op linn verzoek, een eervol ontslag verleend als Ontvangers der belasting te Jelsum en te Almelo, behoudens aanspraak op pensioen. Z. M. heeft benoemd bij het wapen der infanterie tot Kapitein (bij keuze) den lstcn Luitenant A. XV. P. Weitzel, van het regement grenadiers en jagers, inet bepaling dal hij voor den tijd van 5 jaren zal worden gede tacheerd bij de landinagt in Oost-lndië, hebbende het Z. M. behaagd hem te benoemen tot Adjudant van den Luitenant-Generaal Jhr. F. V. A. Ridder de Stuers, Zp. Ms. Adjudant in buitengewone dienst, benoemd Kommandant van het leger in Oost-lndië. Z. M. heeft den Kapt. Bruce, Kommandant van het Engelsche schip Ilibbcrt, ccnc gouden snuifdoos, met toepasselijk opschrift ten geschenke ge geven, ter zake van het redden in October 1852, van de manschappen van het Nederlandsche koopvaardijschip Laura en Adèle. Men verneemt, dat het Z. M. den Koning heeft behaagd, om, gunstig beschikkende op het verzoek van Hoeren bestuurders der Afdeeling 's Graven- hage, van de vereeniging: iel Metalen Kruisnamens de afdeeling aan Z. M. gerigt, het Beschermheerschap dier instelling wel te willen aannemen, met dc vergunning tevens, de diploma's der leden van die afdeeling te mogen voorzien met het Koninklijk wapen van haren hoogen Beschermheer. Uit Frankfort wordt gemeld, dat de Bonds-Gezant van onzen Koning voor Luxemburg-Limburg, de Heer v. Seherff, de benoeming van den Luit.-Kol. Panhuys tot lid der militaire Bondscommissie voor Luxemburg-Limburg, welke post sedert 1848 onbezet was gebleventer kennis van de Bondsver gadering had gebragt. Z. K. II. Prins Hendrik bevindt zich thans te Weimar, bij de zuster van zijne gemalin, die vrij ziek moet zijn. Van den lste™ tot den O110" zijn te Scheveningen 32 haringschuiten aan gekomen aanbrengende 2.087,000 stuks. De tijdingen van de vloot luiden zeer gunstig. Te Vlaardingen waren twee schepen aangekomen met 26 en 23 last gezoute haring. Tweede Kamer der Staten-ffüeneraaJ. Zitting van Dingsdag 8 November. In deze zitting (waarvan wij in onze vorige per telegrafisch berigt een kort verslag mededeelden) zijn ingekomen de volgende wels-ontwerpen1°. tot vaststelling van uitgaven wegens verstrekkingen voor het Departement van Marine, dienst 1853; 2°. voor het Departement van Oorlog, dienst 1853; 3°. betrekkelijk het verleenen eener bijdrage aan de Rh ij nspoorweg-maat schappij 4°. tot regeling van bet muntwezen in Ned.-Indiëen 5°. betrek kelijk het verleenen eener bijdrage aan het fonds van het Haarlemmermeer; elk met eene memorie van toelichting, alsmede die wels-ontwerpen waarvan de indiening in de vorige bijeenkomst, van 17 October jl.werd gemeld; verzonden naar de Afdeelingen. Insgelijks een wets-voorstel voorgedragen door negen leden der Kamer bij missive van den Heer Mr. Thorbecke, lot afschaffing van het tonnegeld, van den accijns op het geslagt, en van het regt op den invoer van slagtvleesch. (Zie destvegens het Bijvoegsel.) XInder de verder ingekomen stukken behooreneene missive van den Hoo gen Raad, houdende berigt eener vacature door het overlijden van den Raads- Ileer Mp. A. G. Spoor, en vergezeld van eene lijst van aanbeveling van zes Candidatenwaarop door de Kamer zou kunnen worden acht geslagen. De namen zijn: de IIH. Mrs. II. Provó Kluit, Burgemeester te Amster dam, oud lid der Tweede Kamer; F. F. KarscboomAdvocaat-Generaal bij bet Hof van N.-hollandM. Wiardi Beekman, Raadsheer in dat Hof; J. O. de Jong van Beek en Donk, Officier bij de Arr.-Regtbank te Utrecht; M. J. van Gelein Vitringa, Raadsheer bij het Hof van Gelderlanden J. D. W. Pape Officier bij de Arr.