slaagd zoo worden over de bekende en sedert door do Porte voorwaardelijk
aangenomen nota der vier Mogendheden betreffende bet Turksch-Russisch ge
schil. Vroeger waren de Patriarchen nooit in den Rijksraad geroepen.
Ook was er een besluit afgekondigd waarbij bet nog niet op de been
gebragte gedeelte van de landweer, een aantal van omstreeks 80,000 man
uitmakende, onder de wapenen geroepen werd.
Volgens een ander bcrigt heeft de Porte, toen zij haar besluit omtrent de
Weener nota aan de Vertegenwoordigers der vier Mogendheden alhier mede
deelde, daarbij de verklaring gevoegd dat zij steeds het behoud des vredes
wenschte, maar op elke gebeurlijkheid voorbereid was.
VËREËMCDE STATE».
In den Staat New-York zijn door de Wetgevende Magt de statuten goedge
keurd van eene maatschappij, die, met een fonds van 5,000,000 dollars, een
kanaal rondom den waterval van de Niagara wil aanleggen, waardoor sche
pen van 500 tonnelast uit het meer Erie in het meer Ontario zullen kunnen
komen.
Te New-Orleans woedde de gele koorts zoo hevig, dat de tijdige begra
ving van al de lijken onmogelijk werd; 125 lijken waren op bevel der Over
heid verbrand geworden.
Men schrijft uit de Ilollandsche kolonie Sheboygan van den 2den Aug.
dat de 86 Friezen, die van de 86 zijn overgebleven, welke zich op het schip
William en Mary bevonden, toen het aan de kust van Florida verongelukte,
landerijen hebben aangekocht in de vruchtbare landstreek der Blackrivier, in
la Crosse County, en zich aldaar hebben gevestigd. Dit is de vijfde Hol-
landsche nederzetting in Wisconsin. La Crosse is gelegen in de Town en
County van denzelfden naam, aan de Mississippi-rivieren eerst vóór een
paar jaren, als bij tooverkracht uit de wildernis verrezen.
De stad Cumana, in Venezuela, is den 19dcn Julij op nieuw door eene
vreeselijke aardbeving geteisterd, waarbij 4,000 menschen zouden zijn om
gekomen.
CHINA.
Het Engelsche dagblad van Shanghaide North China Herald van den
18dc° Junij jl., ontleent uit bet dagblad van Peking, het oflicicle blad van de
Chincsche regering, eene proclamatie des Keizers van den 30stcn April jl.
De Keizer, of de goddelijke draak, zoo als bij zich titelt, verklaart daarin
aan zijn volk, dat hij, vol schaamte over de door hem begane zonden, waar
door de verschrikkelijke toorn des Hemels over zijne geliefde onderdanen en
kinderen moet gebragt zijn, zich van hartzeer op de borst slaat, en zijne
voorvaderen smeekt de hemelsche barmhartigheid voor hem en voor zijn rijk
in te roepen. Hij belijdt verder aan het volk, dat zijne schatkist uitgeput is,
daar de opstand ongehoord groote uitgaven heeft veroorzaakt; en hij verordent
eene tweede inzameling in alle gewesten des Rijks van vrijwillige bijdragen
voor de schatkist. Hij verzekert vervolgens dat aan de oevers der groote rivier
(de Yang-tsé-kiang) reeds 100,000 man troepen vereenigd zijnen dat deze
krijgsmagt weldra tweemaal zoo talrijk zijn zal, maar ook daarvoor behoeft
de Keizer geldelijke bijdragendoor middel van welke de provinciënde de
partementen en de districten de vermeerdering zullen verwerven van het aan
tal candidalen voor de letterkundige examens.
