LEYDSCHE
COURANT.
N°. 40. V
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit Zaturdug Avond.
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar;
MAANDAG 4 APRIL afzon<lerlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
BIXNENLANDSCHE BERIGTEN.
LEYDEN, 2 April.
De Staats-Courant bevat in eenen Staat der onder bet beheer der
Weeskamers in indië gekomen nalatenschappen, onder anderen Je volgende
namen van personen als militairen uit. deze stad naar O.-I. vertrokkenbene
vens het bedrag der gelden die zij hebben nagelatenNicolaas Jacobus Nol-
let, in 1796 vertrokken en in 1820 als Korporaal overleden, nalatende 30.
Jan Krook, vertrokken in 1797, overleden als Sergeant in 1823, nalatende
ƒ18 en Jan Willem Castcelen, vertrokken in 1789, overleden in 1827 als
Sergeant-Majoor, nalatende ƒ98.
Men schrijft uit Winschoten het volgende aan het Handelsblad. Wij
vermelden als eene zeldzaamheiddat bij de steen- en pannen-fabriek van den
Heer R. Bronsema, alhier, in de kleigraverij op den bodem van den zand
grond, reeds sedert 12 jaren, van tijd tot tijd barnsteen is gevonden, waarvan
3 exemplaren naar het Leydsche Museum van Natuurlijke Historie en 12 naar
dat, van Groningen zijn opgezonden. Op die plaatsen, waar de barnsteen
wordt gevonden zijn ook nog overblijfselen van hout zigtbaar.
De opgave der Ncderl. Bank, naar aanleiding van het Koninklijk be
sluit van den 9den Junij 1852, luidt als volgt: omloopende Bankbiljetten
ƒ77,511,055.00. Saldo's van Rekening-Courant 26,721,234.47 J. Munten
Muntmaleriaal ƒ101,335,909.47.
Te Haarlem is den 30sle" Maart in den ouderdom van 67 jaren over
leden Jhr. Mr. D. A. W. van Tets van Goudriaan Ridder der Orde van den
Ned. Leeuw, President van de Arr. Regtbankaldaar.
Uit Woudrichem wordt van den 30slen Maart geschreven, dat men er
groote verandering ten aanzien der vesting te gemoet zag, daar de thans in
gebruik zijnde kazerne door eene nieuwe en groolere zal worden vervangen,
omdat de tegenwoordige bezetting aanmerkelijk zal vermeerderd worden, en
alsdan de maande!ijkschc verwisselingen van Infanterie tusschen Gorinchem,
Loevestein en bier zou ophouden. AmstCour.)
De Prov. Friesche Courant meldt dat in bet water de Wielen onder
bet dorp Boornzwaag een verschrikkelijk groote snoek is gevangen, die meer
dan 40 oude ponden woog. Hij bad twee strengen kuit in, ter dikte on
geveer van eene gewone kagchelpijp. Beneden den kop met een mestvork
doorstoken en dooreen volwassen man gedragen, over den schouder hangende,
sleepte de staart nog op den grond.
Men meldt uit Harlingen, ter waarschuwing om zich vooraf wél te be
zinnen, dat van de onlangs vertrokken landverhuizers onderden Heer O. Bon-
nemaden 28ste" aldaar 4 personen waren terug gekomen die slechts de
reis tot Liverpool hadden mede gemaakt.
Gelijk wij in ons Nommer van den 25sten Maart de Pauselijke toespraak
mededeelden, laten wij thans hier volgen, het adres van mans-lidrnaten der
Ned. Hcrv. gemeente te Utrecht aan den Koning, dat volgens de Nederlan
dermet 4528 onderteekeningen vooorzien, den 30stcn Maart werd opgezonden.
Aan Z. M. den Koning.
Sire
De ondergeteekendeningezetenen der stad Utrecht, Uwer Majeslcits ge
trouwe onderdanen, naderen met den meesten eerbied Uwen Troon, om daar
voor Uwe Majesteit te verklaren, met hoe groote bekommering zij de aange
kondigde vestiging der Bisschoppelijke Hiërarchie in Nederland, onder goed
keuring en medewerking der Regering van Uwe Majesteit, te gemoet zien.
Zij houden zich overtuigddat zoodanig eene vestiging der Bisschoppelijke
Hiërarchie geheel in strijd is met den geest van het Ncderlandsche Volk, het
welk, door alle tijden heen, evenzeer op onafhankelijkheid van vreemde over-
heersching als op betamelijke vrijheid van godsdienst den hoogslen prijs heeft
gesteld.
as de Ncderlandsche Natie steeds, sedert de Hervorming eene Protestant-
se.he, nog leeft hij haar grootste deel de herinnering van den strijd eens tegen
Rome gestreden; nog heugt haar, hoe het Aartsbisdom door Philips II in 1559
te Utrecht gesticht en de Bisdommen door hem opgerigt, weken voor de vol
harding en den moed der Vaderen, maar ook weet zij hoe veel goed en bloed
haar die strijd heeft gekost, en zou dan niet de herstelling en de vestiging
eener Roomsche Hiërarchie in den Staat, onder de Regering van het Doorluchtig
stamhuis van Uwe Majesteit, velen krenken in hunne dierbaarste overtui
ging? Twee eeuwen zijn reeds over den vrocgeren strijd heengegaan en
hebben den afstand tusschen het Proteslantsch en Roomsch-Katholiek gedeelte
der bevolking verminderd, gelijke regten, gelijke bescherming, gelijke vrij
heden aan beide deelen der Natie gewaarborgd, maar haar Protestantsch ka
rakter heeft zij daarbij niet verloren.