-Regtbank te 's Hertogenbosch. De dag zal worden vastgesteld waarop de nominatie zal opgemaakt worden. Het verslag der Algemeene Rekenkamer omtrent hare werkzaamheden over het dienstjaar 1852, welk verslag ten fine van onderzoek is verzonden j naar eene Commissie van vijf ledenzijnde de Ilcercn de Manvan Asch van WijckHoffmanSlicher van Domburg en Luyben. De Commissie van Rapporteurs voor de wets-onlwerpen1°. tot vaststelling van de begrooting der uitgaven voor de Algemeene Landsdrukkerij over 18542°. verklarende het algemeen nut van den aanleg van eencn kunst weg van Swichum (provincie Friesland) naar den weg van Warrega, naar Goutum en Leeuwarden3°. tot vereffening van het tekort over het dienst jaar 1848, door de voordeelige sloten van andere dienstjaren en onderwer pen; 4°. betrekkelijk het XIIde hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1854, cn 5°. tot regeling van het West-Indische muntwezen; hebben hare eind verslagen ter tafel gebragt. Zitting van Donderdag 10 November. In deze zitting zijn N°. 12 en 3 met algemeene stemmen aangenomen cn zullen de anderen in de volgende zitting worden behandeld. Onder de Memoriën van Beantwoording door de Regeriug op de beden kingen der Tweede Kamer, ten aanzien van verschillende punten der be grooting gemaakt, heeft de Regering ten opzigte van de instelling van afzon derlijke Ministeriën voor de Eerediensten geantwoord: dat bij haar in den laatsten tijd de noodzakelijkheid daarvan overtuigend is geblekenen op de vraag van enkele leden: of de Regering de kerkgenootschappen enkel als par ticuliere genootschappen beschouwt, geantwoorddat de Regering, lettende op den aard, het wezen en het veelomvattende der kerkgenootschappen, en voor oogen houdende het VIdc Hoofdstuk der Grondwet, geheel en afzonderlijk handelende van de godsdienst, de kerkgenootschappen geenszins met bloot particuliere genootschappen gelijk acht. En voorts heeft ten opzigte van de R. K. Eeredienst, de Minister van dat Dep. geantwoorddat door de medewerkingwelke dc Regering bij dc Hoofden van het R. K. kerkgenootschap heeft ontmoet, zij zich nu reeds instaat be vindt te kunnen voldoen aan den algemeenen wcnsch betrekkelijk het invullen der benoodigde geldsommen voor de aanvankelijk pro memorie uitgetrokken artikelen der Iidc Afdeeling van hel Vlldc Hoofdstuk der begrooting van staatsuitgaven voor het dienstjaar 1854, en daarbij overgelegd: 1°. een ge wijzigd ontwerp van wet tot vaststelling van dat hoofdstuk, waarin de be doelde geldsommen zijn opgenomencn 2°. een uitgewerkten en toelichtenden staat, voor zooveel de beslanddeelen der artikelen van de voornoemde llde afdeeling betreftwaarachter is geplaatst eene nieuwe recapitulatie van het geheele VIIdc Hoofdstuk, dienende ter vervanging van die, welke wordt aan getroffen op den bij het oorspronkelijk wets-onlwerp overgelegden uitgewerk ten cn toelichtenden staat; in welken slaat uitvoerige inlichtingen vervat zijncn waarbij o. a. de jaarwedden der vijf Kerkvoogden bepaald zijn ieder op ƒ2,500.en voor vijf Secretarissen ieder/400.en voorts ter gemoetko- ming in bureau- en administratiekosten der dioecesen en dekanaten ƒ6.voor iedere kerkgemeente; zijnde in dat van Utrecht 236, Haarlem 198, 'sBosch 217, Breda 77 en Roermond 158, te zamen voor 886 parochiën of ge meenten 5,316. Omtrent de verhooging van Hoofdstuk V der Staatsbegrooting van 1852 (Bijdrage ten behoeve van het speciaal fonds voor de kosten van droogmaking van het Haarlemmermeer), ter som van 616,310, blijkt uit de Memorie van toelichting dat het zich laat aanzien dat de som van 1,916,344, waar mede de begrooting der kosten voor de droogmaking van het Haarlemmer meer bij de wel van den 21stea December 1850 is verhoogdter geheele uit voering der nog overblijvende werkenom de redenen hierna te vermelden niet toereikend zal zijn. Het voornemen is evenwelgeene meerdere nieuwe bijdragen als subsidie voor het