LEYDSCHE
COURANT
MAANDAG, 16 AUGUSTUS.
IS I MESLAND SC HE BERIGTEÏV.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
vit Zaturdug Avond.
De Prijs der Courant is f\2, in liet jaar
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven
LEYDEN14 Augustus.
De belangstelling in de verspreiding van liet Christelijk geloof, het ge
loof in Hemdie van zich zeiven getuigde dat Hij het licht der wereld
was, is in de laatste jaren meer en meer ontwaakt; meer en meer ver
spreidt dan ook dat Licht zijne weldadige stralen over de gansche aarde en
worden er in vele Christen-landen pogingen gedaan en middelen beraamd ter
uitbreiding van het Koninkrijk onzes Hoeren.
Belangstelling in deze zaak gaat echter niet altijd in gelijke mate gepaard
met kennis. Tot aankweeking daarvan zijn in de laatste tijden geschikte
boekwerken uitgekomen, waarbij ook kleine kaarten werden gevoegd. Kaar
ten zijn buiten twijfel de gemakkelijkste en geschiktste hulpmiddelen om den
gang van de uitbreiding der verschillende godsdiensten op aarde, de Heiden
wereld en de Zendelingen-posten te leeren kennen en aanschouwelijk voor
te stellen, wat uitgebreide velden er nog ter bearbeiding voor de verkondi
ging des Christendoms over de aarde verspreid liggenop welke nog zoo
veel millioenen zonder God en Christus leven. Zal men echter met vrucht
van kaarten gebruik maken, dan moeten zij op groote schaal en zeer duide
lijk zijn ingerigt.
De Boekhandelaar J. H. Zitman alhier, heeft dezer dagen een Prospectus en
Proeve van zulk eene Wereldkaart, door J. A. Groen A.J.zn. ter liefde der
Zendingszaak vervaardigden door A. J. Wendel op steen gebragtuitgege
ven en die nog eerst aan het oordeel en de goedkeuring der meest bekwame
mannen onderworpen.
Zij zal volgens het Prospectus in 8 bladen worden uitgegeven elke
godsdienstbelijdenis, alsmede onbekende strekenen Heidensche volken, zul
len met verschillende kleur worden aangewezen. Voorts zal bij deze kaart
eene handleiding gevoegd zijndie zooveel van land- en volkenkunde zal
bevatten als tot regt verstand en duidelijke voorstelling noodig is, met
opgave der Zendingsposten en der Genootschappendie daar door hunne
zendelingen arbeiden.
Het doel der uitgave isboven het reeds genoemdeom met te meer
vrucht de bidstondenvercenigingengenootschappelijke vergaderingen (al
thans in kleine steden en dorpen) enz. bij te wonen, en door het ge
bruik dezer kaart (die ook bij kaars- en lamplicht op cenigen afstand
dienen kan) eene duidelijke kennis te verkrijgen van de landen en volken,
die in de berigten voorkomen, en zelTs kinderen, op catechisatiën en scholen,
op eene belangwekkende en bevattelijke wijze met den toestand der Heiden-
wereld bekend te maken.
Uit het proefblad te heoordeelen 't geen de w-esthoek van Africa voorstelt,
zal de kaart wel aan 't oogmerk voldoen. Het doel is toch niet om eene
kaart te geven die met de meeste aardrijkskundige juistheid al de kleine bog-
ten en inhammen der kusten aanwijst, maar die in 't algemeen de aarde zoo
voorstelt, als zij volgens de beste laatst uitgekomene kaarten zich vertoont;
hoe naauwkeuriger dit echter geschiede hoe beter. Wij wenschen den Heer Groen
dat de uitslag in alle opzigtcn zijne lofwaardige en moeijelijke onderneming
moge bckroonen. Zie de Advertentie.
De N. Rott. Courant bevat het volgendeWij vernemen van eene bij
zondere zijde, dat in eene vergadering van den Gemeenteraad van Amsterdam,
met geslolene deuren gehouden, besloten is, dat de Amsterdamsche Courant
als zoodanig zal ophouden te bestaan. [Het schijnt echter dat die deuren
niet goed gesloten zijn geweest!]
De Reünie voor de belangen der Waalsche gemeenten in ons land,
zal den 1911"1 dezer te 's Gravenhage worden gehouden. De Openingsrede
zal bij die gelegenheid uitgesproken worden door den Wel-Eerw. Heer Cha-
vannes, Predikant te Amsterdam.
De Algemeene Synode der Ned. Herv. kerk is den 10Jcn gesloten.
Den 4dcn heeft te Brussel de uitwisseling plaats gehad der acten van
bekrachtiging op de overeenkomst, den 9Jm Julij te voren, tusschen Neder
land en België gesloten, ter verbinding van de heide Rijken door middel
van spoorwegen.
Van Breda wordt gemeld, dat, alhoewel, ingevolge het met België ge
sloten verdrag, de spoorweg over Roozendaal op de Roode vaart zal worden
aangelegd, echter, ten einde Breda niet van de gemeenschap uit te sluiten
en eene uitbreiding over Gorinchem en Utrecht mogelijk te maken er bij is
bedongen, dat van Rozendaal een zijtak naar Breda zal worden gemaakt, in
de uitvoering van welk werk gelijktijdig met den aanleg van den hoofdweg
zal worden voorzien.
