voor allenaan wie brieven van naturalisatie zijn uitgereikt en die hebben verzuimd, binnen don gestelden termijn, de geregistreerde brieven aan het bestuur hunner woonplaats te vcrtoonen, onder verklaring, dat zij de natu ralisatie aannemen, te openen een termijn op nieuw van drie maanden, te rekenen van den dag der afkondiging van deze wet. Wtveetle Bïamer tiet' Stateu-fiesieraal. Zitting van Donderdag 23 Junij. In deze zitting beeft de Commissie voor bet ontwerpen van een adres van antwoord op de Troonrede, baar ontwerp, gelijk het door baar, naar aan leiding van de daarop in de Afdeclingen gemaakte aanmerkingen gewijzigd is, vastgesteld, fzie ons vorig nommer). Dat stuk luidt aldus: Sire 1. De Tweede Kamer der Staten-Generaal betuigt aan Uwe Majesteit ba ren dank voor de mededeeling der redenendie Haar bewogen hebben gebruik te maken van bet regt, door de Grondwet aan den Koning verzekerd, om de Raadslieden der Kroon naar welgevallen te ontslaan en te benoemen. 2. Mogen wij ook deze uitoefening van dat Koninklijk regt niet bcoor- deelen, wij zien in die beweegredenen een hoog te waarderen blijk der be zorgdheid van Uwe Majesteit voor de vrijheden en de regten van al Hare onderdanen. 3. Uwe Majesteit beeft zich verpligt geacht de ontbinding der Tweede Kamer uit te sprekendoor het vertrouwen der kiezers tot eene nieuwe Kamer verecnigd, stellen wij op hoogen prijs dat Uwe Majesteit, door deze buitengewone vergadering der Staten-Generaal in persoon te openen, bet ge- wigl beeft willen loonen 't welk zij hecht aan deze uiting van de denkwijze der natie. 4. Eene hooggestegenc bekommering, welke zich bij een deel der bevol- king geopenbaard heeft, een bezwaar, 't welk Uwe Majesteit heeft verklaard tot Haar leedwezen nog niet uit den weg te zijn geruimd heeft de Regering tot de overtuiging gebragt, dat zij eene wet behoeft, om de pligten te kun nen vervullen, haar door het VIlle Hoofdstuk der Grondwet opgelegd. Wij wenschen, voor zoover dezen .maatregel betreft, de oorzaak dier bekommering te overwegen met al den ernst, dien een zoo gewiglig onderwerp vordert, en wij zijn bereid mede te werken ter voorziening in 't geen er blijken mogt te ontbreken aan den toestand, waarin de Staat aan alle kerkgenootschappen gelijke bescherming verleenen en hunne vrijheid en zelfstandigheid handha ven kan. 5. Bij de beraadslaging over het daartoe strekkende wels-ontwerp zullen wij niet vergeten, dut de eerste voorwaarde onzer nationale kracht is, cen- dragt onder de zonen van hetzelfde Vaderland. 6. Wij vinden ons bemoedigd door de verzekering van Uwe Majesteit dat er eene gewenschte verstandhouding is der Regering met bet Buitenland en dat in ons Vaderland de welvaart toeneemt. Tot de verdere ontwikkeling onzer volkskrachten zoowel als onzer Stuats-instellingen zullen wij gaarne bijdragen door mede te werken tot verordeningen over de onderwerpen die, naar de voorschriften der Grondwet, wettelijke voorziening vereischen. 7. De werkzaamheden die ons wachten zullennaar wij wenschenhet bewijs geven van wederkeerig vertrouwen tusschen de Regering en de Volks vertegenwoordiging. 