In hetzelfde nommer van den Herald wordt eene proclamatie medegedeeld
die van de zijde der opstandelingen uitgevaardigd is ter beantwoording van
het keizerlijk edict van 30 April. Zij is gedagteekend den 6'1en Junij jl. en 1
luidt aldusj
dYangde Koning van het Oosten, Opperkrijgsbevelhebber en eerste Minis
ter van Staat, tevens Godsdienstleeraar en bevrijder des volks; en Siao, de
Koning van het Westen, tweede Minister van Staat, alsmede Opperkrijgsbe-
velhebber; beiden dienaren der hemelsche dynastie van T'aeping, die van den
Hemel de echte opdragt der regering ontvangen beeft, vaardigen te zamen de
volgende proclamatie uit aan alle volksklassen allen en een iegelijk uitnoo-
digende rustig met hunne gewone bezigheden voort te gaan. Wanneer de wil
des Hemels klaarblijkelijk is, behoort het gemoed van den mcnsch niet tegen
te streven. Daar de Hemel thans den waren Souverein heeft doen opstaan om j
het volk te regerenbehoort het volk zijne ziel aan den vernieuwden invloed j
van den waren Souverein over te geven. Het is te bejammeren dat sedert i
het Chinesche Rijk door de Tartaren 't onderst boven is gekeerdhet volk door
hen gebragt is tot aanbidding van booze geesten cn tot verwerping van den
waren Geest, alzoo tegen God zondigende; buitendien hebben de Tartaren het
volk gedwongen het uiterlijk voorkomen van duivelen aan te nemen en zich
zelf van de menschelijke gedaante te ontdoendoor alle welke daden zij zich
de wraak van den hoogen Hemel hebben op den hals gehaald. Buitendien
hebben zij ons volk verdrukt en ellende gebragt over de levende talenten. De
stank van hnnne geldgierige kunstenarijen is tot den Hemel opgestegen, ter
wijl zij de letterkunde tot in het stof hebben verlaagd. De klasse der land
bouwers en die der handwerkslieden zijn tot gebrek gebragt, daar telken jare
grooter onlusten plaats grepenterwijl de klasse der kooplieden aan eiken
slagboom, gaande en komende, zware tollen moest betalen. Zoo werden allen
die tusschen de vier zeeën wonen, tot in bun binnenste gegriefd; en de inge
zetenen van het middenrijk zagen het aan met blikken vol verontwaardiging.
»Wij, de krijgsoversten voornoemd, de hooge opdragt van den Hemel ont
vangen hebbende, en bet lot van bet in het stof getreden volk niet langer
kunnende aanzienhebben de echte banier opgestoken met het doel om de
Tartaarsche borden uit te roeijenen hebben de koninklijke troepen in slag
orde geschaard om den booze te overwinnen. In elk gewest waar wij door
trokken, heette het volk ons welkom, zoo als het tijdige regenvlagen welkom
heet; en alom waar onze standaard geplant is, gevoelden de inwoners zich
als van bangen nood verlosteen blijk dat de Hemel openlijk met ons is
en dat de menschen hun gemoed tot ons neigen. Immers sedert wij in de
provincie Quang-si de hand aan het groote werk sloegen, hebben de voorste
gelederen der tegen ons uitgerukte troepen hunne wapens omgekeerd ten tceken
van onderwerping, terwijl degenen die niet alle ontzag voor de majesteit des
Hemels uitgeschud hadden, op de eerste mare onzer nadering den moed om
den vijand te verdedigen gansch verloren.
»Nu alzoo, de nieuwe dynastie opgerezen zijnde, bevelen wij nadrukkelijk
aan elke levende zieleGod te dienen met ontzag en de dienst der booze gees
ten geheel te verlaten ten einde den hemelscben geest welgevallig te zijn en
den zegen van omhoog deelachtig te worden.
»Dat de klassen der geleerden, der landbouwers, der bandwerkers cn der
kooplieden ijverig werkzaam blijvenelk in hare bezigheden. Van de dagtec-
kening dezer proclamatie af, blijve elk rustig in het gewest zijner geboorte,
en verrigle zonder ontevredenheid zijn gewonen arbeid. Onze deugdzame
krijgslieden zullen geen vinger aan hnnne have slaanzoodat er geen grond
is voor de minste bezorgdheid. Dat de kooplieden hunne markten bezoeken
zonder vrees, in afwachting eener spoedige herleving des lands. Te dien einde
vaardigen wij deze onze bijzondere aankondiging uitmet bet doel om de
goede ingezetenen gerust te stellen. Deze worde door het gansche rijk ver
spreid tot narigt voor allen en opdat elk eerbiedig gehoorzame. Geen verzet!
