BUITENLANDSCUE BE111GTEN.
In de Memorie van Toelichting wordt onder anderen gezegd: de wet van
5 Maart 1852, houdende regeling der zaken van die kamers, beveelt dat,
vóór 1 Januarij 1854, eene nadere voordragt zal worden gedaan nopens voor
noemde eindbestemming. Deze baten verdeelen zich in drie hoofdsoorten.
De eerste soort bevat de baten belioorende tol doorloopcnde administration,
periodieke uilkeeringen enz.
Van deze baten zal aan den Staat niets vervallen, en in het beheer dier
administralien zalingevolge art. 11 der gezegde wet nader door de wet
moeten worden voorzien. De algemeenc commissiewier werkkring inder
daad buitendien niet alleen boogst moeijelijk maar ook van groolen omvang
is, had dan ook gewenscht reeds voorlang den staat te kunnen gereed heb
ben bedoeld bij gemeld art. 11 dier wel ten einde althans van het zeer
omslagtig beheer der boedels zoodra mogelijk te worden ontheven.
De tweede soort bevat de baten belioorende tot de boedels waarvan de regt-
liebbenden door de algemeene Commissie moeten worden opgeroepenvolgens
art. 3 der wet.
Deze baten zijnkrachtens art. 10 der wet, alle voor de regthebbenden
opvorderhaar gedurende 5 jaren na de tweede oproeping in de Staats-Cour.
geplaatst, doch vervallen later onherroepelijk aan den Staat.
Van deze baten zal hoogst waaarschijnlijk een groot gedeelte niet worden
opgevraagd. Welk bedrag daarvan aan den Staat zal vervallen, is thans
nog voor geene gissing vatbaar.
Die oproepingen vorderen gebiedend de meest mogelijke juistheid en duide
lijkheid, en de algemeene commissie is alzoo buiten slaat er toe over te gaan
alvorens zij uit de rekeningen en verantwoordingen der verschillende weeska
mers de namen der erflaters en regthebbenden cn inzonderheid de zuivere
saldo's met zekerheid zal hebben leeren kennen.
De derde soort bevat de baten der bij sommige weeskamers berustende al
gemeene kassen waarvan lot nog toe de oorsprong en beslemming óf geheel
onbekend, óf althans niet duidelijk is, waarvan waarschijnlijk na de liqui
datie het grootste bedrag aan deu Staat zal vervallen.
In bel belang van allen kan hieraan geen nuttiger bestemming gegeven
worden dan om daarmede den schuldenlast van den Staat te verminderen.
ENGELAND.
LONDEN, 9 Januarij.
In de laatste 14 maanden, eindigende met 5 Dec. 11. waren in Groot-
Britannië ingeklaard 1,377 Ncderlandsche schepen en uitgeklaard 1,462.
Er is thans meer dan 100,000 bijeengebragt om ter nagedachtenis
van den Hertog van Wellington een opvoedingsgesticht daar te stellen voor
de kinderen van gestorven Officieren van de Britsche landmagt.
Het getal Kwakers neemt hier te lande zeer af; in 1800 hadden zij nog
413 vergaderplaatsen en tlians slechts 371.
In Engeland en Wallis leven 1545 mcnschcn boven de 95 en 215 bo
ven de 100 jaren.
De invoer van edel metaal was in de afgeloopen weck aanzienlijk en
bedroeg 123,000 uit de Vereenigde Staten, 420,000 uit de West-Indiën
en de Stille Zuidzee en 298,000 uit Australië.
Door de laatste stormen zijn langs de kusten meer dan 50 schepen op
strand gezet, waarvan vele manschappen het leven hebben verloren.