bestaande fonds te vragen, maar, even als ten aanzien van andere staats-uil gaven een post op de staatsbegrooting te stel len, waarop de meerdere behoefte onmiddellijk zal zijn te verevenen. Het speciaal fonds wegens de kosten der droogmaking van het Haarlemmer meer kan dus met het toestaan der thans voorgedragen bijdrage als geheel geregeld worden beschouwd, cn zoodra de som van 9,916,344, het geheele cijfer der begrooting van die kosten, verbruikt zal zijn, tot de afsluiting der rekening worden overgegaan. Tot een overzigt van den tegenwoordigen stand der onderneming, en als reden waarom die som niet wordt voldoende geacht ter bestrijding van alle uitgavenwordt het volgende vermeld In het voorjaar van 1853 is het tweede stoomgemaal te Halfweg in ge reedheid gebragt en heeft toen reeds dienst gedaan. De vijf stoomwerktui gen, de ringdijk, de ringvaart, de gebouwen, bruggen en ponten zijn in goeden staat. De verkaveling is zoo ver gevorderd, dat de hoofdvaarlen en de kruisvaart, benevens al de dwars- en lengtetogtenmet de meeste wegen, gereed zijn. Al de slootcn zijn aanbesteed in de gedeelten van den polder liggende buiten den Lissc-rdwarstogt en weg, de Slootertogt, de Spaarnwouder dwarsweg en togten de IJtogt tot aan den Ringdijkzoodat gaandeweg al de gronden in die gedeelten drooggevallen, ter grootte van ongeveer 7650 bunders, met bet voorjaar van 1854 zullen kunnen verkocht zijn. In dc maand Augustus jl. is men met den verkoop van een gedeelte dezer gronden aangevangen, en de verkoop, zoo als bekend is, heeft de meest gun stige uitkomsten gehad, zijnde op 16 Augustus 784 bunders, gemiddeld ƒ733 het bunder, op 23 dier maand 1273 bunders, gemiddeld 583 het bunder, en op 28 October 515 bunders, gemiddeld 680 het bunder, ver kocht, dus te zamen 2572 bunders a 1,671.200. Ilet grootc middenvak binnen de vier opgegeven lijnen van togten cn we gen liggende, uitmakende eene oppervlakte van 9000 bunders, zal, te be ginnen met het voorjaar van 1854, verkaveld en verder verkocht kunnen wordenmet welk een en ander men rekent dat een jaar zal verloopen. Alzoo zal in den loop van 1855 de polder door de Commissie aan het nieuwe polderbestuur kunnen worden overgegeven cn de onderneming vol- bragt zijn. Zij zal dus nog cenigcn tijd langer voor rekening van bet rijk blijven dan vroeger werd vooruitgezien. Men rekent dat uit dien hoofde, boven de toegestane 9,916,334nog ruim 100,000 zal kunnen noodig zijnwaardoor de kosten in het geheel ruim 10,000,000 zullen beloopen. Maar men verlieze niet uit het oog dat de oorspronkelijk toegestane 8 millioen bezwaard werden met de rentebetaling van het kapitaal tot en met 1845, ten bedrage van 1,390,000, cn met kosten van herstel van militaire verdedigingswerken, waarop bij de oorspron kelijke raming niet was gerekend, ad 275,920, zoodat de onderneming op zich zelve werkelijk niet veel meer dan 8,000,000, waarop de kosten aan vankelijk waren geraamdheeft gevorderd. Onder de nog vereischte gelden zijn niet begrepen de kosten van de stich ting van een stoomgemaal op den IJssel, een geheel buitengewoon werk, ge raamd op eene uitgave van 200,000. De som van 9,916,344 was even min tot de uitvoering van dit werk bestemd, zoodat dit punt bier ter zijde kan worden gesteld. Het is inlusschen het voornemen der regering, ter voorziening in de stich ting van het stoomgemaal tot ontlasting van de Gouwe, eerlang eene nadere voordragt te doen. Bij het op heden bij de Kamer ingekomen ontwerp van wet ter rege ling van het muntwezen in O.-Iridië, wordt hoofdzakelijk het volgende bepaald: De standpenningen zijn de volgende zilveren muntstukkende Nederl. gul den, dc rijksdaalder, de halve gulden. Zilveren pasmunt: dc stukken van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 2