digcn cn medewerking van een aantal geleerden in allerlei wetenschappen
dit blad zoodanig inrigten dat er alle gegronde verwachting bestaatdat
deze vcreenigde pogingen, het gewenschte doel niet zullen missen, en dit
Tijdschrift onder zijn ouden eerwaardigen naam, thans in nieuwen vorm zeer
mogelijk eene algemeene bekendheid cn naam verkrijgen zaldie de vorige
verre achter zich zal laten. {Zie de Advertentie.)
Te Delft, waar thans de cholera heeft opgehouden, zijn door die ziekte
aangetast, geweest 423 personen en 237 overleden.
Te Schiedam is tot lid der Prov. Staten van Zuidholland benoemd de
Heer L. Knappert S.Czn. in plaats van wijlen den Heer S. Rynbende.
Dr. Beets te Heemstede heeft aangekondigddat op de door de Veree-
niging van Predikanten, in de maand Mei 1852 uitgeschreven prijsvraag: over
de volstrekte onafscheidelijkheid van onderivijs en opvoedingtien ant
woorden ontvangen waren, en de uitgeloofde vereering van ƒ300 is toege
kend aan het stuk geteekend met de spreukDie op het Woord verstan
delijk letzal het goede vindenSpr. 16: 20aen het accessit van ƒ100
aan het stuk geteekend met de spreukLeer den jongen de eerste be
ginselen naar den eisch zijns wege. Yan het eerste was de schrijver de
Heer II. J. LemkesHoofdonderwijzer aan eene bijzondere school van de
tweede klasse, te Aarlanderveen, lage zijde van Alphen, en van het tweede
de Heer D. II. Boodhuyzen, eerste Leermeester in een der Nederduitsche Ge
reformeerde Diaconie-scholen te Amsterdam.
Uit Kampen wordt gemeld, dat reeds den 14den zich eenige inwoners
var Schokland over ijs naar genoemde plaats hadden begeven.
Volgens den lijd heeft de Paus den Heer J. P. DeppenProfessor in
het Seminarie van 's Bosch en Secretaris voor het bisdom van 's Boschbe
noemd tot Bisschop van Samos, i. p. i., met de bepaling dat hij behulpzaam
zal zijn aan den Aartsbisschop J. Zwysen, zoowel in het aartsbisdom van
Utrecht als in het bisdom van 's Bosch.
net Prov. Geregtshof te Groningen heeft den gewezen Ontvanger der
gemeenten Sleden en Muntendam, genaamd de Bock, ter zake van verduis
tering van staatsgelden, eerloos verklaard met veroordceling van 5jaren tucht
huisstraf en ƒ200 boete, benevens de kosten.
De Prov. Gron. Cour. meldt, dat in den nacht van den llden Je
Conducteur der diligence Concordia, nabij Smilde aangeroepen werd door eene
omstreeks 60 jarige Dame, die zich Mevrouw Visscher noemde, en hem 25
cents bood om mede naar Assen te rijden doch op zijn antwoord dat hij
haar niet kon medenemen dan voor de gewone vracht, zeide, dat zij dan te
voet zou gaan en er even spoedig zou wezen, als de diligence. Zij was wer
kelijk niet alleen met den wagen gelijktijdig te Assen, maar dezen altijd te
voet vooruit, tot groote verwondering van allen, die dit voorbeeld van hard-
loopen hebben bijgewoond en gezien. De afstand van Smilde tot Assen is
ruim 2 uren gaans.
Te Giethoorn zijn verleden week in 4 dagen in een eendekooi 1013
eendvogels gevangen, die per stuk voor 40 cents verkocht zijn, en das
405.20 hebben opgeleverd.
Berigten met de overlandrnaal uit Batavia tot den 24sten October ont
vangen bevatten niets van algemeen belang.
'sGRAVENHAGE, 17 December.
Z. M. heeft aan de Heeren 4V. F. van Otterloo, Hofraad en Secretaris van
Prins Frederik, en Jhr. J. Boreel, Kamerheer bij Prinses Frederik, vergunning
verleend tot bet aannemen, aan den eerste van de Ridderorde van St. Anna
2de klasse, hem door den Keizer van Rusland, en aan den tweede van de
Ridderorden van St. Anna 2de klasse en van de Poolster 3de klasse hem door
den Keizer van Rusland en den Koning van Zweden geschonken.
