LEYDSCHE COURANT WOENSDAG8 JUNIJ. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is f 13 in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. Rij dit Nommer behoort een sladsberigt behelzende het nieuwe Reglement op de Gebuurten. BIMENLANDSCIIE BERIGTEN. LEYDEN 7 Junij. Het Muziekcorps der Schutterij zal ten genoegen van liet publiek, weder gedurende het schoone jaargetijde op het Ruincplein in de daartoe van stads- wege geplaatste nieuwe tent, des Donderdags avonds te kalf acht ure bij gunstig weder om de veertien dagen eenige muziekstukken uitvoerente beginnen op aanst. Donderdag. Vergelijkende Staat van de opbrengst der opcenten en eigene middelen, ten behoeve dezer Gemeente geheven, gedurende de maanden Mei 1852 en 1853. 1852. 1853. f opcenten 1,781.07 1,603.05 ,2 eigen midd. - 449.72 - 312.45 J 2,230.79 1,915.50 (opcenten 8.216.39 eigen midd. - 230.72 9,575.96i - 345.56 8,447.11 O I O l Wijn i opcenten 1,878.35 eigen midd. - 2,387.99; 4,266.34' f opcenten 56.42 J. eigen midd. - 142.66 u l 9,921.52; 1,533.95 1,472.75 1,991.41 - 2,309.28; 4,300.69; •3*3 cs 199.08; ƒ16,677.28 91.00 144.34; 235.34; 17,845.81.1 Meerder over 1853 ƒ1,168.53; De Staats-Courant deelt een berigt mede van den Heer Dr. Janssen, Conservator aan 's Rijks Museum van Oudheden alhier, omtrent de voortge zette opgravingen onder Hilversum, die tot merkwaardige ontdekkingen heb ben geleid en welk berigt wij hier met eenige verkorting overnemen. Er zijn thans, op eene ruimte van nog niet 100 ellen, gelegen aan de zuidelijke helling der hooge heide, 13 onderaardsche bevloerde haardsteden ontdekt, ééne el hoog met zandaarde overdekt, en waaruit meer dan 300 uit steen bewerkte gereedschappen zijn opgehaald. Die gereedschappen: slinger hallen, lans- en pijlspitsen, wiggen, messen en slijpsteenenzijn voor het grootste gedeelte (290 stuks) in 's Rijks Museum van Oudheden gekomen, waarvan de Conservator, de Heer Janssen, die opgravingen mcerendeels ge leid heeft. Deze gereedschappen zijn in het algemeen ruw bewerkt, uit rol- stecnen die thans nog op de heide gevonden worden, en zijn soms slechts aan een paar zijden geslepen; van vuursteen zijn alleen drie kleine mesjes. De lans- en pijlspitsen (die liet grootste getal uitmaken) zijn van een geheel eenigen vorm, te weten: langwerpig en aan 4 zijden tol eene punt bijgesle pen gelijk zij elders, ook in het buitenlandnog niet gevonden zijn. Ook de haardsteden zelve zijn, hoe ruw ook, als eenig te beschouwen; weshalve er doorsneden, plattegronden en leekeningen van vervaardigd zijn, terwijl er één, door de zorg van den lieer A. Perk te Hilversum, voor ondergang is be waard geworden, door overplaatsing op een stuk gemeentegrond, niet ver van de ontdekkingsplaats verwijderd. Alle haardsteden bestonden uit een vloer van kcisteenen, p. m. ééne el lang en ruim eene halve el breed, zonder eenig cement of kalk, in het zand gevlijd, en die soms boogsgewijs, incest echter aan 3 zijden besloten werd door een uit keisteenen opgestapeld muurtje van p. m. 20 duim dikte en 50 lot 60 hoogte. De meeste steenen gereedschap pen werden steeds gevonden onder éénen steen, regis of links aan den ingang der haardstede en die gewoonlijk nog door een tweeden steen bedekt was. Onder dien steen (die meestal plat was, en p. m. 30 duim middellijn had) lagen dan de gereedschappen digt naast elkander gevlijd, soms meer dan 30 stuks bijeen, tusschen en op houtskolen en asch, terwijl zich soms, onder die asch en houtskolen nog verbrande beenderen bevonden, die daar opzettelijk in een kuiltje geplaatst warenter diepte van p. m. 20 duim. Soms evenwel vond men er geen beenderen onder, maar waren deze afzonderlijk geplaatst onder eeneu anderen steen, die juist aan de tegenovergestelde zijde van den ingang lag. Tusschen de beenderen, vond de Heer Conservator Schlegel, die zich met het onderzoek daarvan belast had, geene mensehen- maar alleen dierenbeenderenen wel een gedeelte van den snijtand van een bever; ge deelten van het os canon van een