de vorm van liet traetaat meer bijzonder hem mogt worden toegeschreven dan neemt hij die voor zijne rekeningomdat hij innig overtuigd isdat bij eene billijke appreciatie, in deze geheele zaak niets kwetsends voor de eer en waardigheid des lands zal kunnen gevonden worden." Tegen hebben gestemd de Hoeren: van Heec.keren van Wassenaar, Insinger, de Erauw, Borski, d'Ablaing van Giessenburg en de Jonge van Ellemeet. Daarna is de beraadslaging aangevangen over liet ontwerp tot regeling van den pligt der provincie om behoeftige gemeenten te hulp te komen. Die beraadslaging zal heden avond ten aclit ure worden voortgezet. Avondzitting. In deze zitting zijn de beraadslagingen voortgezet. Onderscheidene leden hebben nog het woord gevoerd, en hunne bedenkingen tegen de voordragt in bet midden gebragt, welke door den Minister van Einnenlandschc Zaken zijn beantwoord. Bij hoofdelijke omvrage is het ontwerp verworpen met eene meerderheid van 28 tegen 5 stemmen. Voor de lleeren: Boxman, v. Reenen, v. Ryckevorsel, de Sitter en Insinger. De zitting is daarna opgehevenzijnde dit de laatste zitting van het zittingjaar 185152. iStaten-€irestea'mal! Vereenigde zitting der heide Kamersvan Zaturdag 18 September. Voorzitter de Heer Martens van Sevenboven. Door den Griffier der Eerste Kamer wordt voorlezing gedaan van een Kon. besluit, waarbij de Minister van Binnenl. Zaken gemagligd wordt, de zitting der Staten-Gcneraal over 185152, op heden ten 2 ure, namens den Ko-J ning te sluiten. Door den Voorzitter wordt eene Commissie benoemdom den Minister in- cn uitgeleide te doen. De Minister, zich voor den Troon geplaatst hebbende, spreekt de volgende rede uit Mijne IIeeren, »Dc Slatcn-Generaal hebben op nieuw met de Regering ondervonden, dat de reeks der jaren, waarin van den ijver der wetgevende magt buitengemeen veel wordt gevergd, nog niet is gesloten. Terugziende op sommige teekenen van den algemeenen toestand, bij den aanvang uwer werkzaamheden, mogen wij het als een bijzonderen zegen dankbaar erkennendat wij ons in volko men vrijheid en rust aan de wetgeving, tot bevordering van de zaak des va derlands ongestoord konden wijden. Behalve de begrooting van uitgaven en de voorstelling der middelen, heb ben menige andere zeer gewigtige onderwerpen U onvermoeid bezig gehouden. Ik noem slechts de verbetering van ons belastingsstelsel, de inrigling der regterlijke magt, het Indisch muntwezen, de jagt en visschcrij, de regeling onzer betrekkingen van handel en scheepvaart naar onderscheiden zijden, de vermenigvuldiging onzer middelen van gemeenschap binnenlands en met an dere landen. »Zoo niet alle aangelegenheden, aan uwe beraadslaging onderworpen, op een' vasten voet zijn gebragt, de vruchten van uw onderzoek en van het overleg met de Regering mogen niet worden voorbijgezien. De arbeid daaraan besteed; het licht, daaruit te ontleenen, zijn voorbereiding voor het vervolg. Indien men hetgeen werd verrigt niet enkel afmeet naar hetgeen men wenschelijk zou keuren, of vroeger, in het verschiet, zonder den afstand te kennen, mogelijk achtte, maar met de wezenlijke voorwaarden en eischen der groote taak vergelijkt, men zal dan eene gestadigheid van voortgang opmerken, die het vertrouwen schenkt, dat ecu volgend jaar het vorige zal aanvullen. De Koning heeft mij opgedragen, u Zijnen dank te betuigen voor uwe ijverige behartiging van de belangen des Rijks. Namens den Koning sluit ik deze Vergadering der Staten-Gcneraal." TelegrapMscIi Berigt, 4 uur 23 min. De Heer Mr. .J. A. Philipse is benoemd tot President der Eerste Kamer. BUITESLMDSCÏÏE BERIftTEN. ENieEïjAlVB. LONDEN, 15 September. Nadere berigten omtrent het