®ij \veet koe de Roomsehe Pausenwier herderlijke waakzaamheid nooit ver onachtzaamt wat de groote gevaren der lijdende leden van Christus vorderen, alles beproefden wat mogelijk was om hulp te brengen aan die bedroefde ker ken en om de vreesclijke rampen aftekeeren welke degeloovigcn onderdrukten. »Het is derhalve niet noodig u te herinneren met welke vaderlijke zorgen, met welke wijsheid en niet welke oinzigligheid Gregorius XIII, Clemens VIII, Alexander VII, Clemens IX, Innocenlius XII, Benedictus XIII, Benedictus XIV en onze overige voorgangers zonder tusschenpoozen gearbeid hebben, om de Katholieken in Holland en Brabant te helpenom die kerker, te doen herleven en om die haren vroegeren luister te hergeven. Dat alles is u vol komen hekend Eerwaardige BroedersGij weet ook met v elke zorg onze voorganger Gregorius XVI, doorluchtiger nagedachtenis, alles in het werk stelde, om in die Landen op eene meer gunstige wijze de zaken der gods dienst te regelen en er de kerkelijke tucht te vestigen. Daar de doorluchtige Koning zijn arbeid begunstigde, bragt hij in dat Land vele zaken lot stand met evenveel wijsheid als bezorgdheid voor de toekomst; doch, hoewel hij ile zoo gewenschte herstelling der Bisschoppelijke hiërarchie steeds voor oogen hadmeende hij niet dat de omstandigheden hem veroorloofden die zaak te bespoedigen en vergenoegde hij zich met in Brabant het getal der Apostoli sche Vicarissen, die met de Bisschoppelijke waardigheid bekleed zijn, te vermeerderen. Wij smaken derhalve eene groote vreugde bij het zien dat, m weerwil onzer onwaardigheid, d'e Goddelijke goedertierenheid voor ons de voltooijing van een plan schijnt, bewaard te hebben, hetwelk door onze voorgangers met zooveel ijver en moeite was voorbereid. Sedert wij, naar Gods ondoorgron- delijkert raad, op dezen verheven stoel van den Prins der Apostelen geplaatst zijn, hebben wij, met de grootste vlijt en de levendigste bezorgdheid, onze zorgen en gedachten aan de kerkelijke zaken van dat Koningrijk gewijd. Ge lijk de last van ons Apostolisch ambt en de bijzondere liefde welke wij den geloovigen van dat Land toedragen, zulks eischlen, hebben wij niets meer ter harte genomen dan dat alles te doen wat hun welzijn en dat onzer aller heiligste godsdienst bevorderen kan. Daarom is ons gemoed inet eene onuit- wischbare blijdschap vervuld geworden toen wij den zoo gewenschten tijd heb ben zien naderen op welken hettot groot voordeel der Katholieke zaak en der geloovigen in die landstreken, mogelijk werd aldaar de Bisschoppelijke hiërarchie volgens de gemeene regels der Kerk te herstellen. Wij hebben werkelijk erkend dat, door Gods genade, de Katholieke godsdienst daar te lande dagelijks vorderingen maakte; dat het reeds zoo aanzienlijk getal Katho lieke inwoners nog toenam; dat de doorluchtige Koning van welwillendheid jegens zijne Katholieke onderdanen vervuld was; in één woord, dat de hin derpalen met den dag minder werden en eindelijk geheel verdwijnen zullen, welke zich daar eertijds tegen het welzijn onzer Kerk verhievende geest van billijkheid en regtvaardigheid welke hen bezielt die aldaar aan het roer der zaken staanboezemen mij dat vertrouwen in. Voegen wij hierbijEer waardige Broedersdat niet alleen de Apostolische Vicarissenmaar ook de ge- hecle geestelijkheid en een groot aantal leken van allerlei stand, herhaalde heden tot ons gerigt hebben om deze herstelling der Bisschoppelijke hiërarchie te verwerven. Gij beseft, Eerwaardige Broeders! met hoe groote vreugde wij die verzoeken ontvangen hebben, daar wij sedert zoo langen tijd al onze zorgen, on zen ijver en onze .inspanning hadden aangewend om de zaken tot deze gelukkige uitkomst te rigten. Het is daarom datna inwinning der raadgevingen onzer Eerwaardige Broeders de Kardinalen der II. R. Kerk, van de Congregatie