afgetreden Ministers van Binnenl. Zaken van 31 Maart aan onderscheidene Commissarissen des Konings, waarvan de aanhef aldus luidt: «Over den onlangs door het Ilof van Rome genomen maatregel, tot instel ling van Bisschoppelijke zetels hier te lande, is een misverstand gerezen en mij door een uwer ambtgenooten medegedeeld, dat mij noopt, U. II. E. G. eenige inlichting te geven, ten einde daarvan door U, waar het pas geeft, zonder van dit mijn schrijven te gewagen, zou kunnen worden gebruik gemaakt." (Daarop volgt een kort berigt van het met het Rome onderhandelde en dan leest men «Van het juiste tijdstip en van de wijze van invoering hing alles af. Koos men liet geschikte oogenblik, en voerde men stil, zonder ophef of vertoon, de nieuwe regeling in, zij kon zonder aanstoot, zonder moeite of verzet, tot stand komen. Hiertoe kon de voorlichting van het Gouvernement nuttig zijn. Het kwam er op aan, met wijsheid te werk te gaan, den prikkel van on verdraagzaamheid niet te wekken, en alle aanleiding te mijden tot vrees voor iets, hetgeen op zich zelf aan de overige gezindten ten cenemalc onver schillig moest zijn. De Pauselijke Stoel echter heeft eerst met den slag gewaarschuwd. «Het Gouvernement heeft van de voor dit land weinig berekende stukken, allocutie en breve, niet dan na de uitvaardiging kennis erlangd. Evenmin is het over de Bisschoppelijke zetels of over de personen geraadpleegd. Zijn er reeds benoemd? Het weet dit niet. «Het gelde thans te zorgen, dat bij het in werking komen der kerkelijke nieuwigheid, de nadeelige indruk, dien de vorm harer invoering kon doen ontstaan, weder worde uitgewischt. Zoodra de Regering de personen der Bisschoppen zal kennen, zal zij trachten, voorzigtigheideenvoud en uiterste gematigdheid aanbevelende, door hen zoo veel mogelijk te doen goed maken, hetgeen de Curia wclligt bedorven heeft. «Ik meen te mogen onderstellen, dat dit niet zonder gevolg zal blijven, en dat het weldra zal blijken, dat de Bisschoppelijke instelling geen den minsten wezenlijken grond kan geven voor de schrikbeelden, die sommigen zich daarvan nu schijnen te vormen." In ons vorig nommer hebben wij in een art. onder Frankrijk met een woord melding gemaakt van de aanspraakden 23stcn dezer door den beroem den Protcstantschen Staatsdienaar van wijlen Koning Philips, Guizotin de jaarlijksche vergadering van het Genootschap tot aanmoediging van het Lager Onderwijs onder de Fransche Protestanten gehouden. Hij heeft daarin onder anderen het volgende gezegd: In den schoot van het Protestantism us in Frankrijk gist het en is cene grootc beweging aangevangeneene beweging waarvan gewigtigc maar nog onkenbare gevolgen in het verschiet liggen. En het is niet de Protestantsche kerk alleen welke ons dat schouwspel aanbiedt. Ook in de Katholieke kerk hecrscht cene groote beweging. Gij hebt hare kerkvergaderingen weder zien openen. Verscheiden van hare groote godsdienstige vcrcenigingen herleven en breiden zich uit. De banden die de vrije werking der Katholijke kerk be lemmerden, zijn haar meestal afgenomen. Alom openbaart zich in haar midden eene groote werkzaamheid van godsdienstigeletterkundige en we tenschappelijke strekkingmet kracht herneemt zij den ijver en de invloed rijke werkzaamheid van vroeger dagen. «Terwijl de politieke vrijheid kwijnt en op den achtergrond geraakt, doen de Christelijke vrijheden zich weder gelden; uit de politieke wereld gebannen, vinden het vrije leven en de geestelijke beweging in de Christenkerk eene wijkplaats." Verder betoogde de Heer Guizot dat die herleving van den godsdienstzin een gevolg was van den bangen nood van 1848, en het eenige redmiddel hetwelk Frankrijk uit zijn tegenwoordigen staat van rusteloosheidmoede