VEREENIGDE STATEN. De Duitsche bevolking in deze Staten is thans tot bijna 5 millioen zielen geklommen, dat is bijna 1/4 van de geheelc bevolking. De Heer Barnurn ondernemer van openbare vermakelijkheden, beeft aan geboden al de belastingen der stad New-Yorkgroot 4 millioen dollarste betalen, elk kind der stad in eene goede school te doen opvoeden, iedere familie eene uitgelezen bibliotheek van 100 boekwerken te schenken en daar enboven 3 vaten meel. aan iedere Dame oud of jong een zijden kleed en iederen Heer een volledig stel kleederen benevens vrijen toegang tot het museurn te geven, wanneer men hem wil toekennen de som, welke in de 7000 wijn huizen der stad gedurende een jaar wordt verteerd en voor die tijdruimte bet verkoopen van sterke dranken door die huizen wil verbieden. Rekent men, dat ieder wijnbuis gemiddeld 10 dollars daags ontvangt, zoo verkrijgt men ruim 25 millioen dollars! CHINA. De Overland-China-Mail bevat bet verhaal van een gevecht, den 9llen Maart door het Engelschc stoomschip Hermes geleverd tegen 5 jonken die op de noordkust zeeroverij pleegden. Na eenige oogenblikken maakte de Her mes zich meester van de jonken en nam de 65 Chinezen, die van de be manning waren in het leven geblevengevangen. Op den Engelschen bo dem werd niemand door het vuur der jonken getroffen. Het Fransche oorlogschip la Capricieuse is van Macao naar Shanghai gestevend, ten einde de Europeanen aldaar te beschermen, ingeval hunne veiligheid door den in die rigting veldwinnenden opstand tegen het Chinesche gouvernement mogt gevaar loopen. STADS IE ER IC TEN. VERGADERING van den Gemeenteraad van Levden, Zaturdag den 7den Mei 1853, 's namiddags ten lf ure. Onderwerpen 1°. Benoeming van 2 leden en 2 plaatsvervangers voor het bureau van stem opneming bij verkiezing van de leden der Tweede Kamer van de Staten- Generaal. 2". Benoeming van 2 Commissarissen voor de Stads Rank van Leening. 3". Benoeming van één lid als Commissaris voor de Gasfabriek. 4°. Benoeming van Regenten over het Minnehuis. 5°. Benoeming van ééne Regentesse voor het 11. G. of Armen Wees-en Kinderhuis. 6°. Benoeming van één lid voor de Plaatsel. Geneeskundige Commissie. 7°. Voordragt van het Raadslid Sikkel Groos betreffende dc uitnoodiging aan Z. M. om deze Gemeente met een bezoek te vereeren. 8". Adres van Dr. J. A. C. Oudemans tot ontslag als Docent aan bet Gymnasium. 9°. Adres van J. van der GenugtenWed. P. Oostveenom het genot te hebben van bet pensioen over het volle kwartaal, waarin haar man is overleden. '10°. Adres van E. Siljee, Wed. J. S. Kuyl, om pensioen. 11°. Voordragt van Curatoren van het Gymnasium tot verhooging der jaar wedde van den Claviger. 12°. Adres van J. P. Lancel om verbooging zijner jaarwedde. De Voorzitter van den Raad der Gemeente Leyden noodigt bij deze de Kiesgeregtigden uit, om tot bevordering der orde bij de aanstaande keuze van drie Leden voor de Provinciale Staten, op Dingsdag den 10den dezer maand, van 's morgens negen tot 's namiddags vijf ure, hunne slembiljetten te willen inleveren op de volgende wijze, als: Voor hen, wier familienaam begint met de letters: A, B en C tusschen 9 en 10 ure. DE en F tusschen 10 en 11 ure. G en H tusschen 11 en 12 ure. I, J en K tusschen 12 en 1 ure. L, M en N tusschen 1 en 2 ure. O, P, Q en R tusschen 2 en 3 ure. S, T en U tusschen 3 en 4 ure. V, W, Y en Z tusschen 4 en 5 ure. Zullende evenwel die volgorde niet verpligtend zijri en ingevolge hel slot van art. 51 der Kieswet, al de op bet oogenblik van het verstrijken van den tijd in de zaal aanwezige Kiezers nog tot de bus, vóór bare sluiting, ter inle vering hunner stembriefjes worden toegelaten. Nog wordt herinnerddat volgens art. 61 der Kicsw:et van onwaarde zijn de briefjes, die bet zegel der Gemeente missen; die onderteekend zijn; geen persoon duidelijk aanwijzenniet ingevuld zijnandere stembriefjes omvat ten of daaraan opzettelijk zijn vastgehecht; en eindelijk, dat ingevolge arlt. 54, 55 en 57 der Kieswet, het openen der stembriefjes op het Raad- buis aanvangt op Woensdag den lldcn dezer maand 's morgens ten 9 ure. De Voorzitter voorn. Leyden, 3 Mei 1853. VAN LIMBURG ST1RUM. