ia U IL AN 89. PETERSBURG, 4 Mei. Wij zitten hier nog midden in den winterzwaar heiaden vrachtwagens 8 4 10 achter elkander, trekken over de Oostzee. Het weder is overheerlijk; maar het vriest dat het kraakthet ijs is een Ned. el diknooit beleefden wij zulk een aanhoudenden winter. WEST-INDIE. Op den 15den Februarij 11. is het bestuur der kolonie Suriname voor- loopig opgedragen aan den Heer Mr. Ph. de Kanter, Procureur-Generaal bij het Geregtshof en oudste lid van den Kolonialen Raad te Suriname, en op 1 Maart 11. had de overgifte van dat bestuur plaats. De Gouverneur maakte een en ander bij publicatie bekend en sprak daarin van zijn diep leedwezendat hij voorlaan zijne beste pogingen ten behoeve der volkplan ting, niet meer kon aanwenden. Bij de overgifte van zijn bestuur hield de Gouverneur eene belangrijke redewaarin hij Suriname's toestandvroeger en thans, schetste, aantoonde, dat de koloniale kas in 1845 een te kort van ƒ190,000 en nu een batig slot had van ƒ80,000, enz., enz. Eenige ingezetenen van Paramaribo hebben den Oud-Gouverneur een door vele, ook ambtelooze, ingezetenen onderteekend adres aangeboden, waarin zij hem hun hartelijk leedwezen betuigen over zijn vertrek. De Baron Raders antwoordde daaropdat hij met genoegen die bewijzen van deelneming ontving, dat het hem hard viel de kolonie zóó te verlaten, maar dat het 's menschen pligt waszich naar de omstandigheden te schik ken, dat hij hoopte eenmaal terug te kunnen keeren en in allen gevalle, in het moederland, Suriname's belangen zou voorstaan en zoo mogelijk be vorderen. PROETEN MET HET IMIiKLMK MAGNETISME. Op den 10den dezer waren verscheidene Geneeskundigen, Professoren en het Studenten-Corps uitgenoodigd door de vriendelijkheid van Prof. Ilalberlsma, de proeven van den Heer de Koning van Dordrecht, in het Anatomisch Mu seum in de groote zaal bij te wonen. Talrijk was de opgekomene menigte, vooral de Studenten waren in grooten getale aanwezig. Ons onthoudende van elke beoordeelende of verklarende aanmerking, zullen wij alleen dat wedergevenwat wij ter plaatse zelve nederschreven. De Magnetiseur is klein, heeft een aangenaam uiterlijk, donker van haren en oogen, zwaren baard en eenen doordringenden blik. Hij houdt volstrekt geene voorrede, maar verzoekt alleen in eenen beleefden toon om de striktste rustom de attentie dergenen die zich aan de proef willen onderwerpen niet af te trekken. 18 personen bicden zich aan de proefneming te onder gaan; deze plaatst hij in de tweede der half cirkelvormige achter elkander geplaatste banken. Aan deze naast elkander zittende Ileeren geeft hij elk «ene, zoo hij het noemt batterijin de vooraf bevochtigde linkerhand, welke batterij bestaat uit een zinken schijfje waarop een kleiner koperen plaatje is gesoldeerd; hij beveelt hierna aan allen, onder voortdurende stilte der toe schouwers 10—15 min. aanhoudend op deze batterij te turen; na afloop dezer tijdsruimte komt hij achtereenvolgens bij n°. 12 enz. en bestrijkt henonder inachtneming derzelfde stilteop de volgende wijze Hij legt zijne regterhand met den rug midden op het voorhoofdvan daar strijkt hij langzaam de handrug naar de regter- en dan naar de linker slaapstrcek, omvat daarna het voorhoofd met den duim aan de eene en de vier overige aan elkan der geslotene vingers aan de andere zijde, en vat daarop den duim van den patient (sit venia verbo) en laat hem na eenen liglen druk los, doet dat zelfde bij n°. 234enz. Na eenige rust herhaalt hij hetzelfde bij alle 18. Na weder eene pauze te hebben gemaakt, neemt bij aan allen de bat terij af, tevens elk in 't bijzonder in het oor fluisterende, de oogen te sluiten. Nu kondigt hij aan, dat al diegenen, welke, als hij het zeggen zal, de oogen niet zullen kunnen openen, voor magnetisme gevoelige sujetten zijn. Na eenige rust aan de met geslotene oogen zittende personen te hebben gegund, neemt hij achter elkander een ieder met zijne linker stevig bij de linkerhandI bestrijkt met de regter snel eenige keeren achter elkander de oogleden, zet den duim met eenigen druk midden op het voorhoofd met den top naar beneden en zoekt nu den behandelden persoon zooveel mogelijk door eenen schijnbaar overtuigden en toch vleijendcn toon te overreden dat hij zijne oogen niet kon openen. Bij n°. 