De Times, die eene opgaaf mededeelt van de opbrengst der spoorwegen
in 1853 (bijna 18 millioen tegen over die van 1852 (15J millioen), laat
er dit op volgenDe staten van het vervoer over onze spoorwegen zijn zeer
gunstig, dat vervoer is ver boven alle verwachting locgenomen; maar de
rekening van het bestede kapitaal is in nog grootere mate aangegroeid en
het gevolg was teleurstelling voor degenen die hun geld in spoorweg-onder
nemingen belegd hebben in het vertrouwen dat de natuurlijke ontwikkeling
van het verkeer de jaarlijkschc vermeerdering der kapitaals-rekening zou dek
ken. Doch meestal heeft de vermeerdering der inkomsten aanleiding gegeven
tot nog grootere uitgaven voor verbetering of uitbreiding der onderneming en
voor vertakkingen in minder voordeelige rigtingen. In vele gevallen is de
onbedachte vermeerdering der kapitaals-rekening een gevolg daarvan dat de
bestuurders en ingenieurs onzer spoorweg-ondernemingen veelal door de aan
deelhouders slecht worden beloond voor hunne diensten cn alzoo zich zelve
eene belooning hunner moeite trachten te verschaffen. Beter is het in
Frankrijkalwaar aan de bestuurders een bepaald gedeelte toegelegd is van
betgeen de winst meer dan 5 teri honderd van bet bestede kapitaal bedraagt.
In de laatste 10 jaren is de onzuivere opbrengst van het vervoer over onze
spoorwegen met 12,337,530 toegenomen, deels door dat bet spoorwegnet
zich uilbreidde en deels door dat het verkeer drukker werd. Doch liet be
stede kapitaal is intusschen van 58 millioen tot ruim bet viervoud geklom
men; en de gemiddelde onzuivere opbrengst van elke mijl spoorwegbaandie
3118 in 1842 bedroeg en 3469 in 1845, heeft in 1853 slechts 2471
beloopen terwijl het gemiddeld bedrag der kosten van aanleg per mijl se
dert 1842 nagenoeg hetzelfde gebleven is, daar het 34,690 in 1842 be
liep en 34.630 in 1852.
Bij bet beheer der spoorweg-ondernemingen zoo als het in de laatste 10
jaren hier te lande ingerigt is geweest, is het dividend op de groote hoofd-
linien meer dan 50 pCt. verminderden is de waarde van spoorwegaandeelen
tol de helft, ja in sommige gevallen tot een vierde en achtste gedaald.
Genoemd blad, die den oorlog tusschcn Engeland, Frankrijk en Rus
land als zeker acht, meent echter dat Rusland eene geduchte tegenpartij is.
Al onze berigten uit St. Petershuig, zegt dat blad, doen zien dal in Rusland
het leger, de kerk cn het volk al de nationale kracht die zij bezitten, aan
dezen oorlog w ijden alleen de hoogste standen voorzien met meer bezorgd
heid de gevaren en uilkomsten. Het Russische rijk is moeijelijk aan te
vallen op zijne grenzen het binnenland is onneembaar, liet Russische volk
is door de absolute regering eer onder tucht gebragt dan verzwakt, en de
kracht van een enkelen wil, gebiedende over een geheel rijk, is nooit van
meer nut dan in zulk eenen strijd. Alorn in het Russische rijk ziet men
oorlogstoerustingen op de grootste schaal.
Verder spreekt de Times met bezorgdheid van de bemanning der Britsche
vloot; in het afgeloopen jaar waren niet zonder moeite 5000 zeelieden voor
die vloot aangeworven; en thans zijn er nog 8000 meer voor haar noodig;
terwijl de presgang verouderd isen bet gebruik van stoomoorlogschepen geen
gelegenheid meer laat om de schepelingen gedurende den oorlog te oefenen
maar terstond geoefende en volledige bemanningen vereischt.
Uit Woolwich wordt gemeld dat een groot aantal gezonde en oogenscbijn-
lijk geschikte jongelieden zich voor de dienst op 's lands vloot aanboden,
doch dat slechts weinigen van ben konden worden aangenomen, omdat zij
de bepaalde lengte van 5 voet 7 duim niet hadden.
FRANKRIJK.
PARIJS, 12 Januarij.
In 1853 zijn te Parijs geboren 33,284 kinderen, gestorven 27,890 en
10,434 huwelijken gesloten; de bevolking der stad is bijkans een millioen
60,000 zielen.
Uet Journal des De bats heeft een groot verlies geleden, door den on-
verwachlen dood van zijnen bekwamen scherpzinnigen Hoofdredacteur den Heer
Armand Berlin, die op 51-jarigen leeftijd na zeer korte ongesteldheid, on
verwachts is overleden, en aan wien algemeen ook door andere bladen groo
te lof wordt toegezwaaid van wege zijne groote talenten en edel karakter.