der propaganda, aan welke wij het onderzoek dezer gewigtige zaak toevertrouwd haddenniets ons aangenamer en zoeter zijn kon dannaar onzen wensch de Bisschoppelijke hierarchic in Holland en Brabant te herstellen. Wij heb ben derhalve in dat Koningrijk aan het kerkbestuur den vorm gegeven dien het hij de overige meest beschaafde Natiën heeftwaar geene bijzondere reden de buitengewone dienst der Apostolische Vicarissen vordert. Aldaar eene kerkelijke provincie instellende, hebben wij bevolen dat van nu af vijf Bis schoppelijke zetels aldaar opgcrigt zullen worden, te weten: Utrecht, Haarlem, 's HertogenboschBreda en Roermond. Ons een schitterend verleden en de overblijfselen des Utrechtschen zetels herinnerende, die, zoo als wij zeiden, door onzen voorganger Paulus IV met de eer en voorregten van het Aartsbis dom bekleed werd, en bovendien het grootere nut voor onze allerheiligste godsdienst en de noodzakelijkheid door de omstandigheden gevorderd overwe gende, hebben wij niet geaarzeld den Utrechtschen zetel in zijne aloude waar digheid van Aartsbisschoppelijke kerk te herstellen en de vier andere Bisschop pelijke zetels als onderhoorige daaraan toe te voegen. 1,Ziet daar, Eerwaardige Broeders! wat wij gemeend hebben n kortelijk en hoofdzakelijk te moeten mededeelen wegens de herstelling der Bisschoppelijke hiërarchie, tot onze groote zielevreugde in Holland en Brabant tot stand ge- bragt; maar wij hebben bevolen dat onze te dezen opzigle gegeven Apostoli sche brieven u medegedeeld worden, opdat gij eene meer volledige kennis vorkrijgen moogt van alles wat op deze zaak betrekking heeft." Het overige der allocutie betreft de Kerk van Costa Bicain Zuid-Ainerika. De in deze toespraak voorkomende getuigenis van 's Konings welwillendheid jegens zijne R. K. onderdanen, dat vertrouwen dat Z. 11. verklaart te hebben op den geest van billijkheid en regtvaardigheid onzer Regering, is voorzeker aangenaam en vereerend. Mogt Z. II. tevens kunnen besluiten om dien geest die hij in 't Noorden prijst, ook wederkeerig alzoo in 't Zuiden te doen betrachten, 't zou waar schijnlijk zijne broeders in Christus van de Protestantsche kerken, meer voor hem innemen dan wanneer hij in deze zelfde toespraak, met het oog op de Hervorming, gewaagt van het onkruid door een vijandig mensch gezaaid op den akker des Hoeren. 'sGRAVENHAGE, 24 Haart. Z. M. heeft aan den Hajoor der artillerie II. A. Gobius, met den lsto* April, eervol ontslag verleend uit de betrekking van Inspecteur over de artil lerie der marine; inet dankbetuiging voor de door hein daarin bewezene- dienslen, en met bepaling dal hij in zijnen rang van Majoor in active diensB zal optreden bij het wapen der artillerie van het leger. Ouk heeft Z. RL. den 2dcn Luitenant D. D. P.van Herwaarden van het 5Je regernent infanterie,, op grond van het bepaalde in punt 4 van art. 33 der wet van 23 Aug.. 1851 op non-activiteit gesteld en aan den lsten Luitenant W. D. Vignon van Alplien, van het corps ingenieurs, mineurs en sapeursop zijn verzoek eervol ontslag uit de dienst verleend. Z. RL heeft benoemd tot Ontvanger der directe belastingen enz. te Helmondden lieer P. Verschooff, thans te Heeze.. In den avond van den 21s,en is aan een plotseling verval van krachten overleden de Heer Picter Adriaan Ossewaarde, Raad-Adviseur bij het Departe ment van Financien, Ridder der Orde van den Nederlandschcn Leeuw, in den ouderdom van ruim 77 jaren. Reeds op 21-jarigen leeftijd begon hij zijne ambtelijke loopbaan. Zijn bui tengewone aanleg en ijver brasten hem alras in hoo<*eren werkkring. Als O tl J U LI O Referendaris van de lste klasse aan het hoofd van de administratie van 's Rijks uitgaven gedurende eenige jaren geplaatst, bewees hij uitstekende diensten. In 1823 tot Secretaris-Generaal van het Departement van Financien bevor