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente LEYDEN brengen ter voldoening aan art. 228 der Gemeentewet in berinnering der belanghebben den, dat alle Pretensiën van bet jaar 1852, ten laste der Gemeente, vóór of op den laatsten Junij dezes jaars zullen moeten worden ingediend, en dat alle Vorderingen, welke niet binnen den genoemden termijn zullen zijn ingediend, voor verjaard en vernietigd zullen worden gehouden. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Leyden, 2 Mei 1853. VAN LIMBURG STIRUM. De Secretaris v. PUTTKAMMER. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente LEYDEN, Gehad hebbende de navolgende verzoeken tot bekoming der vereischte ver gunningen, als: 1°. Van Wheem Jan Fredrik AVinck, wonende alhier, om in het Pak huis in de Rijnstraat AVijk III. N°. 94, een Kojjijbrander te mogen plaatsen. 2°. Van Willem Hendrik Zanh, mede alhier woonachtig, tot het plaatsen eener labakseest in het huis op de Vischmark, AVijk IV. N°. 58. 3°. Van Adrianus Justinijs AVernink mede wonende binnen deze Ge meente, om zijne Azijnfabriek over te brengen in bet huis op de Hooge- woerd, Wijk III. N°. 388. Gelet op Zr. Ms. besluit van den 31sten Januarij 1824, rakende vergun ningen ter oprigting van sommige Fabrijken en Trafijken Brengen bij deze ter kennis van alle daarbij belanghebbenden, dat tot het hooren der Eigenaars en Bewoners van naastbijgelegene en belendende Pan den, ten opzigte der Informatiën de Commodo et fncommododoor Burge meester en AVethouders zal worden gevaceerd, op het Raadhuis dezer Ge meente op Maandag den 9den Mei aanstaande, des middags ten twaalf ure; zullende de belanghebbenden verpligt zijn, hunne bezwaren tegen opgemelde verzoeken op dien tijd in te brengen, terwijl bij verzuim daarvan, zij ge houden zullen worden, zich tegen de inwilliging daarvan niet te heb ben verzet. Burgemeester en AVethouders voorn., Leyden 2 Mei 1853. VAN LIMBURG STIRUM. De Secretaris v. PUTTKAMMER. De BURGEMEESTER van LEYDEN waarschuwt bij dezen een' ieder, wien liet zoude mogen aangaandat ingevolge de bestaande verordeningenop de aanstaande Kermis, geene HoroskooptrekkersPlaneetlezersDobbe laarsBijfelaarsDraaibordenof diergelijke schadelijke spelen zullen worden toegelatenen dat onder voorwendsel of schijn van iets te ver- toonen als anderzins, geene bedelaars, verminkte of (gebrekkige perso nen alhier zullen worden gedoogd, maar dadelijk door de Agenten der Po- licie opgevat, ten einde omtrent deze naar bevind van zaken zoude kunnen worden gehandeld. Terwijl wijders aan allen, die in de termen der wet op het Patent-regt vallen, bij deze nadrukkelijk wordt herinnerd, dat zij niet zullen «orden toegelaten, ten zij van een behoorlijk Patent voorzien, waaruit tevens blijkt, dat het diensvolgens door hun verschuldigde regt is betaald Dat eindelijk, niemand, gedurende deze Kermis, met iets zal mogeri voor staan, op de straten vertoonenof daarmede rondgaan, zonder daartoe niet alleen het vereischte consent verkregen te hebbenmaar ook het deswegens verschuldigde markgfeld aan den Marktmeester te hebben betaald. Wor dende de Commissarissen vao Politie hij deze gequalificeerd, om voor de exe cutie dezer te zorgen. Leyden, 4 Mei 1853. De Burgemeester voornoemd, Van LIMBURG STIRUM. Beschrijving voor het regt op de Patenten en liet Personeel voor het Dienstjaar 1853 en 1854. BURGEMEESTER en AA'ETHOUDERS van LEA'DEN brengen hij deze, naar aanleiding van een ontvangen besluit van den Commissaris des Konings in de Provincie Zuidholland, van den 26sten April jl. A. N°. 3083 (3de Afd. Provinciaalblad N°. 50, houdende eenige bepaligen ten aanzien der beschrij ving voor het Palentregt over het Dienstjaar 1853 en 1854 (dat is, van den qsien Mei 1853, tot den 30sten April 1854,) alsmede naar aanleiding van een gelijk besluit van dezelfde dagteekening A. N°. 3632 (3,Je Afd.,) Provinciaal blad N°. 49betrekkelijk de beschrijving der Personeele Belasting voor het jaar 1853 en 1854, ter kennisse van de Ingezetenen dezer Gemeente: Dat op den 2den Mei een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving der Patentpligtigentabel 14, N°. 