loosheid en verdeeldheid duurzaam kon redden. In den Gemeenteraad van Zierikzce is besloten een adres aan Z. M. aan te bieden ter wering en voorkoming van het losloopen van hondendaar de plaatselijke maatregelen onvoldoende zijn, als zich voor elke gemeente alleen tot hare grenzen bepalende. Bij de Hecren Gebr. van Hasselt te Kampen is cene intcckcning open gesteld op eene zeer belangrijke onderneming, die voor Noord-Holland, Utrecht, Gelderland, Overijssel en Drenthe van het grootste belang is, namelijk eene stoombootvaart direct op Londen, lot overbrenging van passagiers, docli voor namelijk van landbouw-productenboter, vee enz. Een groot gedeelte der aandeelen, ad ƒ600, is reeds geplaatst. De aanbouw en vergrooting der schoolgebouwen in Overijssel neemt be langrijk toe; verschillende aanvragen zijn ook dit jaar gedaan. De gemeente Zwollerkcrspelde daaraan grenzende Kamper-Zeedijk, ambt Yollenhove, Nicuwleuscn en zoo vele anderen, zullen scholen bekomen; de gemeente, de provincie en het rijk dragen ieder 1/3 der kosten. Den 26stcn waren op de voorjaars beestenmarkt te Meppel ruim 1000 stuks rundvee aangebragt; de handel was zeer levendig. De landbouwers en veehouders in de Langstraat zijn ten gevolge van regens en het stormachlige weder, in de laatste dagen genoodzaakt geworden hun vee, dat reeds in de weide liep, weder t'huis te halen. De lage landerijen staan ook geheel onder water, zelfs zag men sommige boeren met vloeiplan ken loopen. Uit de punten van beschrijving van het Nederl. Onderwijzersgenootschap voor de negende algemeene vergadering, welke zal gehouden worden te Zwolle, den 5 en 6deil Aug. e. k.ontleenen wij de volgende bijzonderheden: De vergadering zal geopend worden met eene aanspraak van Professor Hof stede de Groot, Voorzitter. De werkzaamheden zullen bestaan in liet geven van een algemeen verslag van den staat van het genootschap, in het doen van verschillende rapporten, herinneringen en bepalingenbetrekkelijk tot een gedcnktceken voor wijlen den schoolopziener van Swinderen, bomoeijingen omtrent de opleiding van onderwijzers, de plaatsing van onderwijzers in het Kaapland, over een pensioen fonds, enz. Onderscheidene zeer belangrijke voorstellen zullen in overweging worden genomen, aangaande het toetreden van donateurs, liet oplossen van bedenkin gen tegen bet genootschap, het op nieuw openen van discussion over het voortgezet onderwijs van kinderen der geringe standen na het verlaten der scholen, over hel gebrek aan ondermeesters, vooral met hel oog op hetgeen in dit blad daaromtrent is aangemerkt, over het huiselijk onderwijs. Verder over het vervaardigen van cene schoolkaart der Overzeeschc Nederl. bezittin gen en verdere hulpmiddelen bij het onderwijs in de aardrijkskunde, over een meer verbeterd onderwijs in dat vak, over hetgeen er gedaan wordt ter opwekking, leiding en bevrediging der verbeelding, over de betrekking van de gewone onderwijzersgezelschappen en de afdeelingen van het genootschap, over de opvoeding van meisjes van verschillende standen tusschen 12 en 16 jaren. Van wege de afdeeling Leidschendam zijn de volgende opgaven ingezonden die onzes inziens, de meeste aandacht verdienen, omdat zij grijpen in het practische gedeelte van bet onderwijs. 1°. Welke vakken van kennis en wetenschap bchooren tot het lagere onder wijs en tot de lagere scholen, die door kinderen van 6 tot 12 jaren bezocht worden, zoowel ten platten lande als in de sleden? Tot welke hoogte kan men met redelijkheid vorderen, dat de leerlingen het in ieder vak brengen? Wat valt er ten opzigte van het behouden der verkregen kennis en vaardig heid als minder noodzakelijk af te snijdenvan hetgeen thans in vele scholen geleerd en onderwezen wordt? Welke gebreken hebben er in vele scholen plaats, opzigtens het grijpen van het onderwijs in het werkelijk leven na het verlaten der school? 