Bake voorgestelddaar namelijk voor hunne registers met het geen zij bevinden" te lezen: «hetgeen zij bevinden met hunno registers." 42, 43 en 44 worden met algemeene stemmen ach tervolgens aangenomen. Zij luiden dus: Art. 40. Zoo dikwijls door Burgemeester en Wethouders den ambtenaar van den burgerlijken stand, de Commissarissen van Politie, de bij het plaatselijk bestuur erkende armverzorgers en de Heeren van andere gebuurten inzage van hunne registers verlangd wordt, zijn zij verpligt die te geven. Zij mogen hun register echter niet buiten hunne woning af gevendan op schriftelijke magtiging van Burgemeester en Wethouders." «Art. 41. In de maanden Junij en December van elk jaar, gaan zij hunne gebuurten huis voor huis rond, en vergelijken hetgeen zij bevinden met hunne registers. De hun gebleken leemten en gebreken vullen zij aan en herstellen zij op hunne registers." »Art. 42. Zij geven aan den ambtenaar van den burgerlijken stand kennis van de belemmeringen, welke hun in de uitoefe ning hunner betrekking in den weg gelegd zijn, en doen hem opgave, hoe daarvan, des noods, in regten zal kunnen blijken." »Arl. 43. Zij slaan, wat de registers der bevolking hunner gebuurte betreft, onder het onmiddelijk toezigt van den ambte naar van den burgerlijken stand, en zijn verpligt zijne bevelen ten dien aanzien, voor zooverre die niet met de plaatselijke ver ordeningen in strijd zijn, na te komen." »Art. 44. In den loop der maand Februarij van elk jaar bren gen zij, tegen schriftelijk bewijs van ontvangst, hun register op het bureau van den burgerlijken stand over, ten einde dit door den ambtenaar van den burgerlijken stand worde nagegaan. Deze tcekent, na inzage van het register genomen te hebben, dit af, en geeft het, van zijne schriftelijke aanmerkingen vergezeld, aan de heeren der gebuurten terug." Ook worden met algemeene stemmen aangenomen art. 45, 40 met de lusschenvocging op het voorstel van het lid van Outeren, van de woorden: op aanvrage der belanghebbenden," tusschen de woorden: «geven verklaringen," 47 mede met cene wijziging voorgedragen door het lid van Outerenom voor ambtenaar van den burgerlijken stand," te lezen: commissaris van politie" en 48. Deze artt. zijn van den volgenden inhoud: «Art. 45. Wanneer Burgemeester en Wethouders het een of ander spoedig ter kennis van de inwoners der gemeente willen gebragt hebben, kunnen zij aan de heeren der gebuurte opdra gen dit aan de inwoners hunner gebuurten te doen aanzeggen." «Art. 46. De heeren der gebuurten geven op aanvrage der be langhebbenden verklaringen af van de huizen binnen hunne ge buurte, welke ledig staan of enkel tot pakhuis gebruikt worden." «Art. 47. Zij letten op de nummering der huizen binnen hunne gebuurte, en geven van elk verzuim op dat punt aan den Com missaris van Politie kennis." «Art. 48. Zij zijn mede verpligt, overtredingen van politie of handelingen, welke de goede orde storen en binnen hunne ge buurte voorvallen, ter kennis van den Burgemeester of van een der Commissarissen van Politie te brengenmet aanwijzing der getuigen of andere bewijsmiddelenwelke het feit staven." Nu wordt art. 49 in behandeling gebragt, hierin stelt het lid Bake voor uit de woordenhouden zij eene gemeenschappelijke vergadering," weg te laten het woord: «gemeenschappelijke," met welke wijziging dit art. inet 8 tegen 5 stemmen, zijnde die van de leden van Outeren, Stoffels, Bucaillc, Sikkel Groos en Lisman, wordt aangenomen. Dit art. luidt als volgt: Ten minste tweemalen in het jaarnadat al de Ileeren der gebuurton ccner wijk hunnen halfjaarlijksclien rondgang zullen gehouden hebbenen verder zoo dikwerf hun Voorzitter of twee hunner dit verlangen, houden zij eene vergadering, waarin zij al zoodanige bepalingen nemenals hun het aangrenzen der gebuurten noodzakelijk en het belang der hun opgedragen werk zaamheden doeltreffend doen achten. Op hun verzoek wijzen Burgemeester en Wethouders hun lot het houden dier vergade ring een locaal aan. Uit hoofde van het gering aantal gebuurtenzullen de Ileeren der gebuurten van de wijken I en II slechts ééne vergadering uitmakeu, en die van wijk IX met die van wijk V zamenkomen." Daarna wordt art. 31, waarvan de behandeling lot na die van art. 49 was uitgesteld, in deliberatie gebragt, en wordt dit art. met 9 tegen 4 stemmen, zijnde die van de leden StofTels, Iïueaille, Sikkel Groos en Lisman, aangenomen, zijnde van dezen inhoud: «In de eerste vergadering van elk jaar, waarop, ingevolge de bepaling van art. 49, de heeren der gebuurten in een wijk-col- legie bijeenkomenkiezen zij uit hun midden eenen voorzitter en, zoo zij dit noodig achten, eenen secretaris. Van deze benoe ming wordt aan Burgemeester en Wethouders kennis gegeven." Waarna de Vergadering wordt gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. G. LA LAU.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 6