de verzekering beeft gegeven, dal mei betrekking tot die huwelijken bier te lande de meest mogelijke verdraagzaamheid zal worden in acht genomen. In dit geval zullen zekere Prelaten wel den ijver moeten doen verllaauwen waarmede zij zijn te werk gegaan en waarlegen de Regering zich zoo krach tig heeft verzet. De voor eenigen tijd alhier opgerigte Verceniging lot het zenden van Duitsch-Protcslanlsche geestelijken naar de westkust van Noord-Amerika, zal eerlang haren eersten zendeling derwaarts afvaardigen. Te Krieblowilz is den 28stcn het gedcnkteeken voor den Prins Blücher, in tegenwoordigheid van den Koning ontbloot. Ter cere van Sir Francis Drake, die in 1586 den aardappel in Europa heeft ingevoerd zal te Offenbach in Badeneen marmeren standbeeld wor den opgerigt, vervaardigd door den beeldhouwer Frederick te Straatsburg. SS EC EeF IC IC De Koning legt eene zeer levendige belangstelling aan den dag voor alles, wat betrekking heeft tot de algemeene Duitsche tentoonstelling, die in het aanstaande jaar te Munchen zal worden gehouden. Op last van Z. M. zal het daartoe benoodigde gebouw, in het fraaiste gedeelte der stad, en wel in den botanischen tuin opgerigt worden. Het zal uit ijzer en glas bestaan en later voor bet bewaren en tentoonstellen van zeldzame planten en gewassen gebezigd worden. Op aandringen van den Koning zal ook Oostenrijk aan deze tentoonstelling deelnemen. OOSTE1VKIJK. AVEENEN, 29 Augustus. Gisteren is de verloving van den Keizer inet Pr inses Elisabeth Hertogin van Beijeren, bij dagorde aan de troepen bekend gemaakt, welke dit berigt met vreugde hebben vernomen. De Keizer heeft bij besluit van den 20stcn de betrekking geregelddie voortaan zal bestaan tussehen de regelmatige en exceptionele overheden in zijne Haliaansche bezittingen. Hel aantal militaire regtbanken wordt tot 4 beperkt, die van Milaan, Mantua, A'erona en Udine. Het militaire standregt wordt geheel opgeheven. Nadere bepalingen omtrent de militaire reglspraak over burgers geven talrijke en krachtige waarborgen voor de veiligheid der regten en der personen. Uitdrukkelijk wordt bepaald dat elke inmenging der militaire overheid in de niet bepaaldelijk aangewezen werkzaamheden der burgerlijke overheden zal ophouden. Het doel is den algemeenen regtstoestand in Lombardije lot vastheid te brengen. In plaats van den strengen staat van beleg wordt een overgangs toestand ingevoerd, die den weg moet banen tot gelieele herstelling van den gewonen maatschappelijken toestand; en gedurende dien overgang wordt tus sehen het burgerlijk en het militair gezag een evenwigt daargesteldhetwelk de bereiking van het beoogde doel moet bevorderen. Voor de gewigtigste ge vallen die zonden kunnen voorkomen, is de beslissing aan den Keizer voor behouden en er is gezorgd dat alles onder liet oppertoezigt der regering te AVcenen blijve. Ten vervolge op hetgeen reeds ten aanzien van het concordaat is mede gedeeld, diene het berigt, dat de aangelegenheid der gemengde huwelijken eene levendige woordenwisseling heeft doen ontstaan tussehen den betrokken ambtenaar van het ministerie van eeredienst en den Pauselijken Nuntius, en dat men voorloopig nog niet tot een besluit gekomen is of dit vraagstuk zal worden behandeld als een punt in het concordaat op te nemen of door eene afzonderlijke bul zal worden geregeld. AVaarschijnlijk zal tot liet eerste besloten wordenhoezeer (volgens een AA'eener correspondent der Frank/. Posts.) te Rome reeds de uitvaardiging eener bul was bepaald. TUKIÏE. KONSTANT1NOPEL12 Augustus. A'olgcns het Journal des Débats zouden de wijzigingen, die de Sultan in het voorstel