LEYDSCHE COURANT. I WOENSDAG, 3 NOVEMBER. d° °>zo"derlüke nommers worden tesc« 10 BIMENLANDSCÏIE BEMGTE\. Do Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt vit Zatvrdag Avond. v;--. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar; 1 Centen afgegeven LEY DEN, 2 November. Wij vernemen, dat de Heer P. Hnidekoper, Gezagvoerder van het koop vaardij-fregat de Prins Fredcrik der Nederlanden, met dien bodem voor wei nige dagen in het Nieuwe-Diep binnengekomen, voor den Leydschen Academie- tuin heeft aangebragt eene kist met planten van Oost-Indie, welke onder de zeldzaamste behooren die ooit naar Europa zijn gevoerd. Behalve de boomen, die de gutta-percha en de gutta-gom opleverenbevindt zich daarbij een schoon exemplaar van den Sumatraschen Kamferboom (Dryobalanops Camphora Colebr.) Deze planten bevinden zich in een volmaakt goeden toestand en bet laat zich voorzien, dat zij zullen behouden blijven. Men erkent daarin op nieuw de belangstelling van den lieer Teysman, Directeur van den Plantentuin van Buitenzorg, in de bevordering der kruidkundige wetenschap, maar alle lof moet deswege toegekend worden aan den waardigen gezagvoer der, den Heer Huidekoper, zonder wiens naauwlettende zorgen, gedurende de reis aan deze planten besteed, de uilslag welligt niet zoo gunstig zou zijn geweestdaar de genoemde planten zeker behooren onder diewelke het moeijelijkst worden overgebragt. Op de Algemecne Vergadering der Maatschappij voor Toonkunst alhier, gehouden op Zalurdag den 30sten October des avonds te 6 ure in de Stads- Gehoorzaalzijn de volgende Muziekstukken door de Leerlingen der Maat schappelijke Muziekschool ten gehoore gebragt: Eerste Afdeeling. N°. 1. Sonate voor Piano h. 4/mvan J. Diabelli (lste gedeelte), uitge voerd door tien Leerlingen der 4de klasse: Th. Vos, J. E. Rouwenhorst Mulder, M. J. H. A. de Graaf, M. P. Muller, L. II. A. G. van Bree, J. G. van Rees, D. J. Fischer. J. A. F. Sperna Weiland, J. J. Krantz en W. H. Hubrecht. N°. 2. Nocturne voor Violoncel van J. Burgmüller, uitgevoerd door VV. L. van Kaathoven. N°. 3. Sonate voor Piano a 4/mvan W. A. Mozart (Allegro), uitgevoerd door zes Leerlingen der 3de klasse: E. Kist, A, R. Fischer, M. C. Blok, II. M. Hopman, B. van Danlzig en II. Meerburg. N°. 4. Introductie en Var. voor Viool van Jansa, uitgevoerd door W. Dozv, N™. 5. Rondo voor Piano van J. Moschelesuitgevoerd door J. J. C. Franken. N°. G. l'Isolement van J. Niedermeyer, gezongen door P. A. Verdam. N°. 7. Var. voor Piano a 4/m, van L. van Beethoven, uitgevoerd door acht Leerlingen der 2(Ie klasse: J. A. J. van Oosterzee, M. J. van Oosterzee, II. P. J. J. Le LièvreW. F. M. A. KoppeschaarP. A. Verdam, S. M. Springer, J. J. C. Franken en J. M. Perrin. N°. 8. Twee driestemmige Koorcn van J. Würst, uitgevoerd door de 2de cn 3de Zangklasse. Tweede Afdeeling. N°. 9. Sonate voor Piano a 4/m, van J. Diabelli (2de gedeelte), uitge voerd door tien Leerlingen der 4de klasse: H. Vos, J. II. II. Hazenberg, J. F. II. Ruppe, C. M. II. KochM. van Kaathoven, S. van Kaathoven, J. C. A. de Sturler, E. M. F. Junius, F. E. Dumoulin en J. C. Emeis. N°. 10. Var. voor Violoncel van T. Winter, uitgevoerd door W. F. Leemans. N°. 11. Fantaisie voor Piano op thema's uit de Propheet van J. Meyerbeer, door J. Rosellcnuitgevoerd door S. M. Springer. N°. 12. Aria uit de Freyschiitz van K. M. von Weber, gezongen door H. P. J. J. Le Lièvre. N°. 13. Adagio cn Rondo uit een Concert van W. A. Mozart, uitgevoerd door J. M. Perrin. N°. 14. Elfenfragen, Koor van J. Stern, uitgevoerd door de 2de en 3ds Zangklasse. N°. 15. Finale Rondo in C. van L. van Beethoven, uitgevoerd door zes Leerlingen der 2dc klasse: M. J. van Oosterzee, S. M. Springer, P. H. J. J Le Lièvre, J. J. C. Franken, J. A. B. Kcllenbag en J. M. Perrin. Aan de volgende Leerlingen zijn prijzen, eervolle vermeldingen of bevorde ringen toegekend Zang. 2de Klasse. Eervolle melding aan: Jenny Dumoulin, P. A. Ver dam en P. II. J. J. Le Lièvre. 3'e Klasse. Bevorderd tot de 2dc klasse M. C. J. de Gelder. Eervolle vermelding aan: J. A. J. van Oosterzee, M. J, van Oosterzee, M. C. Blok, B. J. van Trotsenburg, C. M. II. Koch, II. M Hopman cn II. Vos. 4dc Klasse. Een prijs aanII. A. W. Kooreman. Eer volle vermelding aan: F. Koctser, J. G. van Rees, M. van Kaathoven, D. II. Pisuisse en M. C. Hooiberg. Piano. 