8. In dat vertrouwen, Sire, Uwe Majesteit is er van overtuigd, ligt de kracht onzer Staatsinrigting. Wij wenschen tot versterking van die kracht gelijk van den band, die Nederland en Oranje verbindt, mede te werken, in overeenstemming met de Grondwet, wier handhaving onze eerste pligt is, en met het oog op Hem, die in Zijne Almagtige hand het lot beeft van ons dierbaar Vaderland." Zitting van Vrijdag 24 Junij. In deze zitting zijn de beraadslagingen aangevangen over het ontwerp-adres van antwoord op de troonrede. De algcmeene strekking van dat stuk is na den alloop der daarover gevoerde beraadslagingen, met 44 tegen 13 stemmen goedgekeurd. Tegen de algemecnc strekking hebben gestemd de Ileeren van der Brug- ghen Groen van Prinstercr, van Reede van Oudshoorn, Sloltc, van Lyndon, van Heiden Reinestein Elout van SoeterwoudcScbiinmelpcnninek van der OijeMackay, van Asch van Wijck, Donker, van Lennep en Hoekwater. De Heer Bosscha, lid der Commissie, heeft, het standpunt aanwijzende waarop de Commissie het antwoord op de Troonrede heeft gemeend te moeten beschouwen, onder anderen gezegd, dal in de rede van Z. M. eene uitdruk king is gebezigd van een opgewekt gevoel, anders in eene Troonrede onge woon, In die eerste woorden is bet reeds kennelijk, dat de Koninklijke Spreker alleen zijne persoonlijke meening heeft willen uitdrukken en zijne persoonlijkheid heeft willen afscheiden van hetgeen in coustitutioneelen zin genoemd wordt de Regering. Dit woord Regering geldt voornamelijk ten aanzien van wets-voordragten; maar deze rede bevat niets anders dan de woorden van den persoon des Konings, uitgesproken onder den indruk der buitengewone omstandigheid, liet is de warme taal van een' Koning, wien liet smartdat nog geene bevrediging is kunnen gegeven worden aan een groot deel des volks, om bet gerust te stellen in de bekommering, waarin bet verkeert. Het is de levendige taal van een' Vorst, die vervuld is van de herinnering, dat zijn voorgeslacht was gekwetst door dezelfde wonde, waar mede zijne onderdanen zijn gekwetst. Het is de taal van een opregt man, die niet schroomt, met ronde woorden te zeggen, wat hem op het hart ligt. Doch de Commissie had geen persoonlijk gevoelen of overtuiging uit te druk ken. Zij stelde zich voor als het orgaan van een zuiver politiek ligchaam, zonder nog te weten wat in zijn binnenste omgaat, vertegenwoordigende het Nederlandsche volk, niet alleen die duizenden, welke in hun nationaal gevoel geschokt zijn, maar ook die duizenden, welke gestreeld zijn door datgene, wat de bekommering der anderen heeft opgewekt. En nu heeft de Commis sie een ontwerp aangebodendat aan den gloed van de woorden des Konings gelijk is of dien nabijkomt. Al had zij zich ook eene meerderheid voorge steld, die een sterkeren geest in het adres bad verlangd, meende zij niet eerlijk te zijnwanneer zij zich daardoor had laten wegslepen. Er wordt immers in de troonrede eene zachte vermaning gegeven of althans de wensch uitgedrukt, dat in de Staten-Generaal zal voorzitten een geest van gematigd heid en bedaard onderzoeken dat het beginsel van godsdienstige verdraag zaamheid met kracht worde gehandhaafd. De Commissie meent derhalve te moeten afwijzen elk amendement, waardoor een toon mogt worden aangesla gen die met dien geest niet volkomen overeenstemt. Men moge dan dit adres kleurloos noemen; maar het is bekend, dat de uiterste partijen steeds den naam van onbeduidendheid geven aan al hetgeen tusschen beide uilersten ge legen is. Zij moest niet alleen het oog hebben op deze kortstondige zitting, meer op den gebeelcn werkkring, die voor baar geopend is; en dan moet zij verklarendat zij dien werkkring heeft overwogen met raadpleging van de Grondwet, en mogt, aan het slot van het ontwerp op haar wijzen, als het middenpunt, waarom zich de werkkring der Kamer zou bewegen ter ontwik keling der nationale kracht, en zoo doende zouden zich Regering en Volks vertegenwoordiging met wederkeerig vertrouwen ontmoeten. 1 is zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. 