I BUITENLANDSCUE BERIGTEN. De Heer van Akerlaken blijft ook na de verdediging des Ministers huiverig om dit art. aan te nemen. De Heer Thorbecke is hoegenaamd niet bevreesd, dat, zoo niet nu, dan toch eenmaal, van het vorig Ministerie het getuigenis zal worden afgelegd, dat het is afgetreden onder de leus van de handhaving van een der edelste beginselen de gelijke godsdienstige vrijheid en verdraagzaamheid. Verdraag zaamheid niet in den zin, zooals het tegenwoordig meermalen wordt opgevat, dat men andersdenkenden wel dulden wel lijden wilmaar in den zin van hen toe te kennen dezelfde regten en vrijheden, die men voor zich zei ven verlangt. Met den Minister van Justitie zal spr. de beraadslaging niet verder voortzetten. Die Minister moet het laatste woord hebben anders is aan de beraadslaging geen grens, doch komt op tegen de beschuldiging van kwade trouw als persoonlijk tegen den Minister gerigt. Hij heeft gezegd dat j Rome, nu deze wet werd aangeboden, ep het denkbeeld zou kunnen komen, dat er met terugzigt op al dat vroegere, ter kwader trouw werd gehandeld. Persoonlijke zinspeling was aan die veronderstelling vreemd. De Minister van Justitie en de Heer Groen verduidelijken hunne gezegden, waarna het artikel in stemming wordt gebragt en aangenomen met 40 tegen 28 stemmen. De zitting wordt voor 1/4 uurs geschorst. Bij de hervatting wordt voor lezing gedaan van een brief van den Minister van Oorlog, waarbij hij, na- mans den Koning, de wets-voordragt nopens het bouwen en planten binnen zekeren afstand van vestingen intrektomdat de tijd van behandeling in deze zitting, hoe gaarne Z. M. de afdoening ook zou gewenscht hebben, te kort schiet. I Men vervolgt nu art. 6, hetwelk bepaalt: »De bedienaren der openbare godsdienst dragen het gewaad voor kerkelijke plegtigheden of bij de uitoefe ning van de openbare godsdienst in hun kerkgenootschap gebruikelijk, niet dan binnen gebouwen en besloten plaatsen of daar waar de openbare gods dienstoefeningnaar het 2dc lid van art. 167 der Gwt., is toegelaten." Welk art. na eenige beraadslaging onveranderd wordt aangenomen met 41 tegen 27 stemmen. Art. 7. bepaalt dat elke oprigting van een gebouw lot uitoefening van de openbare godsdienst, binnen den afstand van 200 ellen van eene bestaande kerk, in het. belang der openbare orde een onderzoek vercischt omtrent de plaats van vestiging. Vóór de oprigting wordt door bet gemeentebestuur be slist en verder worden in bet artikel de formaliteiten aangewezen. Aangenomen met 44 tegen 24 stemmen. Art. 8 luidt als volgt: »Het klokkengelui tot viering van kerkelijke pleg tigheden of om de ingezetenen tot de godsdienstoefening op te roepen, wordt in gemeenten, waar kerken van meer dan één kerkgenootschap zijn, niet toegelaten, dat met toestemming van Onzen Commissaris in de provincie. «Klokkengelui tot andere einden heeft geene plaats dan met vergunning van plaatselijke policie." Van Heiden Reinestein stelt voor om dit art. aldus te lezen: sliet klok kengelui tot viering van kerkelijke plegtigheden of om de ingezetenen tot de godsdienstoefening op te roepen, kan in gemeenten waar kerken van meer dan één kerkgenootschap zijnin het belang der openbare orde en rust door Onzen Commissaris in de provincie worden verboden." Alinea 2 als in bet ontwerp. De strekking is, om de toelating, regel en het verbod uitzonde ring te doen zijn; dus eene omkeering van bet stelsel van het artikel der wet. Ten slotte wordt het amendement van den Heer van Heiden Reinestein aan genomen met 47 legen 21 