3740, zijnde de Slijters, Tappers, Kroeg en Koflij huishouders, waarvoor de declaratoiren aan de huizen zullen worden rondgebragten na verloop van drie dagenvan wege den Ontvanger der Di recte Belastingen, tegen recu worden afgehaald, en worden gemelde Patent pligtigen herinnerd aan de bepaling van art. 2 der wet van den 24slen April 1843 Staatsblad N°. 16), dat zij hun beroep niet mogen uitoefenen dan na dat zij de helft van bunnen aanslag over het dienstjaar 1853 en 1854 hebben voldaan, en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaar, ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, alvorens de acten van Patent aan hen zullen kunnen worden afgegeven. Dat zoodra mogelijk hunne aan slagbiljetten zullen worden bezorgd, de Patenten in gereedheid gebragt, en de tijd bekend gemaakt, waarop dezelve zullen kunnen worden afgehaald. Dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel N". 16 der AVet, van den 22stenApril 1852, [Stbl. N°. 61), houdende wijzigingen en uitbreidingen van de Ordonnantie op het regt van Patentvan den 21 Mei 1819 (Stbl. N°. 34), de tijd der uitgifte, van de door de patentpligtigen in te vullen verklaringen van aangifte, voor den jare 1853 wordt vastgesteld op den 9 Mei van dat jaar, en dat de wederinzameling derzelve, tegen recodoor den Ontvanger of deszelfs daartoe gequalificeerden geteekend, op den achtsten dag na de uit gifte zal geschieden. Dat de Registers der patentpligtigen, op of met den 31 Mei daaraanvol gende zullen gesloten worden, en er na dien tijd volstrekt geene verklaringen meer zullen worden aangenomen. AVordende ieder patentpligtige bij deze herinnerd aan art. 18 der AA'et op het regt van Patent, van den 21 Mei 1819, inhoudende: »dat zij, die bij het aanbieden of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook hij het terugha len derzelve, mogten zijn voorbijgegaan, zich niet mogen beroepen op een of ander begaan verzuim, maar integendeel gehouden zijn om zorg te dragen, dat bij de AVet gevorderde aangiften, verklaringen en aanvragen, welke ter invulling aan het kantoor van den Ontvanger der directe belastingen," (op de Mare binnen deze Gemeente) verkrijgbaar zijn door in persoon of door hunnen gemagtigden, behoorlijk ingevuld, op den daarbij bepaalden tijd, ter zeiver plaatse moeten worden ingediend." Alsmede aan art. 37 der voorschrevene Wet, houdende: de aan het regt van Patent onderhevige personen, welke, na den afloop van den tijd, tot het doen der aangifte bepaald, bevonden zullen worden zich niet, of door valsche, onnaauwkeurige of onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verpligtin- gen ten aanzien dier aangiften te hebben gekweten, zullen telken reize, wan neer hun verzuim of overtreding wordt ontdekt, vervallen in een' boete van niet minder dan 25en niet meer dan 400 guldens. Dat, met betrekking tot de Schippers, Schuitenvoerders enz., in de tabel N°. 16, der Wet van den 22 April 1852, [Stbl. N". 61,) voorkomende, de eigenaars, vaste huurders en andere vaste gebruikers van binnenvaartnigen gehouden zullen zijn, om zich van behoorlijk patent te voorzien. Dat, tot de door hen daartoe te doene schriftelijke aangiftenzal worden gevaceerd ter Secretarie alhier, van den 2 Mei aanstaande tot uiterlijk 15 dierzeifde maand 'svoormiddags van 10 tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd, voor zoo verre dat beroep niet in den loop des jaars wordt aangevangen; wordende de zelve tevens uitgenoodigdom de meethrieven hunner vaartnigen mede te brengen, en alle die inlichtingen te geven, die van hen, betrekkelijk de vaartuigen, zullen worden gevorderd; terwijl er na den 15 Mei voormeld, geene verklaringen meer kunnen of zullen worden aangenomen, en de gebre- kigenbij ontdekking, zullen incurreren de boete, bepaald bij het 37 artikel der Wet van den 21 Mei 1319hiervoren omschreven. Dat verder alle patentpligtigen, bij tabel N°. 7 der AVet van den 16 Junij 1832 bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kramen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 3