BUITENLANDSCHE BERIGTE^ ROTTERDAM, 11 April. Waar wij vernemen, zal op den 2GsteB April e. k., alhier plaats hebben de jaarlijksche algemcene vergadering van de verceniging van Israëlitische gods dienst-onderwijzers in Zuidholland, alwaar het verslag en de rekening van hel vorige jaar zal worden voorgedragen. Als spreker zal optreden de lieer A. D. Lutoinirski. GOUDA, 10 April. In navolging van vele andere plaatsen is door den raad dezer stad besloten ecne belasting te heffen op de honden, ten bedrage van ƒ5.voor pleizier- honden en 2.50 voor honden die tot uiloefening van eenig beroep gebezigd worden. AMSTERDAM, 11 April. lieden namiddag ongeveer 3 ure is Z. M. de Koning, vergezeld van Z. K. II. Prins Hendrikin de hoofdstad aangekomen. Langs den weg en op den Dam was eene talrijke menigte zaamgevloeid, die den geëerbiedigden Vorst met ge juich begroette. Na op het paleis te zijn afgestapt, vertoonde zich de Koning op het balkon aan de bevolking, en ontving op nieuw de blijken harer ge hechtheid en liefde. Onder het gevolg van Z. M. bevindt zich de Generaal Omphal, ter vervanging van den Generaal Klerck, die door ongesteldheid wordt verhinderd den Koning te vergezellen. Heden overleed alhier de Heer A. Oltmans, verdienstelijk kunstschilder en Secretaris der maatschappij Arti et Amicitiae. Uit een woord ter herinnering aan J. W. Picncman, in de Arnst. Cour. van 11 dezer, onlleenen wij bet volgende: Pieneman werd op den 4lleB November 1779 te Abcoude geboren. Binnen den lijd van twee jaren echter begaf zijne moeder zich inet hemna den dood van zijnen vader naar Amsterdam, alwaar zij hem later voor den handel wilde doen opleiden. Maar vergeefs! De jeugdige Pieneman gevoelde een andere roeping. Ilij sprak zijne keuze uit. Zij werd bestreden door moeder lijke zorg en practischen zin van voogden en raadgevers. De knaap werd bij een behangsel-schilder in de leer gedaan, met de stille hoop dat het proza de poëzij zou overwinnen. Onwillekeurig gewende hij zich onder het oog van den behangselsclulder J. van Kuyk, een even ijverig werkman als stipt en streng patroon, aan orde en geregelde werkzaamheid. De tusschenuren en de tijd dien de knaap aan zijn nachtrust ontwoekeren kon, besteedde hij met onvermoeiden ijver aan het nateekenen van modellen. Toen de knaap den jongelingsleeftijd bereikt hadbezocht hij de stads teeken-akademie en onder scheidde bij zich dadelijk door snelle vordering. Op het einde der vorige eeuw behaalde hij reeds in den wedstrijd door de akademie geopend, het gouden eermetaal, in de klasse voor het naakt, levend model. Daarop volgde eene bekrooning van wege de maatschappij Felix Me rit is uitgeloofd voor de beste teekening in sapverw, voorstellende een land schap hij ontveder in den natniddagen toen dezelfde maatschappij ongeveer een jaar later een winterlandschap hij maneschijn tot prijsvraag opgaf, was het alweder Pieneman die de medaille behaalde. In 1805 viel hem de zelfde eervolle onderscheiding te beurt van dezelfde zijde, voor eene niet min der uitmuntende teekening in sapverw, een landschap bij maneschijn met eene brandende schuur voorstellende. Middelerwijl werden hem gouden medailles door de stads teeken-akademie voor schilderwerk naar het naakt levend model, en door de Leydsche akademie, voor eene historische compositie mede in olieverw, Lysimachusdoor Alexander gekwetstwordt door dezen verhondenten onderwerp hebbende. Zijne eerste openbare betrekking was die van Eerste Leermeester aan de artillerie- en genie-school te Amersfoort. Eene andere beroeping naar Frank rijk, gedurende het tijdvak der