2°. Is de slof der leesboeken, welke in de scholen het meest gebruikt wor den en die uit de herbaalde herdrukken wel te kennen zijnvan dien aard dat zij bevredigende uitkomsten geeft, en reeds gegrond heeft? Welke soort van leesboekenvoor de verschillende klassen der lagere scholenvalt het meest in smaak of is blijkbaar in smaak gevallen in de eerste helft dezer eeuw? Zijn er ook sporen van den geest der meest gebruikt wordende lees boeken, in het maatschappelijke en godsdienstige leven, bij het, naar het verbeterd stelsel van onderwijs en opvoeding gevormde, tegenwoordig levende en handelende geslachtte vinden 3°. In de vroegere verslagen, van regeringswege, is de toestand der open bare scholendoorgaans het gunstigst voorgesteld. De bijzondere scholen met uitzondering van die veler godshuizen, en van de departementen der maatschappij lot nut van 't Algemeen, mogten die goedkeuring niet erlangen. Thans wordenhier en daardie afzonderlijke scholenwat het onderwijs aangaat hoog geroemd. Zou een onderzoek naar de spoedige verandering in die zienswijzeniet eenigemisschien bijzondere aandacht verdienen Ten slotte zal er gesproken kunnen worden over de toekomstige regeling van het onderwijs, en kunnen er practische mededeelingen gedaan worden, zoo de tijd het toelaat. 'sGRAVENIIAGE, 27 April. Z. M. heeft op verzoek eervol ontslag verleend aan Jhr. Mr. L. de Witte van Citters, als Voorzitter van den Iloogen Raad van Adel. Z. M. heeft benoemd tot Ontvanger te Koudum den Heer J. J. Gatso- nides, fhans te Baard; te Tzum, den Heer J. Drabbe, thans te Stavoren en Hindelopen; te Lopik c. a.den Heer II. J. L. Coencn thans te Beets. Z. M. de Koning heeft gisteren ten gehoore toegelaten den Heer Dullert, afgetreden Voorzitter van de nu ontbonden Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Raad van Ministers, die gisteren morgen ten 10 ure een aanvang had genomen, heeft tot 3 ure in den namiddag geduurd. Des avonds ten 8 ure is de Raad andermaal bijeengekomen. Tot laat in den avond is de Raad vergaderd gebleven. Z. Exc. de Minister van Justitie beeft dezer dagen eene circulaire gerigt aan de Ileeren Procureurs-Generaal bij de onderscheidene Provinciale Geregts- hovenwaarbij de Minister de aandacht van de hooge regterlijke ambtenaren daarop vestigtdatdoor het in den laatsten tijd voorgevallenede gemoe deren in beweging gebragt zijnde, het de pligt is van de justitie en politie, met de grootste kalmte en onzijdigheideen waakzaam oog te houden en te zorgen, dat niemand in zijne regtmatige vrijheid worde gekrenkt en dat de eerbied voor de godsdienst-oefening der verschillende gezindhedenernstig worde gehandhaafd. Men wil weten dat de voorloopig met de Ned. Handelmaatschappij ge sloten nieuwe overeenkomstdievolgens haar laatste artikelop straffe van nietigheidvóór 1 Junij eerstkomende door de Kamers moest worden be krachtigd door den Minister van Koloniën is opgezegdzoodat zij' als niet gesloten zou bchooren beschouwd te worden. De Collecte, die heden in deze stad gehouden is ten behoeve van de armen der R. K. gemeente, en waarvoor verschillende Protestantsche Leeraren de weldadigheid hunner lecken hebben ingeroepen, heeft ongeveer honderd gulden meer dan gewoonlijk opgebragt. De President der Luxemburgsche Stendende Heer Ch. Metzis den 24sien overleden. UTRECHT, 26 April. Het adresvan de R. Katholijke Oud Bisschoppelijke Klerezy uitgegaan en geteekend door den Aartsbisschop van Utrecht v. Santenden Bisschop van Haarlemv. Buulen den Secretaris-Generaal Heykampwaarin de her-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 2