ainerika 27, uit andere
vreemde plaatsen 96, dus 188 schepen, te zamen metende 11,214 lasten.
De uitvoer geschiedde met 192 schepen, als: Nederlandsche 70, Noord-Ame-
rikaansche 29, van andere vreemde plaatsen 93, melende 11.585 lasten.
De waarde van het uitgevoerde bedroeg: naar Nederland ƒ1,891,005, naar
Noord Amerika 335,065, naar andere vreemde plaatsen 267,309, te zarnen
ƒ2,493,379.
De uitgevoerde Surinaarasche producten hebben bedragen ƒ2.448,817, en
de overige artikelen niet tot de producten van Suriname behoorende, 44,562.
Naar Nederland is onder anderen uitgevoerd 22,249,664 ffi suiker, 34,176
hl koffij, 741,381 ffi katoen en 2,235 ffi kakao. Alleen van kakao overtrof
de uitvoer die naar Noord-Amerika namelijk 106,911 ffi. Van de overige ge
noemde artt. was de uitvoer naar Nederland het aanzienlijkst.
De inkomsten van Suriname over 1851 bedroegen ƒ862,314; de uitgaven
ƒ975,722. [Zoodat deze kolonie nog steeds meer kost dan zij opbrengt;
't geen door de iniddelijke voordeelen der handelsbetrekkingen eenigcrinate
wordt opgewogen.] [Vervolg hierna).
'SGRAVENHAGE, 26 Januarij.
Z. M. heeft benoemd tot Ridder der orde van den Nederl. Leeuw C. F.
Winter, Sr.Translateur voor de Javaanschc taal te Soerakarta, op het eiland
Java; tot Rijks-Archivariusin plaats van wijlen Jhr. Mr. J. C. de Jonge, den
Ileer R. C. Bakhuizen van den Brink, Doctor in de Letteren, en bij het per
soneel van de geneeskundige dienst der landmagt, tot Paarden-Arts van de
3ie klasse, den Heer J. L. N. WeissenbruchVeearts te Delft.
Bij Koninklijke Besluiten van den 24sl|,n dezer, is aan den Heer
J. II. F. Joost eervol ontslag verleend als Ontvanger der directe belastingen
en accijnsen te Ilazerswoude c. a.en in diens plaats benoemd de Heer Jhr.
M. A. P. T. Nahuys, thans Adjunct-Commies bij de Rekenkamer; en tot
Ontvanger te Almelo, de lieer J. AV. G. A. van Nouhuys, thans Ontvanger
te Oegsl geest c. a.
De Heer G. II. Geerligs, onderwijzer te Haarlem, is door Z. M. benoemd
tot Directeur en onderwijzer bij de kweekschool van onderwijzers voor de la
gere scholen te Haarlem, in plaats van wijlen den Heer Prinsen.
Z. M. den Koning zal zich aanstaanden Zaturdag voor eenigen lijd
naar het Loo begeven.
De Minister van Financiën heeft een bankbillet van ƒ60 ontvangen van
een onbekende, alsmede 11,48van een onbekende, zich noemende Sincere,
beide ten behoeve van 's Rijks schatkist.
De Gemeenteraad heeft met 25 tegen 3 stemmen besloten de kermis
niet af te schaffen.
In de duinen van Scheveningen werken sedert eenigen tijd 400 arbei
ders aan de voorbereidende werkzaamheden voor het kanaal tot in zee.
VLAARDINGEN, 23 Januarij.
Het schip de AhiendschapKapt. AVoudstra, naar Schiedam bestemd, ge
raakte gisteren in het Noordkil beneden de haven in het ijs bezet en aan
den grond; de Kapitein niet aan boord zijnde, deden dc loods en de stuurman
een anker uitbrengen, om tot den vloed te wachten en alsdan te trachten
hetzij onze haven, hetzij Schiedam, te bereiken. Om het anker te winden
begaven de gemelde loods en de stuurman zich in de boot, latende slechts
een man aan boordnadat zij daaraan eenigen tijd te vergeefs hunne krachten
hadden beproefd zonder dat het hun rnogt gelukken iets te vorderen, door het
menigvuldige en zware ijs, kwam de hier wonende persoon van P. van Gel
deren. met zijne boot van de Nieuwersluislangs het schip om zijne hulp aan
te bieden. Pas echter is deze aan boord, of de boot waarin de beide mannen
met het anker bezig waren, wordt door een geweldige ijsschol omgeslagen en
door den kabel geheel ondergehouden. Naauwelijks ontdekt van Gelderen ech
ter het doodsgevaar der beide mannenwier leven onherroepelijk verloren
scheen, of hij springt in zijne boot, steekt met onbegrijpelijke snelheid van