LEYDSCHE C0UI1ANT VRIJDAG13 MEI. N°. 57. De Courant wordt Maandag, Woensdag en Die van Maandag komt Avond. De Prijs der Courant is f 13 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. BINNENLANDSCÏIÉ5 BERIGTEV LEYDEN 12 Mei. PKOCES VERBAAL. Van de opening der Stembriefjesdie ter benoeming van drie Leden van de Staten der Provincie ZuidJwlland den 10 Mei zijn ingeleverd. Op lieden den elfden Mei des jaars achttien honderd drie en vijftig, in de Gemeente Leydenhoofdplaats van het Hoofdkiesdistrict Leydenis door het Bureau van Stemopneming in de ter inlevering van stembriefjes bestemde zaal op het Raadhuis plaats genomen des morgens te negen ure- Het Bureau is zamengcsteld uit den Heer Mr. A. O. E. Grave van Limburg Stirum, Burgemeester, Voorzitter, en de lleeren M. G. Ten Sande en S. J. Tc Poole, Leden van den Gemeenteraad, Stcmopnemers. De Voorzitter plaatst op de tafel ééne Stembus, bij hem den 10dcn Mei 1853 overgebragt uit de Gemeente Leyden. De zegels van de bus worden onderzocht en bevonden ongeschonden te zijn. De bus wordt geopend en bevonden zes honderd zeven en veertig slem briefjes te bevatten. Dit getal met de lijst der Kiezers die briefjes hebben ingeleverd vergeleken zijnde, is gebleken te zijn even groot als het getal dier Kiezers. Nadat de briefjes zijn ondercengemengdworden zij door den Voorzitter een voor een geopend en overluid voorgelezen. Het Bureau heeft van onwaarde verklaard acht stembriefjes, waarvan zes niet ingevuld, één geteekcnd en één ongeschreven namen bevatten. Het getal der geldige uitgebragtc stemmen is mitsdien geweest zes honderd negen en dertig. Van dit getal zijn uitgebragt op de Heeren Mr. G. P. van Outercn 620 stemmen. A. Ilarlevelt, Jz. 60D, Jhr. Mr. I. L. Cremer van den Bcrch van Heemstede 495, Mp. D. Tieboel Siegcnbeek 95, Mr. N. Olivier 10, C. Leembruggen 4, Prof. A. 11. van der Boon 51esch 4, Mr. 11. Gevers 3, J. llartevclt 3, Mr. J. L. Klaverweydcn 3, B. Eigcman 3, Mr. M. II. A. Lisman 3, Mr. A. O. E. Grave van Limburg Stirum 3, P. van Geer 2, C. Dros 2, Mr. J. E. Goudsrnit 2, P. d. Ricu 2, Mr. P. G. Ilu- hreclit 2 en \V. C. Baerl, C. Wynobel Mr. J. Bake, Jac. Hazenberg Czn, 11. Stokbuizen van Moorzei, P. P. Roorda van EysingaA. Librecht Lezwyn, Mr. J. C. Bucaillc, Prof. P. L. Rijke, II. R. de Breuk, G. II. Ysselsteyn, C. VollebregtJ. A. Zuur, D. II. Kreps, IV. A. Peskens, M. G. ten Sande, I'. Blaauw en II. P. Stoffels, ieder ééne slem. Hebben alzoo de volstrekte meerderheid van stemmen verkregen de Hoeren Mr. G. P. van Outercn A. Ilartcvelt Jzn, en Jhr. Mr, I. L. Cremer van den Berch van Heemstede. Zijn derhalve verkozen tot Leden der Staten van de provincie Zuidholland de Heeren Mr. GUILLAUME PIERRE van OUTEREN, ABRAHAM IIARTEVELT Jzn. en Jhr. Mr. ISAAC LAMBERTUS CREMER van den BERCI1 van HEEMSTEDE, allen wonende te Leyden. En zijn tegen deze opening van stembriefjesdoor de in de zaal aanwezige Kiezers gcenc bezwaren ingebragt. En is na afloop van dit een en ander Procesverbaal opgemaaktin tegen woordigheid van allen, die zich in de zaal bevonden. Gedaan te Leyden den u<lcn Mei 1853. VAN LIMBURG STIRUM, Voorzitter. M. G. ten SANDE, otemopnemers. LE POOLE. i 1 Uilslag der verkiezingen lol leden der Prov. Staten van Zuidholland Leydcrdorp, Mr. II. C. S. Hoog en Mr. N. v. Beeflingh. Soetcrmecr, A. F. L. Bichon van Ysselmonde; herstemming tusschen P. Keyzer Pz. en Mr. II. A. A. van Berkel. Gouda, M. Bisdom van Vliet en Mp. I'. C. Prince; herstem ming tusschen Mr. M. C. Bichon van Ysselmonde en A. M. Monlijn. Delft, C. Hoekwater. Oud-Beyerland, Vlieland en Mr. van "Weel. Ridderkerk, R. H. van der Wayfort. Rotterdam, J. F. Hoffman, Mr. A. T. Prins, Jhr. A. L. CocncnW. S. van den .Bergh van Heinenoord Mr. J. B. L. Wcntholt, P. II. Tromp en II. T. Löhnis. Dordrecht. Jhr. Mr. P. II. van de Wall van Puttershoek en Mr. J. S. Lotsv. Wij zijn verzocht twee dezer dagen uitgekomen stukjes te beoordeelen. Het eerste is een viiecend bi.aadje, Nos. 1,2 en 3, Leyden C. Menzel Jr. Het eerste getiteld: over onzen toestandspreekt van de gewigtige gebeur tenissen in April en verheugt zich over den korten termijn voor de verkiezin genvan wege de schadelijkheid van onrust voor een volk, en tevens dat de grondwet ongeschonden zal blijven, en de nieuwe Ministers »de eerlijke uit voering er van zullen verzekeren," en vraagt ten slotte of de Ministers, met zich over het begrip van sommige punten dier wet uit te laten, zich niet op een gevaarlijken weg hebben gewaagd, en vreest dat ze door hunne vrienden in die rigting te ver zullen worden medegesleept en tegen dat gevaar wil hij helpen waken. Ten dien einde spreekt bij in zijn 2<le Nommer over oude dingen. Hierbij tot inleiding een plaats gebruikende uit het werk van den Hoogleeraar Vreede: de Regering en de Natie sedert 16721795, ontwikkeling van staats- regtelijke theoriè'nin 1845 uitgekomen, waarschuwt hij tegen het verge ten van 't verledene, als de oorzaak van terugkeer van dezelfde dwalingen en rampen, en beklaagt zich ten slotte over de miskenning van het vorig Ministerie. Zoo ver het 2de Nommer. Het andere is getiteld: Liberalisme en R. CatholicismcThorbecke en Romeeen woord aan alle Prot. kiezers van Nederland, Leyden P. Engels, en gewijd aan ecne beschouwing van het gewigt der verkiezingen. «Moglen deze regelen," zegt de S.onpartijdiger zijn, dan met staatkundige vertoogen zoo dikwerf het geval is. Ware het, dat de lezing van dit geschrift u de overtuiging gaf, dat hetzelve gelijk zoo vele door partijgeest is ingeblazen, welnuwerpt het van u met alle andere onzalige vruchten van die pestziekte onzer dagen," en beantwoordt vervolgens deze drie vragen: I. Welke was de geest van het gevallen Ministerie? II. Hoe hebben wij de plaats gehad heb bende verandering van Ministerie te beschouwen? III. Op welke mannen moet onze keuze vallen voor de aanstaande Tweede Kamer der Staten-Generaal Bij de eerste ontwikkelt hij op eene veelzins lezenswaardige wijze wat het Liberalisme en R. Catholicisme onzer dagen is, en beschrijft het Ultramonta- nisme als zich ten doel stellende de vernietiging der mcjischelijke vrijheid, niet der zoogenaamde politieke, maar van 's inenschen heiligst goed, zijne verstandelijke en zedelijke vrijheid; beschouwt dan de verecniging van Libe ralisme en Catholicisme, en zegt daarbij: Maar hoe kwam een man als Thorbecke (in zijne hoedanigheid van Liberaal, war.t de godsdienst was hem op zich zelf eene onverschillige zaak) aan dit hondgenootschap met de Katho lieken? Tc onregt geloof ik zoudt gij de oorzaak van het verschijnsel in persoonlijke eerzucht of andere onedele drijfveren zoeken. Veeleer schijnt mij deze verklaring aannemelijk. Wat Thorbecke ter harte gaat is slechts de stoffelijke welvaart en de staalkundige inrigling van het volk. de godsdienst en het hoogere leven van den menscbelijken geest zijn hem of onbekende of onverschillige zaken. Hem scheen dus het gezegde vei bond een volkomen geoorloofd middel om zijn doel te hereiken. En verder: Hij is een man van buitengewone, veelzijdige kennis, helder en scherpzinnig verslandjuistheid van gedachte en uitdrukking, vastberadenheid en koelbloedig overleg. Vol doende redenen om aan zijne onkreukbare regtschapenheid te twijfelen beslaan er geloof ik niet. Voorts toont S. aan wat den Minister ontbrak en ontwikkelt zulks in de beschouwing zijner daden. Daarna steil hij bij de tweede vraag hen gerust die voor teruggang vroezen en eindigt bij de behandeling der derde, inet waarschuwing legen de verkie zing van den lieer Thorbecke of zoodanige keuze als het vercenigd Liberalisme en Catholicisme in de hand zou werken. In een naschrift zegt de S. nog dit: «lk bob in weinige woorden pogen zamen te vatten, hetgeen door velen erkend, door anderen flaauw cl ij Ie bestre den wordt; ik heb gezegd, wat velen denkendoch uit beleefdheid en inschikkelijkheid voor de Liberalen en Roomsch-Kalholiekcndie beiden steeds gewoon zijn een hoogen toon te voeren, niet durven zeggen Zoo hebben wij van beide blaadjes een overzigt gegeven. Voor recensie is onze Courant nog bestemd noch geschikt. Blinkt in 't eerie de moeijelijkheid door om onze voorliefde voor personen of stelsels geheel builen 't spel te la ten, heeft het andere welligt het spreekwoord: «zachte meesters maken stin kende wonden," wat te veel voorden geest gehad, beide onze onbekende Schrijvers geven blijken van kennis bekwaamheid en eerlijkheid. Geen van beiden vallen in de overdrevcne uitersten van vcreoding of schandvl'ekkina;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 1