Eene bijzondere proclamatie! Gegeven in het derdejaar der hemelsche dynastie
van T'aeping, op den eersten dag der vijfde maan."
Na de mededeeling der jongste berigten uit China, zegt de Londensclie
Timesdat de Chinesche revolutie, de grootste waarvan de wereldhistorie ge
waagt, die bet lot van een derde gedeelte des menschdoms verandert, vooral
ook wonderbaar is als men let op de onbeduidende middelen waardoor zij is
bewerkt; de hoofdleider toch schijnt iemand te zijn die eenig onderrigt van
een zendelingprediker ontvangen hadmaar wiens gedrag of blijkbare beweeg
redenen van dien aard waren dat de zendeling weigerde hem te dooperi,
kortom iemand die als een kwakzalver beschouwd werd.
De Times verwacht als gevolg dezer revolutie eene geheele verandering in
den inwendigen toestand van China en in zijne betrekkingen tot het bui
tenland, veranderingen die voor de beschaving en het handelsverkeer bevor
derlijk zullen zijn al is ook de godsdienst der nieuwe beheerschers van China
niet zoodanig dat men hen als geloofsgenoolen begroeten kan.
CORRESPONDENT! E
Wij ontvingen een stuk over de verkiezingen van den Heer Gaasbeek alhier
ter plaatsing in ons nommer van heden. De ruimte ons ontbrekende om het
in zijn geheel te plaatsenachten wij genoegzaam aan 't verlangen des Inzen
ders te voldoenwanneer wij er bier een kort begrip uit mededeelente meer
daar de in dit stuk vervatte denkbeelden wel die der meeste kiezers zullen zijn.
Hij bedankt de Kiesvereeniging Nederland en Oranje voor hare opgave bij
de vorige verkiezing, doch meent dat het beter is dat men onbelemmerd
kieze. Hij acht de Hoogleeraren en Geleerden hoog, rnaar meent dat te veel
geleerdheid aanleiding geeft tot woorden-zifterij en wil daarom ook Hande
laars en Fabriekanten gekozen hebben, om dat die doorgaans met de belan
gen der burgerij beter bekend zijnen vermaant ten slotte zijne medeburgers
tot eene welberadene keuze, zonder vooringenomenheid of blinde aanneming
van personen. Zoo ver dit stuk.
Dat er overigens Kiesvereenigingen ontstaan en dat deze de keuze leiden,
ligt in den aard der zoo onbeperkte vrije verkiezingenmaar waaruit dan
tevens volgt dat niet het volk, maar eenige weinigen uit het volk de keuze
kunnen bepalen. Dit nu eenmaal zoo zijnde, zouden Kiesvereenigingen zich
zeker verdienstelijk maken, wanneer ze niet een getal candidaten aanboden
dat gelijk staat met het getal dat verkozen moet wordenmaar voor elke
vacature een zes- of althans drietal; dan behielden zij de leiding, en de bur
gerij toch eenige vrijheid van keuze.
De ruimte ontbreekt ons ter breeder ontwikkeling, doch 't moet ieder in
'toog springen dat, als een Kiezersvereeniging voor iedere vacature slechts één
persoon voorstelt, de vrije keuze niets betcekent, maar de groote vrijheid, zoo
als 't meer met uitersten gaat, zeer na aan slaafsche onderwerping grenst.
STADS BERIGTEN.
VERGADERING van den Gemeenteraad van Leyden, Dingsdag den 6den
September 1853, 's namiddags ten 2 ure.
Onderwerpen
1°. Installatie en beëediging van nieuwe Raadsleden.
2°. Benoeming van eenen Wethouder.
3°. Benoeming van twee ambtenaren van den Burgerlijken Stand.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN brengen bij deze ter
kennis aan de daarbij belanghebbendendat op heden van den Controleur der-
Directe belastingen is ontvangen, een op den 31,ttn der vorige maand invorderbaar
verklaard Kohier voor de belasting op het Personeel (gevraagde Schattingen
van de vier eerste Wijken) over het dienstjaar 1853 en 1854, en dat op he
den aan den Ontvanger is verzonden.
En zal deze door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Leiden, 3 September 1853. VAN LIMBURG STIRUM.
De Secretaris v. PUTTKAMMER.