mendat elk eigenaar van schapen naar evenredigheid van de zijnen moet afzonderen, cn genoemden L. daardoor weder in het bezit stellen van Texel- sche schapen. Ter voorkoming dat deze ziekte gcene verdere sporen zal achterlaten, is bepaald, dat bet land van genoemden L.gedurende den tijd van een jaar, zal moeten braak liggen en daarop niet mag geweid worden. BUITEiVLANDSCHE BERIGTEN. ElVCcELiAlV©. LONDEN, 8 Februarij. In de Zitting van de Royal Literary Society alhier heeft de Heer Wat- kins Lloyd eene verhandeling gelezen over eenige slerrekundige phenomena en tijdperken betrekkelijk den bouw der pyramiden. Hij zegt daarin te ge- loovcn dat het zoowel een godsdienstig als een astronomisch denkbeeld is geweestdat aan de pyramiden hare rigting naar het Oosten heeft gegeven even als dit liet geval is met den Sphinx, die mede naar het Oosten is gerigt. De schrijver bewijstdat de hoek van afwijking in de rigting van de twaalf voornaamste pyramiden slechts verschilt van 51°,10 tot 52°,32dat is, iets meer dan een derde van een graad, en hij is van meening. dat zoodanige gelijkvormigheid geen werk van het toeval kan geweest zijn. Hij acht het zeker, dat, builen hare hoofdzakelijke bestemming, die was om ze tot be graafplaatsen te doen dienen de pyramiden althans in de bedoeling der stichtersook nog de strekking haddenom het tijdstip der evening van dag en nacht en van den zonnestilstand aan te duiden. Dezer dagen is de oudste Zeeofficier, Sir Ch. Rohinson, Directeur van het hospitaal te Greenwich overleden; hij was in 1767 in dienst gekomen en had dus 36 jaren dienst. Hij maakte gedurende 20 jaren de oorlogen mede en was Commandant van een schip bij de belegering van Toulon, bij welke gelegenheid hij krijgsgevangen gemaakt en in November 1795 ontslagen werd. Uit Liverpool werd 11. Zaturdag aan den Lloyd gemeld, dat bet schip Maries op zijnen togl naar Caldeno eene ontmoeting bad, die men eene zee beving zou kunnen noemen. In den morgen van 13 October op 12 mijlen van de evennachtslijn en 19 graden W. lengte, vernamen de reizigers een dof geluid dat allengs sterker werd en eindelijk tot een verdoovend geraas overging. Do zee werd geweldig beroerd; en de wind hevig opstekende, rees en daalde het schip in de hemelhooge golven, zoodat men elk oogenblik dacht te vergaan. Na een kwartier unrs bedaarde de zee en het natuurver schijnsel was verdwenen; doch men miste tegelijkertijd verschillende schepen, die te voren in 't gezigt waren geweest, cn bemerkte spoedig de stukken eener schroefstoombootzoodat men vreest van het vergaan dier schepen te zullen hooren. Er zullen binnen kort 98 schepen alleen uit Londen naar Nieuw Zuid- Wallis, Nieuw Zeeland en van Diemensland, grootendeels met landverhuizers vertrekkenzoodat de toevloed naar die streken verbazend groot zal zijn. FISAlSïiSSLÏalH. PARIJS8 Februarij. Men zegt dat de Keizer van voornemen is twee groote onregtvaardig- heden te herstellen. Napoleon I namelijk loofde eene belooning uit van 1 millioen frs. aan hem, die er in zou slagen, om beetwortelsuiker in het groot te bereidenalsmede aan hemdie de werktuigen uitvondten behoeve eener mechanische vlasspinnerij. Beide onderwerpen vonden hunne uitvinders, maar op hetzelfde oogenhlik dat Napoleon viel. Thans zou Napoleon III bevel gegeven hebben tot het oprigtente Rijsselvan een gedenkteeken ter cere van de nagedachtenis des uitvinders van de beetwortelsuiker, cn tevens bij de Wetgevende Vergadering een ontwerp doen indienen, houdende eene nationale belooning aan de afstammelingen