overheersching wees hij af. In 1816 werd hij Directeur van het koninklijk kabinet te 's Hage. In 1820 Directeur der akademie van beeldende kunsten te Amsterdam en in 1844 Directeur van 's rijks museum. Inmiddels had hij den Professoralen titel ontvangen en de orde van den Nederl. Leeuwen werd onder de leden der 4dc klasse van het Koninkl. Nederl. Instituut, en van de Kon. Maatschappijen van Gend, Ant werpen en Brussel opgenomen. Later vereerde onze tegenwoordige Koning hern met het Kommandcurskruis der orde van de Eikenkroon. De Heer A. van Lee leverde in het Album voor Schoone Kunsten eene lofwaardige bijdrage tot de kunstgeschiedenis van onzen tijddoor de voor naamste schilderstukken van den onsterfelijken kunstenaar zoowel uit histo risch als aestelisch oogpunt te beschouwen. Boven alles voorzeker munten zijne drie episodes uit bet krijgsmansleven van den Prins van Oranje uit: HasseltQuatrehras en Waterloo. UTRECHT, 11 April. Op Donderdag 11. heeft de Hoogleeraar F. C. Donders de waardigheid van Rector Magnificus der Utrechtsche Hoogescliool overgedragen aan den Hoog leeraar G. J. Mulder, na het houden ccner plegtige redevoering: de justa necessitudine scientiam inter et artem medicamet de utriusque juri- bus ac mutuis ojjiciis d. i. over het verband tusschen geneeskundige we tenschap en practijk, en over beider regten en wederkeerige pligten. Bij deze gelegenheid werden door den aftredenden Rector tevens de verschillende eer bewijzen, uit 's Konings naam, aan de bekroonden geschonken. Met bijzon dere toejuiching werd de mededeeliug begroet, dat Z. M. aan diegenen, wel ker verhandelingen een accessit was waardig gekeurd en die, zoo zij alléén in het strijdperk getreden waren, naar getuigenis der faculteiten, zeker met goud zouden zijn bekroond geworden, goedgunsliglijk eene zilveren medaille had toegekend. Onder het houden van gepaste toespraken werden achtereen volgens door den aftredenden Rector uitgereikt: op de Theologische prijsvraag de gouden medaille aan den Heer van Leeuwen, Student te Utrecht, de zil veren aan den Heer Worst, Student te Leyden; op de Juridische prijsvraac de gouden medaille aan den Heer Telling, Student te Groningen, de zilveren aan den Heer RinkesStudent te Leydenop de prijsvraag uit de geschiedenis des vaderlands de gouden medaile aan dan Heer Schaaff, Student te Gronin gen, de zilveren aan den Heer Ilenny, Student te Leyden; op de prijsvraag uit de oude geschiedenis de gouden medaille aan den Heer Du RieuStudent te I.cydcn de zilveren aan den Heer de KlerckStudent te Utrecht. Des avonds namen al de bekroonden deel aan het feestmaal, door den aflredenden Rector Magnificus gegeven. Utr. Cour.) ItELGIF, BRUSSEL, 9 April. Z. M. de Koning heeft, bij besluit van heden, zijnen zoon, den Hertog van Brabant, bij gelegenheid dat deze zijne meerderjarigheid bereikt, op voordragt van het Ministerie, benoemd tot Grootkruis der orde van Leopold, en hem bevorderd tot Majoor der Infanterie. De Graaf van Vlaanderen is benoemd tot Majoor der Ruiterij. De Hertog van Brabant heeft zich heden met veel plegtigheid van Laken naar deze stad begevenwaar hij voor het eerst zitting in den Senaat genomen heeft. De Voorzitter, Prins de Ligne, heeft den Prins uit naam der vergadering bij eene aanspraak verwelkomd. Z. K. II. heeft daarop den eed op de Grondwet afgelegd, en den Voorzitter op hartelijke wijs beantwoord. Ter herinnering aan dezen dag is er een gedenkpenning gesla gen. Onder de aanwezigen in den Senaat merkte men den Nederl. Gezant, Baron Gerickeop. Des avonds is de stad algemeen verlicht geweestvoorts