daarna is bet artikel dus gewijzigd aangenomen met 42 tegen 26 stemmen.De zitting wordt opgeheven tot morgen 10 ure. Zitting van Donderdag 25 Augustus. In deze zitting is art. 9, na een woord van den Minister ter inlichting, met 36 tegen 23 stemmen aangenomen. Het luidt aldus: «Hij die aan deze wet niet voldoet, bare voorschriften overtreedt, of elders dan art. 167 der Grondwet toelaat de openbare godsdienst uitoefent, wordt verklaard «in strijd met de wet te hebben gehandeld" en veroordeeld in de kosten." Art. 10 is gewijzigd door een amendement van de IIH. Godefroivan Rap- pard en El outnader door den Minister nog veranderd, aangenomenmet 38 legen 25 stemmen. Dat art. luidt als volgt: «De Officieren van Justitie bij de Arrondissements- Regtbanken eiscben overeenkomstig met de bepalingen van art. 854 van het Wetboek van Burgerlijke Regtsvorderingvoor de regtbank ter burgerlijke tereglzittingde toepassing van het voorgaand artikel. «Geene vervolging kan door ben worden ingesteld dan op magliging van den Procureur-Generaal onder wiens bevelen zij slaan, of op last des reglers, in de gevallen voorzien bij art. 31 van het Wetboek van Strafvordering en art. 73 van de Wet op de Reglerlijke organisatie en bet beleid der Justitie." Art. 11 wordt met 40 tegen 23 stemmen aangenomen. Het luidt aldus: «Van het vonnis wordt appel, van bet arrest, cassatie toegelaten." Art. 12 luidde aldus: «De behandeling der zaak heeft in eersten aanleg en booger beroep plaats met gesloten deuren, indien de regter dit raadzaam oordeelt of de beklaagde bet verlangt. De gedaagde kan zich door een raads man doen bijstaan." Daar men besluit hel eerste als overtollig te laten wegvallen, wordt bet geheele art. afgestemd. Op art. 13 (nu 12) wordt door de Heeren van Rappard, Godefroi en Elout een amendement voorgesteld en met 41 tegen 27 stemmen aangenomen en daarna het art. zelf met 43 tegen 25 stemmen. Het art. luidt dienvolgens thans aldus: «Die, na eenmaal ter zake van overtreding dezer wet, te zijn veroordeeld, zich aan herhaling daarvan schul dig maakt, wordt gestraft met schorsing in de uitoefening zijner burgerschap- regten voor den tijd van 3 tot 10 jaren en met gevangenis van eene maand tot 2 jaren te zamen of afzonderlijk." Art. 13 (14) «de regtsgedingen krachtens het voorgaande artikel ter zake van herhaalde overtreding gevoerdworden op de gewone wijze voor den ge wonen strafregter behandeldwordt met een amendemeut der drie ge noemde Heeren luidende: «de vervolging wegens overtredingen van deze wet verjaart door verloop van 2 jaren" aangenomen met 45 tegen 23 stemmen. Art. 14 (vroeger 15). «Bij het in werking komen dezer wet zijn, be houdens de bepalingen der wetten en reglementen bedoeld in Art. 167 der Gwt., afgeschaft de wet van 18 Germinal, jaar X, en alle andere met de tegenwoordige wet strijdige bepalingen." Het art. is aangenomen met 43 tegen 25 stemmen. De aanhef van de wet, waaromtrent de Heer v. Voorst een amendement had voorgesteld, dal niet ondersteund wordt, wordt zonder stemming aan genomen. Nu wordt liet ontwerp in zijn geheel in stemming gebragt en aangenomen met 41 tegen 27 stemmen. Tegen de Heeren: Luyben, Zylker, ten Cate, v. d. Heuvel, v. d. Veen, Hugenholtz, van Eek, de Lom de Berg, Hengst, van Bosse, van Nispen, Bols, Beens, Storm, Jcspcrs, de Man, Westerhoff, Meeussen, van HoëvellReinders, Dommer, Wintershoven, Strens, SloelThorbecke's Gravesande en de Poorter. De zitting is hierop tot nadere bijeenroeping opgeheven. liet-sle Hamer tier S tuten-f» en er