LEYDSCHE
COURAN
WOENSDAG, 12 JANUARTJ.
BIME1VLANDSCI1E BERIGTEN.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar
de afzonderlijke nornmers worden tegen 10
Centen afgegeven
LEYDEN, 11 Jariuarij.
De Gemeentestem, deelt mede, dat door den Minister van Binnenl.Za
ken het gevoelen van Ged. Staten der provincie Zuidholland is gevraagd, ten
aanzien der drie besluiten, door den Gemeenteraad van Leyden tot regeling
der zaak van het Huisziltenhuis genomen, in verband met de door lien in
de maand September 1851 geweigerde goedkeuring der aangegane schikking.
Wij laten hier volgen een ons op 11. Zaturdag toegezonden stuk, lot
welks plaatsing toen tijd en ruimte ontbrak.
Het groolo vocaal en instrumentaal concert dat onze stadgenoot Nicolaï
vóór zijn vertrek uit Leyden zich voorstelde te geven, en dat door zoovelen
met verlangen wordt te gemoet gezienis bepaald op Donderdag den 27sten
dezer maand. Hij zal daarbij als obligatist op de piano en als dirigent van
eigene orchestcomposilie optredenzeker met niet minder goeden uitslag
dan toen hij van zijne talenten op bet orgel zulke uitnemende blijken gaf,
en zeker met niet minder voldoening, dan toen hij door zijn pianospel op
het Gcwandhausconcert, en bij de uitvoering zijner orchestouverture en an
dere compositiën op het concert van het conservatorium te Leipzig, zoo alge-
meene loftuitingen en gunstige vermelding in onderscheidene Duitsche dag
bladen heeft ingcoogst.
Het is hem gelukt tot opluistering van dien avond zich van de medewer
king van eene onzer meest beroemde zangeressen, Mevrouw Offermans van
Hove uit 's Grayenhage te verzekeren, en hij mag zich overtuigd houden dat
het solo-vioolspel van zijnen vriendden Heer A. J. Wetrens eenen grond
te meer levert, om van dien avond veel genot te wachten.
Daar de opbrengst van het concert strekken moet tot eene bijdrage om te
voorzien in wat hem voor zijn voorloopig verblijf alhier en zijne vestiging in
eenen nuttiger werkkring elders noodig is, heeft hij op raad van lien die tot
dusverre zijne belangen verzorgdenden prijs der toegangbilletten bij intee-
kening liooger moeten stellen, dan het geval zoude geweest zijn, wanneer hij
het schouwburglokaal tegen eenen billijken huurprijs beschikbaar had kunnen
erlangen; bij de meer beperkte ruimte die de Stads-Gehoorzaal aanbiedt, was
liet onraadzaam den daar meestal vastgestelden toegangprijs te verminderen.
Van harte wenschen wij, dat de belangstelling van Leydens inwoners bij deze
gelegenheid evenzeer en even gunstig moge blijkenals toen vóór vier jaren
door Commissarissen der Maatschappij voor Toonkunst alhier, onder welwil
lende medewerking van drie in Leyden gevestigde Muziekgenootschappen
een concert ten voordeele van de verdere studiën van N. gegeven is.
Wij vernemen met genoegen dat bij besluit van den Minister van
Binnenlandsche Zaken de Heer W. F. G. Nicolaï benoemd en aangesteld is
tot Leeraar aan de Koninklijke Muziekschool te 's Gravenbage.
De Heer Dr. G. Simons van Delft hield den 7den dezer in het Natuur
kundig Gezelschap te Utrecht eene belangrijke voordragt over de droogmaking
van het Haarlemmermeer. Hij begon met een kort verslag te geven van den
loop der werkzaamheden; reeds in 1840 opgevat, meende Spreker, dat men
kon zeggen, dat eerst in April 1849 de eigenllijke droogmaking was aange
vangen, toen de drie stoomwerktuigen Leeghwater, Cruquius en Lynden hunne
gezamentlijke werking begonnen. De Heer Simons zette de redenen uiteen,
- die geleid hebben tot het later aanvangen van dit nuttige werkde meest
gewigtige dier redenen was de noodzakelijkheid, waarin men verkeerde, om,
alvorens den arbeid krachtig te kunnen doorzetten, eene overeenkomst te
treffen met het Hoogheemraadschap van Rijnland. Die overeenkomst kwam in
1847 tot stand, waarna de laatste machines eerst konden besteld worden.