is er een gala ver tooning gehouden in de ruime zaal van het Cirque die 4000 personen kan bevatten. De Vlaamsche Maatschappij Volksbeschavingheeft er voorstellingen ge geven van drie stukken, een uit het Duitsch en twee uit het Fransch ver taald. De Voorzitter de Heer Kals heeft de Prinsen bij hunne komst een aanspraak gehouden, waarin hij hen namens alle Vlaamsch sprekende Belgen bedankte voor dat bewijs van vaderlandsliefde. Ook is een bal gegeven op 'tStadhuis, en een maaltijd door den Senaat van 112 personen. Des Zondags namiddags te half een ure is er door een talrijke geestelijk heid een Te Deum gezongen in de Gudulekerk, waarbij de Koning en zijne twee zonen onder een gehemelte plaats namen omringd door een grooten hof stoet. De berigten melden wie de solo's gezongen hebben, er schijnt geen woord te zijn gesproken. FRANKRUH. PARIJS, 10 April. De Keizer is eenigzins lijdende, al de gehoorgevingen zijn eenige dagen uitgesteld. De tekst van den Pauselijken brief in de zaak van het dagblad l'Univers is eindelijk verschenen, en hoewel gunstig voor dat blad en ongunstig voor den Aartsbisschop, doet die brief geen stellige uitspraak. Thans vindt men in de Parijsche bladen de volgende bekendmaking, ge- dagteckend van den 8slen dezer: nWijenz., Aartsbisschop van Parijs, kennis genomen hebbende van den rondgaanden brief door onzen 11. Vader Paus Pius IX, onder dagteekening van den 21sten Maart 1853, aan de Kardinalen Bisschoppen en Aartsbisschoppen van Frankrijk gerigt; de daarin vervatte raadgevingen willende opvolgen, en van onzen kant zonder eenig voorbehoud in de bedoelingen van het Hoofd der Kerk willende tredendaardoor wen- schcnde bij te dragen tot het bedaren der in den jongsten tijd opgerezen geschillen, en hel hart van den II. Vader met blijdschap te vervullen, trek ken uit eigen beweging in ons bevelschrift van den 17deB Febrnarij 1853 vervat verbod in." Aan de Independence Beige wordt uit Parijs onder dagteekening van den 9llcn dezer gemelddat de Fransche regering van baren Gezant te Rome kennisgeving heeft ontvangen van 's Pausen besluit om tijdens de krooning des Keizers niet in Frankrijk te komenen dat de Bisschop van Orleans een mandement uitgevaardigd heeft, om zich en zijne min of meer Gallicaansch- gezinde ambtgenooten te verdedigen tegen de verdenking, als of zij aan den II. Stoel minder verknocht zouden zijn. Volgens eene opgave in den Moniteur is de opbrengst der indirecte belastingen over 1854 geraamd op 343,310,000 fr. (waaronder voor de be lasting op de dranken 120 millioen; opbrengst van den verkoop van tabak 138 millioen; die der in- en uitgaande regten op 180,539,000 fr.die der directe belastingen op 330,769,742 fr. (waaronder 264,345,193 fr. voor grond belasting; 63,782,941 fr. voor personeel en meubilair; 37,837,111 fr. voor deuren- en venstergeld52,004,547 voor patentregt). Onder de werklieden heerscht groote ontevredenheid over de steeds rij zende huren der woningen, het gevolg van het veel afbreken van huizen in de stad. Ook de levensmiddelen zijn duurder dan voor 1848. Men is niet geheel zonder vrees voor deze stemming bij de werklieden. Men gaat nog voort met inhechtenisnemingen van lieden der Democra tische partij. SARDINIË. TURYN, 4 April. De algemeene stemming hier in alle klassen en kringen is zoo tegen Oos tenrijk verbitterd, dat de hartstogtclijkheid der Turynsche drukpers slechts als een getrouwe echo der volksmcening beschouwd kan worden en de Rege ring zulks niet alleen door de vingeren ziet; maar zelfs gedoogt dat zelfs de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 2