LEYDSCHE COURANT 1852. VRIJDAG, 1 OCTOBER. /.M fs ï- fis BIMVENLANDSCIIE BERIGTEN. Dc Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt vit Zaturdag Avond. N°. iisa,-y :i7 Z?<? Prijs der Courant is f 12 ïw het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven LEYDEN30 September. Uit Utrecht wordt gemeld, dat het Corps rijdende artillerie, dat in onze stad in bezetting zal komen, den lsten October aldaar van Amersfoort wordt gewacht en den volgenden dag verder zal trekken. Aanst. Zondag in bet middaguur wordt het Corps alhier verwacht. Zoo wij vernemen zal bet Corps Officieren en de muziek der Schutterij bet bui ten dc Hoogewoerdspoort verwelkomen. Het is den Minister van Rinncnl. Zaken voorgekomendat sommige ge meente-besturen op het bepaalde bij art. 126 der gemeente-wetniet behoor lijk acht geven. Niet zelden toch gebeurt het, dat, ter uitvoering van wet ten of van algemeene maatregelen van inwendig bestuur, dc llaad besluiten neemt, terwijl Burgemeester en Wethouders, volgens art. 126, tot bandelen geroepen warenomdat de wetten of maatregelen gcene bepaalde medewerking van den Raad vorderen. Zoo heeft zich b. v. het geval voorgedaan, dat dc benoeming van een makelaar, die door Burgemeester en Wethouders moest geschiedendoor den Raad is gedaan. Zoo is ook bet verlof tot bet oprigten eener fabriekhetwelk Burgemeester en Wethouders hadden te verleenen door den Raad gegeven. Al zoo het wenschelijk is ccne herhaling van derge lijke met de wet strijdige handelingen, zoo veel mogelijk, te verhoeden, heeft dc Minister de aandacht van de gemeente-besturen op art. 126 der gemeente wet doen vestigen. Naar men verneemtzegt de Haarl. Courantzal de Graaf de Sb George, wiens voorstel in Engeland allen bijval gevonden heeft, in eene voor belangstellende Protestanten openbare bijeenkomstte houden te 's Gra- venhage op Vrijdag 1 October des namiddags ton één ure, in bet locaal Diligentiaeenigc mcdedcelingcn doen omtrent het wenschclijkedat de Protestanten der verschillende landen van hunne levendige belangstelling in bet lot der om der godsdienstwille tot galeistraf veroordeelde Madiai's doen blijken en zich op eenigerlei wijze aansluiten aan de pogingen der Engelsche deputatiewelke binnen kort naar Florence vertrekt en bestaan zal uit den Graaf Roden, Lord Cavon en Hon. Arthur Kinnaird. Het Berlijnsche R. K. blad. de Deutsche Volkshallena eerst te heb ben gemeld dat de gewezen Gouverneur van Hecekeren met zijne familie en buisgenooten tot dc R. K. kerk was overgegaan, verzekerde later, dat slechts de zoon van laatstgenoemden Edelman dien stap bad gedaan. De Tijd al- bier, merkte daarop in zijn nommer van 9 September aan, dat de bckecring, van welke er in dc laatste weken dikwijls gesproken werd, alleen den zoon gelden zou van den Heer Baron van Heeekeren van Enghuizen. Naar aanleiding van een en ander, ontving de Tijd dezer dagen van onzen Gezant te Weenen bet volgende schrijven »Aan de redactie van het Tijdschrift de Tijd. «De ondergeteekendeMinister van Z. M. den Koning der Nederlanden bij bet Oostcnrijksche Hof, verklaart bij deze, dat bet geheele artikelbetrekke lijk den Heer Baron van Heeekereneenigen zoon van den Heer Baron van Heeekeren van Enghuizengeplaatst in bet Tijdschrift de Tijdin dato van 9 en 10 September jl.een leugen is. «Weenen, 23 Sept. 1352. B. van Heeckeren." AmstCour.) Het graven der nood- of schuilhaven ten westen der stad Nijmegen is door de Heeren K. VerburghJ. T. van Gelder en N. Hoogstraten aldaar voor de som van ƒ110,000 aangenomen. Dat werk moet den 15dcn Decem ber 1853 voltooid zijn. LI. Zaturdag is van de werf der Rijn- en IJsselstoomboot-Maatschappij te Kampen met goed gevolg te water gelaten de ijzeren stoomboot Gouver neur-Generaal Duymaer van Twist, bestemd voor de vaart tusschen Rotter dam en Deventer. Uit het algemeen jaarlijksch verslag wegens het Instituut voor Doof stommen te Groningen, dezer dagen aan de leden rondgezonden, blijkt dat bet aantal leden in bet afgeloopen schooljaar wederom met 23 is verminderd zoodat bet getal leden nu bestaat uit 2851. In dat jaar zijn 32 doofstom men in bet Instituut opgenomen. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een ontwerp van wet tot bijdrage van ƒ600,000 aan dc kosten voor dc verdere droogmaking van bet Haarlem mermeer bij welke gelegenheid de Regering het volgende uittreksel mededeelt van een rapport door de Commissie van beheer en toezigt over de droogma- king, onlangs aan het Depart, van Binncnl. Zaken ingediend. De Commissie erkent, dat vroegere vooruitzigten omtrent den termijn van droogmaking niet zijn verwezenlijkt. Zij bad gedacht dat bet Meer in 1851 zou zijn gedaald tot 4.42 A. P., dat is, droog zou zijn. Het water is intusschen in 1851 niet lager gedaald dan tot 3.60 el onder A. P.waarop bet stond met 31 October jl. Het is in den winter weder gerezen, maar bet verlies in het voorjaar meer dan teruggewonnende waterstand was den 26stcn der maand Junij jl. ge komen tot 3.90 onder A. P. Sedert is met dc gunstige omstandigheden van dezen zomer bet Meer van bet nog overblijvende water ontlcdigd. Ilct is droog; slechts hier en daar vertoonen zich groote plassenmaar die veel hooger liggen dan de water spiegels in de gegraven vaarten binnen bet Meer, welke veranderlijk zijn, maar meermalen tot beneden 4.50 el onder A. P. staan. Alzoo zal, onaangezien de vertraging van 1851, toch verwezenlijkt kunnen worden hetgeen de Commissie, blijkens het vorige verslag als waarschijnlijk stelde, namelijk dat in Julij 1854 de voltooijing, dat is bet einde der ver kaveling daar zal zijn. Vraagt men waaraan de vertraging was toe te schrijven Meer dan cène omstandigheid, zegt de Commissie, beeft daartoe medegewerkt. Meermalen was er geen toevoer genoeg van water naar de stoomwerktuigen en moest men wachten naar de verlenging van togten of van de hoofdvaart tot in de diepere gedeelten yan hel Meer. Meermalen joegen slechts matige winden bet water van ceri of twee der machines af, die dan moesten stilstaan uit watergebrek, terwijl zij die aan het werken bleef, al was dc watcraanvoer sterkertoch daarom geen meer water kon uitslaan; dikwerf was de gelegenheid lot uitmaling gunstig op het oogenblik, dat deze. om te boogen boezemstand van Rijnland, geen plaats mogt hebben. In den zomer van 1850 zijn er twee balansen van den Leegbwater gebro ken later is een gebrek aan den gewigtsbak binnen den stoomzuiger van den Cruquius ontstaan en moesten alle de ketels van den Lyndcn gedeeltelijk worden vernieuwd, hetgeen maanden stilstand dier werktuigen heeft veroor zaakt. Hierbij kwam, dat, terwijl nu en dan, na honderde uren onafgebro ken werking, de machines moesten worden nagezien, en de sloomzuigers verpakt, dit soms, geheel tegen de berekening aan, op tijdstippen trof, waarop men zonder dat bad kunnen doormalen. Men bad zeker in 1851 bij mindere verlaging van bet water, dan waarop gerekend was, lang zoo veel land niet kunnen verkoopenals bij het vorige verslag gesteld was. Waren echter niet dc bekende moeijelijkbcden met dc stad Leydon in den weg geweest, eenige bonderden bunders van het minder diep gedeelte van liet Kagermeer zouden reeds in het afgeloopen jaar zijn verkocht, en nog meer dezen zomer langs de boorden van bet diepere voorname gedeelte. Weldra zullen 1200 bunders, vallende buiten het terrein, waarop Leydcn aanspraak zegt te hebben, en alwaar van de verkaveling meer werk is gemaakt, ten verkoop gereed zijn. Met 1 September van dit jaar hadden de hoofdvaart van den Leegbwater tot den Lynden en de kruisvaart van den Cruquius naar Aalsmeer, tót waar die de hoofdvaart midden in bet Meer snijdt, moeten voltooid zijn. Vertra ging van de zijde der aannemers is de reden waarom dit eerst in de volgende maand zal plaats hebben. Verscheiden andere togten in liet Meer zijn onder handen en komen nog in dit najaar gereed. Het hemelwater, dat van lijd tot tijd weder plassen vormt, zal alzoo ge durende den winter reeds mecrendeels naar de werktuigen ter onllediging kunnen toevloeijen, en de droogmaking aanmerkelijk bevorderen. De drooggevallen gronden schijnen goed te zijnal geeft het hier en daar boven gekomen zand, wat enkele percelen betreft, een ongunsligen indruk. Bij den Leegbwater is het slechts eene niet noemenswaardige plekbij den Lynden eene enkele zandplaat, gevormd uit vroegere Veelvuldige zandstorting tot oeverbevciliging; aan den Cruquius mankt bet vroeger ingestoven zand der lage duinen bij Heemstede bet meeste vertoonmaar 200 of 300 bunders zand op zoo vele duizenden doen niet veel af.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 1