herkaauwend dier, waarschijnlijk een runden fragmenten hoogst waarschijnlijk van eene geit of een bok." Uit een en ander gist de kundige onderzoeker dat die haarden hoofdzakelijk de bestemming van offerplaatsen gehad hebben waarbij echter in het oog is te houden, dat het volk waarvan zij afstammen, nog op een lagen trap van beschaving stond, denkelijk nog de ^tév-dienst was toegedaan, landbouw noch bewerking van metalen kende, van jagt en vischvangst leefde en tot die alleroudste bewoners dezer landen behoorde, waarvan de Hunnebedden afkomstig zijn, vallende in de zoogenaamde sleenperiodetoen Celten en Germanen in onze geschiedenis nog niet opgetreden waren en die duizend en meer jaren vóór Christus kan opklimmen. Het R. K. weeshuis te Schiedam zal worden afgebroken en een nieuw opgebouwd, hetgeen door P. IV. van Dijk is aangenomen voor 24,995. De Heer Mr. J. R. Thorbecke heeft de benoeming als lid van de Tweede Kamer voor het kiesdistrict Maastricht aangenomenzoodat voor Breda eene nieuwe keus zal moeten plaats hebben. De algemeene vergadering der Nederl. MaatschappijTer bevordering der Pharmacie, zal gehouden worden te Amsterdam, op Woensdag, den 29stCB dezer, in het gebouw, genaamd: het Wapen van Amsterdam, des morgens ten 10 ure. De N. R. C. maakt in een uitvoerig berigt de liefhebbers van boeken, van prent- en prachtwerken maar ook vooral de heminnaren en beoefenaren der natuurlijke historie opmerkzaam op den hoogst belangrijken Catalogus der nagelaten boekerij van Dr. Dalen, bij Boekhandelaren J. van Baaien Zonen te Rotterdam uitgegevenuit welk berigt wij het volgende hier overnemen. De Catalogus is in afdeelingen verdeeld: De eerste afdceling loont duidelijk dat vroeger hel plan heeft beslaan, om eene algemeene bibliotheek van groote uitgebreidheid te vormen daar men in verschillende vakken goede schrijvers en goede uitgaven aantreft. De tweede afdceling bevat 152 nummers prachtwerken, meest allen belang rijk, zoo als de Galerie de Florencede werken van Hogarth, eene verza meling van Ridinger's werken, zoo als die alleen door moeite, tijd en geld bijeen te brengen is, de Description de V Egijptevan de Velde's Oost-Indien, La Borde Sb NonChoiscul Goulïier, Freycinet, Prins Maximiliaan, een proef druk exemplaar van het Musée Napoleonenz. De derde afdceling is geheel aan Natuurlijke historie gewijd en kosten noch moeite zijn gespaard om deze hoogst belangrijk Ie maken. De vierde afdeeling bevat een uitmuntend systematisch gerangschikte lijst van hoorns en schelpen, ruim 3000 nummers inhoudende, onder welke de kostbaarsle en zeldzaamste voorwerpen gevonden worden. De vijfde en laatste afdeeling is aan Dag- en Nacht-Kapellen en Torren gewijd, en het is aan deze dat door den Heer Dalen tot in de laatste dagen zijns levens de grootste zorg is besteed. Ofschoon de catalogus reeds ecnigzins aanwijst hoe hij daarin geslaagd is, moet men de verzamelingen zien om er zich een juist denkbeeld van te kunnen maken. Van den 3dcn tot den 12ticn Oct. aanst. zal door de maatschappij van nijverheid voor het arrondissement Breda, gehouden worden eene tentoonstel ling van voorwerpen van nijverheid en kunst, en wel ter gelegenheid van liet 25-jarig bestaan der Koninkl. akademie aldaar. 'sGRAVENHAGE, 7 Junij. Z. M. heeft de gedane benoeming van een Burgemeester van Sleinprov. Zuidholland ingetrokken en aldaar als zoodanig benoemd M. Vaessen. Z. M. heeft benoemd tot lid der Arr.-Reglbank te Haarlem Mr. J. J. Enschedé, thans Substituut-Griffier bij die Regtbank. Naar men verneemt, zal Z. K. II. Prins Hendrik met zijne Gemalin, bij de plegtige intrede in de residentie, gezeten zijn in een rijtuig, hespan nen met zes paardenomgeven door zes lakeijengevolgd door onderscheiden hofkoetsen. Men verneemt ookdat op het paleis van Z. K. II. Prins Frederikhet huis de Paauw, vele toebereidselen worden gemaakt lot het houden van fees ten bij gelegenheid van de aankomst van HH. KK. HH. Prins en Prinses

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 1