van Philippus van Girard, den uitvinder der mechanische vlasspinnerij. In den Moniteur van eergisterenis een verslag van den Minister van Fnancien betreffende het dienstjaar 1852 openbaar gemaakt. Daarin wordt gezegd dat het ongedekte bedrag van 52 millioenop de uitgaven der dienst aanmerkelijk wordt verminderd door betgeen de middelen boven de raming hebben opgebragten dat in het overige veilig voorzien kan worden met be hulp der vlottende schuld. De Minister wijst voorts op de meer en meer toenemende volksbedrijvigheid en vermeerdering van den algemeenen rijkdom, en verwacht daarvan eene vermeerdering van den algemeenen rijkdom, en alzoo ook der rijks-inkomsten, toereikende om, niettegenstaande de uitvoering van groote openbare werken, de loopende dienst zonder eenig te kort te doen sluiten. De Gazette des Tribunaux deelt den volgenden trek medeDe weduwe Patural bezat een huis, dat zij voor bijna de volle waarde op hypo theek had weten te beleenen. Dit geschied zijnde, liet zij achtereenvolgens het geheele pand inwendig afbreken en verkocht aan verschillende personen de schoorsteenmantels, marmeren platen, vloerdeelen, afgezaagde bindten, schuttingen, kozijnen, trappen, deuren, looden pijpen, sloten, ijzerwerk en meer andere afbraak, gezamenlijk voor de som van 1500 francs, zoodat de hypotheek-houders op zekeren dag het huis, dat uitwendig redelijk bewaard was, binnentredende, tot hunne verbazing niets anders vonden dan vier mu ren met een dakdat boven hunne hoofden dreigde in te storten. Daar het hier een geval geldt, waarin de wet niet regtstreeks voorzien heeft, gelooft men niet, dat de hypotheek hebbenden de weduwe met veel vrucht zullen kunnen vervolgen en dat alzoo voor ben alleen de civile actie zal over blijven. Van de gevangengenomen personen zijn een groot aantal, meest corres pondenten van vreemde dagbladenweder in vrijheid gesteld. In het geheel bevinden zich nog 16 personen in hechtenis. De half officiële bladen meiden nu dat deze voor de gewone Regtbanker» zullen worden teregt gesteld. Het is dus billijk om eerst den uitslag van haar onderzoek af te wachten, eer men, zoo als sommige ministeriele schrij vers, die lieden reeds thans met de ergste beschuldigingen overlaadt. De policie heeft wederom een inval in een geheim speelhuis gedaan en daar al de voorbanden meubelen, goederen en gelden in beslag genomen, terwijl de eigenares van het speelhuis gearresteerd is. In eene gemeente van het Dep. de l'Ain is een pastoor veroordeeld tot 14 fr. boete en 10 fr. schadevergoeding, omdat zijne dienstmaagd een emmer water uit een anders put had geschept. Den 3den is een stoomboot die de Rhone opvoer, van Avignon komende, digt bij Andance gesprongen. Het schijnt dat 6 passagiers er den dood door hebben gevonden, welke ongelukken worden toegeschreven aan den schrik onder de reizigers der 2de klasse, op het oogenblik der uitbarsting veroorzaakt. De boot is letterlijk in tweeën geslagen, maar de twee deelen zijn lang ge noeg boven water gebleven om de reizigers en de koopgoederen te redden. Vele passagiers hebben zich al zwemmende gered, onder welke eene vrouw, die hiertoe met eene bewonderingswaardige onverschrokkenheid haar toe- vlugt nam. Den 22stcn Jan. is een walviseh op de kust nabij Medoc op het drooge geraakt. De inwoners dier plaatsvreezende dat de monsterachtige doode viscli schadelijk voor de gezondheid mogt zijnstaken er den brand inen de walviscli brandde nog acht dagen daarna. De Heer Musset, een geleerde, die zich derwaarts had begeven, in de hoop