der vier Mogendheden verlangt, drie punten betreffen. A'oor- eerst verlangt de Porie dat de beteekenis nader worde omschreven van de zinsnede welke aan de Grieksche Christenen de voordeelen toezegt die door de andere Christen-gemeenten worden genotenzij wil het uitdrukkelijk erkend hebben dat hier geene andere kerkgemeenten bedoeld worden dan die uit Turksche onderdanen beslaan, en wraakt eene gelijkstelling barer onderdanen van de Grieksche godsdienst met de Christelijke onderdanen van vreemde Sta ten, die zich in Turkye ophouden en krachlens de verdragsbepalingen der be staande capitulation bijzondere voorreglen genieten. Ten tweede zou de Porte willen doen erkennen dat de nota, waar zij van de letter en den geest der verdragen van Kuïnardsché en Adrianopel gewaagt daarvan alleen in den meest algemeenen zin spreekt, zoodat daarin geenszins een Russisch beschermheerschap over de Grieksche kerk van het Oosten gelegen is. Ten laatste zou de Porie wenschen het staatsstuk in tweeën te doelenen aangaande de gewijde oorden eene afzonderlijke overeenkomst met Rusland te maken. AVij begrijpen het gewigt niet hetwelk de Porte aan dit derde punt hecht; maar in allen gevalle schijnt het niet tot ernstige moeijelijkheden aan leiding te kunnen geven. Verder verzekerde men dat de Sultan verlangde dat de vier Mogendheden zich verbonden hem eene schriftelijke verklaring te geven, waarbij zij de Porte waarborgden tegen elke opvatting der nota, die aan Rusland regt zou geven tot eenige inmenging in de inwendige aangelegenheden der Grieksche Kerk en der Grieksche bevolking van Turkye. Dit zou eene gewigt ige verklaring 2ijn, daar zij bij de eerste moeijelijkheid met Rusland den Divan regt zon geven om onverwijld de tusschenkomst en voorspraak van Europa in te roepen, iets dat de Divan, maar te vergeefs, sedert het opkomen der jongste verwik kelingen heeft gedaan om de groote mogendheden te overtuigen dat zij krach tens het verdrag van 1841 moesten tussehen beide komen. Over dit punt heeft waarschijnlijk de beraadslaging geloopen die de aanneming der nota zoo lang heeft vertraagd; of de Sultan volhard heeft bij dat denkbeeld, hetwelk algemeen aan Rescind Pacha werd toegeschreven, zal uit nadere berigten moeten blijken. VESEEENir.DE STATEST. NEAV-YORK, 16 Augustus. Hoewel de Regering der Staten de staatsschuld uitdelgt zoo spoedig de wet en de wil der houders veroorloven, bevat de schatkist een overschot van 22 millioen dollars. AVanneer de toeneming der openbare inkomsten nog eenigen tijd zoo voortgaat als thanszal de gansche staatsschuld uitgedelgd zijn zonder dat de schatkist ledig wordt. Den 22sten Julij jl. is aan het tol kantoor van New-York in één etmaal 348,000 dollars ontvangen. De Staat Missisippi onttrok zich in 1842 onder zekere voorwendselen aan de betaling eener vroeger als wettig erkende schuld van een millioen niet tegenstaande er sedert een overschot was, volhardt het in de repudiatie gelijk deze door drie andere Staten der Unie nagevolgde handelwijze ge noemd wordt. Thans heeft een particulier voor het hoogste regtscollegie iu dien Staat de aflossing dier schuld op het daarvoor aanvankelijk bepaalde en reeds verschenen tijdstip gevorderd en zijn eisch is door het hof eenstemmig toegewezen. AArelk gevolg deze uitspraak zal hebben, moet nog blijken. De hitte is te New-York zoo groot geweest, dal in ééne week 220 men- schen zijn gestorven; de thermometer van Fahrenheit rees in de schaduw van 90 tot 102° en in de zon tot 115°; thans echter was de hitte afnemende. ©OST-INSIE. BATAVIA, 9 Julij. Op den 3J»" Julij heeft het Nederlandsch koopvaardijschip