's GRAVF.NHACE 20 November. Z. M. heeft den Staatsraad in buitengewone dienst Mr. E. Baron van Vrc- denburgheervol ontslagen als zijnen Commissaris in Zeelandonder dank betuiging voor de door hem in die betrekking bewezene diensten, en in zijne plaats benoemd Jbr. Mr. Q. H. van Tets, Referendaris der lstc klasse bij den Raad van State en Referendaris bij bet Dept. van Binnenl. Zaken. Het Hof beeft den rouw gedurende twee weken aangenomen wegens bet overlijden van Z. K. H. den Hertog van Leuchtenberg. De Minister, belast met de zaken der Hervormde Eercdienstbeeft, bij cenc memorie van beantwoording der in de Afdeelingcn van de Tweede Kamer gemaakte bedenkingen betreffende de begrooting van dat hoofdstuk ten aanzien der vraag, omtrent de opheffing dezer departementen, verklaard, dat bel toezigt.en zelfs de medewerking der Regering voor deze aangelegen heden in sommige gevallen volstrekt noodzakelijk is, en dat zij zich vleit, dat in bet volgend jaar een bepaald besluit omtrent bel behoud der bedoelde departementen zal kunnen genomen worden; dat, indien de gelden, ten be hoeve van de Eercdienst, voor de besturen van de kerkgenootschappen mas saal beschikbaar werden gesteldbet bureau van comptabiliteit zou kunnen worden opgeheven maar dat men bezwaarlijk van de leden der kerkbesturen (bij de Hervormden bijna uitsluitend bestaande uit Predikanten) zou kunnen vergen, dat zij zich zonder belooning, met een dergelijk geldelijk beheer en daaraan verbondene verantwoordelijkheid zouden belastencene belooning, die althans niet minder zoude beloopen dan met de bedoelde opheffing zou wor den uitgewonnen. Hel eerste lid van art. 168 der Grondwet wordt, naar luid der verklaring des Ministers, door de Regering geenszins opgevat in den zin als is geschied bij arrest van den Hoogen Raad van Mei 1848 (betreffende den Waalschen Predikant.) Dit arrest, waarvan men niet in revisie is gekomen en waarbij de zaak alzoo niet in bet hoogste ressort is besliststaatvolgens hem op zich zelf en vestigt geene jurisprudentie, en zal alzoo de Regering niet weer houden baar stelsel, 't welk bet tegenovergestelde is van dat, 'twelk bij dit arrest is aangenomen bij voorkomende aanleiding in toepassing te brengen. ftoeerfe WCamer tier Staten-fjieneraul. Zitting van Donderdag 18 November. In deze zitting zijn (zooals reeds is medegedeeld) de algemcene beraadsla gingen over de begrootingswelten voortgezet en ten einde gebragt. Daarna is liet Istc hoofdstuk Huis des Koningsbehandeld en met algemeene stem men aangenomen. Zitt'ng van Vrijdag 19 November. In deze zitting zijn de beraadslagingen gehouden over Hoofdst. II. Hooge Collegien van Staat en het Kabinet des Konings Bij de algemeene beraadslagingen daarover, heeft vooral de Raad van State bet onderwerp der beschouwingen uitgemaakt. De Heeren RochussenMet man en Mackay hebben op de organisatie van dat Staatscollegie aangedron gen in deze aan Art. 71 der Grondwet herinnerende. De Heer Rochussen Le-ft de noodzakelijkheid daarvan ook betoogd, in het belang der Overzeesche bezittingen en koloniënen den wensch uitgedrukt dat in den Raad van State ccnige mannen zitting mogten hebben, die persoonlijk ondervinding en kennis in de koloniën hebben opgedaan. De Minister van Binnenl. Zaken heeft al het gewigt der bedoelde organisatie erkenden gezegd dat hij onder liet bewustzijn daarvan en bij de menigvuldige werkzaamhedengedrukt ging. Zoo spoedig mogelijk zal de wet worden