kanaal van de Sandrc, 40,000 voor verbetering van waterloopen en 20,000
tot opsporing van mergellagen tol vruchtbaar- en gezondmaking dier streek.
De gevangennemingen ten gevolge van den coup d'etat van 2 December
zijn zeer menigvuldig. Men begroot die op 200,000. In het dep. Heranlt
alleen is het der mannelijke bevolking door de gemengde commission van
onderzoek veroordeeld.
De speelkoorts heeft nooit zoo hevig gewoed; men noemt partijen die
bijna openlijk op den duur worden gehouden, waar aanzienlijke sommen
verloren zijn. Men is verbaasd dal zulk een ergernis door de Regering die
er niet onkundig van kan zijnwordt gedoogd.
SARlïME.
TURYN2 Mei.
Het ollicicel blad der Regering meldt van den 30sten, dat het door een
Fransch blad medegedeeld berigt, als zou de Marquis Spinola door de Regering
naar Rome gezonden zijnom nieuwe voorstellen hij den Paus te doen tot
vereffening der geschilpuntengeheel ongegrond is.
PRIÏSSEX.
BERLIJN, 5 Mei.
Per telegraaph heeft men hier het berigt ontvangendat UIL MM. de
Keizer en Keizerin van Rusland den 2llcn te Warschau zijn aangekomen.
De Hertog van Nassau heeft, door het nederstorten van zijn paard, den
arm gebroken.
Bij rescript van den 19llcn Maart jl. heeft de Koning van Hannover
het beschermheerschap over de in Hannover bestaande vrijmetselaars-loges,
overeenkomstig een door deze gedaan verzoek, aanvaard «in het vertrou
wen op den goeden geest dier logeswelke alleen de zuivere vrijmetselarij
cn de getrouwe vervulling der onderdaanspligten ten doel hebben." Ter
wijl de Duitsche bladen dit rescript thans mcdedcelenmelden zij tevens dat
in Saksen aan al de Officieren des legersdie lot de orde der vrijmetselaars
hehooren, door het ministerie van oorlog bevel gegeven is om hun lidmaat
schap op te zeggen. De Minister van Oorlog, deswege in de Kamers geïnter
pelleerd, heeft zulks bevestigd.
Men meldt uit Wezeldat de voorloopige werkzaamheden voor den
spoorweg van Oberhausen naar Arnhem zijn afgeloopen, en dat de bezwaren
van het bouwen van een station binnen de werken van de vesting Wezel
eerlang uit den weg zullen zijn geruimd.
OOSTENRIJK.
WEENEN, 4 Mei.
Voor het gedenkteeken dat te Praag voor den Veldmaarschalk Radetzky zal
worden opgerigt, heeft Z. M. aangewezen 100 centenaars metaal van de in
de tuighuizen aanwezige, op de Piemontezen veroverde kanonnen,
HAAF DE GOEDE HOOP.
KAAPSTAD, 17 Maart.
Er heeft op nieuw in de Waterkloof een gevecht plaats gehad, waarbij de
Engelschen eenig verlies hebben geleden. Hunne troepen hadden verscheidene
strooptogtcn tegen de versterkte legerplaatsen der Kaffers in dat oord onder
nomen, en die ook met een gewenscht gevolg volbragt; maar waren op hun
nen terugtogt, in eene hinderlaag van Kaffers en Hottentotten geraakt en
hadden in het daarop gevolgde gevecht een 30-tal dooden en gekwetsten be
komen, onder welke laatsten een Colonel en nog twee Officieren. De Opper
bevelhebber, Sir Smith, was den 4dcn Maart van Kings-Williams-town opge
broken, om de voornaamste sterkten des vijands in dat oord te bestoken en
te vernielen. Hij had daartoe drie regimenten infanterie, een regiment lan
siers, de vereischte artillerie en een zeker aantal ongeregelde krijgsbenden
vercenigd en in drie divisien verdeeld.
EGYPTE.
De te Alexandrië gevestigde Engelsche postmeester heeft eene overeenkomst
met onze Regering geslotenwaarbij de laatste de overbrenging der Indische
en Chinesche posten door het land overneemt. De overbrenging van Suez
naar Alexandrië zal 70 urenvan Alexandrië naar Suez 75 uren duren
waardoor 1012 uren worden uitgewonnen. Onze Regering ontvangt voor
deze dienst 6000
STADS JSEKSGTESI.