Den 24sten Julij 11. vierden te Mandal in Noorwegen de echte lieden
Andersen, beide oud 91 jaar, hunne diamanten of 70-jarigen bruiloft.
Van het Departement van Koloniën ontvangen wij, zegt de Staats-
Courde volgende mededeeling.
De voorgenomen expeditie der Vereenigdc Staten van Noord-Amerika naar
Japan heeft in den jongsten tijd aanleiding gegeven tot herhaalde mede-
deelingen in de dagbladen over de Japansche aangelegenhedenook met
betrekking tot Nederland. Die mededeelingcn waren intusschen veelal min
der volledig of onjuist, zoodat een kort overzigt van het gebeurde in zijn
zamenhang niet overbodig wordt geacht.
Het is bekend dat in 1844 een brief van Z. M. Koning Willem II aan
den Keizer van Japan derwaarts werd overgebragt door het Nederlandsch
fregat Palembang. De oorlog tusschen Groot-Brittannie en China was door
het tractaat van 29 Augustus 1842 geëindigd en laatstgenoemd Rijk voor
den algemeenen handel opengesteld. Japan had in het laatst van datzelfde
jaar verzachting gebragt in zijne vroegere strenge wetten lot onvoorwaardelijke
afwering en verdrijving van alle vreemde vaartuigendoor maatregelen te
nemen voor eene meer menschlievende behandeling van zoodanige vreemde
schepenals door orkanen of gebrek aan levensbehoeften op de Japansche
kusten mogten vervallen. Met 'het oög op die omstandigheden en op de
langdurige en bevoorregte toelating der Nederlanders tot het handelsverkeer
met de haven van Nagasakioordeelde de Nederlandsehe Regering den tijd
gekomen en zich geroepen om aan die van Japan eene plegtige waarschu
wing van vorst tot vorst te rigtentegen de toenemende gevaren van het
sedert meer dan twee eeuwen aldaar gehandhaafd stelsel van afzondering en
eene raadgeving tot verzachting daarvan. De voorschreven Koninklijke brief
strekte tot dat einde. Het antwoord daarop, in het volgend jaar door het
Japansch gouvernement gegevenbehelsde eene beleefde maar stellige ver
klaring dat men op grond der voorouderlijke wellen geene uitbreiding vcr-
mogt te geven aan het verkeer met vreemde volkenen dus het stelsel van
afsluiting wilde in stand houden, doch gaf tevens blijk, dat het schrijven des
Konings een diepen indruk op den Keizer van Japan had gemaakt.
Bewust., aan zijne roeping voldaan en tegenover Japan een' pligt vervuld
te hebbenheeft de Nederlandsehe Regering voorloopig in die verklaring
berust. Niettemin is de brief des Konings de grondslag gebleven van onze
staatkunde ten aanzien van het Japansche Rijk. Aan de Nederlandsehe
opperhoofden op Decima werd bevolen om bij voorkomende gelegenheden in
dien geest te handelen en bij het Japansch bestuur eene vrijgevige en vrede
lievende gedragslijn voor te slaan met vermijding van den schijn zelfs, dat
eigenbelang in deze onder de drijfveren van ons handelen zou kunnen
behooren. Die staatkunde van waarschuwing en raadgeving, gepaard met het
bewaren cener welwillende en vriendschappelijke betrekking met het Japansch
bestuur, heeft wel is waar nog niet tol de gewenschte uilkomst geleid:
maar de invloed daarvan op de Japansche autoriteiten is toch niet te misken
nen in den bijstand aan en de verzorging van een aantal schipbreukelingen
(omtrent de behandeling der schipbreukelingen kan men eenige bijzonder
heden vinden in de ISederl. Staats-Cour. van 11 Maart 1851, N°. 60)
en in het betrachten der heusche en beleefde vormen, waardoor men bij
volharding in het stelsel van afzondering, evenwel botsingen scheen te willen
verhoeden in de vermenigvuldigde aanraking met vreemde schepen.
In het jaar 1846 ontving men hier te lande berigt van eene door het
Japansch Gouvernement aan onze factorij op Decima gedane aanvraag, om
openbaarheid te geven aan een in October 1843 in Japan uitgevaardigd edict,
bepalende, dat Japansche schipbreukelingen alleen met Nederlandsehe of Chi-
nesche schepen naar hun vaderland teruggevoerd mogen worden, en dat de
wetten des rijkseven als zij den Japanners het doen van eigendunkelijke
opnemingen hunner kusten en eilanden verbieden ook aan zoodanige opna
men door vreemden in den weg staan. Niettegenstaande men de mogelijk
heid inzag, dat het overbrengen van zulk eene mededeeling den schijn op
Nederland zou kunnen werpen van het Japansche afsluitingsstelsel te willen
schragen, deed echter de overweging, dat wij onwillekeurig door eene terug-