4, 5 en 17 was het niet dan na eenigen tijd mogelijk de oogen te openen. Opvallend was het dat deze drie juist zwart- of bruinha rige sujetten waren met naauwe pupillen, terwijl de M. als de meest ge schikte noemde de blonde met wijde pupil. Achtereenvolgens deed hij met deze drie Heeren de volgende proeven Met n°. 5 konde alleen de proef met de oogen worden herhaaldde overigen mis lukten. Aan n°. 17 werd de stellige verzekering gegeven, onder gelijktijdige bestrijking en doordringend aanschouwen van den M.dat hij zijne op die des M. gelegde hand, niet zoude kunnen opligten; dit mislukte. N°. 17 konde na bestrijking en overredende toespraak bij eene eerste keer wel, maar de tweede keer van eenen stoel waarop bijzat, niet opstaan; ook konde hij niet blijven staan toen de M. hem deze gedachte opdrong. Hem de gedachte bij te brengen dat zijne knieën stijf warenonder voortdurend doordringend aan schouwen en bestrijking der beenen, mislukte, evenzoo min konden zijne handen boven zijn hoofd vastgeklemd worden, ook was het niet mogelijk hem eene ronddraaijende beweging met zijne armen tegen zijnen wil te laten doen. N°. 4 konde zijnen op de hand des M. gelegden arm na bestrijking en over tuigende toespraak niet opligten; toen hij de beide armen boven het hoofd gelegd had en de M. na eenige bestrijking en onder stijf en doordringend aanblikkenhem verzekerde dat hij de handen niet van zijn hoofd konde los makenwas het hem de eerste keer moeijelijkde tweede keer onmogelijk, tol dat Je M. hem hiertoe magtigde. Het opstaan van den stoel was denzelfden na overreding slechts moeijelijk, niet onmogelijk. Toen de M. nu dezen n°. 4 verzocht de beide armen in eene draaijende beweging te brengen voor de borst, en hem nu op den rug drukkende en sterk aanziende, verzekerde dat hij niet zoude kunnen ophoudenwas zulks werkelijk het gevalhet was hem volstrekt onmogelijk de armen stil te houden, ofschoon men duidelijk zag dat hij alle inspanning deed om zich daartegen te verzetten, eerst toen de M. hel hem veroorloofde, konde hij zijne armen stil houden. Voorts kan hij tegen den wil des M. de wijsvingers niet tot elkander brengenevenzoo zijn zij op bevel des M. aan elkander vast. Aan n°. 4 en n°. 17 wordt be proefd hun de gedachte bij te brengen dat zij den mond niet kunnen openen na artistische bestrijking, dit mislukt bij beiden. N°. 4 kan met zijne vuist zijne eigene hand niet raken en den M. zelf niet treffen, nadat de laatste hem dit heeft verzekerd, hij stoot altijd en herhaar- delijk daarboven en achter den M. N°. 4 en 17 worden door het aanzien eener batterij die de M. in de hand heeft, genoodzaakt, alweder op verzekering van den M.hem te volgen; eene volgens zeggen, andere batterij, stoot hen af. N°. 4 konde een glas water niet aan den mond brengentoen de M. hem verzekerde dat het glas te laag zoude koinen hij bragt het water aan de kin. De plat tegen elkander gedrukte en bestrekene handen waren zoo vast aan elkander gehecht, dat zij werkelijk rood door de drukking werden en dat n°. 4 zich in alle bogten wrong om dezelve van elkander los te maken en eindelijk den M. dringend verzocht hem daarvan te bevrijdenzoodra de M. zulks beval was alle gevoel van aan elkander hechting verdwenen. Ook zag n°. 4, volgens den wil van den M., denzelfden witten zakdoek, nu eens eene groene, dan eene blaauwe en eindelijk eene zwarte kleur aannemen. De proeven met de reuk en den smaak waren weinig afdoende. Aan n°. 