Z. M. heeft benoemd lot Burgemeester van Vreeland Mr. C. Fock.
De Koning van Denemarken heeft den lieer J. F. Sick, Secretaris bij
het Deensche Dept. van Builenl. Zaken benoemd tot zijnen Gezant te 's Gra-
venhage en te Brusselin plaats van wijlen den Heer Coopmans.
Sedert de Commissie tot vereffening der nalatenschap van wijlen Z. M.
Koning Willem II werd ontbonden is door de hooge erfgenamen het bestuur
der nalatenschap opgedragen aan eene Commissie, zamengesleld uit de Heeren
Jhr. Mr. A. G. A. Ridder van Rappard, Staatsraad, Directeur van hel Ka
binet des Konings, Voorzitter; Mr. F. A. van Hall, Minister van Buitenl.
Zaken, L. Graaf van Bylandt, waarnemend Thesaurier der nalatenschap; Mr.
J. C. Faber van Riemsdijk, Staatsraad, Advocaat, bij den Hoogen Raad der
Nederlanden; G. Falck, Thesaurier van het Huis des Konings en T. Hoyer,
Bankier alhier.
De Minister van Marine heeft de ouders cn voogdendie verlangen
mogten, dat hunne zonen of pupillen in het volgende jaar als Adelborst voor
de eigenlijke zeedienst op de Koninklijke academie voor de zee- en landmagt
worden toegelaten, herinnerd, dat zoodanige jongelingenwelke op den lstcn
Januarij 1854 den vollen ouderdom van 13 jaren hebben bereikt en bun
16de jaar nog niet zijn ingetreden, tot het examen voor de genoemde betrek
king bepaaldzullen kunnen mededingen.
Eerste Kamer ster Staten-fieneraal.
Zitting van Donderdag 15 December.
Van de Tweede Kamer zijn ontvangen de laatste door deze aangenomen
ontwerpen van wet, waaronder dat nopens de middelen.
De commission van rapporteurs zijn gereed met hare verslagen over de
volgende ontwerpen van wet: 1°. tot het bouwen enz. binnen zekeren afstand
van vestingen, 2°. tot bekrachtiging der met de Ned. Handel-Maatschappij
gesloten overeenkomst. De beraadslagingen over die ontwerpen worden aan
de orde gesteld op aanst. Maandag den 19den dezer, des namiddags ten half
een ure. De zitting is daarna opgeheven.
Viveede Kamer der Staten-Céenerua!
Vervolg der Zitting van Donderdag 15 December.
Na den Heer Oosting (zie ons vorig nommer) voert de Heer Storm van
's Gravesande het woord over het bekende voorstel der 9 leden, en besluit
met de verklaring dat hij met een gerust gewetentegen het voorstel zal
stemmen.
De Heer Rijk acht het voorstel noodlottig, maar besluit met de hoop uit
te drukken dat de Regering mecnen mogl dat er iets gedaan moet worden tot
verligling der mindere klasse. Hij zal zich gelukkig rekenener dan toe
mede te werken.
De Heer Blaupot ten Cate was lang in onzekerheid, maar alles goed nage
gaan hebbende, is hij tot de meening der voorstellers gekomen; hier is geen
strijd van personen, maar een vraagpunt van welzijn des volks, dat de volks
vertegenwoordiger geroepen is te behartigen.
Zitting van Vrijdag 16 December.
Voortzetting der beraadslagingen over het voorstel der negen leden.
De Heer Slicher acht hel wijs en staatkundig om tot de aanneming te
besluiten.
De Heer Hoffmann besluit met het voorstel onstaatkundig te noemendaar
het er juist, met het oog op de tegenwoordige omstandigheden op aankomt,
geene b'dasting zonder equivalent af te schaffen.
De Heer van Deinse gelooft niet aan nevenbedoelingen bij de voorstellers
ware dit zoo, hij zou het betreuren en hoogelijk afkeuren, en zal dus geene
redenen in aanmerking nemenbuiten het voorstel gelegen. Het lonnegeld
zou hij gaarne afschaffen, indien er een equivalent bestond; hij onderzoekt
1°. rust het voorstel op eenen goeden grond en 2°. zal het oogmerk be
reikt worden? Een en ander beantwoordt hij ontkennend.