het museum te Bordeaux met een zeldzaam voorwerp te verrijken, vond slechts de overblijfselen; hij kon ech ter, naar de beenderen te oordeelen, de lengte van het dier op 20 ellen cn de breedte op ongeveer 2 ellen schatten. IIALI E» ROME, 31 Januarij. De Pans zou besloten hebben, om de niet-geestelijke leden van het Minis terie, en wel de Ministers van Financien, Justitie, Koophandel en Oorlog, weder door geestelijken te vervangen, omdat, zooals gemeld wordt, de alge- meene ontevredenheid over het beheer dier Ministers meer en meer toeneemt, en de Paus van alle kanten verzocht wordt, om daarin eene verandering te maken. Het is dezer dagen in de legatien Bologna, Ferrara, Forli en Ravenna tussehen het volk en de ambtenaren der belastingen lot dadelijkheden geko men. Dien ten gevolge is bij eene uitgevaardigde verordening van den Kar dinaal-Staatssecretaris in die gewesten de prijs van het zout verminderd geworden. PKÏTIS&EKL BERLIJN 7 Februarij De Prins van Pruissen (zelf door ziekte verhinderd tegenwoordig te zijn; heeft aan hendie den 3den dezer te Koblentz zich feestelijk vereenigden om den 40slen verjaardag te vieren, waarop de Koning in 1813 zijn volk te wapen had geroepeneen schrijven gezondenwaarin onder anderen het vol gende voorkomt »Toen onze nu ontslapen heldhaftige Koning heden vóór 40 jaren met zijnen wapenkreet de bevrijding des Pruissischen en Duitschen vaderlands van de vreemde overhecrsching begon, waren deze gewesten nog in de boeijen dier heerschappij gekneld; maar weldra sloeg ook voor hen de ure der bevrijding en tevens die der vereeniging met Pruissenhetwelk nu grootermeer ge acht en magtiger was dan ooit te voren. Reeds in de eerstvolgende jaren streden de zonen dezer landouwen in onze zegevierende legers en hielpen nieuwe overwinningen bevechten. Daarom is de viering van dezen gedenk- waardigen dag hier aan den Rijn dubbel heugelijk, omdat zij ook getuige- nis geeft van den geest, die deze gedeelten der monarchie bezielt. Nog geen 4 jaren geleden heb ik de eer gehad troepen uit deze provincie tegen den vijand aan te voeren, en zij hebben zich op nieuw den Pruissischen naam waardig betoond. Dien geest te bewaren en aan te kweeken is het doel van het feest, dat wij heden vieren. Hoe dat doel bereikt is, zullen de slagvel den eenmaal bewijzenwant zoo lang er menschen zijnzullen er ook oor logen wezen. Sedert 38 jaren rusten wij, beschermd door de overwinningen van dien gedenkwaardigen tijdmogen de zegeningen des vredes voor het mensendom nog lang bewaard blijvenMaar mogt de Voorzienigheid het anders besloten hebben, dan zullen Pruissens legers tegen den vijand opruk ken met dcnzelfdon geest en de eigen zelfopoffering, waarvan wij heden de gedachtenis vieren. Die gevoelens val de Pruis te zamen in de bede: God zegene den Koning 1" Bij de Tweede Kamer is dezer dagen een wets-ontwerp ingediend, strek kende om den ouderdom, beneden welken voortaan geen kinderen tot arbeid in de fabrieken gebezigd mogen worden, op dien van twaalf jaren te bepa len. Deze bepaling zal echter, uit aanmerking van hetgeen tot dusverre heeft plaats gegrepen, slechts allengs in werking worden gebragt, in dier voege dat met de maand Mei van dit jaar slechts tienjarige, met Mei 1854 slechts elfjarige en met Mei 1855 slechts twaalfjarige kinderen tot fabrieks arbeid zullen worden toegelaten. Tevens is bepaald dat kinderen tot hun 14de jaar slechts zeven uren daags mogen arbeiden cn drie uren schoolonder- rigt moeten genieten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 2