Hendrika, Kapt. P. Admiraaldeze reede verlatenom de reis naar Japan te aanvaar den. Op dien bodem bevinden zich de pakhuismeester, boekhouder en scriba bij den Nederlandschen handel aldaar P. J. Lange, de adsistent der 2Je kl. R. Graafland, de geneesheer J. K. van den Broek, en de pachter van den kambang handel A. J. J. de AVolff, terwijl tot herstel hunner gezondheid de president van de weeskamer te Batavia, Mr. D. G. Reitz, en het lid der algemeene rekenkamer J. H. Vemer, de reis met dat schip derwaarts doen. Ook is de gepensioneerde ambtenaar J. R. Lange met dien bodem naar Japan vertrokken. Na een verblijf van ruim veertien dagen te Soerabava ten huize van Ds. Brumund, is de beroemde reizigster Mevrouw Ida Pfeiffer den ll<lo Junij jl. per stoomschip Banda naar Batavia vertrokken. In het begin van Dec. 11. kwam Mevrouw Pfeiffer voor de eerste maal te Soerabaya. Van daar met de Banda naar Macasser vertrokken, waar zij eenige dagen vertoefde, vervolgde zij hare reis naar het eiland Banda. AVei- nige weken te voren had aldaar de hevige aard- en zeebeving gewoed. Zij was nog getuige van hare vreeselijke verwoestingen. Nog enkele schokken deden zich gevoelen. Akin Banda naar Ambon gestevendbezocht zij eenige Negorijen van dat eiland en het naburige Saparoea. Daarna besloot zij tot een togt dwars door Ceram. Van Makariki op de Zuidkust vertrokkenbereikte zij in drie dagen AVahaai op de Noordkust. Zij legde dien weg te voet af langs ongebaande wegen door bosschen en de bedding van rivieren. Drie maal moest zij een ge bergte overklimmen; op ééne plaats tot eene hoogte van 1500 voet. In weerwil van de groote ondervonden moeijelijkheden, besloot de moedige vrouw lot den lerngtogt langs denzelfden weg. In nog korteren tijd, na twee en een halve dag, was zij weder te Makariki. Op Ternate bleef Mevrouw Pfeiffer slechts twee dagen en vertrok toen naar Menado. Gedurende eene maand doorreisde zij er de binnenlanden. Zij bezocht aldaar ook de verschillende zendeling-posten. Alles wat zij er zag, overtrof verre hare goede verwachtingen, zij vond daar de ware zendelinghroe- ders en kon niet genoeg uitweiden in den lof over hunne personenhun verkeer met de inlanders en hun hekeeringswerk. Aran Kema naar Makasser vertrokkenmaakte de onvermoeide reizigster weder eene zoo belangrijke als hoogst moeijelijke reis. A'an Makasser noordwaarts opgegaanlegde zij een afstand van omtrent 200 palen tot Lagoessie hij afwis seling te voet, te paard en in een praauw af. De inlanders verzekerden haar, dat aldaar nog nimmer een Europeaan was geweest. Op haren togt derwaarts stak zij het uitgebreide nog zoo weinig bekende meer van Tempé over. Bij de terugreize was zij, door de tegenstroomen opgehouden, 20 uren op hetzelve. Met 21 mensehen in een uilgeholden boomstamdigt bij elkander gezeten was de overvaart, die des nachts geschiedde, zoo gevaarlijk als inocilevol. A'an Batavia vertrekt Mevrouw Pfeiffer naar de Antilies, vervolgens naar Noord-Amerikaom er de binnenlanden te doorreizen. Een jaar zal daar mede verloopen. Alsdan naar Europa teruggekeerd, zal zij hare reis, misschien wel de belangrijkste tot heden door haar gedaan in het licht geven. Als eene bijzonderheid moeten wij nog eene ontmoeting vermelden, welke Mevrouw Pfeiffer bij hare vroegere reize over Java met den Soesoehoenan van Soerakarta had. De goede Vorst, getroffen door alles wat hij van hare reizen hoorde, hield bij het afscheid eene lange rede tot haar, van welke zij echter ongelukkig niets konde verstaan, daarna trok hij een zwaren gouden hindoe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 3