derd. was hij, in die betrekking, gedurende meer dan 20 jaren, een voor beeld van orde, werkzaamheid en trouw. Alcermalen werd aan hem de tijdelijke waarneming van de functien vau Minister van Financien toever trouwd. Op gevorderden leeftijd nog altijd met jeugdigen ijver bezield, werd hij op bijna 70-jarigen ouderdom tot Raad-Adviseur bij het Departe ment van Financien benoemd. Tot zijnen dood toe was hij daarin met onaf gebroken ijver en met volle helderheid van geest werkzaam. Bij groote verdiensten, nederig en bescheiden, was hij altijd het toonbeeld van den man, bij wien pligthesef, in alles en vóór alles, op den voorgrond slaat. De Staat verliest in hem eenen getrouwen dienaardie nog lang in gezegend aanden ken zal blijven hij allen die hem kenden en wisten te waarderen. Door den Gemeenteraad is tot Geneesheer bij de had-inrigting benoemd de Heer Ried. Dr. J. RV. Schick, op een traktement van 10Ü0. ARISTERDARI23 Maart. Alhier zijn bij de verkiezing van een lid voor de Prov. Staten van N.-Hol- land uitgebragt op den lieer Mr. RV. E. J. Berg van Dussen Rluilkerk 497, op Jhr. S. Dedel 387 en op RIr. R. J. Schimmelpenninck 361, van de 1232 stem men. Tusschen de beide eersten zal eene herstemming moeten plaats hebben. Voor het fonds van noodlijdende kerken en personen is Zondag in de kerken der Hervormde gemeente ingezameld, 4323; terwijl vroeger door de RVaalsche gemeente ƒ1449 en elders in eene andere AVaalsche gemeente ƒ302 is gecollecteerd. GRONINGEN, 23 Maart. Onlangs is er te Noorderhoogebrug een varken gemestdat bijna 4 jaren oud zijnde, eene lengte had van 2 Ned. ellen en eene dikte van 1 el 9 palm. Thans verdient als nog opmerkelijker voorbeeld van voordeeligen groei te wor den medegedeeld, te Zeerijp van een varken van gewoon inlandsch ras, zijnde een barg. welks lengte, zonder den staart, bedraagt 2 Ned. ellen 2 palm, hij eene dikte van 2 Ned. el en 1 palm; terwijl dit buitengewone dier, niet ouder dan 2 jaar en 4 maanden, geslagt zijnde, alleen aan reuzel 73 halve Ned. 6.' gaf. Te Zuidvcen bij Steenwijk heeft een schaap 6 lammeren geworpen, die RIaandag 11. [alle nog in leven waren. Dezer dagen zijn nabij Gieten, omstreeks 3/4 el onder de oppervlakte van het veen, waarin turf werd gegraven, een houten bak en een bundeltje vlasen bij liet omspitten van tuin- of akkergrond een steerien wig of beitel gevonden. RVij hopen weldra eene naauwkeurige omschrijving van de gevon dene voorwerpen mede te deelen. 's HERTOGENBOSCH 22 Maart. Heden namiddag ten 4j ure had alhier het volgende ijzingwekkende ongeluk plaats. De hoefsmid v. E. wilde een paard in zijnen hoefstal leiden, ten einde het te heslaandoor verzet van het paard dit niet kunnende gedaan krijgen, wilde zijn zoon hem hiermede helpen en plaatste zich achter het dier, ten einde het door slagen vooruit te drijven. Het paard werd toen op eeris woedend, sprong met eene woeste vaart op den man toe en drong hem tusschen de palen van den hoefstal letterlijk dood. De brave en werkzame man laat eene weduwe inet acht kinderen na. Het was toevallig juist heden 17 jaren geleden dat in dezelfde smederij een man door het vallen van een ijzeren hek gedood werd. (PI. R. C.) ISUSTËMAMISGHE BERlGTEiU. ERiGELAM. LONDEN, 21 Maart. De Alinisteriele Globe bevat het volgendeIu de zitting van het Hooger- hnis van Vrijdag 11., erkende Lord Aberdeen de ontvangst van een niet-oIE- cieel berigt volgens hetwelk de Britsche vloot door onzen Zaakgelastigde te Konstantinopel naar de Dardanellen was ontboden. Heden morgen vindt men in de Times eene schier olïiciele mededeeling dat de vloot niet ontboden is; en echter maken de berigten uit de Rliddellaiidsche Zee liet waarschijnlijk dat werkelijk op Malta een oporitbod is aangekomen. AVelligt zullen nadere

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 2