voorgesteld. Daarna is beraadslaagd over de artikelen en is dit hoofdstuk met alge meene (58) stemmen aangenomen. De beraadslagingen worden geopend over het lilde hoofdst. BuitenlZaken). Hierbij voeren verscheidene sprekers het woord, onder anderen de Heeren Mackay en Groen die beide met het oog op 't geen elders voorvaltdaarin aanleiding vinden tot bezorgdheid en waakzaamheid voor onze regten en vrijheden. De Minister van Buitenl. Zaken zal wegens het vergevorderde uur morgen bet woord voeren. De Minister van Binnenl. Zaken heeft nog kortelijk eenige punten dier sprekers beantwoord en onder anderen de vrees de meest verderfelijke van alle hartstoglen genoemddaar denkbeeldige gevaren meermalen voedsel geven aan het geloof aan wezentlijke. Zitting van Zaturdag 20 November. In deze zitting zijn de beraadslagingen voortgezet over Hoofdstuk III BuitenlZaken). De Minister van Buitenl. Zaken zegt hoofdzakelijk, dat hij sedert 4 jaren bij de Kamer bekend zijnde, het genoeg zal zijn, zijne beginselen in 't kort te herinneren. Gehechtheid aan onze grondwettige instellingen, bovenal aan de constitulionncle monarchie, innige overtuiging, dat alleen die regerings vorm voor ons land mogelijk en heilzaam is; afkeer van het dogma der vol ks- souvereinitcitzonder daarom te vervallen in een onverdedigbaar, exclusief dogma. Het behoud en de verdediging onzer onafhankelijkheid, regten en vrijheden tegen eiken buitenlandschen invloed, onder welken vorm ook, komt hem voor de eerste pligt te zijn der Regering. Daarna beantwoordt de Minister nog den Heer Groen en spreekt over de Luxemburgsche quaestic. Verschillende leden hebben nog het woord gevoerd en zijn door de Ministers van Binnenl. en Buitenl. Zaken beantwoord. De zitting duurt voort. AMSTERDAM, 19 November. Wij vernemen dat eergisteren het vertrek van hier van den derden trein op den Hollandschen spoorweg vertraagd is geworden door het buiten spoor geraken der locomotief de Hoopwelke den trein op een ander spoor zoude brengen. Dit derailleren is natuurlijker wijze niet te weeg gebragt door het te hard rijdendaar zulks nog vóór het vertrek plaats vond en menzooals gewoonlijk bij spoorvcrwisselingzeer langzaam reed. Men verzekert dan ookdat dit ongeval wederom veroorzaakt is door het ongelijk stellen der verenzijnde deze zelfde locomotief dan ook nu reeds voor de derde maal gederailleerd. Hbl BÜÏTENLA1VDSCI1E BERIGTEN. ENGELiN», LONDEN, 18 November. Heden heeft de plegtige begrafenis van het stoffelijk overschot van den Her tog van Wellington, te midden van de volmaakste orde en bewonderingswaar- digen eerbied plaats geliad. De stoet had meer dan een uur lengte, en de optogt duurde meer dan drie uren. Opmerkenswaardig is het, dat behalve het Koningschap en de Kerk, al de hoogcre staatsligchamen bij de begrafenis vertegenwoordigd werden. Men weet niet van één ongeluk gedurende de pleg- ligheid, hoewel reeds den geheelen nacht in die straten welke de stoet moest doortrekken cene ongeloofel ijke menigte op de heen was. Sedert drie uren in den morgen waren de ramen reeds bezeten te zes ure was ieder op zijnen post. Het weder was eerst zeer somber en regenachtig, doch gedurenden den optogt helderde de hemel op en kwam de zon te voorschijn. Het groote stoomschip Victoria, bestemd van Hull naar Kopenhagen, is niet ver van Gothenburg met man en muis vergaan. Dezer dagen vertrok het stoomschip Archimedes, met katoen beladen uit IIull naar Hamburg. Daags nadat men in zee