4 in eene bekende persoon eenen vreemde, na sluiting der oogen, te laten zien,mislukte. Naar wij vernemen geeft de Heer de Koning onderrigt in het Magnetiseren tegen den prijs van ƒ15.00 [Ingezonden). SSTAMS S'EK.IBTES. Burgerlijke jstatib. Van «ten 6 tot en met den 13 Slei 1852. BEVALLENL. Kooremangcb. VermeyZ. J. van der Meergeb. OuwerkerkD. J. Sommelinggeb. Vinkestein D. II. Doesburg La- nooy, geb. van der Waal, Z. K. Boerlage, geb. Verstraaten. D.S.Brit- tvngeb. van LeeuwenZ. S. E. Verhoeven geb. du Pon. tw eel. beiden D. J. C. Broekfeldgeb. Labree, D. C. van der Lelie, D. A. van Booren, geb. Selier, Z. S. Koet, geb. Vermeulen, Z. S. C. Kwik, geb. Ber- lemon, Z. N. Mark, geb. Smit, Z. P. van Berkel, geb. Kreuger, Z. J. M. den Dopper, geb. Renes, Z. E. Schootman, geb. de Leu, D. C. M. Bredeveld, Z. J. Galjaard, geb. van Hooven, D. J. van den BoomZ. E. J. II. van LeeuwenZ. M. M. J. van der Zeeuwgeb. van WijkD. J. van der Veen, geb. Smit, Z. N. van Kleef, geb. Balde, Z. G. II. Deelen, geb. van Dijk, Z. LI. Groenewegen, geb. Romeyn, D. S. Serdijn, geb Brugman, Z. II. M. Wurzer, geb. Go- dijnD. M. Wijnbeekgeb. AV it, mansD. H. Dubbelaar. geb. Pardon D. P. J. van Gulik, geb. de Roo, D. M. C. Lau, geb. Schreuder, Z. levenl. GE1IUAVDJhr. Mr. H. B. Martini van Geffen, Jm. en 11. T. de Fremery, 4Vede. J. M. Aniba, Jm. en C. M. Starkenburg, Jd. F. Kriek, AVedr. en J. C. Aniba, Jd. C. van Korpel, Jm. en M. E. Brugman, Jd. J. la Feber, Jm. en C. de Ridder, Jd. G. Weerlee, Jm. en P. II. AA'. Geurs, Jd. P. van der Hoeven, Jm. en C. P. G. van AVijk, Jd. H. J. Smit, Jm. en J. AV. C. Oortwijn, Jd. J. II. Suiten, Jm. en D. Berends, Jd. J.Smit, Jm. en M. C. van Leeuwen, Jd. J. C. de Munck, Jm. en S. E. Poët, Jd. j C. J. de Lange, Jm. en E. S. Starkenburg, Jd. J. van Royen, Jm. en C. Verstraten, Jd. G. van CapelJm. en A. van der Splinter, Jd. H. van der Meer, Jm. en A. Retel, Jd. F. Bade, Jm. en M. Geusebroek, Jd. OVERLEDEN: C. Segaar, geb. Zitman, 51 j. M. 11. Stokhuyzen, geb. Buningh, 36 j. J. T. F. van der Blij, Z., 3 j. M. P. Seyn, geb. van AVingen37 j. J. B. AVeisenfeld, Z.9 j. A. Holvcrda. Z.4 m. S. C. M. Nieuwenhuyzen, geb. van Oostenburg, 31 j. C. J. Uitenhout, geb. van den Ende, 71 j. J. M. Zitman, geb. Smeekis, 63 j. M. Fak kel, 33 j. C. II. Cockuyt, geb. AVesterbaan, 69 j. P. Dool, Z., 4 m. C. Schee, 73 j. A. IlanegraafF, 83 j. J. P. Biljouw, Z., 13 m. A, C. Tbyssen, Z.4 w. C. Flick, 30 j. S. Smit, Z.4 w. M. C. Eradus, 20 j. J. van Buren, 66 j. J. C. Schapes, D.4 m. VERGADERING van den Gemeenteraad van Leyden, Zaturdag den 15den Mei 1852, des namiddags ten IJ. ure. Onderwerpen 1°. Benoeming van de Commissie in zake de Haarlemmermeer. 2°. Benoeming eener Commissie van 2 leden voor de loting der Schutterij. 3°. Benoeming eener Commissie van onderzoek voor de Schutterij van twee leden en twee plaatsvervangers. 4°. Benoeming van zeven leden voor het Bestuur over het AVerkhuis. 5". Twaalf voorwaarden en plans van Fabricage-werken. 6°. Voorstel omtrent de beëediging van plaatselijke Ambtenaren. 7°. Request van C. J. Zaalberg. 8". Voordragt van de Commissie voor de Tentoonstelling. BURGEMEESTER en AVF.THOUDERS der Gemeente LEYDEN brengen bij deze ter Kennis van de daarbij belanghebbenden, dat een gedrukt exem plaar van de gearresteerde lijst der bevoegd erkende beoefenaren van de onder scheidene takken der geneeskunst in deze Provincie voor liet jaar 1852, dagelijks (Zon- en Feestdagen uitgezonderd) ter Secretarie dezer Gemeente ter inzage ligt van des morgens tien tot des namiddags ten één ure. Burgemeester en AVelhouders voorn., Leyden, 13 Mei 1852. VAN LIMBURG STIRUM. De Secretaris v. PUTTKAMMER. HERKNIEUWS. Z. M. heeft ter vervulling van de nieuw gevormde Ilerv. gemeente van het Hollandsclie Veld, uit eene door den Minister der Herv. Eeredienst aangeboden nominatie, tot Predikant aldaar benoemd, den Candidaat R. Middendorp.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 3