afsterven van den Hertog van Wellington den vorigen dag, op zijn zomerverblijf Walmer-Castle nabij Dover, melden het volgende: Na des morgens in goeden welstand opgestaan te zijnen eene wandeling gemaakt te hebben, werd hij hevig door de vallende ziekte aangetast, een aanval dien hij, nn negen jaren geleden, zonder blijvende gevolgen wederstaan had. Twee ter hulp geroepen Geneesheercn schreven een braakmiddel voor, maar hetwelk zonder uitwerking bleef, en na herhaalde hevige zenuwschok ken blies de Hertog twintig minuten over drie ure den laatsten adem uit, zonder teckenen van bewustheid gegeven te hebben en alleen in het bijzijn van de geneesheercnvan zijnen keldermeester en vaneen zijner lijfbedien- den. Terstond is tijding naar Frankfort afgezonden, om zijnen zoon, den erfgenaam van zijnen IlertogslitelArthur, Markies van Douro, die zich met zijne echtgenoot aldaar bevindt, de treurige tijding mede te deelen. Die zoon, nu 45 jaren, oud is kinderloos. De inkomstenwelken de Hertog tot belooning van zijne gewigtige diensten genootbeloopen eene som van 48,000 Daaronder behooreneen pen sioen van 8,926 zijne bezoldiging als Constapel van den Tower 950 idem als Kolonel van het lslc regiment der garde te voet2,698 35,000 wegens renten van de hem op onderscheidene tijden door het Parlement ge dane giften. De Times zegt omtrent hem onder anderen het volgendeDo levensloop van den Hertog van Wellington was een lange wolkenlooze dag, van den morgen tot den avond gevuld met roemruchtige daden, bezield inet onvermoeiden ijver voor 's lands dienst, bestuurd door nimmer weifelende regelen van pligt en staatsbeleid. Hij klom door eene snelle aaneenschakeling van nimmer over troffen daden tot eene stelling waartoe geen ander hier te lande ooit gekomen was. F.r is niemand overig in het leger of in bet Parlement die met zoo groot gezag kan handelen en spreken. Het scheen als of de natuur zelve hare onverzettelijke perken voor hem verruimde en als of de gebreken des ouder- doms op dat geëerde hoofd niet zoo zwaar wilden drukken. Geheele men- schengeslacliten waren voorbijgegaan in den tusschentijd tusschen zijne eerste wapenfeiten en de laatste raadgevingen zijner grijze ervaring, tot dat door eene in de historie voorbceldelooze lotsbeschikking, de man die de hoofdrol in de geschiedenis van meer dan eene halve eeuw had gespeeldden laatsten zijner tijdgenoolen overleefde en alle levende heugenis zijner daden met zich in het graf neemt. Aan welk eene eeuw, aan welk een land, aan welke groots daden was dat leven niet zegenrijk gewijd! Deszclfs verbazende lang durigheid de veelvuldigheid der door hem beleefde veranderingen en gebeur tenissen het nimmer wisselende geluk hetwelk al zijne stappen vergezelde van de cersle zegepraal zijner jeugdige dapperheid in den Indischcn oorlog, tot aan de laatste raadgevingen die de Souverein en de Natie met vertrouwen van den grijzen Staatsman ontvingen de onwrikbare vastheid van karakter die tegen elk bezwaar en eiken voorspoed evenzeer bestand was; de onveran derlijke gehechtheid aan dezelfde bedoelingen, dezelfde beginselen, dezelfde pligtcndie niet gestoord werd door de hartstogten der jeugd noch verslapt door de eerbewijzen en do genietingen vau een rustigen ouderdomdat alles maakt het leven van den Hertog van Wellington tot een gansch eenig ver schijnsel in do historie. In hem althans zal het nageslacht een karakter vinden, dat hooger stond dan de hoogste en mildste gaven der fortuin. Kan hij rnct regt een held genoemd worden, het is omdat hij zich steeds grooter toonde dan zijn eigen geluk, en de verzoekingen te boven kwam waardoor andere menschen van even