LEYDSGHE COURANT. 1852. N°. 89. MAANDAG 26 JUL1T» a-fzonllerlykB "emmers worden tegen 10 BIMENLANDSCIIE BERIGTEN.1 De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt vit Zuturdag Avond. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar Centen afgegeven. LEYDEN, 24 Julij. De Heer Leon Fanclier, Ex-Minister van Frankrijk is met zijne Echtge- I noote gelogeerd in het Logement de Zonen bezigtigt op heden de merk- I waardigheden dezer stad. Blijkens eene aan den Officier van Justitie alhier gedane mededee- I ling, is een brief, waarin een bankbillet groot 25 N°. 269, datum onbe- I kend, 19 Julij jl., door F. A. Bonte aan het Postkantoor te Amsterdam be- I zorgd en van daar den 20stcn met den eersten spoortrein verzondenaan het I adres van II. van BeekRegent van bet Seminarium te Ilagcveld onder I Voorhout, vermist geraakt, althans niet ontvangen. Nog bleek aan denzelfden ambtenaar, dat alhier, 10 en 12 Junij jl., I werden uitgegeven rijksdaalders met het borstbeeld van Z. M. Willem II en I bet jaartal 1848, waarvan de valschheid aan de kleur en onregel maligen I rand duidelijk zigtbaar was. Door de Provinciale Commissie van Onderwijs in Zuidholland zijn geëxa- I mineerd 5 personenwelke eene toelating voor het onderwijs in de Hoog- I duitsche taal vroegen. Van deze hebben 3 hun oogmerk bereikt; 2 bekwa- men toelating voor de beginselen. Van de 7 die voor de Fransche taal geëxa- I mineerd zijnmogt niemand slagen2 ontvingen toelating voor de beginselen. I Van de 17 personen welke den 2den rang vroegen, zijn maar 6 geslaagd. De vijfde haringjager is den 21sten te Vlaardingen aangekomen, mede brengende 101 ton, als ook de zesde, doch deze had geen haring in. Den volgenden dag zijn aldaar de twee eerste haringvangers aangekomen, mede brengende 88 en 81 tonde vangst gaat zeer slecht. Prins Hendrik heeft aan de Friesche Stoomboot-reederij een zilveren theeservies ten geschenke gegevenals een blijk van erkentelijkheid voor het I ter zijner beschikking stellen der stoomboot Friso. De Turksche Sultan heeft volgens den Tijdeen kostbaar tafelservies, aan den Paus te Rome geschonken. Men verneemt thans, dat de concessie voor eenen ondorzeeschen telegraaph tusschen Scheveningen en Harwichverleend zou zijn aan den Heer Ruysse- naers, te Fijnaart, en dat deze telegraaph binnen twee maanden gereed zal moeten zijn. Te Axwijk digt bij Middelie in Noordholland is den 21stenbij een hevig onweder, de bliksem in eene boerenwoning geslagen, zonder evenwel brand te veroorzaken. De kleederen van de vrouwdie onder den schoor steen bezig was, werden aanmerkelijk beschadigd; zij werd tegen den grond geworpenen bleef daar eenigen tijd bewusteloos liggenbijna al de meu belen werden vernieldde glazen verbrijzeldde schoorsteen ter neer gewor pen en deuren en kozijnen uit hun verband gerukt. Te Sneek is een ijzerpakhuis ingestort en gevallen op de belendende woning van een' kleedermaker, die te bed lag en er door gedood is; zijne vrouw heeft men nog levend hoewel gekwetst van onder het puin gehaald. In het Maandsch. voor Tuinbouw leest men het volgend middel om boomen van ongedierte te zuiveren. Men neemt 3 ponden slechten tabak en 1/4 pond schoorsteenroet en kookt dit in eenen emmer water. Wanneer het water bekoeld en goed bezonken is, giet men het af en verdunt het met sterk lijmwater; met dit mengsel bestrijkt men de boomen, op eenen dag, dat geen regen verwacht wordt. De lijm maakt, dat het ongedierte op den stam vastkleeft en eenen zekeren dood vindt. Ieder tuinman weet, hoeveel men beschadigt door bet afborstelen der takken of soortgelijke reinigings middelen, doch door het opgegevene vermijdt men dit geheel. Ik zag dit middel gebruiken bij den Heer Willink, te Bennebroek, bij Haarlem. De tuinman verzekerde mij de perzik- en abrikozenboomen geheel voor ongedierte te behoeden, door ze alle twee jaren met dit mengsel te bestrijken. Den 29stcI> Junij 11. werd te Utrecht de 79ste algemecne vergadering ge houden van het Prov. Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. De Voorzitter, Professor Donders, opende de vergadering met eene toespraak over het nut van geleerde genootschappen in het algemeen, en over dat van het provinciaal Utrechtsch genootschap in het bijzonder. Vervolgens werden tot nieuwe leden voorgesteld en aangenomen: Ds. N. Beets, Predikant bij de Hervormden, te Heemstede; Mr. A. Cramer, Geneesheer, te Groningen; Mr. W. M. J. van Dielén, Wethouder, te Utrecht; Mp. B. J. Gratama, Subst.