2 beeftnaar aanleiding van een door den Heer van Heiden Reinestein voorgesteld en door de Kamer aangenomen amendementeene wijziging ondergaan, ten gevolge waarvan deze alsnu luiden zal: «Wij zien in die redenen een hoog te waarderen blijk der bezorgdheid van Uwe Majesteit voor de vrijheden en de regten van al Hare onderdanen." Welke redactie de Commissie aanvankelijk had voorgedragen. 3 is onveranderd aangenomen. Zitting van Zaturdag 25 Junij. In deze zitting zijn de beraadslagingen over het ontwerp van adres in antwoord op de Troonrede voortgezet. 48 zijn deels na eenige beraadslaging, deels gaaf aangenomen en voorts het geheele adres met 45 tegen 13 stemmen. Tegen de Heeren van Reede, v. Lynden Strcns, Hugcnhollz, Mackay, v. Asch v. Wijck, v. Nis pen v. Sevenaer, Elout, Dommer v. Poldersveldtv. d. Bruggen, de Lom de Berg, v. Bosse en Groen v. Prinsterer. Dit adres zal den Koning worden aangeboden door eene Commissie zamen- gestcld uit den Voorzitter en de Heeren v. Hocvellde Kempenaer, v. Aker laken, v. Voorst, Bosscha, v. Lennep, Taets v. Ainerongen en Bots. De Commissie heeft verslagen uitgebragt over een groot aantal ontwerpen van naturalisaliënen een tot wijziging van Hoofdstuk II der staalsbegrooting over 1852. De beraadslaging zal plaats hebben op aanstaanden Dingsdag. Daarna wordt de zitting opgeheven. DEN HELDER, 22 Junij. Heden is van hier naar New-York gezeild het schip Great Britain Kapt. Hale, aan boord hebbende ruim 200 landverhuizers, waaronder behalve Duilschers, zich ook vele van onze landgenooten bevonden, die elders hun geluk willen beproeven. UTRECHT23 Junij. Laatstl. Maandag had alhier een concours plaats der onderscheidene scherp schutters genootschappen in Nederland. Op 1° Julij aanstaande zullen in het kamp bij Zeist 8 detachementen aankomenom het in gereedheid te brengen. GRONINGEN, 23 Junij. Het Amerikaansche schip the South Caroline, Kapt. J. Stewart, waarmede den 22slen April zoovele landverhuizers uit deze provincie van Piotterdem naar N.-Amcrika vertrokken zijnis den lsten Junij te New-York aangekomen. Als eene bijzonderheid van vlug werken kan worden gemeld, dat de gebroeders Jacob en Eliasar van Gcuns, vleeschhouwers te Leens, in den tijd van 15 dagen hebben geschoren 944 schapen, hebbende voor ieder vlies 7i Ct. op eigen kost genoten. ASSEN, 20 Junij. Gisteren omstreeks middernacht vertoonde zich aan het uitspansel bij hel der maanlicht een prachtig luchtverschijnsel. Langzaam en statig verhief zich aan den horizon in het noordwesten een vuurstraal van eene schitterend roode kleurniet ongelijk aan een grooten kongrevischen vuurpijlwerd allengs grootcr, verlichtte voor eenige oogenblikken den gansehen omtrek met een helder rooden gloed, die zelfs het maanlicht verduisterde en veranderde daarna van kleur, welke van helderrood in bloedrood overging. Na ongeveer twee minuten geschitterd te hebbenverdween de straal in het zuidoosten. BUITENLANDSCHE BERIGTEN. ENGELAND. LONDEN, 22 Junij. De bediening van den H. Doop aan den jonggeboren Prins is nu op 27 de zer bepaald en zal in het bijzijn der geheele Koninklijke familieden Koning en de Koningin van Hanover daaronder begrepenplaats hebben. De doop getuigen zijn de Prinses van Hohenlohe, de Prinses van Pruisen en de Koning van Hanover. De plegtigbeid zal geschieden door den Aartsbisschop van Can terbury bijgestaan door den Aartsbisschop van York en den Bisschop van Lon den. De Prins zal de namen Leopold George Duncan Albert ontvangen. In de zitting van hel Lagerhuis van gisteren, is aan een der leden verlof gegeven om eene bill in te dienenstrekkende om de rijke inkomsten der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 2