De Union meldt dat door den telegraaf te Lorient bevel ontvangen
was om 4 nieuwe sloomfregaltcn in die haven in dienst te stellen. Naar
andere krijgshavens waren gelijke bevelen gezonden. De Minister van Marine
is ijverig werkzaam om een derde of reserve-eskader uit te rusten, hetwelk
uit 7 linieschepen en 6 sloomfregalten zou bestaan. Dit zal eene uitgave
van omstreeks 10 millioen veroorzaken. De maatregelen zijn genomen om
de voor dit derde eskader bestemde bemanning aan boord te brengen. Frankrijk
bezit gemiddeld omstreeks 40,000 matrozenmaar kan dit getal tot 50,000
brengen.
Te Malaga in Spanje is eene kaserne ingestort, waardoor 20 man is ge
dood en velen zijn verminkt.
De Regent van Portugal heeft den 2dea de Cortes met eene aanspraak
geopend.
Den lsten dezer is Rome door gaz verlicht geworden; de uitvoering der
werken was aan eenen Engelschen ingenieur toevertrouwd.
PRUISSEN.
De Berl. Nachr. verhaalt, dat in het Poolsche gouvernement Plozk eene
ver uitgestrekte zamenzwering is ontdekt, wier doel was Polen van de Russi
sche heerschappij vrij te maken. De zaamgezworenen moeten allen adellijke
Poolsche grondbezitters zijn, en met medewerking der bezetting van Neu-
Georgiewsk getracht hebben die vesting in handen te krijgenhetgeen hun
echter door een onvoorzien toeval mislukte. De zaak werd ontdekt, en de
Russische overheid geraakte bij die gelegenheid in bezit van belangrijke pa
pieren waaruit o. a. bleek dat ook in Pruissisch Polen de zamenzwering eene
vertakking had. Een en ander heeft tot huiszoekingen en inhechtenisnemin
gen aanleiding gegeven. Twee aanzienlijke Polen, von Balinski en von Putt-
kammer-Kleszezynskibeschuldigd van hoog verraad, hebben zich door de
vlugt gered.
De 80jarige Pastoor van Stockheim bij Duren en zijne 60jarige dienst
meid zijn in den nacht van den 5den vermoord en de meeste goederen uit de
pastorij gestolen.
LUXEMBURG.
9 Januarij.
De Regering heeft, ingevolge het regt bij art. 73 der Staatsregeling haar
verleend, de zitting der Kamer, van wege tegenwerking dier Kamer gesloten.
De Regering had in een proclamatie het vorig Ministerie aangevallen dat door
de Kamer ondersteund werd. Verder heeft zij gemeend vermeerderingen der
gewone staatsuitgaven te moeten invoerendie de Kamer niet heeft goedge
keurd. Zij heeft verder gemeend pensioenen en wachtgelden te kunnen ver-
leenen zonder goedkeuring der Kamer. Deze meening is door de groote
meerderheid bestreden. Eindelijk heeft de Regering bij een enkel wets-arlikel
de gemeentewet van 1848 willen afschaffen en tot die van 1843 terugkeeren.
Ten gevolge van de afkeuring van dit laatste ontwerp door de afdeelingen
en door de centrale afdeeling, wier verslag door den Heer Eberhard was gege
ven is de zitting gesloten.
»Men is hier," schrijft men in een bijzondere correspondentie van de
Brusselsche lndépendanceverwonderd men dat in een land waar de Kamer
en het volk wijs en voorzigtig is, lot zulke maatregelen wil overgaan. Een
der leden van de Kamer, de Heer Eberhard, zeide in de beraadslaging over
het adres, dat hij niet begreep dat, wanneer men in Nederland een Ministe
riële crisis bad gehad in een anli-kerkelijken zin, men in Luxemburg lieden
van de zaken verwijderde, die door het vertrouwen dat zij in het land genie
ten het meest in slaat waren om de kerkelijke partij het hoofd te biedeu.
Deze door den Eberhard aangewezene tegenstrijdigheid blijft nog altijd zonder
opheldering."