Na een arbeid van 39 maanden was het meer van water geledigd. Wat wa
ren echter de redenen, dal deze lediging zooveel langer duurde dan was ver
wacht? De geëerde spreker gaf ze duidelijk op. Door de overeenkomst, met
Rijnland gesloten, mogten de stoomwerktuigen alleen op bepaald peil wer
ken. Door die bepaling gingen er 7 maanden verlorenin welke niet kon
gemalen wordenterwijl men 3 maanden bij deze 7 moet voegen voor 't geen
men in dien tijd achteruitging; behalve deze 10 maanden, gingen er 11 ver
loren door kwel en onvoorziene toevallenaan de machines overgekomen
toevallen, die spreker op de meest duidelijke wijze verklaarde, doch die hij
niet aan de deugdelijkheid der stoomwerktuigen wilde geweten hebben. Deze
21 maanden van de 39 afgetrokken lieten 13 maanden over, eene tijdruimte
die geen deskundige te lang zou noemen voor de uitmaling van eene zoo
belangrijke massa water. Spreker ging hierop na, of de droogmaking aan
't voorgestelde doel beantwoordde; hij durfde dit gereedelijk aannemen. Hij
toonde aan, dat, als men in aanmerking nam de hoeveelheid water, die, na
eene honderdjarige ervaring, door den regen kan worden aangevoerd, en ook
berekende wat de kwellen konden opwerken, de drie stoomwerktuigen in de
meest ongunstige omstandigheden voldoende waren, om de meer droog te
houden; en dat, als men alles begrootte, wat het in werking hebben der
machines zou kostenmen tot de som kwam van 55,000 of 3 de bunder
per jaar. In vergelijking van andere polders, meende spreker, deze opoffe
ring gering te mogen noemen. Spreker wees er echter ook op, dat de droog
making niet tot doel had gehad winstbejag, maar afwending van gevaar, hij
herinnerde daartoe aan 't jaar 183G, toen de hevige winden het water uit
de meer zoo opvoerden, dat eerst Amsterdam en daarna Leyden met omlig
gende streken werden overstroomd; ongelukkig noemde hij het, dat men zoo
spoedig zulke toestanden kon vergeten, en dat de ingelanden van Rijnland,
trouwens met zoovele anderen, zoo weinig schenen te leeren uit ervaring.
Hij verzekerde nogdat de grond ofschoon op enkele punten geheel zande
rig, echter over 't geheel aan de verwachting voldeed. Ten slotte gaf de ge
achte redenaar op, wat de gevolgen der droogmaking voor Rijnland zouden
wezen. Hij erkende, dat de vermindering van den boezem van Rijnland van
ruim 22,000 op ruim 5,000 bunders eenige ongcriefelijkheden aanbood, maar
wees tevens duidelijk aan, dat de voordeelen niet minder waven. Door de
verkleining toch van den boezem was bet gemakkelijker, het water op be
paald peil te houden; dat vroeger voor het Rijnland benoorden den Rijn
geen maalpeil was bepaald, was alleen toe te schrijven aan de onmogelijkheid
hiertoe, toen door opwaaijing van het water dit op een dag soms ruim eene
el in hoogte kon verschillenen dus de bepaling van een maalpeil zonder
vrucht zou geweest zijn. Daarbij kon men door de verkleining van den boe
zem de bevaarbaarheid van de kanalen beter geregeld houdenen door het
bij Gouda aan te leggen stoomgemaalook voor eenen geregelden aanvoer
van water des noodig in den zomer zorgen. Ook toonde de Spr. aandat
het reeds was gebleken uit de waarnemingen, sinds 1809 gedaan, die men
met naauwgezetheid had nagegaandat de waterstand niet ongunstiger was
geweest in het tijdvak, sinds de Haarlemmermeer was afgesloten, en dat er
in dat tijdvak juist een gunstige stand in het voorjaar was opgemerkt, als
wanneer de landman zoo groot belang heeft bij den waterstand.
Spreker meende daarom teregt zich te mogen verheugen over de gelukkige
voltooijing van een werk, dat ons tot eer verstrekt en dat hij hoopte, dat,
even als onze droogmakerijen in de 17de eeuw het teeken mogt wezen van
een vernieuwden bloei en welvaart van ons vaderland. UtrCour.)
Te Lisse is door den Kerkeraad der Hervormde gemeente het besluit
genomendat voortaan geene bedecling zal uitgereikt worden aan die leden
der gemeente die sterken drank gebruiken.
Zoo zijn er dan nu reeds vijf misschien nog andere, ons onbekende -
diakonie-besturennamelijk te Wassenaar, Putten, Vlissingen, Tubbergen en
Lisse, welke het inzien (en dienoverkomstig handelen) dat de aalmoezen door
de Christelijke gemeente niet worden gegeven, om daarmede te gemoet te
komen aan uitgaven, die niet slechts voor allen onnoodig zijn, maar bij ve
len aanleiding geven tot allerlei zonden en bij de meesten de eenige of de
mede-oorzaak zijn der armoedewaarvoor bedeeling gevraagd wordt. Volksvr
■- Ds. F. C. van den Ham te Utrecht heeft even als Ds. Beets te Heemstede
voor de beroeping als Hoogleeraar aan de Kaap de Goede Hoop bedankt.
In 1852 ontvingenzoo ver bekend isde Diakoniën der Hervormde
Gemeenten in ons Vaderland aan giften bij uitersten wil of bij den levende
geschonken ƒ39,510, de kerken ƒ16,800, benevens onderscheiden bunders
land op ƒ40,000 te schatten, en zilverwerk voor de bediening van Doop en
Avondmaal; de noodlijdende kerken 5,500. Voor den opbouw van de Pro-
testantsche kerk te Turyn werd waarschijnlijk meer dan ƒ30,000 ingeza
meld. Deze opgaaf echter moet als zeer onvolledig worden aangemerkt, daar
omtrent giften in de aanzienlijkste gemeentenweinig wordt medegedeeld.
Van het Nieuwe Diep wordt van den 8stc" geschreven, dat de aanhou-
Idende z. w. winden nog dagelijks eenige der schepen doen terugkeerenwelke
op 23 Dec. 11. met z. o. wind, slechts een enkelen dag en nacht aanhoudende,
deze haven verlieten; reeds zijn 21 schepen, grootendeels met zwaardere of
J ligtere zeeschade, hier terug, waarvan twee, met passagiers aan boord, reeds
driemaal te vergeefs uitzeilden. Men verwacht dagelijks nog andere.