Later is van Haarlem tot Rotterdam, op voorstel van den tweeden onder- geteekendc, een steviger roosterwerk aangenomen, en spoorstaven hoog 0.065 wegende 30 Ned. Rij Haarlem zijn in lateren tijd spoorstaven van 35 a 36 Ned. ffi per el verwerkt. De maatschappij doet de vroegere te ligt bevonden spoorstaven allengskens door zwaardere vervangen. Jaarlijks wordt met deze verwisseling voortgegaan. Wat de houten onderlagen betreft, krijgt men bij de spoorwegen zulke uiteenloopende uitkomsten, dat wij het gewaagd zouden vinden een cijfer als middental aan te gevenwaarnaar men als vaste regel zou kunnen ter toelse brengenof bij het vernieuwen dier houten onderlagen te veel of te weinig wordt gedaan. Intusschen is op de drie eerste sectien de tijd reeds daar waarop de houten onderlagen en vooral het spint, aan bederf onderhevig worden. Bij sommigen bespeurt men dit na 4 a 5 jaren. Andere zijn nog gaaf na liet dubbele van dien tijd. Bij eene spoorweg-onderneming als de onderhavige, is het voor den bouw- opziener uiterst moeijelijk dit tijdstip met juistheid te kiezen. Aan de eene zijde wordt hij door de publieke veiligheid gedrongen liet oogenblik der ver nieuwing te vervroegen de geldelijke belangen der onderneming die aan zijne zorgen zijn toevertrouwd, gebieden hem aan de andere zijde geen hout te vernieuwen dat, zonder bezwaar, nog dienen kan. Volgens gedane aanteekeningenzijn van 1049 tot October 1852, 65,295 strekkende el strekhouten en 12,193 stuks dwarsleggcrs vernieuwd. In het laatste boekjaar 1851 werd daaraan eene som van 45,613.40 besteed. Op de inspectie van 1319 October zijn onderlagen, die het meest door bederf schenen te zijn aangetast, ontbloot, en is naar overtuiging en onder vinding der commissie niet één balk gevonden, waardoor een onheil aan eenen behoorlijk aangevoerden trein kon worden berokkend. "Wij hebben evenwel daarbij balken gezien, waarvan eene spoedige vernieuwing wensche- lijk is. Doch bij een goed beheer zal dit wel altijd het geval blijven. Daar waar dagelijks vernieuwing plaats heeft, zal ook dagelijks te vernieuwen ge vonden worden. Het komt er maar op aan de grens met juistheid af te palen, waar de verwerping van het oude hout moet plaats vinden. Het is beter te veel dan te weinig te doenen zoowel in het belang van het rei zende publiek als van de maatschappij zelve is het raadzaam, dat de schaal naar de zijde der veiligheid overhange. Het is ons nergens gebleken dat door de maatschappij anders gehandeld wordt. Na den noodlottigen 12',c" October hebben meer dan 150 treinen den weg doorloopen. Zij hebben te groote snelheid vermeden, en het is ons niet bekend geworden dat er zich bij hunne beweging eenig bedenkelijk verschijnsel heeft voorgedaan Het is gebleken dat liet hout in het algemeen in eenen veel beteren toe stand verkeert, dan het aan oppervlakkige beschouwers is toegeschenen, niet één balk is gevonden waarvan de kern tot verrotting was overgegaan; en zoo er al eenige weinige balken te voorschijn kwamen, waarvan de tijd tot ver- nieuwinn' was aangebroken zoo droegen èn onderlagen èn aansluiting der wiggen en strekhouten overal de blijken van een zorgvuldig onderhoud, en ook hier werd niet één balk gevonden die voor de veiligheid van den weg ge vaarlijk was te noemen. Maar hoezeer ook de overtuiging der Commissie vaststaat dat het spoor thans in voldoende orde is, zij is ook overtuigd dat de vernieuwing van het hout bij voortduring krachtig moet worden doorgezet. Dat er bij het ongeval van den 12den October eene te groote snelheid aan den trein werd gegeven, is ons uit alle gedane nasporingen gebleken; hoeveel die snelheid is geweestkunnen