2de Klasse. Eervolle vermelding aan: S. M. Springer, J. M. Per rin, J. J. C. Franken, P. A. Verdam, J. A. J. van Oosterzee, M. J. van Oosterzee, J. A. B. Kellenbag en P. II. J. J. Le Lièvre. 3de Klasse. Bevor derd tot de 2dc klasseB. van Danlzig. Eervolle vermelding aanII. M. Hop man, M. C. Blok, R. A. Fischer cn E. Kist. 4de Klasse. Bevorderd tot de 3de klasseJ. F. II. RuppeS. van KaathovenM. van KaathovenD. J. Fischer, J. A. F. Sperna WeilandE. M. F. Junius, C. M. II. Koch, J. G. van Rees, J. C. Emeis en J. J. Hazenberg. Prijzen aan: II. de Leng, A. C. Le Poole, J. E. Rouwenhorst Mulder, J. A. Wijnnobel en S. A. P. Krantz. volle vermelding aanW. A. VerdamL. II. A. C. van BreeG. P. C. M. A. van MusscbcnbroekA. J. JuynbollII. M. Los, M. P. Muller, D. H. Pisuisse en II. A. W. Kooreman. Viool. 3de Klasse. Prijs aan P. C. le Poole. Eervolle melding aan R. L. Carvalho. Violoncel. 4dc Klasse. Bevorderd tot de 3dc klasse W. F. Leemans. Eer volle melding aan W. L. van Kaathoven en S. A. van der Chijs. De N. Rott. Cour. die in eenige nommers een doorgaand verslag der Arnhemsche Tentoonstelling levert, is thans tot de Leydsche fabriekaten ge vorderd; wij nemen die gelegenheid waar om hier het voornaamste daaruit te laten volgen. Onder de opmerkelijkste exposanten in den tak der geweven stoffenbehoort in de eerste plaats S. A. Meerburg alhier, die eensdeels onder zijn eigen naam anderdeels als eigenaar der firma F. van Lelyveld Wz. cn C°.onder N°. 244 en 245 meer dan een dubbel alphabeth van verschillende gewone sloffen beeft ten toon gesteld, die zich door goede hoedanigheid doen opmerken. Onder die voorwerpen is er vooral ééne, waarmede de Heer Meerburg op de tentoon stelling geheel alleen staat, en waardoor bij zich groote verdiensten en regt op de dankbaarheid van het hooge bestuur en van zijne landgenooten heeft verworven. Dit zijn namelijk de acht voorwerpen, vervaardigd uit den Oost- Indischen hennep of Ramebwelke plant een schier beesterachtig gewas is van het geslacht der brandnetels, op Java, Sumatra, Borneo en Celebes in grooten overvloed groeit, de stekende eigenschap der gewone netels mist en door knol len wordt voortgeplant. Was reeds, ten gevolge van de prijsvraag der maatschappij van nijverheid in 1843, onder loezigt van den Heer Cazaux, uit dien vezel tweedraads ligt- baringnettengaren vervaardigd, bet was eerst in 1845 of 4G, dat Prof. Blume de aandacht van den Heer Meerburg op dien vezel vestigde, als \oorwerp van proefnemingen voor het weefgetouw. De Heer Meerburg was tot die proef nemingen bereid. En ofschoon deze vaak met de uiterste naauwkeurigheid moesten worden herhaald en ook vele geldelijke opofferingen daaraan waren verbonden, liet de Heer Meerburg zich daardoor niet afschrikken, maar ar beidde aanhoudend voort, tot hij eindelijk de ware bereidingswijze vond van den Rameh-vezel, die in Indië met weinig zorg was behandeld. En tot dus verre is hij de eenige geweest, die deze plant hier te lande voor de weverij heeft bereid. Dit onverdroten en aanhoudend streven is dan ook in 1849 be kroond en de deugdelijkheid van den vezel voldingend bewezen geworden doordat de Maatschappij van Nijverheidna een jaar beproevens van de inge zonden monsters cn de gunstigste rapporten door verbruikers gegeven, aan Meer- burgs fabrikaten uit de Raineh-plant, de groote gouden medaille heeft toegewezen. In den loop dier proefnemingen was ook Meerburg gebleken dat de Rameh- vezclbij behoorlijke bewerking, in de weverij niet slechts tot veelsoortig fabriekaat geschikt, maar zelfs verre boven de meeste andere hennepsoorten te verkiezen was, en werd alzoo voor de weverij gestaafd, wat Cazaux vroe ger in het algemeen, cn vooral ten opzigte der touwslagerij van de Rameh had gezegd. Voorts was het gebleken, dat de bewerking minder kostbaar en voordecliger voor den fabriekant was, dan die van alle andere hennepsoor ten. Ja, er waren menige gevallen, waarin de Rameh den Manilla-hennep evenaarde. Verder wijst de N. R. C. nog eenige voordeelen aan die uit de planting, verzending en bewerking der Rameb zouden voortvloeijenhoe hel afval of de snuitgoed voor papier zou zijn en hoe zij zou kunnen dienen tot vervaardi ging van kleedingstof hier le lande ter verzending naar de Oost.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 1