grootcn geest maar van minder zelfbeheerscliing, dc hun door bun lot toegedachte hoogte niet bereikt hebben. Men kan hem geene eer aandoen door eene vergelijking zijner Veldheers- of Staalsmansloop- baaa met die van Alexander, Caesar of Napoleon. De gewelddadigheid, de eerzucht, d.c tegenspoeden en dc misdaden, die eigenlijk de vermaardheid van deze mannen zoo niet hunne grootheid uitmakenzijn vreemd aan Welling ton's leven. Nimmer op het slagveld overwonnen, trok bij het zwaard nooit om grondgebied te veroveren, maar alleen voor de onafhankelijkheid van Europa en voor het behoud zijns lands. Door de dankbaarheid van Europa en van zijne landgenooten verheven lot den hoogsten trap van magt en aan zien dien een onderdaan der Britsche monarchie kon bereiken, overschreed hij nimmer den pligt des onderdaans. Zijn gansche leven was gewijd aan do zaak van het wettig gezag en de geregelde magt. Waagstukken waardoor andere krijgsoversten soms eene kroon wonnen of het lot der natiën deden keerenvindt men in zijn leven nietmaar ook niets dat verborgen behoeft te worden. Alles in dat leven is mannelijk, degelijk, helder; alles draagt éénen stempel, dien van pligtbesef, en getuigt van ééne drijfveer, de liefde voor Engeland en trouw in de dienst der Kroon. Zijn karakter was te krachtig om aan verbeelding en gevoel hetzij zwak heid of sterkte te ontleenen. Degelijkheid was de grondtrek van zijn gemoed: ziin scherpe blik, zi'a koelzinnig oordeel zag de zaken in bare naakte waar- J 1 J U U beid. Van hier dc uiterste stiptheid in woord en daad; hij haatte veinzerij even als overdrijving. En alleen een zoo bedaard en koel speler kon winnen, waai' zooveel op liet spel en de kans zoo hagchclijk stond als in Spanje of te Waterloo. Zijn moed was geen blindheid voor bet gevaar, geene zelfbedwel ming het was de ware en hoogste moed die met helder zelfbesef, met juist inzigt en bepaald opzet gepaard gaat. In vindingrijkheid, in diepzinnigheid is hij door anderen overtroffen, maar in schranderheid niet, en deze ademde in zijne redevoeringen, in zijne tal rijke legerberigtenalle kernig en veelbeduidend zonder zwier. Door afkomst, karakter en beginselen aan de zaak der Britsche aristokratio gehecht, begreep de Hertog van Wellington evenwel, dat de ware magt van den adel in deze eeuw gelegen is in gehechtheid aan conslitutionnele staats beginselen en in opregle erkenning van de reglen des volks. Beter dan iemand anders in staat om volksbewegingen met geweld te fnuiken, tem perde hij ook daarbij den moed door wijsheid en zachtzinnigheid, en met bet vasle voornemen om des noods het staatsgezag met den sterken arm te schra gen, ging hij echter anderen voor met vredestichtende opofferingen aan de redelijke cischen der natie. Hoewel meer dan iemand anders afkeerig van gemaakte vroomheid was hij niet ongevoelig voor den verheven invloed der godsdienstige waarheid, en stipt in de waarneming der voorschriften en openbare plegtigheden der Angli- caansehe kerk. bewees milddadigheid aan een ongeloofelijk groot aantal hulpbehoevenden, maar zonder ophef. Elke maatschappelijke pligt, elke plegligheidelke feestvreugde vond hem gereed tot hartelijke deelneming. In zijn ouden dag ging zijne ingenomenheid met de vermaken der fatsoenlijke zamenleving soms verder, dan met de waardigheid des ouderdoms en het aandenken aan zijn manhaftig leven bestaanbaar scheen. Wellington was het ware model, het volmaakte beeld van een Engelsch- man en wij weten in de lange reeks onzer krijgsoversten en edelen niemand te vinden, die, in al zijn wezen en daden beschouwd, gelijkgesteld kan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 2