a a l. Zitting van Dingsdag 23 Augustus. In deze zitting heeft de Kamer hare werkzaamheden hervat. De Heeren Mr. J. S. Lotzydoor de Prov. Staten van Zuidhollanden F. van der Oudermeulen door de Staten van Noordholland tot leden der Kamer benoemdhebben hunne geloofsbrieven ingezondendie in orde wer den bevonden. Van de Tweede Kamer zijn ontvangen 66 ontwerpen van wet, welke door die Kamer waren aangenomen. Al die ontwerpen zijn ter overweging aan de afdeelingen verzonden. Onderscheidene stukken en boekwerken zijn aan de Kamer toegezondendie ter griffie of in de boekerij zullen worden ge plaatst. Na het trekken van de afdeelingen wordt de zitting opgeheven. - ENCELAND. LONDEN, 22 Augustus. Onder de vele wetten die in de laatste dagen door het Parlement aan genomen zijnbehoort ook eene vergunning voor het maken van een spoorweg in Londen, welke onder den grond zal loopen, ter lengte van bijna 2) (Eng.) mijlen. De kosten van het maken van dezen weg zijn begroot op 300,000 en de ondernemers voorspellen eene winst van 6 pCt. Het voornemen is, op j kleine afstanden, te weten van 4 mijlstations te maken, nademaal deze weg moet dienen tot vervoer van personen, die nu van omnibussen gebruik plegen J te maken. De vracht over de geheele lengte van dezen onder-aardschen spoorweg zou in de rijtuigen der eerste klasse niet meer dan 2 stuivers beloo- pen. Al de rijtuigen zullen van binnen goed verlicht wezen. Zalurdag 11. zijn te Londen 17 Nederlandsche bodems naar verschil lende havens van Australië bevracht, van welke 9 van 600 tot 770 ton. Het Kamp op de heide van Chobdam is opgebroken; de kosten worden berekend op 30.000 In de afgeloopen week zijnmeerendeels uit Nederland aangevoerd 17,000 stuks vee, waaronder 12,000 schapen. De Beeldhouwer R. Langtonte Aberdeenheeft uitgevonden om da- guerreotypen-bceldcn op hout te verkrijgen. Deze uitvinding kan ter versiering van stoelentafels en andere meubelen dienen. Uit Australië heeft men berigt tot 22 Mei, waaruit blijkt, dat er in April alleen te Port-Philip 4,000 landverhuizers waren aangekomen. Mel- j bourne was overvol en velen der aangekomenen bevonden zich in beklagens- waardigen toestand. De gouddel verijen van Victoria leverden bij voortduring veel op. BELGIE. BRUSSEL, 24 Augustus. Z. M. heeft hij gelegenheid van het huwelijk van zijnen zoon kwijtschelding verleend van alle door de raden van discipline der burgerwacht uitgesproken straffen. Den 21slen is het eerste stierengevecht bij Brussel gehouden; echter had de Burgemeester van Schaerbeeck verboden pieklans of werpspies te gebrui ken om de stieren te tergen. Den 21slen heeft Antwerpen, door het houden eener processie, waarbij het beeld van de H. Maagd met edele gesteenten versierd ter waarde van 300,000 fr., werd ten toon gesteld, hel 375-jarige feest gevierd van het gilde van O. L. Vrouwe lof. De stoet was drie kwartier lang. FRANKRIJK. PARIJS23 Augustus. De Keizer heeft om aan de soldaten in het kamp van Satory zijn ge noegen te kennen te geven, hun toegedacht eenige voorstellingen van het groote Parijsche paardenspel te doen bijwonen; in het kamp wordt daartoe een groot amphitheater aangerigt, waar 15,000 man op zodenbanken zullen plaats nemen. Eene maatschappij welke die van het water" genoemd wordten wier kapitaal op 100 millioen wordt bepaald, stelt zich voor om alle steden van goed water te voorzien; zij heeft reeds met Lyon eene overeenkomst gesloten en die met Parijs zal weldra tot stand komen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 3