kleine gedeelten bij de bladeren van moerbezicnboomcn gevoegd; de wormen nuttigden het mengsel en bragten roodgekleurde zijde voort. Op gelijke wijze hoopt de Heer Roulin ook andere gekleurde zijde te verkrijgen. §P1NJE. MADRID, 7 Maart. De Regering hoopt te Parijs eene leening van 250 millioen fr. te slui ten ter amortisatie der vlottende schuld. De redevoering van den Heer Calderon Collantes in den Senaat (zie onze vorige), strekkende om de handelwijze der Regering jegens de drukpers af te keuren, heeft een diepen indruk achtergelaten. De beroemde redenaar be sloot met de opmerking: dat de aanhangige vraag eigenlijk was, welk van twee beginselen in Spanje zoude heerschenhet beginsel geloof en gehoor zaam! of het beginsel onderzoek en geloof! en hij noodigde het Ministerie uit, onbewimpeld te verklaren, welk van beide het voor de 194e eeuw, eene eeuw van verlichting en beschaving, het meest passend achtte. Van de zijde der Regering werd door den Minister van Justitie het gebod om geen andere dan ofliciele berigten van het verhandelde in de zittingen der Wetgevende Kamers door de dagbladen openbaar te maken (hetwelk de aanleiding tot de discussie was), verdedigd, en gezegd dat het in allen gevalle een maatregel was van weinig gewigt en eene zoo ernstige discussie niet verdiende. Met de geringe meerderheid van 64 legen 52 stemmenbesloot de verga dering het voorstel van den Heer Calderon Collantes niet in overweging te nemen. Reeds was door een ander lid, den Heer Lopez, een voorstel van gelijke maar veel ruimer strekking ingediend: om namelijk alle anders dan bij wets- bepalingen aan de drukpers gestelde perken op te heffen. In het begin dezer maand heeft hier eene strengere koude geheerscht dan de oudste menschen zich herinneren ooit beleefd te hebben. In de om- 1 streken van Soria en Toro was de Duero geheel met ijs bedekt en in Castilië lag de sneeuw verscheiden voeten hoogwaarover de landlieden zich zeer ver heugden, het oude Spaanschc spreekwoord gedachtig: neen sneeuwjaar een goed jaar." SARDINIË. TURYN, 7 Maart. I Het dagblad de Opinione doet opmerken dat het bankiersbuis van Rothschild dezer dagen met Sardinië en met Toscane eene geldleening geslo ten en voor de schuldbekentenissen van Piemont 10 pCt. meer dan voor die van Toscane heeft gegeven. Het blad ziet hierin een bewijs dat de geldmarkt j in de constitutionele staatsinrigting meer waarborgen voor de vervulling van finantiele verbindtenissen heeft, dan in het regeringsstelsel van onbeperkt gezag. De scquestratie der goederen van de Lombardijsche uitgewekenen begint de treurigste vruchten te dragen. Vele voormalige Lombardijsche Officierendie tot heden van hunne inkomsten leefdenhebben zich aan den Minister van Oorlog alhier gewend, om als gemeen soldaten in het leger te mogen dienen. Graaf Pallavicini, wiens inkomsten 250,000 lire bedroegen, welke bij groo- tendeels tot ondersteuning zijner lotgenooten aanwende, de bekende rijke Graaf Casati, in 1848 chef der voorloopige Regering van Lombardijeen vele anderen zijn met hunne huisgezinnen tot den bedelstaf gebragt. TOSCANE. In het Regeringsblad van den 64en dezer leest men bet volgende Wij vernemen van hooger band, dat de Pauselijke Regering toegetre den is tot de overeenkomst tusschen Oostenrijk, Toscane, Parma en Modena betreffende het aanleggen van den spoorweg door Midden-Italic, en onder anderen de rigting van dien weg bepalende, van Bologna over Val di Reno, la Porretta en Pistoia naar het Toscaansch grondgebied. Een Officier van het Engelsche legerde Heer Crawforddezer dagen van de Jonische eilanden, waar hij in garnizoen lag, te Florence aangekomen zijnde, om aldaar vrienden en