was gekomen, werd er brand in de lading ontdekt. Alle pogingen om het vuur met water te blus- schen bleven vruchtelooszoodat er geen ander middel overbleef dan alle openingen zorgvuldig te sluiten en met den meesten spoed de reis te vervol gen weldra werd de hitte zoo geweldig, dat de passagiers en verdere schepe lingen genoodzaakt waren naar boven te komen terw ijl alleen de stokers met de uiterste inspanning van tijd tot tijd zorgden voor het in werking blijven der machine. Gelukkiglijk bereikte men, na vele uren in doodsangst te hebben doorgebragt, de plaats der bestemming, waar de vlammende lading en het half verkoolde schip met behulp van brandspuiten werd gebluscht. FRANKRIJK. PARIJS, 18 November. De President zal uit eigen fondsen 40 model-woningen voor handwerks lieden doen bouwen. Bij besluit van den President wordt het getal der troepen met 30,000 verminderd. Het geheele leger met inbegrip van de bezettingen van Algerië en Rome, zal uit 370,000 man bestaan. Men meldt als eene bijzonderheiddat de Heer Thibaudeande oudste in jaren in den Senaat, tegen het Keizerschap heeft gestemd. Hij is ex-senateur van het voormalige Keizerrijk, en de eenige nog overgebleven regter van Lodewijk XVI. ITALIË. ROM E6 November. Niettegenstaande eenige rooverbenden zijn uitgeroeid, blijven de Ponlynschc moerassen en de bergstreken zeer onveilig. Eene bende bestaat er uit 20 per sonen voor de helft uil deserteurs en de helft nit landlieden van Vellelri. In de omstreken van die plaats werden kortelings 3 personen vermoord ge vonden. De Napelsche diligence is bij klaren dag, nabij Velletriovervallen en beroofd. Een meisje van 18 jaren uit Valmonlone is overvallen en in het gebergte gesleept. Men durft die streken niet meer bereizen. De wacht huizen op den Appischen weg zijn wel door de gendarmes bezet, doch deze staan te ver van elkander, en de gendarmes zijn er niet op gesteld om er te patrouilleren. TOSCANE. FLORENCE, 10 November. Door de Spenersche Zeitung wordt medegedeelddat de Graaf Arnim door den Koning van Pruissen naar den Groothertog gezonden in de zaak van de Madiai's, den 2(len dezer bij den Groothertog ten gehoore is toegelaten en door hem uiterst vriendelijk werd ontvangen, doch later hem zijn antwoord heeft doen toekomen, hetgeen van geen anderen inhoud was, dan dat aan de deputatie gegeven. Zijne zending behoorde niet tot de diplomatieke han delingen. OOSTENRIJK. VVEENEN, 14 November. Volgens de Oesterreichische Correspondent, is het de staatkunde van het Ooslenrijksche Kabinet tegenover herbaalde veranderingen van Regering in Frankrijk geweest, de aldaar gevestigde magten te erkennen en de volkenreg- lelijke betrekkingen met haar aan te houden, wanneer zij voornemen aan den dag legden om de orde der wereld te eerbiedigenen voldoende kracht bleken te bezitten om zich als de Regering des lands te doen gelden en de rust binnen de eigen grenzen te handhaven. Deze wijze staatkunde heeft den vrede van Europa verzekerd. De niet-erkenning der Jul ij-regering en der in 1848 geimproviseerde republiek zoude onvermijdelijk tot vernielende oorlogen geleid, en deze zouden welligt langer geduurd hebben, dan de gewrochten zelve dier revolutien. Wij onderstellen dat Oostenrijk ook nu van die als heilzaam beproefde politiek niet zal afwijken. Langs dien weg van erkenning der feiten zal Oostenrijk niet in strijd geraken met de onveranderlijke en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 2