LEYDSCHE
COURANT.
BIMENLANDSCIIE BERIGTEN.
tsm.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit Zaturdug Avond
MAAiNDAG, 14 FEBRU4RÏJ.
N6. lfl
i'j
pi Lxj G
/'''CV' v»
-
M
Do Prijs der Courant is fVi in het jaar
de afzonderlijke no turners worden togen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN 12 Februarij.
Tot wegneming van vele ongunstige geruchten wegens ongesteldheid kunnen
wij thans het zekere herigt rnededcelendat de beroepen Hoogleeraar Nicr-
mcyer, op zijne tegenwoordige standplaats reeds sedert veertien dagen zonder
hinder gepredikt heeft.
LI. Donderdag en Vrijdag ontvielen te Amsterdam aan de geleerde we
reld twee mannen, die beide meer dan een halve eeuw hare sieraden waren
geweest. Beide, de een op ongeveer, de ander op ruim 80-jarigen ouderdom,
van hunnen arbeid ruslende, moglen zij op een loopbaan terugzien, zoo als
slechts weinigen ten deel valt.
Josua TeissÈdre e'Ange was eene reeks van jaren de eer en roem der
Wualsclie Kerk. Zijne verdiensten ten haren aanzien zijn te bekend om er
van te gewagen. Als Schoolopziener heeft hij voorzeker mede onberekenbaar
nut gesticht.
mr. David Jacobus v. Lennep. een halve eeuw als Iloogleeraar in de oude
letteren aan het Athenaeum te Amsterdam werkzaam, genoot door zijne uit
stekende gaven eenen welverdienden naam.
Beiden droegen het ordeleeken van de Nederl. Leeuweene onderscheiding
hun reeds door Koning Willem I als regtmatige hulde aan hunne verdiensten
vereerd. Beide waren sedert ongeveer vijftig jaren leden van de Maatschappij
der Nederl. Letterkunde alhier gevestigd.
Ilunnc nagedachtenis zal hij liet groot getal hunner voormalige leerlingen
en hij zoo velen lot wie zij in verschillende betrekking stonden in eere blij
ven en uitvoerige levensberiglen zullen wel nader doen kennen of herinneren
wat zij voor Kerk en Vaderland en geleerdheidvoor de hoogste belangen der
Maatschappij geweest zijn.
Zij hebben thans de bedriegelijke ruste des aardsohen levens voor betere
verwisseld en doen in ons, bij de herinnering van 't geen zij voor de Maat
schappij warenden wensch opkomendat Nederland immer rijk moge zijn
in voorgangers hunner waardig.
In ons nommer van den 9Jen dezer maakten wij melding van eene
vergadering van natuurkundigen te 's Gravenhage op 's Konings uilnoodiging,
oin in opzettelijk onderzoek te treden nopens de vraag, of de kunstmatige
aankweeking van vissehenwaarover onlangs een onzer wetenschappelijke tijd
schriften eenige zeer belangrijke beschouwingen heeft medegedeeldook hier
te lande met vrucht zou kunnen toegepast worden, en zoo ja, op welke wijze.
Ten aanzien van dit onderwerp werd in de inededeelingen en berigten van
het Hoofdbestuur en van de afdeelingen der Holl. Maatschappij van Land
bouw 1850 N°. 3, reeds het volgende uit de afdeeling Alphen, aan liet
Hoofdbestuur voorgesteld
Ter voldoening aan de 4Jc circulaire van het Hoofdbestuur aan de Afdee
lingen (1 Januari] 1849 mededeelingen en berigten N°. 1), en overtuigd van
het gewigt van hel daarbij beoogde doeldat men bekend worde met het
geen er belangrijks omgaat in onzen landbouw-, zoo bij de Afdeelingen als
bij het Hoofdbestuur, hebben wij de eer u te berigten, dat in eene verga
dering der afdeeling Alphen en omstreken door een der leden M'. C. van der
Vlies (die daaromtrent bereids wel gelukte proeven heeft genomen) de aan
dacht gevestigd is op het voordeelhetwelk eene kunstmatige bevruchting
der vischkuit, zoude kunnen opleveren.
Geen land toch is meer gezegend met zoet water dan het onze; zijne ri
vieren en buitenwateren leveren meer kostelijke visch op dan ergens an
ders, en toch wordt daarvan zoo weinig partij getrokken. Welke schatten
konde zulks opleveren als de visscherij meer stelselmatig werd uitgeoefend?
Wat waren de buitenlandsche marktendoor het tegenwoordige gemakkelijke
vervoer, daarvan rijkelijk te voorzien? Om dit doel bijna zeker te berei
ken, zoude de mogelijkheid om de vischkuit op eene kunstmatige wijze te
bevruchten, zeer aan te bevelen zijn; hierdoor zoude men het verloien gaan
van het grootste gedeelte van deze kuit en van de jonge vischjes kunnen
voorkomen; alsmede door het vermengen der vischsoorten welligt nog voor
treffelijker kunnen doen ontstaan.