VER.GADERING van den Gemeenteraad van Leydcn Maandag den 10den Mei
1852, des namiddags ten 2 ure.
Onderwerpen
1°. Borgtogt van den Commissaris van het Rotterdammer pakschuitenveer.
2°. Vereeniging van de betrekkingen van vischafslager en vischkeurder.
3°. De Requesten houdende verzoeken tot beschikking over gemeente-eigen
dommen.
4°. Benoeming van eene Stads-Vroedvrouw,
5°. Staat van af- en overschrijving op de bcgrooling der Israëlitische armver-
zorgers 1851.
6». Rekening van het Minnen- of Armen oude Mannen en Vrouwenhuis 1851.
7°. Rekening der Bank van Leening 1851.
8". Rekening van de Billetgelden 1851.
9'. Rekening van het Lantaarn- en Brandspuilengeld 1349.
Beschrijving voor het regt op de Patenten en het Personeel
voor liet Dienstjaar 1852 cn 1853.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEYDEN brengen hij deze, naar
aanleiding van een ontvangen besluit van den Commissaris des Konings in
de Provincie Znidholland, van den 26'tcn April jl. A. N». 3419 (3de Al'd.,)
Provinciaalblad N°. 51, houdende ecnigc hepaligcn ten aanzien der beschrij
ving voor het Patentregt over het Dienstjaar 1852 en 1853 (dat is, van den
Isicn jjei 1852tot den 30slcn April 1353,) alsmede naar aanleiding van een
gelijk besluit van dezelfde dagteekening A. N». 3496 (3,le Afd.,) Provinciaal
blad N°. 52betrekkelijk de beschrijving der Personeele Belasting voor
het jaar 1852 cn 1853, ter kennisse van de Ingezetenen dezer Gemeente:
Dat op den lstcn J\Iei een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving
der Patentpligtigentabel 14, N". 3740, zijnde de Slijters, Tappers, Kroeg
en Koffijhuishouders, waarvoor de deelaratoiren aan de buizen zullen worden
rondgebragten na verloop van drie dagen, van wege den Ontvanger der Di
recte Belastingen, tegen regu worden afgehaald, cn worden gemelde Patent-
pligligen herinnerd aan de bepaling van art. 2 der wet van den 24stc™ April
1843 Staatsblad N°. 16), dat zij hun beroep niet mogen uitoefenen dan na
dat zij de helft van hunnen aanslag over het dienstjaar 1852 en 1853 hebben
voldaan, cn nadat bet verschuldigde over het voorgaande jaar, ten volle zal
zijn aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, alvorens de acten van Patent
aan hen zullen kunnen worden afgegeven. Dat zoodra mogelijk hunne aan
slagbiljetten zullen worden bezorgd, de Patenten in gereedheid gebragt, en de
tijd bekend gemaakt, waarop dezelve zullen kunnen worden afgehaald.
Dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel N". 16 der Wet,
van den 22stcnApril 1852, [Stil. N°. 61), houdende wijzigingen en uitbreidingen
van deOrdonnantie op het regt van Patentvan den 21 Mei 1819 Slbl. N". 34),
de tijd der uitgifte, van de door de patentpligtigen in te vullen verklaringen
van aangifte, voor den jare 1852 wordt vastgesteld op den 10 Mei van dat
jaar, en dat de wederinzameling dcrzelve, tegen regu, door den Ontvanger of
deszelfs daartoe gequalificcerden geteekend, op den achtsten dag na de uit
gifte zal geschieden.
Dat de Registers der patentpligtigen, op of met den 31 Mei daaraanvol
gende zullen gesloten worden, cn er na dien tijd volstrekt geene verklaringen
meer zullen worden aangenomen.
Wordende ieder patentpligtige hij deze herinnerd aan art. 18 der Wet op liet
regt van Patent, van den 21 Mei 1819, inhoudende: »dat zij, die bij bet
aanbieden of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook bij bet terugha
len derzeive, mogtcn zijn voorbijgegaan, zich niet mogen beroepen op een of
ander begaan verzuim, maar integendeel gehouden zijn om zorg te dragen,
dat bij de Wet gevorderde aangiften, verklaringen en aanvragen, welke ter
invulling aan het kantoor van den Ontvanger der directe belastingen (op de
Mare binnen deze Stad) «verkrijgbaar zijn, door in persoon of door hunnen
gemagtigden, behoorlijk ingevuld, op den daarbij bepaalden tijd, ter zeiver
plaatse moeten worden ingediend."