De aanneming van het voorstel, zegt de spreker, zou eene bespotting van
de mindere klasse zijn. Het zal juist aan de meergegoede klassen balen,
maar aan 2) millioen inwoners niets. Als er ontheffing mogt komen, dan
zou die op andere accijnsen op het zout, de zeep, het bier, den azijn, de
turf, het gemaal, in aanmerking komen; dan zou gelden de verbetering der
wet op het personeel, te zamen berekend op 10 millioen, cn dit alles zou
gedekt moeter. worden door verhooging van de directe of indirecte belastin
genof wel door eenen boofdelijken omslag op de meergegoedenof eene be
lasting op de koffij, thee en andere artikelen. De omslag zou wel op
40 per hoofd komen te staan gradueel voor die gezinnendie in de ter
men van meergegoed vallen. Op al deze gronden besluit bij tot verwerping
van het voorstel.
De Heer Schuurbecque Boeye is niet overtuigd van het nuttige en noodzake
lijke van het voorstel; hij beschouwt het zelfs als onraadzaam en ondoeltreffend.
De Heeren Rochussen en de Kempenaer voeren vervolgens het woord tot
bestrijding van het voorstel.
De Heer Taets van Amerongen stelt daarna voor eene avondzitting te hou
den om de beraadslagingen voort te zetten.
De Heer van Nispen oppert daartegen bedenkingenhij wil dat de be
raadslagingen geleidelijk haren gang gaan; ze niet smoren; de Natie moet
zien, dat in eene zoo gewigtige zaak met geene overhaasting wordt gehandeld.
Het voorstel tot het houden van eene avondzitting wordt verworpen met
34 tegen 30 stemmen, en dus de voortzetting bepaald op morgen ochtend.
Zitting van Zaturdag 17 December.
De Heer Schimmclpenninck v. d. Oye behandelt drie punten, als: 1°. de
strekking van het voorstel2°. de vraag of 's Rijks middelen de voorgesla
gen afschaffingen gedoogen, cn 3°. zoo ja, of de voorgestelde de meest wen-
schelijke zijn, en komt tot besluit dat als men verliglen kan cn wil, ont
heffing van andere lasten (boven ook door het lid v. Deinse genoemd) de
voorkeur verdienen.
De Heer van Foreest bestrijdt mede het voorstel.
De Heer Bosscha zal een enkel woord voor, en een paar woorden tegen
het voorstel zeggen. Hij wijst aan het verschildat er tusschen beide dee-
len van het voorstel bestaal. Hij ontwikkelt de gronden voor de afschaffing
van het lonnegelddit is geen greep in het belastingstelselmaar aanvul
ling van het vrij handelsverkeer. De Regering kan dus, als zij voorstelt
de afschaffing van het tonncgeldop zijne stem rekenen.
Maar nu 2». de afschaffing van den accijns op het geslagt, als middel tot
leniging van den druk der mindere klasse. Hij zal niet treden in schil
deringen van ellende; hij zou die ook kunnen ophangen; vooral wat den
onderwijzersstand betreft. De vraag is hier, wat zal die afschaffing uit
werken? En dan zegt hij: tot de opoffering van eene belasting, die sedert
400 jaren bestaat, daartoe zijn meerdere gronden noodig, dan tot aanprijzing
van het voorstel zijn bijgebragt.
Hij verwacht dat de Regering de toezegging zal geven tot afschaffing van
het lonnegeld, en dat zij, zoodra het tijdstip daar is, ook al het overige
zal doen wat tot verligling van de mindere standen kan strekken; en met
de behoedzaamheid voor 's lands belang is overeen te brengen.
De Graaf Schimmelpenninck ontwikkelt de redenen waarom hij zich ver-
pligt acht om tegen het voorstel te stemmen, maar zou zich echter verheu
gen als de Regering het gemaal geheel of gedeeltelijk mogt afschaffen, omdat
dit doeltreffender zou zijn.
De Heer van AVintershoven zet uiteen1°. dat de toestand der geldmidde
len gedoogt partiële afschaffing; 2°. dat die afschaffing op dit oogenblik
behoort plaats te hebben.
De Zitting duurt voort.