schoolmakkers te bezoeken, is door de policie uit Toscane verwijderd, als verdacht van onrust te willen stoken, en niet tegenstaande de tusschenkomst van den Engelschen Gezant. PRÜI§SEN. Uit Thorn aan den Weichsel heeft den 94cn een groot ongeluk plaats ge- bad, daar men dien dag, in verwachting, dat het ijs op de rivier los zou gaan, bezig zijnde de brug af te breken, plotseling het ijs zich in beweging zette en de brug vernielde. Meer dan 130 werklieden werden, terwijl zij bezig waren op de brug te werkenverrast en vondendaar zij zich niet bergen konden, den dood in het ijs. Een ander gedeelte werd met de ijsmassa mede gevoerd en verder op, waar het ijs zich weder vastzette, gelukkig gered. Het getal der omgekomenen is nog niet bekend. Men miste den dag daar aan nog een 40-tal menschen, doch hoopte dat velen hunner aan de beneden oevers nog gelukkig aan land zouden gekomen zijn. De Bondsvergadering heeft besloten het leger met 50,000 man te versterken, en over de gezamentlijke Bondstaten eene som van 60,000 om te slaan, ten behoeve der militaire Bondskas. OOSTENRIJK. WEENEN, 12 Maart. Heden hebben zich de Keizer, het Hof, de leden van het stedelijk bestuur en de Officieren van alle corpsen naar de hoofdkerk begeven ten einde den Hemel te danken voor de redding van 's Keizers leven. De burgergarde was alleen onder de wapenen gekomen en stond langs den weg geschaarddien de stoet volgde. Des avonds was de stad en bare omstreken verlicht, maar de schouwburgen bleven gesloten. De gewezen Keizer Ferdinand en zijne gemalin Maria Anna hebben voor ƒ20,000 ingeschreven lot den bouw der kerk, welke opgerigt zal wier- den ter gedachtenis aan de redding des Keizers, Het aantal adressen aan Z. M. aangeboden wegens zijne redding, bedraagt meer dan 10,000. Men is voornemens om aan den Graaf O'Donnell en aan den burger Ettenreich tot aandenken van hun wakker gedrag bij den moordaanslag op den Keizer, aan den eerste eene prachtige sabel en aan den tweede een kost baar meubelstuk ten geschenk te geven. De Hoogleeraren te Pavia, Harer en Porta, zonden door den Keizer ontboden zijn, om hen te raadplegen over den nadeeligen schok, dien zijn gezigtsvermogen ondergaan heeft door de hem toegebragte verwonding. De Maarschalk Radetzky heeft de oorlogsschatting te Milaan op de helft verminderd. Sedert 6 Febr. is er meer dan 400,000 lires in de krijgskas gestort. De stad moest bovendien 100 ossen en 50 melkkocijen aan het fort 'Porta-Tosa leveren. Uit Tessino wordt gemeld, dat in de afsluiting der grenzen eenige ver andering is gekomen en weldra verzachtende maatregelen te wachten zijn. De telegraaf meldt onder dagteekening van heden, dat de vijandelijk heden in Montenegro niet alleen gestaakt zijn, maar dat de Turksche troepen dat gewest bereids ontruimd hebben. TEREENIGDE STATEN. Onlangs hebben spoorweg-arbeiders nabij de stad Pittsburg, het geraamte van een olifant der voorwereld gevonden. Sedert een paar jaren is dit het derde exemplaar in dezelfde zandlaag ontdekt en veel minder geschonden dan alle vroeger uitgedolvene. Twee der kiezen wogen elk 20 pond, terwijl die der twee andere ieder 14 pond zwaar waren. Van de slagtanden was slechts eene zoo onbeschadigd, dat zij konde weggevoerd worden. Zij had de lengte van 8 voet, bij het boveneinde 6) duim en bij het afgebroken einde 16J- duim in omvang, weshalve zij meer dan 12 voet lang moet zijn geweest. Deze dieren behooren tot de klasse van den elephas primigenius, wiens overblijfselen men bijkans over de geheele wereld verspreid aantreft. In Si berië, het koudste land der aarde, vond men in het jaar 1800 een zoodanig diernog ongeschonden met lange haren bedekt. De bewoners voederden