Dit is de vrucht van hare geschiedenis. En hebben, in den jongsten tijd
de eischen, heeft de toon en houding der Roomsch-Katholieke bevolking reeds
bij velen achterdocht en ontsteltenis verwekt, hoeveel te sterker zal de naijver
en spanning worden, hoeveel dieper de scheiding, hoeveel verderfelijker en
gevaarlijker voor den bloei en de welvaart des Vaderlands, de strijd, wanneer,
in die opentlijk optredende en erkende Hierarchic, het Ultramontanisme zich
tegenover het Protestantisme zal plaatsen, het als uittartende en dagende tot
den strijd, niet slechts op het gebied van Godsdienst of onderwijs, van ge
schiedenis of letterkunde, maar vooral op dat van den Staat zeiven.
Waar toch het Ultramontanisme zich vestigt en uitbreidt, daar voert het,
met stelselmatige minachting der regten van andersdenkenden, strijd tegen
het Protestantisme. Reeds openharen zich de teekenen van dien strijden
gewis zal het gevaar van dezen toestand vermeerderd worden, als de invoering
dier Bisschoppelijke Hiërarchie door vereeniging en concentratie nieuwe kracht
aan het Ultramontanisme zal bijzetten.
Zij voegen hier niets meer hij.
De Voorouders uwer Majesteit, aan wie Nederland, naast God, zijn bestaan
en bloei verschuldigd is, hebben het ondervonden, en hunne geschiedenis is
hier de meest welsprekende getuige.
Het is om alle deze redenen, dat de ondergeteekenden Uwe Majesteit ccr-
biediglijk verzoeken, dat door U volgens de magt, hij art. 65 der Grond
wet den Koning toegekend, de vergunning niet worde gegeven tot het aan
nemen van den titel, rang of waardigheidvan Metropolitaan- of Suffragaan-
Bisschop van eenig gedeelte onzes Vaderlands door een vreemden Vorst verleend
en dat, in den geest der Grondwet, welke de onzijdigheid der Regering jegens
ieder Kerkgenootschap vordert, geene, de Protestanten krenkende erkenning
van den Paus van Rome, als Opperhoofd der Kerk, door de Regering moge
plaats hebben.
Zij vragen zulks met te meer aandrang, omdat de Bisschoppelijke waardig
heid verpligtingen oplegt bij eede aan eene huitenlandsche magt bezworen, en
de Bisschoppen verbindt, ook nog heden ten dage, om, waar het de uitbrei
ding van het Roomscli-Ka!holieisnie geldt, alle kettersscheurmakers ena.
naar vermogen te vervolgen.
O O
Zij brengen dit verzoek vertrouwend tot Uwe Majesteit, met al dien eer
bied, maar ook met al dien nadruk dien het gewigt der zaak en de ernst
van het oogenblik vordert, en bevelen Uwe Majesteit aan den God der vade
ren aan, die Uwe Majesteit wijsheid schenke en van wien al hunne ver
wachting is.
's GRAVENHAGE, 2 April.
Bij besluit van den lston dezer, heeft Z. M. eervol ontslag verleend aan
de volgende Burgemeesters: Mr. K. Wagtho te Tliolen, J. Tazelaar te Kats,
A. van Damrne te Kortgene en A. de Moor te Wissekerke, en benoemd tot
Burgemeesters C. .J. van Noorden te TholenA. A. Moovaarl te Colijnsplaat,
Cats en Kortgene en J. II. L. Vader te Wissekerke.
Bij den Minister van Financiën is ontvangen eene som van ƒ7.50,
onder het postmerk Utrecht van 30 Maart 1853, tot voldoening van aan
's Rijks schatkist verschuldigde gelden.
Eergisteren avond is de sociëteit van afschafïingsvrienden alhier gecon
stitueerd. Meer dan 100 personen zijn bereids tot leden dier sociëteit aange
nomen. Er wordt daar geen sterke drank gebruikt. Tot Commissarissen zijn,
bij overgroote meerderheid, gekozen de voorlonpige oprigters dier sociëteit, de
IleerenH. Adama van Scheltema, S. van Hoogstraten, M1'. C. C. E. d'Engel-
bronner, J. T. Canter Visser en Mr. R. J. M. de Graaff.
De Heer C. J. II. van Ilanswykdie voor eenigen tijd zijne 50-jarige
betrekking aan het tooncel alhier gevierd heeft, en sedert zich met der woon
te Haarlem gevestigd had, om in stille rust zijne nog overige levensdagen te
slijten, is aldaar, na eene kortstondige ongesteldheid, overleden.
De Tweede Kamer der Staten-Generaa! is bijeengeroepen tegen Woens
dag den 13dcn April aanslaande, tot hervatting van hare werkzaamheden.