- Officier van Justitie, te Leyden; A. Greve, Ingenieur van den Waterstaat in de provincie Zuidholland, te 's GravenhageD. Grothe, Directeur der Tech nische school, te Utrecht; Mr. A. C. van Heusde, Commies bij het Ministerie van Binnenlandsclie Zakente 's HageMr. M. des Amoric van der Hoeven Hoogleeraar aan het Athenaeum Illustre, te Amsterdam; J. Honig Jz. Jr.te Zaandam; Dr. W. J. A. Jonckbloet, Hoogleeraar aan het Athenaeum, te De venter; W. J. Knoop, Kapitein der Infanterie bij de Kon. Academiete Breda Dr. J. R. E. van Laer, Leeraar aan 's Rijks Veeartsenij-school, te Utrecht; Dr. L. Lehmann, Geneesheer, te Amsterdam; Mr. D. II. Levyssohn, Advokaat, te 'silage; Dr. E. Melder, te KampenMr. N. Olivier, Advokaat, te Leyden; L. F. Persille, Officier van Gezondheid der le klasse, Leeraar aan 's Rijks kweekschool voor militaire geneeskundigen, te Utrecht; Dr. C. C. J. de Ridder, Geneesheer, te Utrecht; Mr. L. C. Ilora Siccama, lid van het Mnntcollegiete Utrecht; Jhr. J. W. van Sypestein, le Luitenant Ingenieur, te 'sHagc; A. E. Tromp, Iloofd-Ingenieur der Marine, te Amsterdam: Mr. J. W. Tromp, Ad vokaat, te Leeuwarden. Ten slotte besloot het genootschap het volgende zevental prijsvragen ter beantwoording uit te schrijven 1. Eene geschiedenis van de volkplanting aan de Kaap de Goede Hoop onder het oppergezag der Hollanders. Behalve hare lotgevallen, inrigting, bestier, maatschappelijken en kerkelijken toestand, verlangt het genootschap daarin aangewezen te zien den invloed, dien de Hollanders gehad hebben op de be schaving van dat gedeelte van Afrika. 2. Aangezien eenige verschijnselen tot de vooronderstelling geleid hebben,, dat de bodem van ons vaderlandmet het aangrenzende gedeelte van Europa eene langzame daling ondergaat, vraagt het genootschap een oordeelkundig onderzoek, in hoeverre de bekende en nader op te sporen verschijnselen die daling bewijzen of wel eene andere verklaring toelaten. Te beantwoorden vóór 30 September 1854. 3. Het genootschap vraagt, in welke verhouding de geborenen van het mannelijk en vrouwelijk geslacht bij paarden, runderen, schapen en varkens tot elkander staanen in hoe verre ligchamelijke gesteldheid en de invloed door uiterlijke omstandigheden te weeg gebragt, die verhouding wijzigen. Te beantwoorden vóór 30 Sept. 1856. 4. Het genootschap verlangt een proefondervindelijk en kritisch onderzoek naar de oorzakenwaardoor het aderlijke bloed uit het haarvaten-stelsel tot het hart terugkeert. Te beantwoorden vóór 30 Sept. 1853. 5. Het genootschap verlangt bepalingen van het gehalte en de zamenstel- ling van de anorganische stoffen der voornaamste weefsels, bepaaldelijk van het spier- en zenuwweefsel van een warmbloedig dier, zoowel op verschil lende leeftijden als op verschillende tijdperken van ontwikkeling vóór de geboorte. 6. Daar het van gewigt is naauwkcurig bekend te zijn met den tijd en de wijze van voorttecling der visscben, zoo vraagt het genootschap: 1°. Een verslag van al hetgeen daaromtrent bekend is, ten opzigte der visscben, die do rivier en andere zoete wateren van ons vaderland op den duur of slechts tijdelijk bewonen2°. eene reeks van proefnemingen omtrent kunstmatige bevruchtingmet het doelom tot eene meer volkomene oplossing van dat vraagstuk te geraken. 7. Eene levensschets van Mf. Gerhart Dumber, Secretaris der stad De venter, Griffier der Staten van Overijssel, enz., met aanwijzingen kritiek van zijne hislorisch-politische geschriften. Uit Hoogeveen wordt van den 20sten geschreven: De Heer Prins, geacht schoolonderwijzer te Meppelgepasseerden Zaturdag voormiddag naar Nieuw- Leussen gaande, werd digt bij het dorp door de felle hitte in zwijm liggende gevonden. Toen de Geneesheer in de woning van den boer kwam, werwaarts de Heer Prins was vervoerd mogt geneeskundige hulp reeds niet meer baten. De lijder was bezweken. Den 19dcn heeft in de steenkolen-groeven bij Kerkraede in Limburg, eene zware gasontploffing plaats gehad waardoor 7 werklieden gevaarlijk ge wond werdenden volgenden dag waren reeds 3 van deze overleden. Uit Weert in Limburg wordt van den 20slcn gemeld: De Protestant- sche gemeente alhier is voorloopig kerkelijk gecombineerd met die van Roer mond, en wel in dier voege dat de ter laatstgemelde plaats dienstdoende Leeraar, zich om de 3 weken naar hier zal moeten begeven, tot vervulling der dienst. Die staat van combinatie zal voortduren, tot tijd en wijle er,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 1