hunne honden met het vleesch. De Engelschman Adams bragt de huid en het geraamte naar Petersburg. Overigens zijn in Siberië oude olifantstanden in zoo groote hoeveelheid aanwezig, en worden door de rivieren van de oevers losgekabbelddat van daar meer ivoor in den handel komt dan uit Indië en Afrika. In Noord-Amerika worden zij ook menigvuldig ontdekt en wel voor namelijk in de nabijheid van de Ohio, vermengd onder de beenderen van andere dieren. Te Big-Bone-Lick, in Boone county (staat Kentucky) werd zulk een ontzettend getal op eene oppervlakte van 10 akkers, grootendeels boven den grond, gevonden, dat men gelooft, dat aldaar niet minder dan 100 exemplaren van het Ohio-dier of de Masladon en 20 van den anti-dilu- viaanschen olifant of mammouth moeten zijn omgekomen. Deze dieren moe ten aanmerkelijk grooter geweest zijn dan de thans levende. Zij zijn waar schijnlijk bij den zondvloed omgekomenwant hunne overblijfselen vindt men nergens elders dan in de laatste formatien der aard-oppervlakte of in losgespoelde gronden. De omstandigheid, dat zij nergens meer op de aarde leven, maar bijna overal bedolven gevonden worden, bewijst dat zij door eene algemeenc overstrooming zijn vernietigd. Deze dieren moeten zeer ge zellig zijn geweest, want men treft hunne geraamten altijd vereenigd aan; ook moeten zij zich met gras hebben gevoed. Een groote lederachtige zak dien men bij een der geraamten ontdekte, bevatte kruiden, welke nog te genwoordig langs de Ohio groeijen. STADS BERIGTEN. VERGADERING van den Gemeenteraad van Leyden, Donderdag den 174cn Maart 1853, des namiddags ten 2 ure. Onderwerpen 1°. Voordragt omtrent de begrooting 1853. 2". Opmerkingen rekening 1851. 3®. Verordening omtrent de verdeeling der Gemeente in wijken en buurten. 4®. Eadem omtrent de vestiging en verandering van woonplaats. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leydengezien de artt. 10, 34 en 35 der Wet van 4 Julij 1850 Staatsblad N®. 37) brengen bij deze ter kennis der belanghebbendendat de lijsten der personen die tot het kiezen van leden der Tweede Kamer, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad bevoegd zijnop heden zijn vastgesteld en gedurende de eerst komende veertien dagen voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd terwijl een exemplaar van ieder is aangeplakt aan het locaal der oude Concierge in de Stadhuispoort onder het Raadhuis voorts dat van die lijsten zijn geschrapt de navolgende personendie een of meer der voor ket kiesregt gevorderde vereischten verloren hebben or overleden zijnals Dr. A. L. van der Boon Mesch, L. van den Bosch, C. Bos, J. du Croix II. D. de la Bye, Dr. H. F. van Doeveren, A. Dorrepaal Lcdcbocr, N. van Duynen, Ds. J. E. Fouache, C. de Frcmery, A. Hanegraaff, J. Hazenberg, A. S. HeydeD. J. van 't HullJ. KnotterProf. M. J. MacquelynProf. W. L. Mahnc, J. NieuwenhuizenProf. J. F. van OordtH. Pander, W. Pottum, J. Rupp, J. A. Saxe, H. van Schalen. A. J. Scholte, N. J. Stevens, P. J. Trap, S. R. Urker, J. H. Wartjouw, J. G. van WensenD. Willemse, die overleden zijn. G. C. Bollinger, F. Halderiet, J. den Hartog, A. Leeuw, A. J. Susanna, die niet gebleven zijn in het volle genot hunner burgerschapsregten. C. L. BlumeP. C. Frantzmann, die niet als Nederlanders kunnen worden beschouwd. J. A. Bresser, M. Christiaanse, W. A. van Dam, J. H. Gravenstein, P. F. de Groot, N. C. de Gijselaar, F. II. J. van Kranenburg, S. Machielse, F. G. Mastenbroek, G. W. Munnik- huizen, C. van Overeen, A. Pronk, F. de Prouw. Dr. F. Schmidt, G. J. du Marchie -ServaasP. Springer, W. Sutherland en P. J. dc Wilde, die naar elders zijn vertrokken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 3