Tot dit kunstmatig bevruchten der vischkuit zoude men opzettelijk inge-
rigte vischvijvers moeten aanleggenwaarin de vissehen van betzelfde jaar
werden groot gehragt. De vermenging kan geschieden in een vat met eenig
water, waarin men de kuit en hom, met de hand ondereen mengt (een hom
kan tot 10 kuiten gebezigd worden) en deze kuit aldus bevrucht in eene
eenvoudige toestel in liet water doet ontwikkelenterwijl de duizende jonge
vischjes van slechts eene kuit voldoende zijn om eene groote vijver te bevolken.
Waarop is besloten aan het Hoofdbestuur dezer Maatschappij voor te stellen
1°. Of men de belangen der visscherij niet zoude kunnen rangschikken
onder of verwant beschouwen aan den landbouw, en zoo ja
2". Of het niet doelmatig zoude kunnen geacht worden eene prijsvraag
uit te schrijven
»In hoeverre het mogelijk zoude zijn, door eene kunstmatige bevruchting
der vischkuit, dit product zoodanig te vermeerderen, dal hetzelve alom
konde worden verzondenen zoo doende deze lak van handel aanmerkelijk
uit le breiden."
Uit Middelburg wordt geschrevendat door wijlen den Baron van
Doorn van Weslcapelle, bij uitersten wil, beschikt is aan de armen leWesl-
capellc en aan het kerkefonds aldaar, beiden eene som van ƒ1,000.
De goede vooruitzigten aangaande de beugvisscherij hebben zichnaar
uil Vlaardingen gemeld wordt, verwezentlijkdaar er veel zoute en veel le
vende visch is aangchragt. De prijzen van de zoulevisch waren van ƒ18.25
lot 20.45 per ton.
De Amst. Cour. meldt, dat de beroemde reizigster Mevr. Ida Pfeiffer,
die in den laatsten tijd hare logten ook tot een gedeelte van Ned. Oost-Indië
heeft uitgestrekt, na hare gewaagde en wel voïbragte reis door een gedeelte
van Borneo in Aug. 11., een nog veel gewaagder togt in de Battalanden, in
het noorden van Sumatra heeft beproefd, wier bewoners nog menschen-eter?
zijn. Haar plan was eene ontdekkingsreis naar zeker meer Toba geheeten, dat
nog door geen Europeaan was beschouwd. Zij had van den Gouverneur der
westkust van Sumatra den raad ontvangenomzoo zij volstrekt haar plan
wilde doorzetten, die reis te doen in gezelschap van een Nederlander, die
grondig hekend is met de taal en zeden der Batlas. Op haar goed geluk
vertrouwende, sloeg zij echter dien raad in den wind, en, terwijl zij slechts
3 sp. matten mede nam en maar één Batta als gids verlangde, die haar
door den civiel-gezaghebber van Padang, Sidiempoean werd verstrekt, trok zij
geheel alleen over Sipierok de Batta-hmden in. Hier ondervond zij weldra de
grootste nroeijelijkhedenzij werd op de meest ongastvrije wijze ontvangen,
wanneer zij om wat voedsel verzocht, werden de spijzen haar als aan een
hond toegeworpen, men dreigde zelfs haar te zullen opeten en door bedrei
gingen en mishandelingen werd zij gedwongen terug te keeren. Daar het
opeten van eene vrouw bij de Battas even ongehoord is, als de ongastvrije
en barbaarsche ontvangst, die zij daar zou ondervonden hebben, is de zaak
misschien alleen aan haren Battaschen gids te wijten, die gedrongen iemand
te geleidenmet wie hij geen enkel woord kon spreken en van wie hijbij
haren geldvoorraad van 3 sp. matten, geene groote belooning kon verwach
ten, zijne landgenooten zal verzocht hebben haar wal hang le maken, om
zich zoo spoedig mogelijk van haar te ontslaan.
KATWIJK, 11 Februarij.
Op 31 Januarij jl. viel alhier aan den Riin, een kind van 8 jaar in het
water, dat opgerih!ikkelijk zonk. Zekere W. Schaap, een jongeling van
19 jaar, springt onverwijld in het water, duikt naar de diepte, en hrengt
het kind, dat reeds stervende was, aan de radelooze ouders weder. Het kind
is gelukkig hersteld; genoemde jongeling, een varensgezel, zoekt met nog
eenige jongemaals eene plaats ter koopvaardij.
's GRAVENHAGE, 12 Februarij.
Bij Z. M. besluiten van den 5dcn dezer zijn benoemd: tot Procureur hij
de Arrondissements-Regthank le Heerenveen, Mr. J. I. Schotborgh Siinon,
Advocaat te Leeuwarden, en tot Procureur hij de Arrondissemeiits-Reglharik
te SneckMr. Minne Kakker, Advocaat en Regter-Plaatsvervanger hij die
Regthank.
Bij besluit van den 10lien dezer heeft Zijne Majesteit B. F. J. A. Baron
van Verschuer, op zijn verzoek, eervol ontslagen als Burgemeester der
Gemeenten Bergharen Batenburg en Horssen.
Tot Grootmeesteressc bij het eerlang te vormen Hof van Z. K. H. Prins
Hendrik der Nederlanden, is door Z. M. benoemd Mevrouw de Barones van
Aylva van Pal landt van Waatdenbnrg en Neerijnpn.