wij met geene mogelijkheid nagaan. Het is evenwel bepaaldelijk aan die te groote snelheid dat wij het gebeurde toeschrijven. Ons onderzoek, zoowel van den weg zclven als van het ge bruikte materieel, heeft ons de gemoedelijke zekerheid gegeven dat zonder te groote snelheid geen ongeluk zou zijn gebeurd. Onder de middelen tot leniging der kwaal is het eerste en voorname mid del, het voorschrijven van een maximum van snelheid dat in geen geval op eenig deel van den weg mag worden overschreden. Wij gelooven dat dit maximum op 45 Nederl. mijlen (van 1000 el) in het uur zou dienen bepaald te worden. NV ij ontveinzen ons niet dat deze bepaling welligt niet aan het publiek aangenaam zal zijnomdat de reis van Amsterdam naar Rotterdam daar door zal moeten verlengd worden. In dit bezwaar, zou te gemoet te komen zijn door sommige der talrijke tusschenstations van dezen spoorweg meer voorbij te rijden dan thans ge bruikelijk is. Wij rekenen dat elk tusschenstation of halte een tijdverlies veroorzaakt van minstens 3 minuten terwijl dit verlies bij de steden op 7 h 8 minuten kan berekend worden. Dit doet ons zien dat, zonder overdrijving van snelheid, bij het behouden der vele stations en halten van den Holl. spoorweg, de reis tusschen Am sterdam en Rotterdam bezwaarlijk in minder dan 3 uren kan worden afgelegd. Sinds den 12(!en October zijn de strengste orders uitgevaardigd om de snel heid van 45 mijlen in het uur niet te overschrijdenwaarvan het gevolg dan ook is dat de treinen thans in den regel ruim uur later aankomen dan op de biljetten is aangekondigd. Het tweede middel is het zooveel mogelijk verhoogen der radkransen of flensen, zoowel der locomotieven als der wagens; en het vermijden van eene te stompe vereeniging van die radkransen met de vellingen. Hiertoe zal de maatschappij krachtig moeten voortgaan in hel verwisselen van het laatste nog overgeblevene gedeelte der Oude 20 Ned. ffi spoorslaven door andere van 30 of nog beter van 35 per el, zoo als daarvan reeds een gedeelte met liet beste gevolg door haar is beproefd. Met de eindverbindingen der spoorstaven heeft de maatschappij sinds eeni- gen tijd eene proefneming op vrij groote schaal gedaanzij behoort daarmede voort te gaan en in de eerste plaats die eindverbindingen le verzorgen waarbij zich de behoefte tot voorziening het meest doet gevoelen al was het dat die verzorging aanvankelijk en tijdelijk bestond in het aanbrengen van eiken platen onder de einden der spoorstaven. Bij de beoordecling van onze spoorwegen en vooral wanneer men de snel heid, hier te lande oorhaar, met die van vreemde spoorwegen vergelijkt, moet men nimmer uit het oog verliezen dal in onze veen- en derrieachtige gronden het eigenlijke spoor nimmer tot rust komt. Eene geregelde dienst zal door een dubbel spoor worden bevorderd en in de laatste jaren is dan ook, zonder aandrang van het Gouvernement, door de maatschappij een dubbel spoor gelegd van Haarlem tot Veenenburg over eene lengte van ongeveer 14,000 el, waarvan de kosten kunnen geraamd worden op ƒ238,000. Om de geheele overige lengte van ongeveer 70,000 el met dubbel spoor te beleggen, rekenen wij dat een kapitaal zou vereischt worden van ƒ1,200,000. Zoo het dubbel spoor van Veenenburg tot 's Gravenhage wierd doorgetrok ken waartoe een kapitaal van ruim 500,000 toereikende iszou reeds eene aanzienlijke verbetering aan den weg en zijne exploitatie zijn toegebragt. Wat het onderhoud der houten onderlagen aanbetreft, is het de overtuiging der Commissie dat geene bijzondere maatregelen aan de maatschappij behoe ven te worden opgelegd. Naar de elders verkregene ondervinding is het allezins