Alsmede aan art. 37 der voorschrevene Wet, houdende: «de aan het regt
van Patent onderhevige personen, welke, na den afloop van den tijd, tot het
doen der aangifte hepaald, bevonden zullen worden zich niet, of door valsche,
onnaauwkeurigc of onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verpligtin-
gen ten aanzien dier aangiften te hebben gekweten, zullen telken reize, wan
neer hun verzuim of overtreding wordt ontdekt, vervallen in een' boete van
niet minder dari 25 en niet meer dan 400 guldens.
Dat, met betrekking tot de Schippers, Schuitenvoerders enz., in de tabel
N°. 16, der Wet van den 22 April 1852, StblN°. 61,) voorkomende, de
eigenaars, vaste huurders en andere vaste gebruikers van binnenvaartnigen
gehouden zullen zijn, om zich van behoorlijk patent te voorzien. Dat, tot de
door hen daartoe te doene schriftelijke aangiftenzal worden gevaceerd ter
Secretarie alhier, van den 1 Mei aanstaande tot uiterlijk 15 dierzell'de inaand
'svoormiddags van 10 tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd, voor zoo verre
dat beroep niet in den loop des jaars wordt aangevangen; wordende de
zelve tevens uitgenoodigdom de meetbrieven hunner vaartnigen mede te
brengen, en alle die inlichtingen te geven, die van hen, betrekkelijk de
vaartuigen, zullen worden gevorderd; terwijl er na den 15 Mei voormeld,
geene verklaringen meer kunnen of zullen worden aangenomencn de gehre-
kigenbij ontdekking, zullen incurreren de boete, bepaald bij het 37 artikel
der Wet van den 21 Mei 1819, hiervoren omschreven.
Dat verder alle patentpligtigen, hij tahrl N°. 7 der Wet van den 16 Junij
1832 bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kramen,
stallen, tafels enz., hunne waren in herbergen, huizen, kamers of op pu
blieke markten en kermissen uitstallen mitsgaders de debitanten in loterij
briefjes, en alle handeldrijvende en als Kooplieden te belasten personen,
welke hnnne waren ter verkoop, hetzij in 't klein, hetzij in 't groot, Ie water
of te lande met zich voeren, alsmede de ondernemers van openbare vermake
lijkheden, in tabel N°. 15 genoemd, voor zoo verre alle die patentpligtigen
in de algemeene beschrijving voor 1852 zullen moeten worden begrepen, ge
houden zullen zijn, zich gedurende de geheele maand Mei, ter bekoming van
hun patent, aan te melden ter Secretarie dezer Gemeente, 's voormiddags van 10
tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd; zullende er na dien tijd geene aan
vragen meer worden aangenomen, behalve van de zoodanigendie hun be
roep of bedrijf na dien tijd aanvangen en alzoo in de bijzondere beschrijvin
gen worden begrepen, welke gehouden zijn, zich dadelijk bij dien aanvang
van patent te voorzien.
Dat almede op den 10 Mei aanstaande, een aanvang zal worden gemaakt
met de beschrijving voor de Personele Belasting over het dienstjaar 1852
en 1853.
Zijwelkehij het bezorgen der biljettenof ook bij het terughalen van
dezelve, mogten zijn overgeslagen, zich, in geen geval, zullen mogen beroe
pen op zoodanig verzuim, maar integendeel gehouden zijn om de vereischte
en behoorlijk ingevulde verklaringen in te dienen ten kantore des ontvangers,
alwaar de biljetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn.
Een ieder is gehouden de te doene aangiften met zijne handteekening te
bekrachtigen.
Ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijven, zal de ontvanger of zijn
gemagtigdc, des gevraagd, de invulling in deszelfs naam, en zonder daar
voor eenige betaling te kunnen eischenverrigtenmet vermelding der
redenen waarom en zal de aangifte door den Ontvanger of deszelfs gemag-
tigdein tegenwoordigheid van een' derden persoon cn met en benevens deze,
worden geteekend, na voorafgaande voorlezing.
De belastingschuldigen zullen de door hen in betrekking tot de belasting
op het personeel te doene aangiften, in het algemeen, hehooren in te leveren
in die gemeentenalwaar de belasting is verschuldigd.