raadzaam dat in het vervolg geene greenen balken in den weg worden verwerkt, zonder vooraf door het indringen van teerolie, met kreosoot bezwangerd, of eenig ander be proefd middel, tegen verrotting te worden beveiligd. Hoe lang zulke balken kunnen duren, is nog niet bekend, maar zeker wordt zelfs aan het spint eene groote duurzaamheid verzekerd, zoodat na tien jaren daaraan nog geen begin van verrotting is te bespeuren. Onder de middelen die in het belang der publieke veiligheid dringend ge vorderd wordenbehoort eene politiewet voor de spoorwegen. Ten slotte heeft de Heer Conrad verzocht, hem van de verdere vervulling der betrekking van specialen Commissaris van wege het Rijk bij de Hollandsche Spoorwegmaatschappij eervol te ontheffen; hij acht dit zelfs in het voordeel van eene onderneming die hem jaren lang reeds zooveel zorgen heeft gekost, waarvoor hij steeds rusteloos is werkzaam geweest, geene opoffering hem immer le veel was, waaraan hij zijne beste levensjaren heeft gewijd, en waarvan hij de belangen steeds met die van het publieknaar zijn vermogenbeeft trachten te vereenigen." De brand in de nieuw gebouwde meckrapfahriek van den Heer v. d. Bosch te Wilhelmina-dorp is gelukkig nog gestuit, zoodat slechts de maal- toestellen en de builen vernield zijn. Uit Frankfort wordt gemeld, dat men daar sedert eenige dagen eene volkomen zomerwarmte had, van ruim 70 graden Fahrenheit, in Zuidelijk Duitschland begonnen de boomen weder op nieuw uit te botten. 's GRAVENHAGE 9 November. Z. M. heeft benoemd tot Controleurs der eerste klasse der directe belastin gen in- en uitgaande regtcn en accijnsen, de Heeren J. L. van Schayk te Heerenveen en J. J. van Stapele te Leyden, beide van de tweede klasse. - Volgens de laatste berigten uit Slokholm scheen de ziekte des Konings van vrij hardnekkigen aard te zijn. De koorts hield gestadig aan; echter had geene verergering van den toestand plaats gehad. De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot aanmoediging van den Tuinbouw hield den 6llcn alhier hare achtste algemeene vergadering, onder het Voorzitterschap van Jhr. Mp. NV. M. de Brauw. Bij het verslag geven van den staat en de lotgevallen der maatschappij bragt de Secretaris (Prof. de NTiese), hulde aan den onlangs afgestorven Dr. C. Dalen, te Rotterdam. In hem verliest de maatschappij een' van de grootste ijveraars voor hare bedoelingen. Uit de correspondenten verloor de maat schappij, door den dood, Dr. Nolle, in Suriname. Vier contribuerende le den zijn overleden. Elf hebben bedankt; daarentegen zijn er 35 nieuwe toegetreden. De maatschappij heeft thans 543 leden waarvan er 432 con tribuerende zijn. In plaats van eerelidopengevallen door het afsterven van Dr. Dalenis met algemeene stemmen benoemd Z. Exc. de Heer Mr. J. A. Duymaer van Twist, Gouverneur-Generaal van Nederl andsch-Indië. De financien der maatschappij staan, vergeleken met vorige jaren, niet ongunstig. Na eene gedeeltelijke aflossing van het renteloos voorschotdoor de leden des bestuurs gedaan, om den schuldenlast der maatschappij van voor 1847 te dekken, blijft er voor 1852 nog een batig slot. Als nieuwe bestuurs-lcden werden herkozen de aftredende HeerenProf. Reinwardt, Jhr. Mr. C. van der Goes en de Heer Polman Mooy. In den zomer van 1853 zal eene Tentoonstelling worden gehouden te Rotterdam. Eindelijk is, onder meerdere andere belangrijke onderwerpen, besloten, het jaarboek te veranderen in een periodiek geschrift, hetwelk de nieuwste en belangrijkste zaken uit het vak van den tuinbouw zal bevatten. Het blijkt dat de maatschappij werkelijk bloeit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 3